ECLI:NL:RBOVE:2021:3089

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
3 augustus 2021
Publicatiedatum
3 augustus 2021
Zaaknummer
08/760195-15
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van een man met schizofrenie en autismespectrumstoornis

Op 3 augustus 2021 heeft de Rechtbank Overijssel de terbeschikkingstelling (tbs) van een 51-jarige man verlengd met twee jaar. De man was eerder ter beschikking gesteld na een poging tot moord en zijn tbs-maatregel was voor het laatst verlengd op 12 september 2019. De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende rapportages van deskundigen, waaronder psychologen en psychiaters, die de geestelijke gezondheid van de man hebben beoordeeld. De psychiater meldde dat de man lijdt aan schizofrenie en een autismespectrumstoornis, maar dat hij stabiel is in de huidige zorgsetting. De psycholoog daarentegen waarschuwde voor een hoog recidiverisico op de middellange termijn als de man uit zorg raakt. De rechtbank heeft de vordering van het Openbaar Ministerie tot verlenging van de tbs beoordeeld en geconcludeerd dat de veiligheid van anderen eist dat de tbs wordt verlengd. De rechtbank heeft daarbij de gemotiveerde houding van de man ten aanzien van zijn behandeling en de positieve afloop van zijn verloven in overweging genomen. De rechtbank benadrukte dat de man nog lange tijd afhankelijk zal zijn van behandeling en begeleiding, en dat het resocialisatieproces geleidelijk moet worden doorlopen. De beslissing om de tbs te verlengen is genomen in het belang van de veiligheid van de samenleving.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer : 08/760195-15
Datum uitspraak : 3 augustus 2021
Beslissingop de vordering van het Openbaar Ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] 1970 in [geboorteplaats] ,
verblijvende in FRA De Wieken in Assen,
hierna te noemen: betrokkene.

1.De aanleiding

Betrokkene is bij arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, locatie Leeuwarden, van 30 juni 2017 ter beschikking gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege (hierna: de tbs), na bewezenverklaring van het misdrijf: poging tot moord.
De tbs is ingegaan op 15 juli 2017. De tbs is laatstelijk verlengd bij beslissing van deze rechtbank van 12 september 2019 en eindigt, behoudens nadere voorziening, op 15 juli 2021.

2.De stukken

De rechtbank heeft kennis genomen van de op grond van artikel 6:6:12 van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) overgelegde stukken, te weten:
  • het adviesrapport van FPC de Oostvaarderskliniek van 12 mei 2021, opgemaakt en ondertekend door drs. H.J. van der Lugt, hoofd van de inrichting, drs. A.J. Wijnne, hoofd behandeling, drs. E.L.M. Klein Haneveld, manager behandelzaken en drs. E.P.K. Sikkens, psychiater;
  • de pro Justitia rapportage van C.J. van Gestel, psychiater, van 1 mei 2021;
  • de pro Justitia rapportage van P.E. Geurkink, psycholoog, van 1 juli 2021;
  • een afschrift van de wettelijke aantekeningen over de periode van 3e kwartaal 2019 tot en met 2e kwartaal 2021.

3.De procedure

Het Openbaar Ministerie heeft op 10 juni 2021 een vordering ingediend tot verlenging van bovenvermelde termijn met twee jaar.
Het onderzoek van de zaak heeft plaatsgevonden op de openbare terechtzitting van 20 juli 2021. De rechtbank heeft op de openbare terechtzitting gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door zijn raadsman mr. U. Yildirim, advocaat in Zwolle;
  • de officier van justitie mr. J.G. Kolkman;
  • deskundige drs. A.J. Wijnne, verbonden aan FPC De Oostvaarderskliniek.
De officier van justitie heeft gepersisteerd bij de vordering tot verlenging van de termijn van de tbs met twee jaar.
Betrokkene en zijn raadsman hebben geen bezwaar tegen verlenging van de tbs.

4.De beoordeling

De vordering is op 10 juni 2021 ingediend. Dit is tijdig.
De rechtbank dient op grond van het bepaalde in de artikelen 38d en 38e van het Wetboek
van Strafrecht (hierna: Sr) te bepalen of de termijn van de terbeschikkingstelling moet worden verlengd.
De rechtbank neemt bij haar overwegingen de over betrokkene opgemaakte Pro Justitia rapportages, het advies van de kliniek en de toelichting daarop van de deskundige ter zitting in aanmerking.
De psychiater heeft gerapporteerd dat bij betrokkene sprake is van schizofrenie en een autismespectrumstoornis. Ook zijn er stoornissen in het gebruik van alcohol en cannabis, maar die zijn in een gereguleerde setting in remissie. Betrokkene heeft een beperkt besef van ziekte, maar hij accepteert de behandeling en begeleiding en werkt hier goed aan mee. In de huidige setting is hij in hoge mate stabiel. Wel bestaan de contouren van betrokkenes psychotische ideeën nog altijd, maar binnen de huidige setting worden denken, voelen en doen hierdoor niet meer evident beïnvloed. Als de tbs niet wordt verlengd en/of het huidige zorgkader plots wordt ‘’verdund’’ dan zal dit voor betrokkene stressvol zijn en kunnen de psychotische ideeën weer toenemen, zeker als hij ook stopt met zijn medicatie en alcohol en cannabis gaat gebruiken. De verwachting is echter niet dat betrokkene is zo’n situatie onmiddellijk zal recidiveren. Zijn zus en de GGZ-professionals zullen hem namelijk niet aan zijn lot overlaten. De psychiater schat het recidiverisico daarom in de meest ongunstige omstandigheden in als matig. Bij geleidelijke resocialisatie schat de psychiater het recidiverisico in als laag. Volgens de psychiater brengt de aard van de stoornissen van betrokkene de noodzaak van geleidelijk resocialiseren mee, wat vooral betekent dat geleidelijk aan de intensiteit van de behandeling en begeleiding moet worden afgebouwd, mogelijk tot het niveau van een beschermde woonvorm. In die context zal het risico laag blijven en is de kwaliteit van leven voor betrokkene het best gewaarborgd. De psychiater adviseert de tbs met twee jaar te verlengen. Deze termijn is noodzakelijk om vast te stellen of betrokkene kan samenwerken met de reclassering en om vervolgens de transfer naar Groningen in gang te zetten en te voltooien. Mogelijk kan in deze periode ook worden bezien of een optimalisering van de medicatie aan de orde is, aldus de psychiater.
De psycholoog heeft, net als de psychiater, gerapporteerd dat bij betrokkene sprake is van een gebrekkige ontwikkeling der geestvermogens en een ziekelijke stoornis der geestvermogens in de zin van schizofrenie, een autismespectrumstoornis en een stoornis in gebruik van alcohol en cannabis, in langdurige remissie. Anders dan de psychiater meent de psycholoog dat het recidiverisico hoog is op de middellange termijn als betrokkene uit zorg raakt
.De psycholoog rapporteert hierover dat het risico bestaat dat betrokkene zonder voldoende toezicht en begeleiding vanuit zijn sociale en emotionele beperkingen vastloopt in het leven en dit psychotisch verwerkt, waarop hij vanuit paranoïde wanen het gevoel krijgt een agressieve daad te moeten stellen. Zorgelijk is dat de basiscognities die voor het indexdelict hebben geleid tot agressieve verwrongen psychotische conclusies, er nog voortdurend zijn. Het begin van de delictketen is voortdurend aanwezig en zijn beperkingen ook, die zijn ook grotendeels onbehandelbaar. Dat dit niet uit de hand loopt met een toenemende psychotische ontregeling komt volgens de psycholoog door het gebruik van antipsychotica en abstinentie van middelen, maar ook door de begeleiding en de structuur, waardoor spanningen worden voorkomen. De psycholoog schat in dat betrokkene waarschijnlijk levenslang is aangewezen op behandeling en begeleiding om te voorkomen dat hij in de problemen raakt, spanningen toenemen en een verregaande psychotische ontregeling ontstaat. Hij raadt aan om de komende tijd te werken aan voorbereiding van plaatsing van betrokkene in een voorziening waar hij lang kan verblijven en die aansluit bij zijn gecombineerde complexe pathologie, waarbij ook forensische expertise betrokken moet blijven. Dit proces moet volgens de psycholoog heel geleidelijk worden uitgevoerd. Betrokkene is heel gevoelig voor zijn omgeving, wat een risicofactor is. Het is wenselijk dat er na de fase van transmuraal verlof ook een fase van proefverlof komt, zodat betrokkene met de reclassering aan behandeling en begeleiding kan werken, waarbij nog steeds de mogelijkheid blijft om snel en dwingend in te grijpen bij een dreigende ontregeling. Het advies van de psycholoog is om de tbs met twee jaar te verlengen. Als betrokkene dan stabiel functioneert in een voorziening die bij hem past, met forensische expertise en de reclassering voldoende grip op hem heeft, kan gedacht worden aan een voorwaardelijke beëindiging van het bevel tot verpleging, maar daar is het naar de mening van de psycholoog nu nog te vroeg voor.
In het rapport van de kliniek staat dat bij betrokkene sprake is van een autismespectrumstoornis en een andere gespecificeerde schizofreniespectrumstoornis of andere psychotische stoornis. Betrokkene is bekend met alcohol- en softdrugsgebruik. Na opname binnen de FPC de Oostvaarderskliniek is betrokkene ingesteld op antipsychotica. Hij neemt zijn medicatie trouw in en functioneert sindsdien blijvend stabiel en is goed in de samenwerking met het behandelteam. In een situatie in-zorg schat de kliniek het recidiverisico laag in, mits betrokkene medicatietrouw blijft, nabijheid van begeleiding ervaart en zijn omgeving gestructureerd is. Als de hulpverlening volledig wegvalt, wordt het recidiverisico ingeschat als matig. De kliniek rapporteert verder dat op 10 mei 2018 de begeleide en op 4 april 2019 de onbegeleide verloven zijn gestart. Deze verlopen positief. Betrokkene toont zich afsprakentrouw en stelt zich coöperatief op, waardoor de behandeling voorspoedig en gestaag verloopt. Wel moet hij eerder gemotiveerd dan afgeremd worden tot (verlof-) vervolgstappen. Hierin is zijn mate van afhankelijkheid van, en het belang van initiatief tot ondersteuning vanuit hulpverlening, goed zichtbaar. Met ingang van 24 februari 2020 is transmuraal verlof verleend, waarop betrokkene op 26 februari 2020 overgaat naar FPA Assen. Ook hier houdt hij zich aan afspraken, is hij medicatietrouw en levert hij negatieve urinecontroles. Hij start daarnaast met dagbesteding. Duidelijk wordt dat deze setting meer zelfstandigheid en initiatief vraagt dan betrokkene op grond van zijn problematiek aan kan. Hij is passief in het opzoeken van de samenwerking en neemt geen initiatief wat betreft het bespreekbaar maken van zijn problemen en het praktiseren van zijn verlof. De opbouw van het verlofstappenplan verloopt dan ook langzaam. Na meerdere zorgafstemmingsgesprekken blijkt betrokkene, indien sprake is van directieve bejegening door het team, steeds beter in zicht en samenwerking te komen, waarbij hij in gesprek ook kan aangeven wat er bij hem leeft. In januari 20201 wordt een aangevraagd proefverlof echter niet gemachtigd, omdat een actieve rol van FPC de Oostvaarderskliniek wenselijk wordt bevonden. Wel vindt op 8 maart 2021 een overstap naar de nabijgelegen FRA De Wieken plaats. Doel hier is het blijven bieden van een passende directieve bejegening om betrokkene zo zijn verdere verlofstappen te laten realiseren. Betrokkene ervaart de plaatsing op De Wieken als prettig, omdat de externe structuur individugericht is. Hij heeft met zijn persoonlijk begeleider en zijn zus een verlofplanning gemaakt, zodat hij meer actief stappen hierin kan gaan zetten. Wat betreft de uitstroomkoers en de stappen voor de komende periode is belangrijk dat betrokkene stapsgewijs resocialiseert, waarbij zijn functioneren voor langere tijd gemonitord wordt. Betrokkene zal nog geruime tijd op FRA De Wieken verblijven, maar er wordt al gezocht naar een vervolgsetting in de vorm van een forensisch begeleide woonvorm
in Groningen. De kliniek adviseert, gezien de geleidelijke en stapsgewijze koers, om de tbs te verlengen met twee jaar.
In aanvulling op voornoemd rapport van de kliniek heeft deskundige drs. A.J. Wijnne tijdens de zitting van 20 juli 2021 verklaard dat betrokkene iemand is die graag op zichzelf is. Als je niet naar hem toegaat dan zul je niks van hem horen. Dit hoeft normaal gesproken geen probleem te zijn, maar één van de vroegsignalen is dat betrokkene de neiging heeft om zich terug te trekken, aldus drs. A.J. Wijnne. Om ervoor te zorgen dat betrokkene meer zichtbaar is, is met hem afgesproken dat hij zich elke dag meldt. Daarnaast is met het behandelteam afgesproken dat zij een meer directieve bejegening toepassen. Als deze afspraken worden nagekomen, en betrokkene daardoor inderdaad meer zichtbaar is, dan wordt het opnieuw aanvragen van proefverlof weer besproken.
Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen eist dat de tbs wordt verlengd. De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat de tbs is opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
Aan de criteria voor de verlenging van de tbs is voldaan. Op grond van wat in de pro Justitia-rapportages en in de rapportage van de kliniek is vermeld en ter zitting is toegelicht stelt de rechtbank vast dat nog steeds sprake is van een aanwezige stoornis en recidiverisico.
De rechtbank stelt vast dat betrokkene een gemotiveerde opstelling voor behandeling heeft. Hij zet zich goed in en houdt zich aan afspraken, waaronder het innemen van zijn medicatie.
De begeleide en onbegeleide verloven verlopen ook positief. Een ontwikkelpunt voor betrokkene is dat hij zich meer moet tonen bij het behandelteam. Om dit te bereiken zijn concrete afspraken gemaakt met het behandelteam. Als betrokkene erin slaagt meer zichtbaar te zijn, wordt door de kliniek het aanvragen van proefverlof, de eerstvolgende fase in het verloftraject, overwogen. De rechtbank vindt het bewonderenswaardig dat betrokkene met alle geduld het traject doorloopt en daarbij telkens goed blijft samenwerken met het behandelteam. Naar verwachting zal betrokkene nog lange tijd van behandeling en begeleiding afhankelijk zijn en is het noodzakelijk dat het resocialisatieproces, vanwege betrokkenes complexe problematiek, met kleine stappen moet worden doorlopen. De rechtbank zal daarom de duur van de tbs met twee jaar verlengen.

5.De beslissing

De rechtbank:
- verlengt de terbeschikkingstelling van [betrokkene] met
twee jaar.
Aldus gegeven door mr. K. Haar, voorzitter, mr. A. van Holten en mr. J. Faber, rechters, in
tegenwoordigheid van mr. A.R. Mulder als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 3 augustus 2021.
Buiten staat
Mr. K. Haar is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.