In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel op 15 juli 2021 uitspraak gedaan op een verzoek om voorlopige voorziening van de Stichting Vrienden van het Johan Smitpark tegen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westerkwartier. De zaak betreft een omgevingsvergunning die op 7 januari 2020 is verleend aan de Stichting MTB voor het aanleggen van een mountainbikeroute door het Johan Smitpark en het Waterpark nabij Sportlaan 1 te Zuidhorn. De Stichting Vrienden van het Johan Smitpark heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van 25 februari 2021, waarin het college het bezwaar ongegrond verklaarde en het primaire besluit in stand liet. Na verwijzing van de zaak door de rechtbank Noord-Nederland, heeft de verzoekster op 25 juni 2021 de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat er sprake is van onverwijlde spoed en dat het bestreden besluit en het primaire besluit geschorst moeten worden tot de uitspraak van de rechtbank in de bodemprocedure. De voorzieningenrechter heeft daarbij aangegeven dat de beoordeling van de vraag of de omgevingsvergunning op goede gronden is verleend, een indringende beoordeling vereist die niet in het kader van de voorlopige voorziening kan plaatsvinden. De voorzieningenrechter heeft het verzoek toegewezen en bepaald dat het college het door verzoekster betaalde griffierecht moet vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt op de eerstvolgende donderdag na de datum van uitspraak.