ECLI:NL:RBOVE:2021:3421

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
2 september 2021
Publicatiedatum
2 september 2021
Zaaknummer
: 84/104079-21 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het opslaan en voorhanden hebben van professioneel vuurwerk zonder vereiste kennis

De rechtbank Overijssel heeft op 2 september 2021 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 51-jarige man, die werd beschuldigd van het opslaan en voorhanden hebben van professioneel vuurwerk zonder de vereiste specialistische kennis. De verdachte had samen met vrienden voor 4.500 euro aan vuurwerk uit Polen aangeschaft met de bedoeling dit met oud en nieuw af te steken. Op 10 november 2020 trof de politie ongeveer 100 kilogram professioneel vuurwerk aan in een container op het terrein van het bedrijf van de verdachte. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat de officier van justitie ontvankelijk was in de vervolging. De verdachte heeft het primair ten laste gelegde feit bekend, en de rechtbank heeft op basis van de bewijsmiddelen, waaronder de bekennende verklaring van de verdachte en het proces-verbaal van de politie, het feit wettig en overtuigend bewezen verklaard.

De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het opslaan en voorhanden hebben van professioneel vuurwerk, wat een overtreding is van de Wet milieubeheer. De officier van justitie had een gevangenisstraf van 12 maanden geëist, maar de rechtbank besloot tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 4 maanden met een proeftijd van 3 jaar, en daarnaast een onvoorwaardelijke taakstraf van 200 uur. De rechtbank hield rekening met de omstandigheden waaronder het feit was begaan, de blanco strafblad van de verdachte en de risico's die het opslaan van professioneel vuurwerk met zich meebrengt voor de veiligheid van personen en goederen. De rechtbank benadrukte dat het opslaan van professioneel vuurwerk zonder de nodige voorzorgsmaatregelen onverantwoorde risico's met zich meebrengt en dat de verdachte onvoldoende stil had gestaan bij deze risico's.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige economische kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer : 84/104079-21 (P)
Datum vonnis : 2 september 2021
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1970 in [geboorteplaats] ,
wonende aan [adres] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van
19 augustus 2021.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. S. Buist en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. L.C. de Lange, advocaat in Utrecht, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte opzettelijk (primair) professioneel vuurwerk heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad zonder dat hij de vereiste specialistische kennis daarvoor had dan wel (subsidiair) professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
hij, als een ander dan een persoon met gespecialiseerde kennis, op of omstreeks 10 november 2020 te Nijkerkerveen, in de gemeente Nijkerk,
al dan niet opzettelijk,
professioneel vuurwerk, te weten
- 1 stuks batterij enkelschotsbuizen (288 shot cake, Triplex, XB4095, pagina 31 proces-verbaal), en/of
- 1 stuks batterij enkelschotsbuizen (BAT 100S 1.2 inch, Liuyang starlight fireworks ltd., TXB586, pagina 34 proces-verbaal), en/of
- 1 stuks batterij enkelschotsbuizen (100 Shots cake B, Triplex, TXB693, pagina 38), en/of
- 1 stuks batterij enkelschotsbuizen (100 Shots cake, Triplex, TXB585, pagina 41 proces-verbaal), en/of
- 1 stuks batterij enkelschotsbuizen (Golden Thunder 37 Schuss, Nico Europe, 96240, pagina 44 proces-verbaal), en/of
- 1140 stuks knalvuurwerk (Tp2, Tropic Jurzy Jurek, pagina 47 proces-verbaal), en/of
- 1056 stuks knalvuurwerk (Exploder 4, Tropic Jurzy Jurek, Tp4, pagina 52 proces-verbaal), en/of
- 60 stuks knalvuurwerk (Petarda Powinno, producent onbekend, TXP001, pagina 56 proces-
verbaal), en/of
- 1 stuks ratelband (Celebration Cracker, Horse brand, T809, pagina 63 proces-verbaal), en/of
in elk geval een of meer stuks knalvuurwerk en/of batterij enkelschotsbuizen en/of ratelband(en),
heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 10 november 2020 te Nijkerkerveen, in de gemeente Nijkerk,
al dan niet opzettelijk,
professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten
- 1 stuks batterij enkelschotsbuizen (288 shot cake, Triplex, XB4095, pagina 31 proces-verbaal), en/of
- 1 stuks batterij enkelschotsbuizen (BAT 100S 1.2 inch, Liuyang starlight fireworks ltd., TXB586, pagina 34 proces-verbaal), en/of
- 1 stuks batterij enkelschotsbuizen (100 Shots cake B, Triplex, TXB693, pagina 38), en/of
- 1 stuks batterij enkelschotsbuizen (100 Shots cake, Triplex, TXB585, pagina 41 proces-verbaal), en/of
- 1 stuks batterij enkelschotsbuizen (Golden Thunder 37 Schuss, Nico Europe, 96240, pagina 44 proces-verbaal), en/of
- 1140 stuks knalvuurwerk (Tp2, Tropic Jurzy Jurek, pagina 47 proces-verbaal), en/of
- 1056 stuks knalvuurwerk (Exploder 4, Tropic Jurzy Jurek, Tp4, pagina 52 proces-verbaal), en/of
- 60 stuks knalvuurwerk (Petarda Powinno, producent onbekend, TXP001, pagina 56 proces-verbaal), en/of
- 1 stuks ratelband (Celebration Cracker, Horse brand, T809, pagina 63 proces-verbaal), en/of
in elk geval een of meer stuks knalvuurwerk en/of batterij enkelschotsbuizen en/of ratelband(en),
heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot
kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en
dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
4. De bewijsoverwegingen [1]
4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het primair ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank, maar hij heeft de rechtbank wel verzocht om kritisch te zijn op de manier waarop het vuurwerk in de tenlastelegging is beschreven. Als in de tenlastelegging bijvoorbeeld de beschrijving ”Tp2” staat, terwijl het blijkens het dossier om ”P1” gaat dan is de tenlastelegging onjuist, aldus de raadsman, en moet, zo heeft de rechtbank de raadsman begrepen, partiële vrijspraak volgen.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde feit, waarbij de rechtbank – nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit – conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen, te weten:
  • het proces-verbaal van onderzoek aan inbeslaggenomen vuurwerk van 28 december 2020, pagina’s 25 tot en met 72;
  • de bekennende verklaring van verdachte, zoals die is opgenomen in het proces-verbaal van de terechtzitting van 19 augustus 2021.
Met betrekking tot de beschrijving en categorie-indeling van het vuurwerk
Aan het proces-verbaal van onderzoek aan inbeslaggenomen vuurwerk is een aantal bijlagen gehecht. Elke bijlage bevat een foto en beschrijving van onder andere de naam (bijvoorbeeld ”Tp2”), de producent en het artikelnummer van het onder verdachte inbeslaggenomen vuurwerk. Tot slot staat in de bijlagen vermeld van welke categorie-indeling het inbeslaggenomen vuurwerk is voorzien (bijvoorbeeld ”P1”).
De rechtbank heeft vastgesteld dat de beschrijvingen van het inbeslaggenomen vuurwerk telkens overeenkomen met wat in de tenlastelegging, tussen haakjes, is opgenomen. In de tenlastelegging staat niet tot welke categorie het inbeslaggenomen vuurwerk behoort. De beschrijving “Tp2” is derhalve juist in de tenlastelegging opgenomen en kan bewezen worden verklaard.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het primair ten laste gelegde feit heeft begaan, met dien verstande dat:
hij, als een ander dan een persoon met gespecialiseerde kennis, op 10 november 2020 te Nijkerkerveen, in de gemeente Nijkerk, opzettelijk professioneel vuurwerk, te weten
- 1 stuks batterij enkelschotsbuizen (288 shot cake, Triplex, XB4095), en
- 1 stuks batterij enkelschotsbuizen (BAT 100S 1.2 inch, Liuyang starlight fireworks ltd., TXB586), en
- 1 stuks batterij enkelschotsbuizen (100 Shots cake B, Triplex, TXB693), en
- 1 stuks batterij enkelschotsbuizen (100 Shots cake, Triplex, TXB585), en
- 1 stuks batterij enkelschotsbuizen (Golden Thunder 37 Schuss, Nico Europe, 96240), en
- 1140 stuks knalvuurwerk (Tp2, Tropic Jurzy Jurek), en
- 1056 stuks knalvuurwerk (Exploder 4, Tropic Jurzy Jurek, Tp4), en
- 60 stuks knalvuurwerk (Petarda Powinno, producent onbekend, TXP001), en
- 1 stuks ratelband (Celebration Cracker, Horse brand, T809),
heeft opgeslagen en voorhanden heeft gehad.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat
zij hem daarvan zal vrijspreken.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde feit uitsluiten.
Het primair bewezenverklaarde levert op:
het misdrijf:
overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de
Wet milieubeheer, opzettelijk begaan.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor het bewezenverklaarde feit.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden. De tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, moet hiervan worden afgetrokken.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat bij de strafbepaling rekening moet worden gehouden met een aantal verzachtende omstandigheden. Zo was het vuurwerk niet van verdachte alleen, maar van hem en zijn vrienden. Verdachte wilde niet dat het vuurwerk in een woonwijk, bij één van hen, werd opgeslagen en heeft het daarom in een container op het perceel van zijn bedrijf, dat grenst aan een weiland, opgeslagen. Verder is van belang dat verdachte van meet af aan openheid van zaken heeft gegeven. De raadsman heeft de rechtbank daarnaast gewezen op een aantal uitspraken in vergelijkbare zaken. Hij heeft, gelet op voornoemde omstandigheden en de aangehaalde uitspraken, de rechtbank verzocht om verdachte geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen. Volgens de raadsman is een voorwaardelijke gevangenisstraf, eventueel in combinatie met een geldboete meer passend.
7.3
De gronden voor een straf of maatregelBij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen.
De rechtbank acht daarbij het volgende van belang.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het opslaan en voorhanden hebben van professioneel vuurwerk. Hij en zijn vrienden hadden voor een bedrag van ongeveer
€ 4.500,00 aan vuurwerk uit Polen gekocht. Verdachte zou hier met oud en nieuw een show van maken. Tot die tijd lag het vuurwerk opgeslagen in een container en aanhangwagen op het terrein waar het bedrijf van verdachte en zijn broer is gevestigd. Op 10 november 2020 trof de politie hier ongeveer 100 kilogram professioneel vuurwerk aan, waaronder 87,2 kilogram vuurwerk van categorie F4 (batterij enkelschotsbuizen) en 8,17 kilogram vuurwerk van categorie P1 (het gewicht van het kruit per stuk knalvuurwerk vermenigvuldigd met het aantal stuks knalvuurwerk).
Het is algemeen bekend dat vuurwerk gevaar kan opleveren. Dat geldt zeker voor professioneel vuurwerk, dat een substantieel zwaardere of explosievere lading bevat dan het vuurwerk dat in Nederland aan consumenten verkocht mag worden.
Met het opslaan van professioneel vuurwerk, zonder het treffen van de nodige voorzorgsmaatregelen, heeft verdachte onverantwoorde risico’s genomen en de algemene veiligheid van personen en goederen ernstig in gevaar gebracht. Als het vuurwerk tot ontploffing was gekomen, zou dit niet alleen ernstige gevolgen kunnen hebben gehad voor (het bedrijf van) verdachte en zijn broer, maar ook voor de mensen en gebouwen in de buurt.
Ook het afsteken van professioneel vuurwerk brengt risico’s met zich, niet alleen voor degene die het afsteekt, maar ook voor de omstanders. Ernstige gehoorbeschadiging, zwaar lichamelijk letsel of zelfs overlijden kan daarvan het gevolg zijn.
Dat verdachte onvoldoende heeft stilgestaan bij deze risico’s neemt de rechtbank hem kwalijk.
In de Richtlijn voor strafvordering vuurwerkdelicten van het Openbaar Ministerie staat als uitgangspunt dat bij het voorhanden hebben en opslaan van ongeveer 100 kilogram professioneel vuurwerk een onvoorwaardelijke gevangenisstraf wordt gevorderd. De officier van justitie heeft bij de formulering van zijn strafeis genoemde richtlijn als uitgangspunt genomen.
De rechtbank zal de officier van justitie niet volgen in zijn strafeis. De rechtbank is van oordeel dat nu nog kan worden volstaan met een forse onvoorwaardelijke taakstraf in combinatie met een voorwaardelijke gevangenisstraf. De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat verdachte een blanco strafblad heeft. Verder heeft de rechtbank rekening gehouden met de straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd.
Tijdens de zitting heeft verdachte verklaard dat hij vuurwerk heel erg mooi vindt en dat dat niet zomaar overgaat. Om recht te doen aan de ernst en de omvang van het bewezen verklaarde, maar ook en vooral om verdachte ervan te doordringen dat hij professioneel vuurwerk voortaan echt ‘links moet laten liggen’, zal de rechtbank verdachte naast een onvoorwaardelijke taakstraf een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf opleggen.
Het voorgaande brengt de rechtbank resumerend tot het oordeel dat de oplegging van een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf van vier maanden, met een proeftijd van drie jaren, en daarenboven een onvoorwaardelijke taakstraf van 200 uren, met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, passend en geboden is.

8.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d en 91 van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 1a, 2 en 6 van de Wet economische delicten en artikel 1.2.2 lid 3 van het Vuurwerkbesluit.

9.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte primair meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
het misdrijf:
overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de
Wet milieubeheer, opzettelijk begaan;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het primair bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) maanden;
- bepaalt dat deze gevangenisstraf
in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- veroordeelt verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
200 (tweehonderd) uren;
- beveelt, voor het geval dat verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
100 (honderd) dagen;
- beveelt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de taakstraf in mindering wordt gebracht, waarbij als maatstaf geldt dat voor de eerste 60 in verzekering of voorlopige hechtenis doorgebrachte dagen, twee uren en voor de resterende dagen één uur per dag aftrek plaatsvindt.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.H.W.R. Orriëns-Schipper, voorzitter, mr. M. Werkhoven en
mr. H. Manuel, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A.R. Mulder, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 2 september 2021.
Buiten staat
Mr. J.H.W.R. Orriëns-Schipper is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland, district Gelderland-Midden, basisteam Veluwe Vallei-Noord, met registratienummer PL0600-2020533670. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.