Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
1.016,00
Rechtbank Overijssel
In deze zaak vordert eiser, wonende te [woonplaats], dat de vennootschap onder firma De Vogelsangh, gevestigd te Ommen, de herstelwerkzaamheden aan een inbouwkachel en rookkanaal uitvoert binnen veertien dagen, op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 per dag met een maximum van € 100.000,00. De procedure is gestart na een eerdere veroordeling door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 9 februari 2021, waarin De Vogelsangh werd veroordeeld tot herstel van gebreken aan de kachel en het rookkanaal, met een dwangsom van € 250,00 per dag tot een maximum van € 10.000,00. Eiser stelt dat De Vogelsangh niet tijdig heeft voldaan aan deze veroordeling en dat een hogere dwangsom noodzakelijk is om nakoming te waarborgen.
De mondelinge behandeling vond plaats op 24 juni 2021 via een Skype-vergadering, waarbij beide partijen en hun gemachtigden aanwezig waren. De gemachtigde van De Vogelsangh heeft een voorstel gedaan voor de uitvoering van de herstelwerkzaamheden, maar eiser heeft dit voorstel niet aanvaard. De voorzieningenrechter oordeelt dat er onvoldoende reden is om een hogere dwangsom op te leggen, gezien de bereidheid van De Vogelsangh om de werkzaamheden uit te voeren en de toezegging om deze te laten toetsen door een deskundige.
De vordering van eiser wordt afgewezen, en hij wordt veroordeeld in de proceskosten. De kosten aan de zijde van De Vogelsangh worden begroot op € 1.683,00, inclusief griffierecht en salaris advocaat. De beslissing is genomen door de kantonrechter en openbaar uitgesproken op 8 juli 2021.