ECLI:NL:RBOVE:2021:2865

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
15 juli 2021
Publicatiedatum
15 juli 2021
Zaaknummer
08.081487.21 en 08.007995-21 (GEV) (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een 23-jarige man voor meerdere inbraken en drugsmisdrijven

Op 15 juli 2021 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een 23-jarige man, die werd beschuldigd van meerdere inbraken en drugsmisdrijven. De rechtbank heeft de man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 17 maanden. De verdachte was betrokken bij verschillende diefstallen uit bedrijfsbusjes en schuren, waarbij hij gereedschap en andere waardevolle goederen heeft gestolen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met anderen op verschillende data in 2021 inbraken heeft gepleegd, waarbij hij onder andere gereedschappen van verschillende aangevers heeft weggenomen. De verdachte heeft ook amfetamine en GHB in zijn bezit gehad, wat leidde tot bijkomende aanklachten onder de Opiumwet. Tijdens de rechtszaak heeft de officier van justitie de vordering tot strafoplegging ingediend, terwijl de verdediging vrijspraak heeft bepleit. De rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was voor de tenlastegelegde feiten en dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan diefstal en opzetheling. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers, wat heeft geleid tot de opgelegde gevangenisstraf.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08.081487.21 en 08.007995-21 (GEV) (P)
Datum vonnis: 15 juli 2021
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1997 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres 1] ,
momenteel verblijvende in de PI Zwolle.

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van
1 juli 2021.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. A. Leschot en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. R.W. van Faassen, advocaat in Zwolle, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
08.081487.21
feit 1:op 5 maart 2021 samen met anderen gereedschappen heeft gestolen uit de schuur van [aangever 1] , danwel zich schuldig heeft gemaakt aan heling van die goederen;
feit 2:op 5 maart 2021 samen met anderen goederen van [aangever 2] uit een voertuig heeft gestolen, danwel zich schuldig heeft gemaakt aan heling van die goederen;
feit 3:op 10/11 maart 2021 gereedschappen heeft gestolen uit het voertuig van [aangever 3] danwel zich schuldig heeft gemaakt aan heling van die goederen;
feit 4:op 17/18 januari 2021 o.a. een schakelbrommer, hoverboard en gereedschappen heeft gestolen van [aangever 4] , danwel zich schuldig heeft gemaakt aan heling van die goederen;
feit 5:op 23 maart 2021 1500 milliliter GHB aanwezig heeft gehad;
feit 6:op 23 maart 2021 11 46 gram (netto) en 38,48 gram (bruto) amfetamine aanwezig heeft gehad;
08-007995-21
hij op 7 januari 2021 samen met anderen goederen heeft gestolen uit de woning en schuur van [aangever 5] en [aangever 6] , danwel zich schuldig heeft gemaakt aan heling van die goederen;
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
08.081487.21

1

hij op of omstreeks 5 maart 2021 te Almelo, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, uit een schuur op een besloten erf waarop een woning stond, te weten aan de [adres 2] , alwaar verdachte en/of zijn mededader(s) zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond(en), diverse goederen, waaronder een acculader (merk Bosch) en/of een bacosleutel (maat 15 met op de zijkant de tekst “Extra”) en/of een staltelefoon (merk Nokia) en/of een bouwradio (merk Makita) en/of (een) autosleutel(s) (merk Nissan) en/of (een) huissleutel(s) en/of een accuboor (merk Makita), en/of een afkortzaag (merk Dewalt) en/of een haakse slijper (merk Makita) en/of (een) accu(’s) met lader (merk Makita),

in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s) toebehoorde, te weten aan [aangever 1] , althans aan een ander of anderen dan aan verdachte(n), heeft/hebben weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 5 maart 2021 te Balkbrug, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (een) goed(eren), te weten een acculader (merk Bosch) en/of een bacosleutel (maat 15 met op de zijkant de tekst “Extra”) heeft/hebben verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit/deze
goed(eren) wist(en), althans redelijkerwijs kon(den) vermoeden dat het (een) door misdrijf
verkregen goed(eren) betrof;

2

hij op of omstreeks 5 maart 2021 te Geesteren, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, uit een voertuig (bestelauto voorzien van kenteken [kenteken 1] ) een grote hoeveelheid goederen, te weten een bouwradio (merk Rockhart) en/of diverse gereedschappen waaronder een bandenzaag (merk Stihl) en/of een bladblazer (merk Stihl) en/of een motorzaag (merk Stihl) en/of een accuborenset (merk Makita),

in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s) toebehoorde, te weten aan [aangever 2] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf
heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 5 maart 2021 te Balkbrug, althans in Nederland, tezamen en in vereniging meteen of meer anderen, althans alleen, een goed, te weten een bouwradio (merk Rockhart)
heeft/hebben verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist(en), althans redelijkerwijs kon(den) vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed betrof;

3

hij in of omstreeks de periode van 10 maart 2021 tot en met 11 maart 2021 te Almelo, althans in Nederland, uit een voertuig (bedrijfsbus voorzien van kenteken [kenteken 2] ) een grote hoeveelheid goederen, te weten dertig euro, althans enig geldbedrag en/of diverse gereedschappen waaronder een invalzaag (merk DeWALT) en/of (een) schroefmachine(s) (merk Makita) en/of een boorhakker (merk Makita) en/of (een) boormachine(s) (merk Makita) en/of een zaag (merk Fein) en/of een multitool (merk Makita) en/of een decoupeerzaag (merk Makita) en/of een laser (merk Laserline),

in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte toebehoorde, te weten aan [aangever 3] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 10 maart 2021 tot en met 23 maart 2021 te Almelo, althans in
Nederland, (een) goed(eren) te weten diverse gereedschappen, waaronder:
- (een) schroefmachine(s) (merk Makita) en/of
- (een) boormachine(s) (merk Makita) en/of
- een multitool (merk Makita) en/of
- een dopsleutelset (merk Mannesmann) en/of
- een hamertacker (merk Rapid) en/of
- een accu en/of
- (een) accu(‘s) (merk DeWALT en/of Makita) en/of
- (een) boormachine(s) (merk Makita) en/of
- een slijpmachine (merk Makita) en/of
- een nietmachine (merk Rapid),
heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit/deze goed(eren) wist, althans redelijkerwijs kon vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;

4

hij in of omstreeks de periode van 17 januari 2021 tot en met 18 januari 2021 te Almelo, althans in Nederland, uit een schuur op een besloten erf waarop een woning stond, te weten aan de [adres 3] , alwaar verdachte zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, een Yamaha schakelbrommer (voorzien van kenteken d626bf) en/of een elektrische step en/of een hoverboard (merk Gyroor) en/of (een) gereedschapskist(en) (merk onbekend en/of merk Ks) en/of een boormachine (merk Makita) en/of (een) accu(‘s) (merk Makita) en/of een motorheftafel en/of een bouwradio en/of een dremel (merk HBM machines),

in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte toebehoorde, te weten aan [aangever 4] , althans aan een ander dan aan verdachte, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 17 januari 2021 tot en met 23 maart 2021 te Almelo, althans in Nederland, een goed, te weten een hoverboard (merk Gyroor), heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs kon vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;

5

hij op of omstreeks 23 maart 2021 te Almelo, althans in Nederland, opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of vervaardigd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 1500 milliliter, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende
4-hydroxyboterzuur (GHB), zijnde GHB een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet
behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;

6

hij op of omstreeks 23 maart 2021 te Almelo, althans in Nederland, opzettelijk aanwezig heeft gehad

- ongeveer (in totaal) 11,46 gram (netto) amfetamine en/of
- ongeveer 38,48 gram (bruto) amfetamine,
in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende 4-hydroxyboterzuur en/of amfetamine, zijnde GHB en/of amfetamine (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
08-007995-21
hij op of omstreeks 7 januari 2021 te Albergen, gemeente Tubbergen tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, uit een woning en/of schuur (gelegen aan de [adres 4] )
-een portemonnee, kleur blauw (met inhoud te weten bankpassen en/of ongeveer
€ 50,--) en/of
-een portemonnee, kleur bruin (met inhoud te weten bankpassen en of ongeveer
€ 400,--) en/of
-een of meer waardebon(nen), (in totaal) ter waarde van ongeveer € 125,- en/of
-een kettingzaagmachine, merk Echo en/of
-een boormachine, merk Bosch in koffer(met twee accu's en oplader en boren set)
en/of
-een heggeschaar, merk Echo en/of
-een laptop, merk Acer en/of
-een tv, merk Samsung,
in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [aangever 5] en/of [aangever 6] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op of omstreeks 7 januari 2021 te Albergen, gemeente Tubbergen, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
-een portemonnee, kleur blauw (met inhoud te weten bankpassen en/of ongeveer
€ 50,--) en/of
-een portemonnee, kleur bruin (met inhoud te weten bankpassen en of ongeveer
€ 400,--) en/of
-een of meer waardebon(nen), (in totaal) ter waarde van ongeveer € 125,- en/of
-een kettingzaagmachine, merk Echo en/of
-een boormachine, merk Bosch in koffer(met twee accu's en oplader en boren set)
en/of
-een heggeschaar, merk Echo en/of
-een laptop, merk Acer en/of
-een tv, merk Samsung,
althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen,
terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist(en) dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsmotivering

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat van de tenlastegelegde feiten 1, 2 en 3 onder parketnummer 08.081487.21 de primaire variant bewezen kan worden en van feit 4 het subsidiair tenlastegelegde. Ook feiten 5 en 6 zijn wettig en overtuigend bewezen. Ook het tenlastegelegde feit onder parketnummer 08-007995-21 kan worden bewezen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
Verdachte heeft alle tenlastegelegde feiten ontkend.
In de zaak met parketnummer 08-007995-21 is onvoldoende bewijs van actieve handelingen door verdachte. In de zaak met parketnummer 08.081487.21 heeft de raadsman vrijspraak bepleit van feiten 1 en 2 omdat verdachte niet duidelijk herkend wordt. Voor de primaire feiten 3 en 4 is onvoldoende bewijs en voor het subsidiair tenlastegelegde kan niet worden bewezen dat verdachte wetenschap had. Ook voor wat betreft feiten 5 en 6 geldt dat het een zoete inval was bij verdachte thuis en dat hem niet zonder meer een onderzoeksplicht kan worden aangewreven naar de gestolen goederen in zijn woning en de aanwezige drugs.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte de tenlastegelegde feiten 1 primair, 2 primair, 3 primair, 4 subsidiair, 5 en 6 onder parketnummer 08.081487.21 en het tenlastegelegde feit onder parketnummer 08-007995-21 heeft begaan en overweegt daartoe het volgende.
08-007995-21 [1]
Op 7 januari 2021 kregen verbalisanten om 03:57 uur een melding dat de bewoner van een woning aan de [adres 5] in Albergen een inbreker had overlopen. Het zou gaan om een man van ongeveer 30 jaar, met normaal postuur en donkere kleding met iets roods op de jas, die vervolgens hard was weg gerend in de richting van Almelo. De politie heeft met behulp van een gecertificeerde diensthond onderzoek gedaan naar deze persoon en op ongeveer 100 meter van de woning, om 04:25 uur, trof de diensthond een portemonnee aan met het legitimatiebewijs van verdachte daarin. Ongeveer een uur later trof de politie een personenauto (Peugeot 206 [kenteken 3] ) aan met daarin drie personen. medeverdachte [medeverdachte 1] was de bestuurder, verdachte zat op de bijrijdersstoel en medeverdachte [medeverdachte 2] op de achterbank. Naast het bijrijdersportier lag een Rabobank Wereldpas op naam van [aangever 5] . [medeverdachte 2] moest plassen en verdachte stapte uit de auto om haar eruit te laten. Daarna zette hij het op een lopen en wist weg te komen van de politie. Op de plek waar [medeverdachte 2] had geplast, achter een transformatorhuisje, werden nog eens drie bankpassen gevonden; twee op naam van [aangever 6] en één op naam van [aangever 5] . In de auto lag een lichtblauwe damesportemonnee en een bruine herenportemonnee (merk GAZ). Ook onder het voertuig lagen verschillende pasjes. Het kan niet anders dan dat [medeverdachte 2] of verdachte deze pasjes bij het verlaten van het voertuig onder het voertuig hebben gelegd. [2]
[medeverdachte 1] heeft verklaard dat hij geld heeft gekregen van verdachte om de auto te besturen. In de buurt van Albergen zijn ze gestopt en zijn verdachte en medeverdachte [medeverdachte 2] uitgestapt. Na anderhalf uur kwam [medeverdachte 2] terug met een dames handtas. [medeverdachte 1] weet niet hoe ze aan die tas kwam. Een kwartier later kwam verdachte aanlopen met een oranje kettingzaag in een bigshopper. [3] Op de telefoon van [medeverdachte 2] was te zien dat zij om 03:39 een bericht naar verdachte had gestuurd met de tekst ‘kom je?’ en om 03:53 uur een gemist gesprek van “ [bijnaam] ” had. [4] Op de plek waar verdachte ervandoor is gegaan is een mobiele telefoon van het merk Samsung type Galaxy S6 aangetroffen. De telefoon blijkt van verdachte te zijn. Op het moment dat [medeverdachte 2] hem appte, straalde zijn telefoon een mast aan de Kemnaweg in Albergen aan. De telefoon van [medeverdachte 2] straalde op dat moment dezelfde mast aan. [5]
[aangever 5] heeft op 7 januari 2021 aangifte gedaan van diefstal uit zijn woning. Zij werden die ochtend gewekt door de politie, die spullen van hem en zijn partner [aangever 6] hadden gevonden. [aangever 5] heeft aangifte gedaan van diefstal van een lichtblauwe portemonnee met drie bankpassen en verschillende waardebonnen en ongeveer 50 euro aan contanten, een donkerbruine portemonnee met twee bankpassen en 300 tot 400 euro contant geld, een donkergrijze Acer laptop en een TV van merk Samsung. [aangever 5] heeft zijn aangifte aangevuld nadat hij in de schuur was gaan kijken en zag dat een accuboormachine met oplader en borenset, een kettingzaag van merk Echo en een heggenschaar van merk Echo waren verdwenen. [6] De accuboormachine met toebehoren is aangetroffen in de woning van verdachte. [7] Op grond van die omstandigheden acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich, samen met anderen, heeft schuldig gemaakt aan diefstal uit de woning en schuur van [aangever 5] en [aangever 6] .
08.081487.21 [8]
Feit 1
Verdachte is samen met [medeverdachte 2] aangehouden in haar Renault Twingo. Verdachte bestuurde de auto en viel op vanwege verkeersgevaarlijk gedrag. [9] [aangever 1] heeft aangifte gedaan van diefstal van zijn Makita gereedschap; een accuboor, afkortzaag, haakse slijper en accu’s met lader. Ook de bouwradio van Makita en staltelefoon (Nokia) waren verdwenen, evenals de autosleutels van de Nissan van zijn ouders. Hij werd op 5 maart 2021 rond 05:00 uur wakker, keek op zijn camera en zag direct twee mannen en een vrouw op zijn erf. De werkplaats was niet afgesloten en op de camerabeelden is te zien dat de personen naar buiten lopen met goederen. Verdachte wordt op die beelden herkend. [10] In de Renault Twingo van [medeverdachte 2] zijn de acculader [11] en een baco van [aangever 1] aangetroffen. [12]
Al met al wettig en overtuigend bewijs voor de diefstal van goederen uit de schuur van [aangever 1] door verdachte en in elk geval [medeverdachte 2] .
Feit 2
[aangever 2] heeft op 5 maart 2021 aangifte gedaan van diefstal uit de bestelauto die op zijn erf stond. [13] De gestolen goederen bestaan uit:
  • een bandenzaag van het merk Stihl;
  • een bladblazer van het merk Stihl;
  • een motorzaag met het handvat in het midden van het merk Stihl;
  • gele laserkoffer met als inhoud een complete laser met statief;
  • accuborenset van het merk Makita, verschillende boren en twee accu's;
  • decoupeerzaag van het merk Makita, op accu;
  • resiprozaag van het merk Makita, op accu;
  • bandschuurmachine van het merk Makita;
  • cirkelzaag van het merk Dewalt;
  • motor-heggeschaar van het merk Stihl;
  • klopboormachine van het merk Metabo in een groenachtige koffer;
  • koppelstukken voor onderzijde van een bos-maaier waarmee er een mogelijkheid bestaat tot verticuteren. Het betreft een metalen voorwerp van ongeveer 20 bij 10 centimeter met allemaal pinnetjes;
  • bouwradio van het merk Rockhart, of iets wat daar op lijkt.
Op de meeste spullen is een zwarte sticker geplakt met de tekst ‘Huiskes hoveniers’.
Er zijn camerabeelden waarop een vrouw en een tweede persoon te zien zijn. Die tweede persoon heeft een zelfde soort jas aan als die verdachte droeg bij de aanhouding. Op de camerabeelden is te zien dat zij met goederen in hun handen lopen. [14] Verdachte is door drie verbalisanten herkend op de camerabeelden. [15] De bouwradio van Huiskes is bij de aanhouding aangetroffen in de Twingo van medeverdachte [medeverdachte 2] . [16] De rechtbank is van oordeel dat daarmee wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte 2] deze diefstal hebben gepleegd.
Dat verdachte samen met medeverdachte [medeverdachte 2] diefstallen pleegt blijkt ook uit de historische gegevens van de telefoon van [medeverdachte 2] en de whatsappgesprekken van verdachte met anderen. [medeverdachte 2] stuurt verdachte foto’s van allerlei gereedschappen op
7 januari 2021 [17] en verdachte biedt via whatsapp gereedschappen aan anderen aan en heeft het over gereedschappen die ‘vannacht moeten worden opgehaald bij mensen’. [18]
Feit 3
[aangever 3] heeft op 17 maart 2021 aangifte gedaan van diefstal uit zijn bedrijfsbus op
10 maart 2021. De bedrijfsbus was op 10 maart 2021 niet afgesloten en toen [aangever 3] op
11 maart 2021 in de ochtend met de bus op pad ging voor zijn werk, merkte hij dat de hele bus leeg was. [19] Er zijn camerabeelden gemaakt vanaf het eigen terrein van de woning van [aangever 3] . Hij heeft de beelden op facebook geplaats en is zo uitgekomen bij getuige [getuige] , die weer de naam van verdachte door gaf. [20] De volgende goederen zijn volgens [aangever 3] weggenomen [21] :
  • DEWALT kist, kleur geel/zwart met daarin constructietacker en afwerktacker, met twee accu’s en lader merk Dewalt;
  • laser, merk Laserline, kleur zwart/groen met statief;
  • DEWALT afkortzaag op accu 54V, kleur geel/zwart, bok die hierbij hoort;
  • twee glaszuigers, merk DenBraven, kleur groen;
  • twee splinternieuwe bouwlampen op accu, , kleur zwart en led Verlichting en 3 accu's die hierbij horen;
  • slagniettacker, merk onbekend, kleur zilverkleurig;
  • decoupeerzaag, merk makita, kleur blauw;
  • twee maal resipro zaag, merk makita, kleur blauw;
  • multitool, merk makita, kleur blauw;
  • zaag, kleur rood, merk Fein;
  • twee boormachines, makita, kleur blauw met stofzuiger;
  • boorhakker, merk makita, kleur blauw;
  • kleine schroefmachine, makita;
  • grote schroefmachine, Makita;
  • schroeftackmachine, merk makita;
  • schroeftackmachine zware, merk makita;
  • haakse schroef tackmachine, merk makita;
  • kleine circelzaag, makita, kleur blauw;
  • grote cirkelzaag, Makita, kleur blauw;
  • invalzaag, Dewalt, kleur geel/zwart, twee zware accu's daarbij ;
  • 15 accu’s makita;
  • geldbedrag van ongeveer 30 euro;
  • kleine slijptol, merk Makita;
  • grote slijptol, merk makita.
Alle machines zijn ingegraveerd met ‘ [initialen] ’, behalve de nieuwe boormachine en de nieuwe bouwlampen die hij de dag ervoor had ontvangen.
De politie heeft de camerabeelden bekeken en daarop verdachte herkend als de persoon die de spullen uit de bus haalt. [22]
Feit 4
Op 18 januari 2021 heeft [aangever 4] aangifte gedaan van diefstal uit de schuur van zijn oma. [aangever 4] maakt gebruik van de schuur. [23] Onder andere een Hooverboard van het merk Gyroo was weggenomen. Dit hoverboard is aangetroffen in de woning van verdachte [24] en [aangever 4] heeft het Hoverboard herkend als de zijne. [25]
Het dossier bevat onvoldoende wettig en overtuigend bewijs dat verdachte degene is geweest die het Hoverboard heeft weggenomen. Het Hoverboard is in verdachtes woning, die ook als opslag werd gebruikt door verschillende personen uit het criminele circuit, aangetroffen en verdachte het kan niet anders dan dat verdachte wist dat deze van diefstal afkomstig was. De rechtbank acht het subsidiair tenlastegelegde opzetheling wettig en overtuigend bewezen.
Feiten 5 en 6
Op 23 maart 2021 is de woning van verdachte doorzocht en daarbij zijn verdovende middelen en gerelateerde goederen aangetroffen. [26] Het gaat om 1,5 liter GHB in een colafles [27] , 38,48 gram (bruto) natte amfetamine en 11,46 gram netto amfetamine. [28] De verdovende middelen zijn in de woning van verdachte aangetroffen en hij is zelf gebruiker van amfetamine en GHB. Daarmee is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de drugs aanwezig had.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
08.081487.21
1
hij op 5 maart 2021 te Almelo, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, uit een schuur op een besloten erf waarop een woning stond, te weten aan de [adres 2] , alwaar verdachte en zijn mededader(s) zich buiten weten en tegen de wil van de rechthebbende bevonden, diverse goederen, waaronder een acculader (merk Bosch) en een bacosleutel (maat 15 met op de zijkant de tekst “Extra”) en een staltelefoon (merk Nokia) en een bouwradio (merk Makita) en autosleutels (merk Nissan) en een accuboor (merk Makita), en een afkortzaag (merk Dewalt) en een haakse slijper (merk Makita) en accu’s met lader (merk Makita), dat aan een ander dan aan verdachte en zijn
mededader(s) toebehoorde, te weten aan [aangever 1] , hebben weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2
Hij op 5 maart 2021 te Geesteren, tezamen en in vereniging met een ander, uit een voertuig (bestelauto voorzien van kenteken [kenteken 1] ) een grote hoeveelheid goederen, te weten een bouwradio (merk Rockhart) en diverse gereedschappen waaronder een bandenzaag (merk Stihl) en een bladblazer (merk Stihl) en een motorzaag (merk Stihl) en een accuborenset (merk Makita), dat aan een ander dan aan verdachte en zijn mededader toebehoorde, te weten aan [aangever 2] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en die weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van inklimming;
3
hij in de periode van 10 maart 2021 tot en met 11 maart 2021 te Almelo, uit een voertuig (bedrijfsbus voorzien van kenteken [kenteken 2] ) een grote hoeveelheid goederen, te weten dertig euro, en diverse gereedschappen waaronder een invalzaag (merk DeWALT) en schroefmachine (merk Makita) en een boorhakker (merk Makita) en boormachines (merk Makita) en een zaag (merk Fein) en een multitool (merk Makita) en een decoupeerzaag (merk Makita) en een laser (merk Laserline),
dat aan een ander dan aan verdachte toebehoorde, te weten aan [aangever 3] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
4
hij in de periode van 17 januari 2021 tot en met 23 maart 2021 te Almelo, een goed, te weten een hooverboard (merk Gyroo), heeft verworven, voorhanden gehad terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs kon vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
5
hij op 23 maart 2021 te Almelo, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 1500 milliliter, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende 4-hydroxyboterzuur (GHB), zijnde GHB een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
6
hij op 23 maart 2021 te Almelo,opzettelijk aanwezig heeft gehad
- ongeveer (in totaal) 11,46 gram (netto) amfetamine en
- ongeveer 38,48 gram (bruto) amfetamine,
zijnde amfetamine, (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
08-007995-21
hij op 7 januari 2021 te Albergen, gemeente Tubbergen tezamen en in vereniging met anderen, uit een woning en schuur (gelegen aan de [adres 4] )
-een portemonnee, kleur blauw (met inhoud te weten bankpassen en ongeveer
€ 50,--) en
-een portemonnee, kleur bruin (met inhoud te weten bankpassen en of ongeveer
€ 400,--) en
-waardebonnen, in totaal ter waarde van ongeveer € 125,- en
-een kettingzaagmachine, merk Echo en
-een boormachine, merk Bosch in koffer(met twee accu's en oplader en boren set)
en
-een heggenschaar, merk Echo en
-een laptop, merk Acer en
-een tv, merk Samsung,
dat aan een ander dan aan verdachte en zijn mededaders toebehoorde, te weten aan [aangever 5] en [aangever 6] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 47, 310, 311 en 416 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) en artikelen 2 en 10 van de Opiumwet. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
08.081487.21
feiten 1 en 2
het misdrijf: diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van inklimming;
feit 3
het misdrijf: diefstal
feit 4
het misdrijf: opzetheling
feiten 5 en 6
het misdrijf: opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod
08-007995-21
het misdrijf: diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van inklimming.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van zeventien maanden, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht en rekening houdend met artikel 63 Sr.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft primair vrijspraak bepleit en subsidiair verzocht een voorwaardelijke straf met de bijzondere voorwaarde van ambulante behandeling op te leggen.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen.
De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Verdachte heeft zich in relatief korte tijd schuldig gemaakt aan vijf diefstallen, waarbij verschillende keren is ingeslopen in bedrijfswagens en schuren, maar ook in de woning van [aangever 5] en [aangever 6] die net vier weken geleden een kindje hadden gekregen. Verdachte heeft samen met zijn medeverdachten steeds een flinke buit opgehaald. Veelal ging het om gereedschappen die verdachte weer door kon verkopen. Verdachte heeft hierbij enkel en alleen zijn eigen geldelijk gewin voorop gesteld en absoluut geen rekening gehouden met de schade voor de eigenaren van die goederen. Dat een beginnend ondernemer zijn werk niet meer kon doen, omdat zijn gereedschap was verdwenen en [aangever 6] en [aangever 5] te maken hebben gekregen met verdachte die hun woning is ingeslopen en portemonnees en laptops heeft gestolen, terwijl de felicitatiekaartjes voor de geboorte van hun kind nog in de kamer hingen, neemt de rechtbank verdachte zeer kwalijk. Dit soort vermogensdelicten zijn hinderlijk en zorgen voor gevoelens van onveiligheid en onrust in de samenleving.
De rechtbank houdt in strafverzwarende zin ook rekening met het uittreksel uit de justitiële documentatie van verdachte van 24 juni 2021. Hieruit blijkt dat artikel 63 Sr van toepassing is en dat verdachte vaker is veroordeeld voor vermogensdelicten en opiumwetfeiten.
De reclassering heeft op 8 juni 2021 over verdachte gerapporteerd. Hieruit blijkt dat verdachte een zeer actieve veelpleger is die besproken wordt in het Veiligheidshuis. Er is sprake van overwegend meer risicofactoren dan beschermende factoren. Voornamelijk het gebruik van GHB en speed geeft problemen. Het middelengebruik van betrokkene is een terugkerend patroon, waarvoor behandeling geïndiceerd en noodzakelijk is, aangezien het middelengebruik delict gerelateerd is. Verdachte heeft omgang met mededrugsgebruikers, wat zijn gebruik mogelijk deels in stand houdt. Het psychosociaal functioneren van verdachte en zijn houding vormen tevens belangrijke risicofactoren, welke het gebruik van betrokkene in stand lijken te houden. Er is in oktober 2020 een indicatie afgegeven voor begeleiding vanuit Arbe dienstverlening (psychische en ambulante thuiszorg). De reclassering heeft echter van Arbe-dienstverlening vernomen dat verdachte de afgelopen periode uit beeld was. Afspraken in een vrijwillig kader werden niet nagekomen. In april 2021 is aan verdachte een voorwaardelijke straf opgelegd met als bijzondere voorwaarden een reclasseringstoezicht en begeleiding/behandeling bij Arbe dienstverlening. Het toezicht is echter nog niet gestart vanwege de huidige detentie. Verdachte blijft recidiveren en begeleiding en behandeling in een ambulant kader komen niet van de grond. Om de kans op recidive daadwerkelijk te verminderen, acht de reclassering een klinisch traject met allereerst een diagnostiekopname geïndiceerd, maar verdachte is daar, zo ook tijdens de zitting is gebleken, niet voor gemotiveerd. De reclassering adviseert daarom een straf zonder bijzondere voorwaarden.
Gezien de ernst van de gepleegde feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Zolang verdachte niet gemotiveerd is om zijn gedrag te veranderen en zijn afspraken met de reclassering of begeleiding niet nakomt, is de rechtbank van oordeel dat een deels voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarden niet aan de orde kan zijn. De rechtbank legt daarom een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op voor de duur van zeventien maanden, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
7.4
De inbeslaggenomen voorwerpen
De officier van justitie heeft het standpunt ingenomen dat het in beslag genomen contant geld verbeurd moet worden verklaard, omdat het vrijwel zeker is dat deze gelden afkomstig zijn van de strooptochten van verdachte.
De raadsman heeft zich niet uitgelaten over het beslag.
De rechtbank zal de teruggave aan de verdachte gelasten van de aan hem toebehorende op de beslaglijst vermelde contante geldbedragen van 590 en 150 euro, aangezien deze niet vatbaar zijn voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer en het belang van strafvordering zich niet tegen teruggave verzet. Er is geen bewijs voor de aanname dat de contante geldbedragen afkomstig zijn van enig misdrijf.

8.De schade van benadeelden

8.1
De vorderingen van de benadeelde partijen
8.1.1
[aangever 6] (08-007995-21)[aangever 6] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van
€ 675,90, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd.
De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
  • Gestolen portemonnee á € 49,95;
  • Kosten nieuw rijbewijs á € 56,00;
  • Kosten TICA Klantenpas á € 49,95;
  • Gestolen cadeaubonnen á € 120,00;
  • Contant geld á € 50,00.
Ter vergoeding van immateriële schade wordt een bedrag van €350,00 gevorderd.
8.1.2
[aangever 5] (08-007995-21)
[aangever 5] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van
€ 3.428,45, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd.
De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
  • Gestolen portemonnee á € 42,00;
  • Contant geld á € 400,00;
  • Heggenschaar á € 429,00;
  • Motorzaag á € 644,13;
  • Accuboormachine + 2 accu's en toebehoren á € 161,77;
  • Samsung TV á € 395,01;
  • Laptop Acer á € 419,40;
  • Alarmsysteem á € 537,19;
Ter vergoeding van immateriële schade wordt een bedrag van € 350,00 gevorderd.
8.1.3
[aangever 1](
08.081487.21 feit 1)
[aangever 1] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 2.244,91, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd.
De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
  • Makita gereedschap á € 521,59;
  • Mobiele telefoon á € 210,82;
  • Nieuw besturingsprogramma voor mobiele telefoon en computer á € 1.512,50.
8.1.4
[aangever 3] (08.081487.21 feit 3)
[aangever 3] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van
€ 14.376,83 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
  • gestolen gereedschap á € 11.495,44;
  • huur van gereedschap á € 1.287,39;
  • een week niet kunnen werken a € 1.600,-.
8.1.5
[aangever 4] , vertegenwoordigd door [naam] (08.081487.21 feit 4)
[aangever 4] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 5.332,74 aan materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd.
8.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vorderingen van [aangever 6] en [aangever 5] toewijsbaar zijn, met uitzondering van de alarminstallatie. Dat betreft geen rechtstreekse schade. De vordering van [aangever 1] dient te worden gematigd tot een bedrag van
€ 1.700,-, omdat hij facturen heeft overgelegd van nieuwe spullen en geen rekening is gehouden met afschrijving van de gestolen goederen. Hetzelfde geldt voor de vordering van [aangever 3] . De vordering van [aangever 4] dient niet-ontvankelijk te worden verklaard, omdat het hoverboard is geretourneerd. De schade is onvoldoende duidelijk.
8.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat de alarminstallatie die door [aangever 5] is gevorderd niet voor toewijzing in aanmerking komt. De door [aangever 5] en [aangever 6] gevraagde immateriële schade dient te worden gematigd. Bij de vorderingen van [aangever 1] en [aangever 3] is geen rekening gehouden met de afschrijvingen voor de gestolen goederen en de BTW is niet verrekend. De vordering van [aangever 4] dient niet-ontvankelijk te worden verklaard.
8.4
Het oordeel van de rechtbank
8.4.1
[aangever 6] (08-007995-21)
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. De opgevoerde materiële schadeposten zijn onvoldoende betwist en voldoende onderbouwd en aannemelijk. De gevorderde immateriële schade dient te worden afgewezen, omdat een wettelijke grondslag voor toekenning ontbreekt. De rechtbank zal het gevorderde daarom deels toewijzen tot een bedrag van € 325,90, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop het strafbare feit is gepleegd.
8.4.2
[aangever 5] (08-007995-21)
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan, dat verdachte door het bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. De opgevoerde materiële schadeposten zijn onvoldoende betwist en voldoende onderbouwd en aannemelijk. De gevorderde immateriële schade en de gevorderde kosten voor het alarmsysteem dienen te worden afgewezen, omdat voor de immateriële schade een wettelijke grondslag ontbreekt en de kosten voor het alarmsysteem onvoldoende verband houden met de gepleegde feiten. Ook de gevorderde kosten voor de accuboor zullen worden afgewezen, omdat die is geretourneerd. De rechtbank zal het gevorderde daarom deels toewijzen tot een bedrag van € 2.379,49 te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop het strafbare feit is gepleegd.
8.4.3
[aangever 1](
08.081487.21 feit 1)
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. De opgevoerde materiële schadeposten zijn betwist en niet voldoende onderbouwd, omdat er geen rekening is gehouden met de afschrijving van de goederen en de BTW. De rechtbank zal gebruik maken van haar bevoegdheid om de omvang van de schade te schatten. De rechtbank stelt de omvang van de schade vast op € 1.700,00, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop het strafbare feit is gepleegd.
8.1.4
[aangever 3] (08.081487.21 feit 3)
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. De opgevoerde materiële schadeposten zijn betwist en niet voldoende onderbouwd, omdat er geen rekening is gehouden met de afschrijving van de gestolen goederen en de BTW. De rechtbank zal daarom gebruik maken van haar bevoegdheid om de omvang van de actuele schade te schatten en schat de gevorderde prijsstijgingen van 25% gelijk aan de afschrijving en de BTW. De rechtbank wijst dus een bedrag toe van € 12.077,74, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop het strafbare feit is gepleegd.
8.4.5
[aangever 4] , vertegenwoordigd door [naam] (08.081487.21 feit 4)
Verdachte is vrijgesproken van de diefstal van de goederen, waardoor de benadeelde partij niet ontvankelijk is in zijn vordering tot schadevergoeding van de gestolen goederen. Verdachte is weliswaar veroordeeld voor de opzetheling van het Hooverboard, maar uit het dossier volgt dat dit Hooverboard door de politie in beslag is genomen en niet op de beslaglijst staat. Het lijkt er dus op dat dit Hooverboard is teruggegeven aan [aangever 4] . Het alsnog uitzoeken waar dit Hooverboard zich bevindt en of er schade is, is een onevenredige belasting van het strafproces. Daarom wordt de vordering van benadeelde partij ook voor dit deel niet ontvankelijk verklaard.
De verdachte is voor de schade naar burgerlijk recht met zijn mededaders hoofdelijk aansprakelijk. Dit betekent dat de verdachte tegenover de benadeelde partij voor het hele bedrag aansprakelijk is.
8.5
De schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partijen hebben verzocht en de officier van justitie heeft gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte jegens de benadeelde partijen naar burgerlijk recht (mede) aansprakelijk is voor de schade die door de feiten is toegebracht.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 43a en 57 Sr.

10.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder feit 4 (08.081487.21) primair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 08-007995-21 en de feiten 1 primair, 2 primair, 3 primair, 4 subsidiair, 5 en 6 onder 08.081487.21 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
08.081487.21
feiten 1 en 2
het misdrijf: diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van inklimming;
feit 3
het misdrijf: diefstal
feit 4
het misdrijf: opzetheling
feiten 5 en 6
het misdrijf: opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod
08-007995-21
het misdrijf: diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van inklimming.
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 4.4 bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
17 (zeventien) maanden;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
schadevergoeding
[aangever 6] (08-007995-21)
- wijst de vordering van de benadeelde partij [aangever 6] (08-007995-21) toe tot een bedrag van € 325,90, bestaande uit materiële schade
- wijst de vordering van benadeelde partij [aangever 6] (08-007995-21) af tot een bedrag van € 350,00 bestaande uit immateriële schade
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
[aangever 6] (08-007995-21)van een bedrag van
€ 325,90(te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 7 januari 2021), met dien verstande dat als en voor zover al door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 325,90 (zegge: driehonderdvijfentwintig euro en negentig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 7 januari 2021 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat
gijzelingvoor de duur van
6 dagenkan worden toegepast, (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan). Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
[aangever 5] (08-007995-21)
- wijst de vordering van de benadeelde partij [aangever 5] (08-007995-21) toe tot een bedrag van € 2.379,49, bestaande uit materiële schade
- wijst de vordering van benadeelde partij [aangever 5] (08-007995-21) af tot een bedrag van € 1.048,96
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
[aangever 5] (08-007995-21)van een bedrag van
€ 2.379,49(te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 7 januari 2021), met dien verstande dat als en voor zover al door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 2.379,49 (zegge: drieëntwintighonderd negenenzeventig euro en negenenveertig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 7 januari 2021 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat
gijzelingvoor de duur van
33 dagenkan worden toegepast, (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan). Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
[aangever 1](
08.081487.21 feit 1)
- wijst de vordering van de benadeelde partij [aangever 1] (08.081487.21 feit 1) toe tot een bedrag van € 1700,00, bestaande uit materiële schade
- wijst de vordering van benadeelde partij [aangever 1] (08.081487.21 feit 1) af tot een bedrag van €544,91
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
[aangever 1] (08.081487.21 feit 1)van een bedrag van
€1.700,00(te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 5 maart 2021), met dien verstande dat als en voor zover al door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van
€1.700,00(zegge: zeventienhonderd euro) te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 5 maart 2021 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat
gijzelingvoor de duur van
27 dagenkan worden toegepast, (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan). Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
[aangever 3] (08.081487.21 feit 3)
- wijst de vordering van de benadeelde partij [aangever 3] (08.081487.21 feit 3)
toe tot een bedrag van € 12077,74, bestaande uit materiële schade
- wijst de vordering van benadeelde partij [aangever 3] (08.081487.21 feit 3)
af tot een bedrag van €2299,09
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
[aangever 3] (08.081487.21 feit 3)van een bedrag van
€ 12.077,74(te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 10 maart 2021), met dien verstande dat als en voor zover al door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van
€ 12.077,74(zegge: twaalfduizendzevenenzeventig euro en vierenzeventig cent) te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 10 maart 2021 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat
gijzelingvoor de duur van
95 dagenkan worden toegepast, (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan). Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
[aangever 4] , vertegenwoordigd door [naam] (08.081487.21 feit 4)
- bepaalt dat de benadeelde partij: [aangever 4] , (08.081487.21 feit 4): in het geheel niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
de in beslag genomen voorwerpen
- gelast de teruggave van contante geldbedragen van €590,- en €150,- aan verdachte.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.T.C. Jordaans, voorzitter, mr. S.K. Huisman en
mr. C.E. Vording, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M. Bakker, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 15 juli 2021.
Buiten staat
Mr. S.K. Huisman is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2021009887. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
2.Het proces-verbaal relaas van 6 april 2021, opgemaakt door verbalisant [verbalisant] , p. 7-8.
3.Proces-verbaal van verhoor verdachte van 7 januari 2021, inhoudende de verklaring van [medeverdachte 1] , p. 150-151.
4.Proces-verbaal van bevindingen van 22 februari 2021, opgemaakt door [verbalisant] , p. 212-215.
5.Proces-verbaal van bevindingen analyse historische verkeergegevens van 19 januari 2021, opgemaakt door verbalisant [verbalisant] , p. 251-254.
6.Het proces-verbaal van aangifte van 7 januari 2021, inhoudende de verklaring van [aangever 5] , p. 32-35 en het proces-verbaal van aanvullende aangifte van 8 januari 2021, inhoudende de verklaring van [aangever 5] , p. 36-39.
7.Proces-verbaal van bevindingen van 1 april 2021, opgemaakt door verbalisant [verbalisant] , p. 231-233 en een geschrift te weten een lijst van in beslag genomen goederen, p. 132 van dossier PL0600-2021128791.
8.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2021128791. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
9.Proces-verbaal van bevindingen van 19 maart 2021, opgemaakt door verbalisant [verbalisant] , p. 13.
10.Proces-verbaal van bevindingen van 22 maart 2021, inclusief bijlagen, opgemaakt door verbalisant [verbalisant] , p. 78-88.
11.Proces-verbaal van bevindingen van 13 maart 2021, opgemaakt door verbalisant [verbalisant] , p. 93-95
12.Proces-verbaal van bevindingen van 17 maart 2021, opgemaakt door verbalisant [verbalisant] , p. 96-97.
13.Proces-verbaal van aangifte van 8 maart 2021, inhoudende de verklaring van [aangever 2] , p. 30.
14.Proces-verbaal van bevindingen van 9 maart 2021, opgemaakt door verbalisant [verbalisant] , p. 32-33, en een geschrift te weten een foto op pagina 28.
15.Een geschrift, te weten een foto op pagina 44 en een proces-verbaal herkenning persoon door opsporingsambtenaar van 10 maart 2021, opgemaakt door verbalisant [verbalisant] , p. 58-59.
16.Proces-verbaal van bevindingen van 26 mei 2021, opgemaakt door verbalisant [verbalisant] , p. 35-36.
17.Proces-verbaal van bevindingen analyse historische verkeergegevens van 19 januari 2021, opgemaakt door verbalisant [verbalisant] , p. 251-254.
18.Een geschrift te weten afdrukken van whatsappgesprekken van verdachte, p. 205-220.
19.Proces-verbaal van aangifte van 17 maart 2021, inhoudende de verklaring van [aangever 3] , p. 168.
20.Proces-verbaal van bevindingen van 19 april 2021, opgemaakt door verbalisant [verbalisant] , p. 189.
21.Proces-verbaal van aangifte van 17 maart 2021, inhoudende de verklaring van [aangever 3] , p. 172.
22.Proces-verbaal van bevindingen van 30 maart 2021, inclusief bijlagen, opgemaakt door verbalisant [verbalisant] , p. 174-181.
23.Proces-verbaal van aangifte van 17 januari 2021, inhoudende de verklaring van [aangever 4] .
24.Een geschrift te weten een lijst van in beslag genomen goederen, p. 132.
25.Proces-verbaal van bevindingen van 1 april 2021, opgemaakt door verbalisant [verbalisant] , p. 194.
26.Proces-verbaal van bevindingen van 24 maart 2021, opgemaakt door verbalisant [verbalisant] , p. 127.
27.Proces-verbaal Onderzoek verdovende middelen van 24 maart 2021, opgemaakt door verbalisant [verbalisant] , p. 144-145 en een geschrift te weten een rapport Identificatie van GHB van 22 april 2021, p. 149-150.
28.Proces-verbaal NFiDENT van 4 mei 2021, opgemaakt door verbalisant [verbalisant] , p. 151-153.