10.De beslissing
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1
het misdrijf: bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling;
feit 2
het misdrijf: opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat aan en ander toebehoort beschadigen;
feit 3
het misdrijf: het in de woning en het erf bij een ander in gebruik, wederrechtelijk binnendringen;
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezen verklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) maanden;
- bepaalt dat deze gevangenisstraf
in haar geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarde(n) niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
- gedurende de proeftijd op geen enkele wijze contact opneemt en/of onderhoudt met [aangever 1] en [aangever 2] , geboren respectievelijk op [geboortedatum 2] en [geboortedatum 3] , beiden wonende aan de [adres 2] ;
- gedurende de proeftijd zich niet bevindt in de gemeente Hengelo (O);
- veroordeelt de verdachte daarnaast tot een
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
150 (honderdvijftig) uren;
- beveelt, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
75 (vijfenzeventig) dagen;
- beveelt dat de tijd die de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de taakstraf in mindering wordt gebracht, waarbij als maatstaf geldt dat voor de eerste 60 (zestig) dagen doorgebracht in verzekering of voorlopige hechtenis, twee uren en voor de resterende dagen 1 (één) uur per dag aftrek plaatsvindt;
- wijst de vordering van de benadeelde partij toe tot een bedrag van € 350,-- (driehonderdvijftig euro), bestaande uit materiële schade en wijst het méér of anders gevorderde af;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit 2 en tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 350,-- (driehonderdvijftig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 4 mei 2020 ten behoeve van de benadeelde en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 7 (zeven) dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van verdachte, dat bij eerdere beslissing is geschorst;
de in beslag genomen voorwerpen
- verklaart onttrokken aan het verkeer een vleesmes (goednummer 2254747).
Dit vonnis is gewezen door mr. H. Stam, voorzitter, mr. S.K. Huisman en mr. W.B. Bruins, rechters, in tegenwoordigheid van S. Wongsokerto, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 26 augustus 2021.
Buiten staat
Mr. W.B. Bruins is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2020198560. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 12 augustus 2021, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van de verdachte als bedoeld in art. 359, derde lid, laatste volzin, Sv.
2.
Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 1] , pagina 4 en 5.
3.
Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 2] , pagina 7 en 8.
4.
Het proces-verbaal van aangifte van [naam] , namens [aangever 3] , pagina 10 en 11.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 12 augustus 2021, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van de verdachte als bedoeld in art. 359, derde lid, laatste volzin, Sv.