Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
MENZIS ZORGVERZEKERAAR N.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Wageningen,
wonende te [woonplaats] ,
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft Menzis Zorgverzekeraar N.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde partij, die een zorgverzekering bij Menzis had afgesloten. Menzis vorderde betaling van een bedrag van € 137,82, dat bestond uit een hoofdsom van € 246,00, buitengerechtelijke incassokosten, omzetbelasting en wettelijke rente. Menzis stelde dat de gedaagde een betalingsachterstand had met betrekking tot de premies voor de maanden augustus en september 2020. De gedaagde daarentegen voerde aan dat hij de premie al had betaald en dat er geen achterstand was. Tijdens de procedure heeft Menzis een premie- en betaaloverzicht overgelegd, terwijl de gedaagde twaalf betaalbewijzen presenteerde die aantoonden dat hij in 2020 regelmatig betalingen had gedaan. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Menzis niet voldoende bewijs heeft geleverd voor de gestelde betalingsachterstand. De rechter oordeelde dat het op Menzis' weg had gelegen om de stelling dat de betalingsachterstand al vóór 2020 was ontstaan nader te onderbouwen. Aangezien Menzis hierin niet is geslaagd, werd de vordering afgewezen als onvoldoende onderbouwd. Menzis werd als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de gedaagde zijn begroot op € 75,00. Daarnaast werden de gevorderde nakosten toegewezen, en het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.