In deze zaak vordert eiseres, een vennootschap onder firma, betaling van de waarde van goederen die zij aan gedaagde heeft verstrekt in het kader van een samenwerking. Gedaagde heeft in opdracht van eiseres twee klussen uitgevoerd, maar de samenwerking is beëindigd na de tweede klus. Eiseres stelt dat gedaagde de mollietang, T-shirts en slagdoppen, die aan haar in eigendom toebehoren, niet heeft teruggegeven. Eiseres heeft gedaagde herhaaldelijk verzocht om de goederen terug te geven, maar gedaagde heeft dit nagelaten. Eiseres heeft de waarde van de goederen vastgesteld op € 491,37 en vordert in totaal € 499,99, inclusief rente en kosten. Gedaagde betwist de vordering en stelt dat de mollietang aan hem is geschonken en dat hij niet weet of de T-shirts en slagdoppen zijn ontvangen door de door hem ingeschakelde zzp’ers. De kantonrechter oordeelt dat gedaagde gehouden is om de goederen terug te geven, omdat hij herhaaldelijk heeft toegezegd dit te doen. Aangezien gedaagde in verzuim is, wordt de vordering van eiseres toegewezen. De kantonrechter wijst ook de gevorderde wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten toe. Gedaagde wordt veroordeeld in de proceskosten.