ECLI:NL:RBOVE:2021:2553
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van medeplichtigheid aan hennepteelt na gebrek aan bewijs van opzet
Op 24 juni 2021 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in de zaak tegen een 52-jarige man, die werd verdacht van medeplichtigheid aan hennepteelt. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken, omdat er onvoldoende bewijs was dat hij opzet had op het bezit van hennep. De verdachte verklaarde dat hij lange tijd niet op de hoogte was van de hennepplanten in zijn woning. De rechtbank oordeelde dat het dossier geen concrete aanknopingspunten bevatte die het tegendeel konden bewijzen. De zaak kwam voor de rechtbank na een openbare terechtzitting op 10 juni 2021, waar de officier van justitie, mr. M. Hoekstra, en de raadsman, mr. K. Kok, hun standpunten naar voren brachten. De tenlastelegging betrof het hebben van een hennepkwekerij in Hardenberg, waarbij de verdachte zou hebben samengewerkt met anderen. De rechtbank concludeerde dat er geen bewijs was dat de verdachte de hennepkwekerij had opgezet of onderhouden. De rechtbank benadrukte dat voor medeplichtigheid opzet vereist is, en dat de verdachte niet de intentie had om het misdrijf te bevorderen. De verdachte had zelfs aangegeven dat hij de planten niet in zijn woning wilde en had medeverdachte [medeverdachte 3] een ultimatum gesteld om de planten te verwijderen. De rechtbank sprak de verdachte vrij van alle beschuldigingen.