Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De bewijsoverwegingen
Hierbij vrijwaar ik de heer [naam 1] voor het bovengenoemde”ontbreekt. Verdachte heeft aangevoerd dat hij als notaris geen verklaring zou ondertekenen waarin staat dat hij een vrijwaring zou afgeven. Verder heeft verdachte aangevoerd dat de verklaring weliswaar is voorzien van van een afdruk van het rondstempel met wapen en de vermelding Mr [verdachte] Notaris te Emmen en van verdachtes handtekening, maar op basis van het dossier niet kan worden vastgesteld of deze origineel zijn. De rechtbank overweegt dat hetgeen is aangevoerd niet wordt weerlegd door de bewijsmiddelen en acht de door verdachte gegeven verklaring voldoende aannemelijk. Gelet op het voorgaande ontbreekt voldoende wettig en overtuigend bewijs dat verdachte de in de tenlastelegging bij feit 2 onder 1 genoemde verklaring valselijk heeft opgemaakt.
anders dan als bestuurder, een machtiging gegeven hebbende aan zijn mede-bestuurder, ondergetekende, om zonder last en ruggespraak met hem als volmachtgever te handelen” ontbreekt. Dit is een essentieel onderdeel dat de inhoud en strekking van de verklaring raakt. Gelet op het voorgaande kan niet wettig en overtuigend worden bewezen dat verdachte de verklaring zoals ten laste gelegd bij feit 2 onder 2 heeft opgesteld of daarbij betrokken is geweest.
€ 25.000.000,--. Het geschrift is valselijk opgemaakt, nu uit onderzoek is gebleken dat het banksaldo van [naam 1] op 18 november 2015 slechts € 106,45 bedroeg. Blijkens de inhoud van dit geschrift, zijnde een door een notaris afgegeven verklaring om anderen ervan te overtuigen dat [naam 1] een voldoende financiële uitgangspositie had, was het bestemd om tot bewijs van enig feit te dienen. De verklaring is op verzoek van medeverdachte [medeverdachte] afgegeven, met de bedoeling om deze aan [naam 1] ter hand te stellen, waarmee deze laatste in staat zou worden gesteld onroerend goed aan te kopen. Hieruit volgt dat het oogmerk om deze verklaring als echt en onvervalst te gebruiken, aanwezig was.
5.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
8.De schade van benadeelden
[benadeelde]heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 1.500.000,-- [één miljoen en vijfhonderdduizend euro] vanwege de inleg in producten die achteraf niet blijken te bestaan.
9.De toegepaste wettelijke voorschriften
10.De beslissing
medeplegen van valsheid in geschrift
medeplegen van valsheid in geschrift
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
60 (zestig) uren;
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
30 dagen;
in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte zich voor het einde van de
proeftijd van 2 (twee) jarenschuldig maakt aan een strafbaar feit;
[benadeelde]: in het geheel niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Een ander geschrift, te weten eenbrief van [medeverdachte]van 3 oktober 2014 (DOC-010), dossierpagina 1729-1730, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
(met daarbij een handtekening)
(met daarbij een handtekening)
Het proces-verbaal vanverhoor verdachte [verdachte]van 23 augustus 2017 (V-003-01), dossierpagina 1593 en 1604-1605, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Het proces-verbaal vanverhoor getuige [getuige]van 12 september 2017 (G-019-01), dossierpagina 1630, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Hetproces-verbaal van bevindingenvan 9 januari 2018, pagina 2 van het aanvullend proces-verbaal, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Hetproces-verbaal van bevindingenvan 18 januari 2018, pagina’s 4, 11 en 13 van het aanvullend proces-verbaal, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Een ander geschrift, te weten eene-mail van [medeverdachte] aan [verdachte]van 7 juni 2014, pagina 5 van het aanvullend proces-verbaal, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Het proces-verbaal vanverhoor verdachte [medeverdachte]van 5 januari 2018 (V-001-08), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina 3:
Een ander geschrift, te weten eenstatement of financial situationvan 9 december 2015 (DOC-152), dossierpagina 2384, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Hetproces-verbaal van de terechtzittingvan 17 juni 2021, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte:
Een ander geschrift, te weteninformatie betreffende het word-document statement of financial situationvan 9 december 2015 (DOC-619), dossierpagina 3128, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Een ander geschrift, te weten eenbankafschrift t.n.v. [naam 1]van 18 november 2015 (DOC-639), dossierpagina 3166, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Het proces-verbaalzaaksdossier 14(14-PV) van 27 september 2017, dossierpagina 266-267, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Het proces-verbaal vanverhoor verdachte [naam 1]van 7 december 2016 (V002-05), dossierpagina 1570, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven: