7.3De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van het gepleegde feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij het volgende van belang.
Om aan geld voor wiet te komen heeft verdachte, geïnspireerd door een computerspel, besloten om [casino] in Zwolle te overvallen. Om zichzelf ‘op te pompen’ luisterde hij onderweg naar het casino naar ‘gangstermuziek’. Met zijn gezicht bedekt heeft hij in het casino een pistool op een medewerkster gericht en haar verzocht om geld. De medewerkster gaf hem geen geld. Op het moment dat een klant kwam aanlopen, heeft verdachte vervolgens zonder geld het casino verlaten, zo blijkt uit de beschrijving van de camerabeelden. Overvallen, en ook pogingen daartoe, hebben veel impact op slachtoffers die daarvan nog lang gevoelens van angst ondervinden en zorgen ook voor onrust in de samenleving. Naar het oordeel van de rechtbank kan vanwege de ernst van het gepleegde feit niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
Bij het bepalen van de hoogte van de op te leggen gevangenisstraf heeft de rechtbank de straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd als uitgangspunt genomen. Verder heeft de rechtbank daarbij, en bij het bepalen van de op te leggen maatregel, rekening gehouden met het volgende.
Uit het rapport van Forensisch Consortium Adolescenten van JJI Teylingereind van 10 december 2020, opgesteld door drs. L. Heukelkom, GZ-psycholoog, en drs. D.C.W.H. Naus, psychiater, volgt dat verdachte in de eerste jaren van zijn leven is opgegroeid binnen ernstig traumatiserende gezinsomstandigheden met lichamelijke, affectieve en pedagogische verwaarlozing en lichamelijke mishandeling in het gezin van herkomst. Verder is sprake van een forse erfelijke belasting voor psychiatrische problemen en verslavingsproblematiek aan beide zijden van de familie. Bij verdachte is sprake van schizofrenie. Vanaf zijn achttiende jaar wordt een knik gezien in zijn ontwikkeling. Verdachte ontwikkelt wanen en is stemmen gaan horen. Verder is sprake van middelenproblematiek, in zowel het gebruik van cannabis, alcohol en 3-mmc, en zijn er aanwijzingen voor chronische traumatisering. Concluderend kan worden vastgesteld dat de denkproblemen, oordeels- en kritiekstoornissen ten gevolge van de schizofrenie, in combinatie met de zucht naar middelen door zijn stoornissen in middelengebruik tenminste in behoorlijke mate van invloed zijn geweest op verdachtes keuzevrijheid op het moment van het delict. De psycholoog en psychiater adviseren daarom om verdachte het ten laste gelegde in verminderde mate toe te rekenen. Dat verdachte volledig ontoerekeningsvatbaar was kan volgens hen niet worden uitgesloten. Als verdachte onbehandeld zou terugkeren naar de situatie van voor het ten laste gelegde is de inschatting van de psycholoog en psychiater dat er sprake is van een hoog risico op recidive als verdachte opnieuw psychotisch zou decompenseren. Behandeling dient plaats te vinden in het kader van een terbeschikkingstelling. Volgens de psycholoog en psychiater zijn er voldoende aanknopingspunten zijn voor terbeschikkingstelling met voorwaarden. Zo is bij verdachte sprake van ziektebesef, is hij therapietrouw en ervaart hij lijdensdruk. Dit maakt dat de psycholoog en psychiater inschatten dat terbeschikkingstelling met voorwaarden kans geeft op een succesvolle behandeling van verdachte.
De rechtbank overweegt dat de conclusies van de psycholoog en psychiater gedragen worden door hun bevindingen en door hetgeen tijdens de zitting is gebleken. Daarom neemt de rechtbank de conclusies van de psycholoog en psychiater over en maakt die tot de hare. Dat betekent dat bij verdachte ten tijde van de overval sprake was van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens, waardoor de overval hem in verminderde mate kan worden toegerekend. De rechtbank overweegt dat er onvoldoende aanwijzingen zijn om te concluderen dat de verdachte tijdens de overval volledig ontoerekeningsvatbaar was.
De reclassering is het eens met het advies van de psycholoog en psychiater en rapporteert dat er aanknopingspunten zijn voor behandeling en het opbouwen van beschermende factoren, zo blijkt uit het maatregelenrapport van 5 januari 2021. Daaruit blijkt verder dat verdachte inmiddels psychisch gestabiliseerd is als gevolg van medicatie, beter is doordrongen van de noodzaak tot hulp en gemotiveerd is voor medicamenteuze behandeling. Er is sprake van een hoog recidiverisico. De reclassering adviseert positief over terbeschikkingstelling met voorwaarden. Daaraan dienen – kort samengevat – als voorwaarden te worden verbonden het meewerken aan reclasseringstoezicht, opname in een zorginstelling, meewerken aan een eventuele time-out, een uitreisverbod, , een ambulante behandelverplichting, een verplichting tot begeleid wonen of maatschappelijke opvang, een drugs- en alcoholverbod, meewerken aan schuldhulpverlening en het verkrijgen en behouden van passende dagbesteding. De reclassering adviseert de terbeschikkingstelling met voorwaarden dadelijk uitvoerbaar te verklaren.
Ter zitting heeft verdachte te kennen gegeven dat hij bereid is zich aan de geadviseerde voorwaarden te houden. Verdachte vindt dat hij hulp nodig heeft en heeft spijt van wat hij heeft gedaan. Hoewel hij een alcoholverbod jammer vindt, is hij bereid zich daaraan te houden als de rechtbank dat noodzakelijk vindt.
Bij het bepalen van de hoogte van de op te leggen gevangenisstraf heeft de rechtbank geconstateerd dat verdachte eerder is bestraft, maar niet voor soortgelijke feiten.
Alles afwegende vindt de rechtbank de hoogte van de gevangenisstraf zoals die door de officier van justitie is gevorderd passend en geboden. Zij zal verdachte daarom veroordelen tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 404 dagen. Deze gevangenisstraf heeft hij al uitgezeten in de periode dat hij in verzekering en voorlopige hechtenis zat tot aan de dag van schorsing per 14 januari 2021. Vanwege de ernst van het feit kan naar het oordeel van de rechtbank geen sprake zijn van een lagere gevangenisstraf, zoals is betoogd door de raadsman.
Naast de gevangenisstraf zal de rechtbank verdachte de TBS maatregel opleggen. Aan de voorwaarden voor het opleggen van deze maatregel is voldaan. Bij verdachte was ten tijde van de bewezen verklaarde overval sprake van een ziekelijke stoornis van zijn geestvermogen. Bovendien is een (poging) tot afpersing een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaren of meer is gesteld. Verder eist de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen de oplegging van die maatregel, nu het uit de psychische stoornis voortvloeiende recidivegevaar, zonder behandeling, als hoog wordt ingeschat.
De rechtbank zal de TBS maatregel onder voorwaarden opleggen, en daarom voorwaarden stellen betreffende het gedrag van de ter beschikking gestelde. De rechtbank zal daarbij de door de reclassering geadviseerde voorwaarden opleggen. Ook het door de reclassering geadviseerde alcoholverbod acht de rechtbank gelet op de bevindingen van de psycholoog en psychiater noodzakelijk ter bescherming van de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen. Hoewel verdachte heeft verklaard dat hij een alcoholverbod niet wenselijk vindt, heeft hij ter zitting ook verklaard dat het veel beter met hem gaat sinds hij geen drugs en alcohol meer gebruikt. Verdachte heeft verklaard dat hij zich aan alle voorwaarden zoals door de reclassering in haar maatregelenrapport genoemd zal houden indien deze worden opgelegd.
De rechtbank is van oordeel dat de omstandigheden waaronder verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan aanleiding geven om te oordelen dat de terbeschikkingstelling met voorwaarden dadelijk uitvoerbaar is, zoals bedoeld in artikel 38 lid 6 Sr.
De rechtbank overweegt dat de terbeschikkingstelling wordt opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. Er is daarom sprake van een ongemaximeerde TBS.