Op 14 juli 2021 heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, een verschoningsbeslissing genomen in de zaak van een verdachte, vertegenwoordigd door advocaat mr. N.M. Fakiri. De verschoningskamer heeft het verzoek tot verschoning van mr. B.T.C. Jordaans, rechter in deze rechtbank, toegewezen. Dit verzoek was ingediend naar aanleiding van een wrakingsverzoek dat op 29 juni 2021 door mr. N.M. Fakiri was gedaan tegen mr. Jordaans, die als voorzitter van de meervoudige strafkamer belast was met de behandeling van de hoofdzaak met parketnummer 08/963529-20. De behandeling van het wrakingsverzoek was gepland op 16 juli 2021.
De rechter, mr. Jordaans, had op 13 juli 2021 een verschoningsverzoek ingediend, omdat hij als voorzitter van de meervoudige kamer op 13 juli 2021 vonnissen had gewezen tegen drie medeverdachten, waarin de naam van de verdachte als medepleger naar voren kwam. Dit leidde tot de vrees voor vooringenomenheid bij de verdachte, wat de basis vormde voor het verschoningsverzoek. De verschoningskamer oordeelde dat de vrees voor partijdigheid objectief gerechtvaardigd was, gezien de omstandigheden van de zaak.
De beslissing van de verschoningskamer houdt in dat het verzoek tot verschoning is toegewezen, en dat een afschrift van deze beslissing zal worden toegezonden aan de rechter, de advocaat van de verdachte, en het Openbaar Ministerie. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.