ECLI:NL:RBOVE:2021:263
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van een vader in een zaak van vermeende kindermishandeling door schudden
Op 22 januari 2021 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 40-jarige man uit Deventer, die werd verdacht van het mishandelen van zijn toen 2 maanden oude zoontje in 2016. De rechtbank heeft de man vrijgesproken van de beschuldigingen, omdat niet kon worden vastgesteld dat hij het letsel had veroorzaakt. De zaak kwam aan het licht toen de baby in 2016 met spoed naar het ziekenhuis werd gebracht, waar werd vastgesteld dat hij hersenletsel had opgelopen. De officier van justitie stelde dat het letsel alleen kon zijn veroorzaakt door het schudden van de baby, maar de verdediging betoogde dat er geen bewijs was voor de toedracht van het letsel.
Tijdens de rechtszitting op 8 januari 2021 werd het onderzoek gevoerd, waarbij de rechtbank kennisnam van de vordering van de officier van justitie, mr. J.E.R. Osinga, en de verdediging door mr. T. der Bedrosian. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was om te stellen dat de verdachte het letsel had veroorzaakt. De deskundige van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) kon niet met zekerheid vaststellen of het letsel het gevolg was van een accidenteel of niet-accidenteel trauma. De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van de verdachte en de moeder van de baby niet voldoende duidelijkheid boden over de omstandigheden waaronder het letsel was ontstaan.
Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat de verdachte niet schuldig kon worden bevonden aan de tenlastelegging en sprak hem vrij van alle beschuldigingen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door de rechtbank en ondertekend door de rechters.