In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 21 juli 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen Atlantis Financiers N.V. en Register Holland B.V. over de opzegging van een kredietovereenkomst. De procedure begon met een tussenvonnis op 18 november 2020, gevolgd door een mondelinge behandeling op 31 maart 2021. De kredietovereenkomst, gesloten op 14 februari 2019, was voor een periode van 36 maanden en bevatte specifieke voorwaarden waaronder een borgtocht van € 228.000,- door de gedaagden. Atlantis vorderde betaling van een bedrag van € 99.348,33, vermeerderd met rente en kosten, en stelde dat de overeenkomst op 20 april 2020 was opgezegd omdat Register Holland B.V. haar verplichtingen niet nakwam. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat Atlantis niet gerechtigd was om de overeenkomst op te zeggen, omdat niet was aangetoond dat Register Holland B.V. tekortschiet in de nakoming van de overeenkomst. De rechtbank heeft de vordering van Atlantis afgewezen en haar veroordeeld in de proceskosten van de gedaagden, die zijn begroot op € 4.477,00.