Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het verloop van de procedure
2.De standpunten van klager en zijn raadsvrouw en de officier van justitie
3.De bevoegdheid van de rechtbank
4.De ontvankelijkheid
5.De beoordeling
6.De beslissing
klaagschrift ongegrond.
Rechtbank Overijssel
Op 1 september 2021 heeft de raadkamer van de rechtbank Overijssel het klaagschrift van klager ongegrond verklaard. Klager had bezwaar gemaakt tegen de invordering van zijn rijbewijs, dat op 17 augustus 2021 was ingevorderd na het rijden onder invloed van alcohol. Klager had een ademalcoholgehalte van 925 μg/l en was betrokken bij spookrijden op de A35, wat leidde tot een eenzijdig verkeersongeval. Tijdens de zitting op 1 september 2021 zijn zowel klager als zijn raadsvrouw, mr. E.M. Keulen, alsook de officier van justitie, mr. L. van der Werff, gehoord. Klager stelde dat hij zijn rijbewijs dringend nodig had voor zijn bedrijf in de brandbeveiliging, maar de officier van justitie betoogde dat de verkeersveiligheid zwaarder weegt dan het persoonlijk belang van klager.
De rechtbank oordeelde dat er gevaar voor herhaling was, gezien klagers eerdere overtredingen van de Wegenverkeerswet. De raadkamer benadrukte dat het belang van de verkeersveiligheid in dit geval prevaleert boven het persoonlijke belang van klager. De rechtbank concludeerde dat het klaagschrift ongegrond was, omdat het teruggeven van het rijbewijs aan klager niet te verantwoorden zou zijn gezien de ernst van zijn overtredingen. De beslissing werd openbaar uitgesproken door rechter B.W.M. Hendriks, in aanwezigheid van griffier N. Klunder.