Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
gevestigd en kantoorhoudende te Wageningen,
wonende te [woonplaats] ,
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 27 juli 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen de naamloze vennootschap Menzis Zorgverzekeraar N.V. en een gedaagde partij. Menzis vorderde betaling van een openstaande zorgkostennota uit 2018 ter hoogte van € 287,97, vermeerderd met rente en incassokosten. De gedaagde had eerder een zorgverzekering bij Menzis afgesloten en was al veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 355,97 in een eerdere procedure. Menzis stelde dat de gedaagde de openstaande zorgkostennota niet had voldaan, terwijl de gedaagde aanvoerde dat deze vordering al was voldaan in het kader van een betalingsregeling die ook andere dossiers omvatte.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde de zorgkostennota in kwestie al had voldaan, en dat Menzis onvoldoende bewijs had geleverd om aan te tonen dat de vordering nog openstond. De rechter concludeerde dat de vordering van Menzis niet voldoende was onderbouwd en heeft deze afgewezen. Tevens zijn de vorderingen tot betaling van rente en incassokosten afgewezen, omdat de hoofdsom al was afgewezen. Menzis werd in het ongelijk gesteld en moest de proceskosten betalen, die aan de zijde van de gedaagde op nihil werden begroot, aangezien deze zonder professionele rechtsbijstand procedeerde.