4.4Het oordeel van de rechtbank
De vraag die de rechtbank moet beantwoorden is of op basis van het dossier wettig en overtuigend is bewezen dat verdachte heeft geprobeerd om op 19 juni 2020 een woningoverval te plegen. De rechtbank overweegt het volgende.
De redengevende feiten en omstandigheden
De omstandigheid dat op de ketting een onvolledig DNA-profiel is aangetroffen, doet niet af aan de betrouwbaarheid van dit bewijsmiddel en de bewijskracht, in samenhang met andere bewijsmiddelen. Van de genoemde bemonstering door het NFI is vastgesteld dat de kans dat het DNA-profiel van een willekeurig gekozen persoon matcht met deze combinatie van afgeleide DNA-kenmerken kleiner is dan één op één miljoen is (likelihood ratio interval).
Het verweer dat hierop ziet wordt dan ook verworpen.
Het kentekennummer van de auto waarin de overvaller is gevlucht, een zwarte VW Golf met kentekennummer [kenteken 1] , verschilt slechts 1 cijfer met het kentekennummer van de VW Golf die verdachte gebruikte, te weten [kenteken 2] . Een andere getuige noemt een kentekennummer beginnend met de cijfers “ [cijfers] ”. Uit onderzoek is geen relatie aangetoond tussen kentekennummer [kenteken 1] en Hengelo of Twente.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat, toen hij om 19.14 uur de Volkswagen Caddy van zijn werkgever parkeerde aan de [adres 3] , de Volkswagen Golf met kenteken [kenteken 2] in de directe omgeving bij de woning van zijn moeder stond geparkeerd.
Het tijdstip van de overval
Buurtbewoners van aangeefster hebben op 19 juni 2020 een knal gehoord.
Een buurtbewoner hoort van een knal gelijkend op vuurwerk, rond 19:30 uur.
Ook een tweede buurtbewoner maakt melding van een knal rond 19:30 uur.
Daarnaast spreken bewoners in de [adres 2] van een knal tussen 19:10 uur en 19:20 uur, respectievelijk tussen 19:00 uur en 19:30 uur.
De vervoersbewegingen van de auto van de werkgever van verdachte (Volkswagen Caddy)
De werkgever van verdachte heeft de verbalisanten een afschrift gegeven van de track & trace van het voertuig dat verdachte in gebruik had op 19 juni 2020. Hierop constateren de verbalisanten dat het voertuig om 18.57 uur zich verplaatst vanaf [adres 4]
naar de [adres 5] en daar om 19.07 uur aankomt. Om 19.09 uur wordt het voertuig verplaatst van de [adres 5] naar de [adres 3] waar deze om 19.14 uur aankomt. Die dag wordt het voertuig niet meer verplaatst.
Het onderzoek mobiele telefoon
De mobiele telefoon van verdachte is door de politie onderzocht. Uit de analyse van de historische telefoongegevens van deze telefoon blijkt dat deze telefoon op 19 juni 2020 peilde onder de zendmast [locatie 1] . Dit gebeurde op de tijdstippen tussen 19:11:23 uur (inkomend contact) en 19:32:35 uur (uitgaand contact). De [adres 2] waar de poging overval op 19 juni 2020 heeft plaatsgevonden valt onder het bereik van de mast [locatie 1] .
De zoekvragen ‘bivakmuts’
In de database Webhistory van de telefoon van verdachte is op 1 mei 2020 van 19:04:26 uur tot en met 19:07:20 uur, via Google en Marktplaats, gezocht met de zoekvraag “Bivakmuts”. Deze zoekvragen zijn later handmatig verwijderd.
In de database Timeline van de telefoon van verdachte is een foto te zien die op 19 juni 2020 te 19:10:48 uur is gemaakt. Op deze foto zijn op de bijrijdersstoel van een personenauto twee revolvers te zien. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij deze foto op dat tijdstip in de Volkswagen Caddy van zijn werkgever heeft gemaakt. Deze auto heeft hij vervolgens op 19.14 uur geparkeerd aan de [adres 3] .
Terwijl aangeefster met een buurjongen stond te praten reed de dader in de zwarte Volkswagen Golf voorbij. Hij had de bivakmuts nog op. Niet veel later reed de auto opnieuw voorbij. De bestuurder had geen bivakmuts meer op. De bestuurder was niet zo groot, ongeveer 1.70 m., iets licht getint, kort donker haar, een korte, volgroeide baard en een slank postuur. Dit signalement dat door de getuige [getuige 1] is gegeven komt overeen met het signalement van verdachte.
Verdachte heeft op 19 juni 2020 om 19:14 uur de Volkswagen Caddy van zijn werk op de [adres 3] geparkeerd. De Volkswagen Golf met kentekennummer [kenteken 2] stond op die datum ook in de buurt van de [adres 3] geparkeerd. Bevraging (via Google Maps) van het betreffende gebied leert dat de [adres 3] op ongeveer negen minuten rijafstand ligt van de [adres 2] . Het verweer van de raadsman dat verdachte niet vóór 19:30 uur op de plaats van de overval kan zijn geweest wordt dan ook door de rechtbank verworpen.
De knal die door buurtbewoners tussen 19:00 uur en 19:30 uur is gehoord, was afkomstig van het op een vuurwapen gelijkend voorwerp dat is afgegaan in de worsteling tussen aangeefster en de overvaller. Dat verdachte op 19 juni 2020 ook de beschikking had over een vuurwapen blijkt uit de foto die is gemaakt kort voor de woningoverval en die in zijn telefoon is aangetroffen. De vuurwapendeskundige heeft verklaard dat deze wapens mogelijk gasrevolvers zijn. Dit wordt ondersteund door het feit dat op de plaats delict geen kogelinslag is aangetroffen. De revolvers zijn voor afdreiging geschikt en kunnen worden omgebouwd tot scherpe vuurwapens.
Op grond van het voorgaande feiten en omstandigheden – in onderling verband en samenhang bezien – concludeert de rechtbank dat verdachte zich op 19 juni 2020 om 19.14 uur bevond op 9 minuten rijafstand van de plaats delict, terwijl hij de beschikking had over op vuurwapen gelijkende voorwerpen en de beschikking had over de auto die in de omschrijvingen zeer sterk gelijkt op de auto van de dader, waarbij het kenteken op een cijfer na overeenkomt, een en ander terwijl en het signalement van de dader overeenkomt met het signalement van verdachte. Op de plaats delict, waar de overval omstreeks 19.30 uur plaatsvond, is een halsketting van de dader afgerukt waarop een DNA-spoor is aangetroffen dat met een zeer hoge graad van waarschijnlijkheid van verdachte afkomstig is.
Hiertegenover heeft de verdediging een alternatief scenario gesteld. De rechtbank overweegt hierover het volgende.
De verdediging heeft een alternatief scenario geschetst met als kern dat het DNA van verdachte op de ketting is gekomen omdat het zijn ketting is, maar dat deze in 2019 is gestolen bij een woninginbraak bij de moeder van verdachte. Dit scenario kan niet op voorhand al ongeloofwaardig terzijde kan worden gesteld, maar kan wel als onwaarschijnlijk worden aangemerkt. Naast het resultaat van het DNA-onderzoek, waar sprake is van een onvolledig DNA-profiel, spelen uiteenlopende aspecten een rol voor de aannemelijkheid van het alternatieve scenario.
Zo bevatten de verklaringen van verdachte diverse inconsistenties, die moeilijk te plaatsen zijn. Op 2 november 2020 verklaart hij (bladzijde 134) dat hij zijn gouden ketting is verloren. Op de vraag wanneer verdachte die ketting is verloren antwoordt verdachte “Lang geleden. Ik rijd weleens motor en onderweg zou gevallen kunnen zijn. Kan lopend zijn.” Aan hem wordt vervolgens een foto getoond van de ketting die door de overvaller is verloren. Verdachte verklaart “Het is niet zo heel duidelijk die foto maar het kan wel.” Op inhoudelijke vragen heeft verdachte zich op zijn zwijgrecht beroepen.
Op 3 november 2020 verklaart verdachte: “Ik heb de hele nacht zitten denken over de ketting hoe deze daar terecht is gekomen. Deze ketting is weggenomen bij mijn moeders huis in 2019. Hier was destijds ingebroken. Hier is toen goud weggenomen van mij en mijn moeder.” en “Hier hebben we destijds aangifte van gedaan.” Verdachte verklaart verder: “Ik ben nu bang dat iemand mij wil naaien.” Ook op de zitting op 1 maart 2021 en op 27 mei 2021 heeft verdachte verklaard over hoe het mogelijk is dat zijn DNA-materiaal op de ketting is aangetroffen die door de overvaller op 19 juni 2020 is verloren.
Op grond van de verklaringen van verdachte kan dan ook worden vastgesteld dat de gouden ketting van verdachte is. Dat er in 2019 een inbraak is geweest in de woning van zijn moeder waarbij sieraden zijn gestolen lijkt te kloppen. Uit de aangifte van deze woninginbraak blijkt echter niet dat de ketting van verdachte is gestolen. Verdachte heeft ter onderbouwing van de stelling dat de ketting die de overvaller op 19 juni 2020 heeft verloren de gestolen ketting van verdachte betreft, verwezen naar een door zijn voormalig raadsman per mail van 18 november 2020 in het geding gebrachte lijst van gestolen goederen. Op die lijst staat onder de naam van verdachte wel een ketting genoemd, maar daarbij wordt de omschrijving ‘Ketting Cartier 21K 13.820’ genoemd. Cartier is een Frans juweliershuis. De ketting die op de plaats delict is aangetroffen is een gouden ketting van 21 karaat van ISTOR. ISTOR is een goudhandel/-fabrikant in Turkije. Door verdachte is over dit verschil geen verklaring gegeven. Onder deze omstandigheden acht de rechtbank het alternatief scenario niet aannemelijk.
Nu er geen andere aannemelijke verklaring is gegeven voor de omstandigheid dat de ketting van verdachte is aangetroffen na de poging tot woningoverval op 19 juni 2020 kan -in het licht van vorenstaande feiten en omstandigheden en de daaraan verbonden conclusie- het niet anders zijn dan dat verdachte degene was die heeft geprobeerd om deze woningoverval te plegen.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het primair tenlastegelegde feit heeft begaan.