11.De beslissing
- verklaart niet bewezen dat verdachte het in de zaak onder parketnummer
08-146286-21, onder 4 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart bewezen dat verdachte het in de zaak met parketnummer 08.107489.20, onder 1 primair, 2 en 3 en in de zaak met parketnummer 08.146286.21 onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
in de zaak met parketnummer 08.107489.20:
feit 1, primair, het misdrijf:
poging tot zware mishandeling;
feit 2, de overtreding:
handelen in strijd met artikel 27, eerste lid van de Wet Wapens en Munitie;
feit 3, het misdrijf:
handelen in strijd met artikel 13, eerste lid van de Wet Wapens en Munitie;
in de zaak met parketnummer 08.146286.21:
feit 1, het misdrijf:
poging tot zware mishandeling, meermalen gepleegd;
feit 2, het misdrijf:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, beschadigen;
feit 3, het misdrijf:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en bedreiging met zware mishandeling;
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezenverklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte in de zaak met parketnummer 08.107489.20, ter zake van het onder 1 primair, en 3 ten laste gelegde en in de zaak met parketnummer 08.146286.21 ter zake van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
7 (zeven) maanden;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte
van 4 (vier) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarden niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
- zich meldt bij de reclassering Leger des Heils aan de Tubantiasingel 5 te Enschede. Verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
- zich, indien de reclassering dat nodig acht, ambulant laat behandelen door Trajectum, JusTact (forensische polikliniek van Tactus Verslavingszorg) of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling. Bij een aanleiding die zich kan voordoen, bijvoorbeeld terugval in middelengebruik, overmatig middelengebruik of ernstige zorgen over het psychiatrische toestandsbeeld, ontstaat een grote kans op risicovolle situaties. Dan kan de reclassering een indicatiestelling aanvragen voor een kortdurende klinische opname voor crisisbehandeling, detoxificatie, stabilisatie, observatie of diagnostiek. Als de voor indicatie verantwoordelijke instantie een kortdurende klinische opname indiceert, laat verdachte zich opnemen in een zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De kortdurende klinische opname duurt maximaal zeven weken of zoveel korter als de reclassering nodig vindt;
- meewerkt aan controle op het gebruik van alcohol en drugs. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd;
- verplicht is om mee te werken aan ambulante woonbegeleiding van Thuis Team Twente of een soortgelijke instelling, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht, waarbij hij zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van de begeleiding door of namens de instelling zullen worden gegeven;
- draagt de reclassering op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat verdachte:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
schadevergoeding parketnummer 08.107489.20
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] (feit 1 onder parketnummer 08.107489.20) van een bedrag van € 550,--, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 april 2020. Dit bedrag bestaat uit vergoeding van materiële schade van € 50,-- en vergoeding van immateriële schade van € 500,--.
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- bepaalt dat de benadeelde partij: [slachtoffer 1] ten aanzien van de gevorderde materiële schade, voor het meer of anders gevorderde niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij dat deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- wijst af het meer of anders gevorderde ten aanzien van immateriële schade;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van he bewezen verklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 550,--,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 april 2020 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 11 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
schadevergoeding parketnummer 08.146286.21
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 3] (
parketnummer 08.146286.21,feiten 1 en 2): van een bedrag van € 1.007,01 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 5 juni 2021;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- bepaalt dat de benadeelde partij: [slachtoffer 3] ten aanzien van de gevorderde materiële schade, voor het meer of anders gevorderde niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij dat deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van de bewezen verklaarde feiten tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 1.007,01,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 5 juni 2021 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 20 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij [slachtoffer 3] het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
de in beslag genomen voorwerpen betreffende parketnummer 08-107489-20
- verklaart onttrokken aan het verkeer het in beslag genomen voorwerp, te weten een mes;
- gelast de teruggave van een trui en een jas aan [slachtoffer 1] ;
opheffing bevel voorlopige hechtenis
- heft het bevel tot voorlopige hechtenis op met ingang van de dag dat het voorarrest gelijk wordt aan de opgelegde onvoorwaardelijke straf;
tenuitvoerlegging voorwaardelijke straf
- wijst af de vordering tot
tenuitvoerleggingin de zaak met parketnummer 08-063099-19.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.T.C. Jordaans, voorzitter, mr. S.H. Peper en
mr. P.A.M. Miltenburg, rechters, in tegenwoordigheid van S. Wongsokerto, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 22 juli 2021.
Buiten staat
Mr. S.H. Peper is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Parketnummer 08.107489.20
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2020172158. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 8 juli 2021, voor zover inhoudende als verklaring van verdachte:
Op 18 april 2020 was ik in het Beeklustpark in Almelo. Ik had een opklapbaar mes bij mij.
Ik heb [slachtoffer 1] opzettelijk met dat mes in zijn arm gestoken. Ik had ook een zelfgemaakte katapult bij mij.
2.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] , pagina 4, voor zover inhoudend als de verklaring van aangever:
Op 18 april 2020, bevond ik mij samen met vrienden, op de beeklustpark te Almelo. Later kwam de man die mij neerstak erbij. [..] Vervolgens zag ik dat hij een van zijn armen zwaaide richting mijn linker arm. Toen hij mij raakte voelde ik pijn. Ik voelde dat het nat werd bij mijn linker elleboog en ik zag dat mijn arm bloedde.
3.
Het geschrift, te weten een letselverklaring betreffende [slachtoffer 1] van Spoedeisende Hulp, ZGT Almelo, van 18 april 2020 opgemaakt door [arts] , arts assistent, pagina 14 en 15, voor zover inhoudend:
Dhr. [slachtoffer 1]
Bovengenoemde patiënt werd op [geboortedatum 2] -20 gezien op de SEH voor de Chirurgie.
Steekverwonding 3cm elleboog links, waarvoor sluiten op SEH
Hechtingen laten verwijderen bij de huisarts over 5-7 dagen.
4.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] , pagina 17, voor zover inhoudend als verklaring van de getuige:
Op 18 april 2021, zaten wij met 6 a 7 man op onze plek in het park. Wij zaten hier met [verdachte] , [slachtoffer 1] en nog een paar anderen. [..] Toen zag ik dat [verdachte] ineens een mes in zijn hand had. Ik zag dat hij een stekende beweging naar mijn neef maakte.
Ik hoorde mijn neef roepen "HIJ HEEFT MIJ GESTOKEN”.
5.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] , pagina 20 en 21, voor zover inhoudend als verklaring van de getuige:
Op 18 april 2020, was ik op /in het Beeklustpark te Almelo. Ik was daar samen met o.a. [naam 1] de broers [naam 2] en [slachtoffer 1] . Op enig moment kwam ook de bekende [verdachte] erbij. Ik zie dan ineens dat [verdachte] een mes pakt uit zijn jaszak. Hij maakt daarmede stekende bewegingen in de richting van [slachtoffer 1] . Ik zie dat [slachtoffer 1] in zijn linkerarm wordt geraakt, waarna hij aan zijn arm begint te bloeden. Hij had een steek / snijwond ter hoogte van de linker elleboog.
6.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] , pagina 22 en 23, voor zover inhoudend als verklaring van de getuige:
Vervolgens zag ik dat [verdachte] een mes pakte en stekende bewegingen maakte in de richting van de hals en of borstkas van [slachtoffer 1] . [slachtoffer 1] weerde de steekbewegingen af. Waardoor [verdachte] hem raakte in zijn elleboog.
7.
Het proces-verbaal van bevindingen pagina’s 35 en 36, voor zover inhoudend als relaas van bevindingen van de verbalisant:
Op 18 april 2020 was ik samen in het Beeklustpark te Almelo. Vanaf de Nieuwe Gravenweg zag ik aan de overzijde van het riviertje de Weezebeek, in het park een groep van ongeveer 6 -7 mannen bij elkaar staan. [..] Ik zag man gekleed in een rood trainingspak al telefonerend in mijn richting komen lopen. Ik hoorde de mannen vanaf de overzijde van de Weezebeek roepen: “hem moet je hebben, hij heeft met een mes gestoken”. Hierop heb ik de man staande gehouden. Ik heb de man gevraagd of hij een mes bij zich had. Ik zag dat hij met zijn linkerhand een opvouwbaar mes uit zijn jaszak haalde. De man legitimeerde zich met een vreemdelingendocument, te zijn: [verdachte] , geboren: [geboortedatum 1] -1988.
8.
Het proces-verbaal van bevindingen pagina’s 38, voor zover inhoudend als relaas van bevindingen van de verbalisant:
De verdachte gaf aan dat hij wist waarvoor hij was aangehouden. Hij gaf aan dat hij iemand met een mes in zijn arm had gestoken. Hij had hem ook in zijn keel kunnen steken maar dat had hij niet gedaan.
9.
Het proces-verbaal van bevindingen pagina 27, inhoudend het relaas van bevindingen van de verbalisant.
Parketnummer 08.146286.21
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2021253801. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
10.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 8 juli 2021, voor zover inhoudende als verklaring van verdachte:
Bij een incident met de bestuurders van een kleine witte auto is mijn horloge kapot gemaakt. Dit was in de nacht van 4 op 5 juni 2021. In die auto zaten een man en een vrouw. De auto werd bestuurd door de vrouw. Ik heb mijn sleutelbos die aan mijn broek hing naar de auto gegooid. Ik heb de auto geraakt. Ik stond op de weg. Op dat moment kwam er een tweede auto hard aanrijden. Ik dacht dat ik door die auto zou worden overreden. Ik heb een stoeptegel gepakt die in de buurt lag. Ik heb de stoeptegel kapot gegooid en ik heb het afgebroken deel van die stoeptegel naar de auto gegooid die op mij kwam afgereden.
11.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 3] , pagina 4 en 5, voor zover inhoudend als verklaring van aangever:
Op 4 juni 2021 reed ik als bestuurder in mijn Ford Ka, wit van kleur. [slachtoffer 2] reed met mij mee en zat op de bijrijdersstoel. Ik reed richting de kruising Wierdensestraat/Thorbeckelaan/Rohofstraat. Toen ik de kruising op reed zag ik links van mij een man staan. Ik zag dat de man in zijn rechterhand iets groots vast had en dat hij dit bovenhands vasthield. Hij had het vast in een werppositie. Ik zag dat het een grote steen was. Ik wilde gas geven en nog geen seconde later lag de bestuurdersruit eruit. Ik voelde het glas van de ruit over mij heen komen. Ik zag dat [slachtoffer 2] aan de rechterkant van zijn hoofd bloedde. Ik zag overal in de auto glas liggen. In de auto vonden wij de steen die door de ruit was gegooid. Wij zagen een witte Ford Ka aan komen rijden. Het was precies dezelfde auto als ik heb. Die man vertelde dat hij ook een conflict had gehad met dezelfde man. De politie kwam ter plaatse. Op dat moment kwam de dronken man die de staan had gegooid aangelopen. Ik zag dat de politie hem meenam. Ik ben na het incident samen met [slachtoffer 2] naar het ziekenhuis geweest. Ik heb op mijn lichaam op allerlei plekken kleine wondjes en schrammen. De schade aan mijn auto is de ruit van de auto. De steen is tegen de binnenzijde van de bijrijdersdeur gekomen. Daar zit nu een deuk. Mijn auto ligt onder het glas.
12.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] , pagina’s 12 tot en met 14, voor zover inhoudend als verklaring van aangever:
Op 5 juni 2021 was ik samen met mijn vriend [slachtoffer 3] . De auto waarin wij reden was van [slachtoffer 3] , dit was een witte Ford Ka. Wij reden over in de richting van de Rohofstraat. Ter hoogte van de kruising Kersenstraat met de Rohofstraat hoorden wij iemand schreeuwen. Ik zag dat [de man die schreeuwde] op de kruising stond. Ik zag dat hij zijn arm naar achteren bewoog en met een snelle beweging weer naar voren bewoon. Het leek erop alsof hij iets in onze richting gooide. Ik hoorde ineens een harde knal. Ik merkte en zag dat er bloed op mijn shirt en broek druppelde. Ik zag ik bloedde. Ik had een scheur boven mijn rechteroog. Ik zag dat het glas van het portier aan de bestuurderszijde was vernield. Het glas lag door de hele auto. De politie kwam ter plaatse. Tijdens het gesprek met de politie kwam verdachte ter plaatse. Er kwam nog een auto, een witte Ford Ka aan die precies op onze auto leek. Er lag een steen in onze auto. Ik ben samen met [slachtoffer 3] naar het ziekenhuis in Almelo gereden. De scheur boven mijn wenkbrauw is gelijmd,.
13.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 4] , pagina 16 en 17, voor zover inhoudend als verklaring van aangeefster:
Op 5 juni 2021 omstreeks 3.30 uur ’s ochtends reed ik met een vriend [slachtoffer 5] over de Wierdensestraat in Almelo. Wij reden in de richting van het centrum van Almelo. Ik zag een jongen naast de rijbaan staan. Ik zag dat hij met zijn armen zwaaide. Ik ben met de auto gekeerd. [slachtoffer 5] sprak in het Arabisch de jongen. Ik zag dat er een jongen met een pitbullachtige hond naar ons kwam toelopen. [..] Plotseling dacht ik dat deze jongen een mes in zijn rechterhand had. Ik zag iets schitteren in zijn hand. Ik zag toen dat de jongen een beweging in de richting van de auto maakte. Ik zag dat [slachtoffer 5] de jongen wegduwde. Hierop heb ik het gas ingetrapt. Terwijl ik wegreed gooide de jongen met de hond nog iets zwaars tegen mijn auto. Ik had de jongen al eerder met een sleutelbos in zijn hand zien staan.
Wij kwamen op de Rohofstraat jongens tegen. Ik dat twee jongens bloed aan hun hoofd hadden. De jongens vertelden dat zij waren aangevallen door een jongen met een pitbullachtige hond.
14.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 5] , pagina’s 19 en 20, voor zover inhoudend als verklaring van aangever:
Op 5 juni 2021 omstreeks 03.00 uur reed ik met mijn vriendin in haar witte Ford Ka. Wij reden over de Wierdensestraat in Almelo. Wij zagen een jongen staan. Wij hebben de auto gekeerd en zijn teruggereden. Ik heb de jongen via mijn openstaande raam aangesproken. Hij zei dat hij was aangevallen door een persoon. Opeens zag ik dat de jongen met de hond kwam aanlopen. De jongen met de hond kwam naast de auto staan. […] Ik zag dat de jongen met de hond opeens een mes in zijn hand had. Ik zag dat hij dit mes uit zijn achterzak van zijn broek haalde. Het was een soort vleesmes, het had een grote scherpe punt en het was zilver en zwartkleurig. De jongen met de hond en het mes kwam op onze auto aflopen en begon te zwaaien met het mes. Ik zag dat de jongen met de hond met het mes voor mijn gezicht zwaaide. Ik voelde mij behoorlijk bedreigd omdat het mes zo dichtbij kwam en ik in de auto zat. Ik zag dat hij met het mes in zijn rechterhand door het geopende raam in mijn richting stak. Hij stak meerdere keren achter elkaar in mijn richting. Ik zag dat hij met het mes verder in onze auto kwam en dat hij probeerde om mijn vriendin die naast mij zat te raken. Hij maakte stekende bewegingen in mijn richting en in de richting van mijn vriendin. Ik voelde het lichaam van de jongen over mijn lichaam heen hangen Ik heb hem een duw gegeven. Ik dat dat de jongen het mes boven zijn hoofd hield en dat hij mij wilde raken. Ik zag dat de jongen met het mes achter onze auto aan rende. Ik zag dat hij een gooiende beweging maakte. Ik hoorde een harde knal aan de achterkant van onze auto. Ik zag dat er iets met een rode kleur op de rijbaan viel. Het was een Zwitsers zakmes. Het mes was vlak bij mijn gezicht, ik voelde de wind van het mes langs mijn gezicht gaan.
15.
Het proces-verbaal van aanhouding verdachte, pagina’s 32 tot en met 34, voor zover inhoudend als verklaring van de verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] :
Op 5 juni 2021 omstreeks 04.00 uur hielden wij op de locatie Rohofstraat in Almelo als verdachte [verdachte] , geboren op [geboortedatum 1] 1988, in [geboorteplaats] , Syrië.
Wij kregen om 03.38 uur de melding dat een onbekende man een baksteen door de ruit van een auto zou hebben gegooid waarbij een inzittende was geraakt door de steen en verwond. Dit zou zijn gedaan door een man met een pet en een pitbullachtige hond. Toen wij op de Wierdensestraat reden en de Rohofstaat in wilden rijden zagen wij glas op de grond liggen. Wij werden ter plaatse aangesproken door vier jongens. Wij zagen dat een van het een wond boven zijn rechter oog had en wij zagen dat een van hen bloed aan zijn neus had. [..] Wij zagen dat er twee schade plekjes zaten aan de binnenkant van de ruit aan de bijrijderskant. Een jongen die in de auto had gezeten overhandigde mij een steen die in de auto had gelegen. Deze steen zou door verdachte door de ruit van de auto zijn gegooid.
Ik had gezien dat er nog een voertuig stond. De inzittenden van dit voertuig gaven aan dat ook zij schade hadden. De man met de hond had ook iets neer hun auto gegooid.
Toen ik de aangifte van [slachtoffer 2] wilde opnemen kwam verdachte aanlopen. Ik hoorde dat de jongens waar ik bij stond aangaven dat dit de man was die de steen bij hen door de ruit had gegooid. Ik, verbalisant [verbalisant 2] hoorde dat de man aangaf dat hij de steen had gegooid.
Omdat ik verbalisant [verbalisant 1] , hoorde dat er werd gesproken over een mes ben ik naar collega [verbalisant 2] gelopen om hem dit mee te delen. Ik verbalisant [verbalisant 2] heb verdachte gevraagd of hij een mes bij zich droeg. Ik zag dat verdachte mij een sleutelbos overhandigde. Ik zag dat er een rood zakmes aan de sleutelbos zat.