ECLI:NL:RBOVE:2021:2807
Rechtbank Overijssel
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Bestuursdwang en sluiting bedrijfspand wegens overtreding Opiumwet
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel op 13 juli 2021 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening van een verzoekster die het bedrijfspand huurt van derde-partijen. De burgemeester van Enschede had op 16 juni 2021 besloten om het bedrijfspand te sluiten voor de duur van twaalf maanden wegens overtredingen van de Opiumwet, waarbij aanzienlijke hoeveelheden hard- en softdrugs waren aangetroffen. Verzoekster heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft de situatie beoordeeld, waarbij onder andere de ernst van de overtredingen, de betrokken belangen en het beleid van de burgemeester zijn meegewogen. De voorzieningenrechter oordeelde dat de sluiting van het pand noodzakelijk was om de openbare orde te herstellen en dat de burgemeester in redelijkheid van zijn bevoegdheid gebruik had kunnen maken. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, omdat de sluiting niet onevenredig was in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van de huurder voor de gang van zaken in het pand en de noodzaak van toezicht, vooral in het licht van de aangetroffen drugs en wapens.