ECLI:NL:RBOVE:2021:2342

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
10 juni 2021
Publicatiedatum
10 juni 2021
Zaaknummer
08.276117.20 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Poging tot gewapende woningoverval met geweld tegen een bejaarde vrouw

Op 10 juni 2021 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in de zaak tegen een 24-jarige man, die werd beschuldigd van een poging tot een gewapende woningoverval in Hengelo op 19 juni 2020. De verdachte belde aan bij de woning van een bejaarde vrouw en richtte een vuurwapen op haar toen zij de deur opende. De vrouw, die zich krachtig verdedigde, duwde de verdachte weg en trok zijn bivakmuts naar beneden, waardoor een schot viel tijdens de worsteling. De verdachte vluchtte in een zwarte Volkswagen Golf. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat de officier van justitie ontvankelijk was in de vervolging. De rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was voor de poging tot afpersing, onderbouwd door DNA-onderzoek op een verloren ketting van de verdachte. De rechtbank veroordeelde de verdachte tot een gevangenisstraf van drie jaar, rekening houdend met de ernst van het feit en de impact op het slachtoffer. Daarnaast werd de verdachte veroordeeld tot schadevergoeding aan de benadeelde partij voor immateriële schade.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08.276117.20 (P)
Datum vonnis: 10 juni 2021
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1996 in [geboorteplaats] (Irak),
wonende aan de [adres 1] ,
nu verblijvende in P.I. Almelo.

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 12 februari 2021, 1 maart 2021 en 27 mei 2021.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. T. Akkerman en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. V.P.J. Tuma, advocaat te Amersfoort, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte op 19 juni 2020 in Hengelo heeft geprobeerd om [slachtoffer] in haar woning te overvallen.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
hij op of omstreeks 19 juni 2020,
in de gemeente Hengelo (O),
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld (een) perso(o)n(en), genaamd [slachtoffer] ,te dwingen tot de afgifte van geld en/of goederen, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer] en/of (haar echtgenoot)
[echtgenoot slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,
- zich - voorzien van een geheel of gedeeltelijk over/voor zijn hoofd/gezicht getrokken (bivak)muts, althans (in ieder geval) voorzien van een geheel of gedeeltelijk bedekt gezicht - en/of voorzien van een pistool, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, naar/in de richting van de woning van die [slachtoffer] (gelegen aan de [adres 2] ) heeft begeven,
- ( vervolgens) (meermalen) bij voornoemde woning heeft aangebeld,
- ( vervolgens) – nadat die [slachtoffer] de voordeur had geopend – (direct) een pistool,
althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp op die [slachtoffer] heeft gericht
en/of
-(vervolgens) (daarbij) die voordeur (met kracht) heeft open geduwd/open
gedrukt, althans heeft getracht – met geweld - zich toegang tot die woning te
verschaffen
- waarbij die [slachtoffer] (krachtig) heeft terug geduwd/gedrukt en/of er (krachtig) over
en weer is geduwd/gedrukt, althans er een schermutseling is ontstaan tussen
verdachte en die [slachtoffer] en/of waarbij die [slachtoffer] de (bivak)muts en/of kleding
en/of ketting van verdachte heeft kapot getrokken en/of (waarbij) – tijdens de
schermutseling – (door verdachte) een schot is gelost -,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op of omstreeks 19 juni 2020,
in de gemeente Hengelo (O),
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk
van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen geld en/of goederen, in elk geval
enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander
toebehoorde, te weten aan een persoon, genaamd [slachtoffer] en/of (haar echtgenoot)
[echtgenoot slachtoffer] ,
weg te nemen, met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
welke poging tot diefstal werd voorafgegaan, vergezeld of gevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer] ,
gepleegd met het oogmerk om die voorgenomen diefstal voor te bereiden en/of
gemakkelijk te maken, en/of om, bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij
de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door:
- zich - voorzien van een geheel of gedeeltelijk over/voor zijn hoofd/gezicht
getrokken (bivak)muts, althans (in ieder geval) voorzien van een geheel of
gedeeltelijk bedekt gezicht - en/of voorzien van een pistool, althans een op een
vuurwapen gelijkend voorwerp, naar/in de richting van de woning van die [slachtoffer]
(gelegen aan de [adres 2] ) te begeven,
- ( vervolgens) (meermalen) bij voornoemde woning aan te bellen,
- ( vervolgens) – nadat die [slachtoffer] de voordeur had geopend – (direct) een pistool,
althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp op die [slachtoffer] te richten en/of
-(vervolgens) (daarbij) die voordeur (met kracht) open te duwen/te drukken,
althans te trachten – met geweld - zich toegang tot die woning te verschaffen
- waarbij die [slachtoffer] (krachtig) heeft terug geduwd/gedrukt en/of er (krachtig) over
en weer is geduwd/gedrukt, althans er een schermutseling is ontstaan tussen
verdachte en die [slachtoffer] en/of waarbij die [slachtoffer] de (bivak)muts en/of kleding
en/of ketting van verdachte heeft kapot getrokken en/of (waarbij) – tijdens de
schermutseling – (door verdachte) een schot is gelost -.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsoverwegingen

4.1
Inleiding
De rechtbank stelt, op basis van de inhoud van het dossier en van wat op de terechtzitting besproken is, de volgende feiten en omstandigheden vast.
Op 19 juni 2020 is ’s avonds tussen 19:00 en 20:00 uur aangebeld bij de woning op de [adres 2] . De bejaarde bewoonster [slachtoffer] , hierna aangeefster, heeft de deur opengedaan. Zij zag dat er een man voor de deur stond die een bivakmuts over zijn hoofd had. De man hield met gestrekte arm een pistool op haar gericht. Aangeefster heeft de man twee handen tegen de borst geduwd. Het lukte haar om zijn bivakmuts naar beneden te trekken. Zij trok daarbij zo hard dat het T-shirt en de gouden ketting van de man kapot gingen. De ketting viel op de grond. In de worsteling viel er ook een schot. Hierna vluchtte de man weg in een zwarte VW Golf. Deze auto reed nog een paar keer voorbij. De bestuurder had een keer een bivakmuts op en een tweede keer niet. Hij was niet zo groot, ongeveer 1.70 m., iets licht getint, kort donker haar, een korte, volgroeide baard en een slank postuur. Volgens een getuige was het kentekennummer van de vluchtauto [kenteken 1] . Een andere getuige heeft op de vluchtauto een kentekennummer beginnend met de cijfers “ [cijfers] ” gezien. Buurtbewoners hebben op 19 juni 2020 een luide knal gehoord tussen 19:00 en 19:30 uur. Op de gouden ketting die door de overvaller is verloren is een onvolledig DNA-profiel aangetroffen. De kans dat dit DNA-profiel van een ander afkomstig is dan verdachte is kleiner dan één op één miljoen (likelihood ratio interval). Op de sluiting van de ketting die door de overvaller is verloren staat 21k en ISTOR.
4.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie stelt zich - overeenkomstig zijn op schrift gestelde requisitoir - op het standpunt dat kan worden bewezenverklaard dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan - kort gezegd - een poging tot een gewapende woningoverval. De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het primair dan wel subsidiair ten laste gelegde.
4.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman stelt zich - overeenkomstig zijn op schrift gestelde pleidooi - op het standpunt dat verdachte moet worden vrijgesproken van het primair en het subsidiair tenlastegelegde. De raadsman heeft daartoe – zakelijk weergegeven – aangevoerd dat de bewijskracht van het DNA-spoor op de ketting die de overvaller droeg beperkt is. Bovendien heeft verdachte een aannemelijke verklaring gegeven voor het aantreffen van zijn DNA op de ketting. Daarnaast heeft de raadsman een tijdlijn opgesteld waaruit volgt dat verdachte de overval onmogelijk gepleegd kan hebben.
4.4
Het oordeel van de rechtbank
De vraag die de rechtbank moet beantwoorden is of op basis van het dossier wettig en overtuigend is bewezen dat verdachte heeft geprobeerd om op 19 juni 2020 een woningoverval te plegen. De rechtbank overweegt het volgende.
De redengevende feiten en omstandigheden
De ketting
De omstandigheid dat op de ketting een onvolledig DNA-profiel is aangetroffen, doet niet af aan de betrouwbaarheid van dit bewijsmiddel en de bewijskracht, in samenhang met andere bewijsmiddelen. Van de genoemde bemonstering door het NFI is vastgesteld dat de kans dat het DNA-profiel van een willekeurig gekozen persoon matcht met deze combinatie van afgeleide DNA-kenmerken kleiner is dan één op één miljoen is (likelihood ratio interval).
Het verweer dat hierop ziet wordt dan ook verworpen.
De vluchtauto
Het kentekennummer van de auto waarin de overvaller is gevlucht, een zwarte VW Golf met kentekennummer [kenteken 1] , verschilt slechts 1 cijfer met het kentekennummer van de VW Golf die verdachte gebruikte, te weten [kenteken 2] . Een andere getuige noemt een kentekennummer beginnend met de cijfers “ [cijfers] ”. Uit onderzoek is geen relatie aangetoond tussen kentekennummer [kenteken 1] en Hengelo of Twente.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat, toen hij om 19.14 uur de Volkswagen Caddy van zijn werkgever parkeerde aan de [adres 3] , de Volkswagen Golf met kenteken [kenteken 2] in de directe omgeving bij de woning van zijn moeder stond geparkeerd.
Het tijdstip van de overval
Buurtbewoners van aangeefster hebben op 19 juni 2020 een knal gehoord.
Een buurtbewoner hoort van een knal gelijkend op vuurwerk, rond 19:30 uur.
Ook een tweede buurtbewoner maakt melding van een knal rond 19:30 uur.
Daarnaast spreken bewoners in de [adres 2] van een knal tussen 19:10 uur en 19:20 uur, respectievelijk tussen 19:00 uur en 19:30 uur.
De vervoersbewegingen van de auto van de werkgever van verdachte (Volkswagen Caddy)
De werkgever van verdachte heeft de verbalisanten een afschrift gegeven van de track & trace van het voertuig dat verdachte in gebruik had op 19 juni 2020. Hierop constateren de verbalisanten dat het voertuig om 18.57 uur zich verplaatst vanaf [adres 4]
naar de [adres 5] en daar om 19.07 uur aankomt. Om 19.09 uur wordt het voertuig verplaatst van de [adres 5] naar de [adres 3] waar deze om 19.14 uur aankomt. Die dag wordt het voertuig niet meer verplaatst.
Het onderzoek mobiele telefoon
De mobiele telefoon van verdachte is door de politie onderzocht. Uit de analyse van de historische telefoongegevens van deze telefoon blijkt dat deze telefoon op 19 juni 2020 peilde onder de zendmast [locatie 1] . Dit gebeurde op de tijdstippen tussen 19:11:23 uur (inkomend contact) en 19:32:35 uur (uitgaand contact). De [adres 2] waar de poging overval op 19 juni 2020 heeft plaatsgevonden valt onder het bereik van de mast [locatie 1] .
De zoekvragen ‘bivakmuts’
In de database Webhistory van de telefoon van verdachte is op 1 mei 2020 van 19:04:26 uur tot en met 19:07:20 uur, via Google en Marktplaats, gezocht met de zoekvraag “Bivakmuts”. Deze zoekvragen zijn later handmatig verwijderd.
De foto van de revolvers
In de database Timeline van de telefoon van verdachte is een foto te zien die op 19 juni 2020 te 19:10:48 uur is gemaakt. Op deze foto zijn op de bijrijdersstoel van een personenauto twee revolvers te zien. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij deze foto op dat tijdstip in de Volkswagen Caddy van zijn werkgever heeft gemaakt. Deze auto heeft hij vervolgens op 19.14 uur geparkeerd aan de [adres 3] .
Het signalement
Terwijl aangeefster met een buurjongen stond te praten reed de dader in de zwarte Volkswagen Golf voorbij. Hij had de bivakmuts nog op. Niet veel later reed de auto opnieuw voorbij. De bestuurder had geen bivakmuts meer op. De bestuurder was niet zo groot, ongeveer 1.70 m., iets licht getint, kort donker haar, een korte, volgroeide baard en een slank postuur. Dit signalement dat door de getuige [getuige 1] is gegeven komt overeen met het signalement van verdachte.
De overwegingen
Verdachte heeft op 19 juni 2020 om 19:14 uur de Volkswagen Caddy van zijn werk op de [adres 3] geparkeerd. De Volkswagen Golf met kentekennummer [kenteken 2] stond op die datum ook in de buurt van de [adres 3] geparkeerd. Bevraging (via Google Maps) van het betreffende gebied leert dat de [adres 3] op ongeveer negen minuten rijafstand ligt van de [adres 2] . Het verweer van de raadsman dat verdachte niet vóór 19:30 uur op de plaats van de overval kan zijn geweest wordt dan ook door de rechtbank verworpen.
De knal die door buurtbewoners tussen 19:00 uur en 19:30 uur is gehoord, was afkomstig van het op een vuurwapen gelijkend voorwerp dat is afgegaan in de worsteling tussen aangeefster en de overvaller. Dat verdachte op 19 juni 2020 ook de beschikking had over een vuurwapen blijkt uit de foto die is gemaakt kort voor de woningoverval en die in zijn telefoon is aangetroffen. De vuurwapendeskundige heeft verklaard dat deze wapens mogelijk gasrevolvers zijn. Dit wordt ondersteund door het feit dat op de plaats delict geen kogelinslag is aangetroffen. De revolvers zijn voor afdreiging geschikt en kunnen worden omgebouwd tot scherpe vuurwapens.
Conclusie
Op grond van het voorgaande feiten en omstandigheden – in onderling verband en samenhang bezien – concludeert de rechtbank dat verdachte zich op 19 juni 2020 om 19.14 uur bevond op 9 minuten rijafstand van de plaats delict, terwijl hij de beschikking had over op vuurwapen gelijkende voorwerpen en de beschikking had over de auto die in de omschrijvingen zeer sterk gelijkt op de auto van de dader, waarbij het kenteken op een cijfer na overeenkomt, een en ander terwijl en het signalement van de dader overeenkomt met het signalement van verdachte. Op de plaats delict, waar de overval omstreeks 19.30 uur plaatsvond, is een halsketting van de dader afgerukt waarop een DNA-spoor is aangetroffen dat met een zeer hoge graad van waarschijnlijkheid van verdachte afkomstig is.
Hiertegenover heeft de verdediging een alternatief scenario gesteld. De rechtbank overweegt hierover het volgende.
De verdediging heeft een alternatief scenario geschetst met als kern dat het DNA van verdachte op de ketting is gekomen omdat het zijn ketting is, maar dat deze in 2019 is gestolen bij een woninginbraak bij de moeder van verdachte. Dit scenario kan niet op voorhand al ongeloofwaardig terzijde kan worden gesteld, maar kan wel als onwaarschijnlijk worden aangemerkt. Naast het resultaat van het DNA-onderzoek, waar sprake is van een onvolledig DNA-profiel, spelen uiteenlopende aspecten een rol voor de aannemelijkheid van het alternatieve scenario.
Zo bevatten de verklaringen van verdachte diverse inconsistenties, die moeilijk te plaatsen zijn. Op 2 november 2020 verklaart hij (bladzijde 134) dat hij zijn gouden ketting is verloren. Op de vraag wanneer verdachte die ketting is verloren antwoordt verdachte “Lang geleden. Ik rijd weleens motor en onderweg zou gevallen kunnen zijn. Kan lopend zijn.” Aan hem wordt vervolgens een foto getoond van de ketting die door de overvaller is verloren. Verdachte verklaart “Het is niet zo heel duidelijk die foto maar het kan wel.” Op inhoudelijke vragen heeft verdachte zich op zijn zwijgrecht beroepen.
Op 3 november 2020 verklaart verdachte: “Ik heb de hele nacht zitten denken over de ketting hoe deze daar terecht is gekomen. Deze ketting is weggenomen bij mijn moeders huis in 2019. Hier was destijds ingebroken. Hier is toen goud weggenomen van mij en mijn moeder.” en “Hier hebben we destijds aangifte van gedaan.” Verdachte verklaart verder: “Ik ben nu bang dat iemand mij wil naaien.” Ook op de zitting op 1 maart 2021 en op 27 mei 2021 heeft verdachte verklaard over hoe het mogelijk is dat zijn DNA-materiaal op de ketting is aangetroffen die door de overvaller op 19 juni 2020 is verloren.
Op grond van de verklaringen van verdachte kan dan ook worden vastgesteld dat de gouden ketting van verdachte is. Dat er in 2019 een inbraak is geweest in de woning van zijn moeder waarbij sieraden zijn gestolen lijkt te kloppen. Uit de aangifte van deze woninginbraak blijkt echter niet dat de ketting van verdachte is gestolen. Verdachte heeft ter onderbouwing van de stelling dat de ketting die de overvaller op 19 juni 2020 heeft verloren de gestolen ketting van verdachte betreft, verwezen naar een door zijn voormalig raadsman per mail van 18 november 2020 in het geding gebrachte lijst van gestolen goederen. Op die lijst staat onder de naam van verdachte wel een ketting genoemd, maar daarbij wordt de omschrijving ‘Ketting Cartier 21K 13.820’ genoemd. Cartier is een Frans juweliershuis. De ketting die op de plaats delict is aangetroffen is een gouden ketting van 21 karaat van ISTOR. ISTOR is een goudhandel/-fabrikant in Turkije. Door verdachte is over dit verschil geen verklaring gegeven. Onder deze omstandigheden acht de rechtbank het alternatief scenario niet aannemelijk.
Nu er geen andere aannemelijke verklaring is gegeven voor de omstandigheid dat de ketting van verdachte is aangetroffen na de poging tot woningoverval op 19 juni 2020 kan -in het licht van vorenstaande feiten en omstandigheden en de daaraan verbonden conclusie- het niet anders zijn dan dat verdachte degene was die heeft geprobeerd om deze woningoverval te plegen.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het primair tenlastegelegde feit heeft begaan.
4.5
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het primair tenlastegelegde feit heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op
of omstreeks19 juni 2020, in de gemeente Hengelo (O),
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en
/ofbedreiging met geweld
(een
)perso
(o
)n
(en), genaamd [slachtoffer] , te dwingen tot de afgifte van geld en/of goederen, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer] en/of (haar echtgenoot)
[echtgenoot slachtoffer] ,
- zich - voorzien van een geheel of gedeeltelijk over/voor zijn hoofd/gezicht getrokken (bivak)muts, en voorzien van een
pistool, althans eenop een vuurwapen gelijkend voorwerp, naar/in de richting van de woning van die [slachtoffer] (gelegen aan de [adres 2] ) heeft begeven,
-
(vervolgens
)bij voornoemde woning heeft aangebeld,
-
(vervolgens
)– nadat die [slachtoffer] de voordeur had geopend – (direct)
een pistool,
althanseen op een vuurwapen gelijkend voorwerp op die [slachtoffer] heeft gericht
en
/of
-
(vervolgens
) (daarbij)die voordeur
(met kracht
)heeft open geduwd/open
gedrukt,
- waarbij die [slachtoffer] (krachtig) heeft terug geduwd/gedrukt en er (krachtig) over
en weer is geduwd/gedrukt, en waarbij die [slachtoffer] de (bivak)muts en
/ofkleding
en ketting van verdachte heeft kapot getrokken en
/of(waarbij) – tijdens de
schermutseling – (door verdachte) een schot is gelost -,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 45 en 317 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
het misdrijf:
poging tot afpersing.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor het bewezenverklaarde feit.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan verdachte een gevangenisstraf op te leggen voor de duur van vijf jaren.
7.2
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij het volgende van belang.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een poging tot een (gewapende) overval op de woning waar een bejaarde vrouw van tachtig jaar oud woont met haar echtgenoot en zoon.
Verdachte is een bekende van de zoon van het slachtoffer. Hij heeft in het verleden voor hem gewerkt. Verdachte heeft bij de deur van de woning in Hengelo aangebeld. Verdachte had een bivakmuts over zijn gezicht getrokken. Nadat het slachtoffer de toegangsdeur van de woning had geopend heeft verdachte een op een vuurwapen gelijkend voorwerp op haar gericht. Het slachtoffer kon niet om hulp schreeuwen, maar zij heeft wel geprobeerd om verdachte weg te duwen. Verdachte heeft tegen de toegangsdeur geduwd en hij heeft geprobeerd om de woning binnen te dringen. Dit is niet gelukt omdat het slachtoffer hem met twee handen van zich heeft afgeduwd en de bivakmuts naar beneden heeft getrokken. Ook heeft zij aan zijn shirt getrokken. Hierbij is de ketting van verdachte kapot getrokken en op de grond gevallen. Tijdens de schermutseling is een schot gevallen.
De rechtbank overweegt dat het voor het slachtoffer een zeer traumatische ervaring moet zijn geweest dat op deze wijze is geprobeerd om haar in haar eigen woning te overvallen. Verdachte heeft zich geen rekenschap gegeven van de traumatische gevolgen van zijn daad voor het slachtoffer. De rechtbank rekent verdachte dit alles zwaar aan. Verdachte heeft geen enkele verantwoordelijkheid genomen. Integendeel, verdachte zou volgens zijn eigen verklaring door anderen een loer worden gedraaid.
Blijkens een op zijn naam gesteld uittreksel justitiële documentatie is verdachte in het verleden (door de kinderrechter) veroordeeld voor handelen in strijd met de Wet wapens en munitie en voor vermogensdelicten.
De rechtbank heeft kennisgenomen van een advies indicatieoverleg van het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en psychologie van 12 november 2020. Uit de stukken komen geen aanwijzingen naar voren dat bij verdachte sprake is van een psychische stoornis.
Reclassering Nederland heeft een rapport over verdachte opgemaakt d.d. 27 januari 2021.
Hieruit blijkt dat verdachte zijn leven voor zijn arrestatie op orde leek te hebben met stabiele huisvesting en werk. Er zijn geen aanwijzingen voor problemen op psychosociaal vlak of middelengebruik. Zijn laatste justitiecontact dateert van 7 jaar geleden. Een eventueel financieel motief wordt door betrokkene ontkent. Er zijn geen tekorten gesignaleerd op cognitief vlak of een tekort aan vaardigheden in het oplossen van (interpersoonlijke)
problemen. Verdachte geeft aan geen problemen op de leefgebieden te hebben, hij omschrijft zich als een hardwerkende jongeman die onterecht vast zit. Het is vanwege zijn ontkenning niet mogelijk een verband te leggen tussen het delictgedrag en eventuele risicofactoren.
Bij de strafoplegging zoekt de rechtbank aansluiting bij de oriëntatiepunten voor straftoemeting van het LOVS (Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht). Voor een voltooide woningoverval geldt, wanneer er licht geweld en/of bedreiging wordt toegepast, als oriëntatiepunt een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van drie jaren. Voor een voltooide woningoverval met ander geweld schrijft het LOVS een gevangenisstraf van vijf jaren voor. Het bewezenverklaarde is geen voltooid delict maar een poging tot afpersing, zodat het maximum van de hoofdstraf hierop met een derde wordt verminderd.
Als strafverzwarende omstandigheden bij het bewezenverklaarde merkt de rechtbank aan het planmatige karakter van de poging tot woningoverval, dat het een kwetsbaar slachtoffer betreft, dat verdachte zich heeft verhuld in een bivakmuts, dat verdachte een op een vuurwapen gelijkend voorwerp heeft gebruikt en dat hij fysiek geweld heeft gebruikt tegen het slachtoffer.
Alles overwegende is de rechtbank van oordeel dat niet anders kan worden gereageerd dan met de oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Op grond van het voorgaande acht de rechtbank oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van drie jaren, met aftrek van voorarrest passend en geboden.

8.De schade van benadeelden

8.1
De vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van
€ 4.889,-- te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- plaatsing tijdelijke camera € 139,--;
- plaatsing in de toekomst van twee extra camera’s à € 1.250,--.
Wegens immateriële schade wordt een bedrag van € 3.500,-- gevorderd.
8.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat de gevorderde materiële schade van
€ 139,-- voor het plaatsen van een tijdelijke camera kan worden toegewezen. Ook de gevorderde immateriële schade is voor toewijzing vatbaar. Voor het overige dient de benadeelde partij niet-ontvankelijk te worden verklaard in de vordering. Dat deel van de vordering kan slecht bij de civiele rechter worden aangebracht.
8.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft gelet op de door hem bepleite vrijspraak, aangevoerd dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk moet worden verklaard in de vordering.
8.4
Het oordeel van de rechtbank
Materieel
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is niet komen vast te staan dat verdachte door het bewezen verklaarde feit rechtstreeks materiële schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. Het causaal verband ontbreekt in dit geval. Het deel van de vordering dat ziet op vergoeding van materiële schade zal om die reden worden afgewezen.
Immaterieel
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het bewezenverklaarde feit rechtstreeks immateriële schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. De opgevoerde schadepost is voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde daarom toewijzen, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop het strafbare feit is gepleegd.
8.5
De schadevergoedingsmaatregel
De officier van justitie heeft gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het is toegebracht.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de artikelen 36f, 45 en 317 Sr.

10.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
het misdrijf:
poging tot afpersing;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder primair bewezenverklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) jaren;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
schadevergoeding
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer] van een bedrag van
€ 3.500,-- (te vermeerderen met de wettelijke rente over voornoemd bedrag vanaf 19 juni 2020 tot aan de dag van volledige betaling) ter vergoeding van immateriële schade;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het primair bewezenverklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 3.500,--,te vermeerderen met de wettelijke rente over voornoemd bedrag vanaf 19 juni 2020 tot aan de dag van volledige betaling ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 45 dagen kan worden toegepast, (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan). Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- wijst af de vordering van de benadeelde partij voor het meer of anders gevorderde (materiële schade van € 1.389,--).
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Wentink, voorzitter, mr. H. Stam en mr. J. Faber, rechters, in tegenwoordigheid van S. Wongsokerto, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 10 juni 20201.
Buiten staat
Mr. Faber is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland met nummer 2020281623. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] , pagina’s 19 tot en met 21, voor zover inhoudend als de verklaring van aangeefster, zakelijk weergegeven:
Op 19 juni 2020 was ik thuis samen met mijn echtgenoot in onze woning op het adres [adres 2] . De bel ging tussen 19.00 uur en 20.00 uur denk ik. Ik ben naar de voordeur gegaan en ik deed de deur open. Ik zag een gestrekte arm met een pistool op mij gericht. Ik liet de deur los en ik probeerde hem weg te duwen. Het ging om een man die het pistool vasthield. De man had geen borsten. Hij was helemaal plat van voren. Hij droeg een wit shirt. Hij had geen jas aan, ik zag blote armen. De man droeg een bivakmuts over zijn hoofd. Ik denk dat de man ongeveer dezelfde lengte heeft als ik. Ik ben iets van 177 cm.
Ik zag de loop en het begon meteen al met duwen en trekken. Ik zag alleen een klein pistool. Ik probeerde hem weg te duwen, maar dat lukte niet want hij was veel sterker. Hij stond met 1 voet al in de deuropening. Ik heb de man met twee handen van mij weggedrukt en toen kwam hij weer op me af. Hij hield het pistool steeds met 1 hand vast en hij duwde mij met 1 hand naar achteren en ik heb hem met twee handen van mij afgeduwd. Toen heb ik zijn muts naar beneden getrokken. Ter hoogte van de mond heb ik zijn muts naar beneden getrokken. Zelfs zijn shirt ging hierdoor kapot. Ik nam ook een stukje ketting van hem mee en die viel op de grond. De ketting ging dus ook stuk. Toen de ketting op de grond viel is de man weggerend. Tijdens de schermutseling is er een schot gevallen.
2.
Het overzicht proces-verbaal, pagina 12, voor zover inhoudende het relaas van de verbalisant met betrekking tot de hiervoor onder 1 vermelde aangifte, zakelijk weergegeven:
Door mij verbalisant wordt opgemerkt dat de aangeefster had gezegd dat de overvaller ongeveer even lang was als zij zelf. Aangeefster verklaarde dat zij zelf 1.77 meter lang zou zijn. Dit is niet correct. Navraag bij de dochter van de aangeefster leerde dat aangeefster ongeveer 1.57 meter lang zou zijn.
3.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [echtgenoot slachtoffer] , pagina’s 87 en 88, voor zover inhoudend als de verklaring van de getuige, zakelijk weergegeven:
Op 19 juni 2020 was ik in de achtertuin. Plotseling hoorde ik een harde knal. Ik ben naar binnen gelopen. Ik zag dat een persoon hard langs het keukenraam rende. Ik denk dat het een man was gezien het postuur. Ik zag dat hij een masker/bivakmuts over zijn hoofd droeg. Ik zag dat mijn vrouw in dezelfde richting als die onbekende man met masker. Ik hoorde mijn vrouw wel roepen; "Hij is weg. Hij is ervan door". Ik zag dat direct een jongeman bij mijn vrouw kwam staan. Hij vertelde dat de man met het masker weg was. Na een kort moment, 1 a 2 minuten, vertelde die jongeman dat de overvaller met de auto stopte op de kruising [kruising] . Ik hoorde dat die jongen tegen ons zei: "Dat is de auto met de overvaller.” Ik zag dat de auto stilstond op de kruising. Ik zag dat het een Volkswagen was. In ieder geval een klein model auto. De kleur was zwart. Ik zag dat alleen de bestuurder in de auto zat. De auto reed toen verder de Stadionlaan op in de richting Kuipersdijk. Na een paar minuten zag ik dat diezelfde auto weer terug kwam rijden. Ik zag dat die auto vanuit de richting Kuipersdijk kwam rijden. Ik zag dat die auto opnieuw stopte op de kruising [kruising] . Ik zag dat de bestuurder in de auto zat. Ik heb maar 1 persoon in de auto gezien. Ik zag wel dat het een man was. Hij droeg geen masker. Hierop reed hij weg in de richting van de Twekkelerweg. Toen die man/overvaller in de auto zat zag ik dat hij een getinte huidskleur had. Ik schat dat die man 25 a 30 jaar oud was.
4.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] , pagina’s 90 en 91, voor zover inhoudend als de verklaring van de getuige, zakelijk weergegeven:
Op 19 juni 2020, aan het begin van de avond, liep ik over de Stadionlaan te komende uit de richting van het Apolloplein en gaande in de richting van de Platostraat te Hengelo. Toen ik de Socratesstraat voorbij was aan de rechterzijde, trok iets mijn aandacht. Ik zag dat bij de voordeur van de [adres 2] iemand stond, geheel in donkere kleding. Ik zag dat deze persoon een bivakmuts droeg. In de voordeur zag ik een persoon staan, de voordeur was niet geheel open. Ik zag dat de persoon bezig was de deur te sluiten. Ik zag dat de persoon in de donkere kleding zijn rechterarm strekte en deze, met iets in zijn hand, richtte in op de persoon. Ik zag dat de persoon de deur sloot. Tegelijkertijd hoor ik een knal. Ik zag dat de persoon wegrende in de richting van de Spartalaan. Aan de rechterzijde van de [adres 2] zijn parkeervlakken gelegen. Ik zag dat de persoon naar een auto rende welke op een van deze parkeervakken stond geparkeerd. Ik zag dat hij aan de bestuurderszijde instapte en vervolgens wegreed in de richting van de Twekkelerweg te Hengelo. Het kenteken begon met [cijfers] , het betrof een Nederlandse kentekenplaat. Het betrof een zwarte Volkswagen Polo of een zwarte Volkswagen Golf. Ondertussen liep ik in de richting van de woning. Ik zag dat een vrouw via de voordeur naar buiten kwam en ik zag dat een man via de achterzijde naar de voorzijde liep. De mevrouw was kennelijk erg geschrokken en kwam moeilijk uit haar woorden. Ook gaf ze aan iets met een ketting en beeldde uit dat er een ketting was getrokken en aan een shirt was getrokken. Terwijl ik daar stond te praten, zag ik de bewuste auto over de Stadionlaan rijden, komende uit de richting van de Platostraat en gaande in de richting van het Apolloplein. Ik zag dat de bestuurder de bivakmuts nog ophad. Niet veel later reed de auto opnieuw voorbij, komende uit de richting van het de Apolloplein en gaande in de richting van de Platostraat. Ik zag dat hij toen de bivakmuts niet op had.
De man was naar mijn mening niet zo groot, ongeveer 1.70m.,
- Iets licht getint
- kort donker haar
- Een korte, volgroeide baard
- Slank postuur
5.
Het proces-verbaal van buurtonderzoek, pagina 22, voor zover inhoudend als relaas van de verbalisanten, zakelijk weergegeven
Naar aanleiding van een poging woningoverval, is door ons verbalisanten ter plaatse een buurtonderzoek ingesteld. De bevindingen hiervan hebben wij hieronder schematisch
genoteerd.
[straat] .
Perceelnummer 1: knal gehoord gelijkend op vuurwerk, rond 19:30 uur.
Perceelnummer 11: Zelf niets gezien, maar de vrouw des huizes heeft rond 19:30 uur knallen gehoord.
[adres 2] .
Perceelnummer 2: een knal gehoord rond 19:10 uur en 19:20 uur
Perceelnummer 4: een knal gehoord tussen 19:00 uur en 19:30 uur
6.
Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 92, voor zover inhoudend als relaas van de verbalisant, zakelijk weergegeven:
Ik, verbalisant was op 19 juni 2020 omstreeks 20:30 uur ter plaatse aan de [adres 2] . Omstreeks 20:30 uur kwam er een man naar mij toelopen die mij opgaf te zijn [getuige 2] . Ik hoorde vervolgens dat de man vertelde dat hij zojuist gezien had hoe een onbekend persoon met bivakmuts bij perceelnummer [perceelnummer] aanbelde en vervolgens een schot loste. Ik hoorde de man zeggen dat hij vervolgens de deur dicht zag gaan en een persoon weg zag rennen in de richting van de Spartalaan. Ik hoorde dat de man zei dat de persoon die wegrende even uit zijn zicht was omdat een container het zicht belemmerde. Ik hoorde dat de man zei dat hij vervolgens een zwarte golf, voorzien van het kenteken [kenteken 1] , meermaals met hoge snelheid door de buurt zag rijden om vervolgens in de richting van de Kuipersdijk weg te gaan.
7.
Het proces-verbaal van forensisch onderzoek plaats delict ( [adres 2] ) en de daarbij gevoegde fotobijlage, pagina’s 28 tot en met 37, voor zover inhoudend als relaas van de verbalisanten, zakelijk weergegeven:
Wij, verbalisanten, Van [verbalisant 1] en [verbalisant 2] kwamen op 19 juni 2020 omstreeks 21:50 uur aan op de locatie [adres 2] , 7552 TJ Hengelo.
Wij kregen van de collega's ter plaatse een Safety Bag overhandigd. Wij zagen dat zich in
deze zak een goudkleurige ketting bevond. Ik, verbalisant [verbalisant 2] , hoorde de collega vertellen dat deze ketting alleen door het slachtoffer was vastgehouden en niet door andere personen was aangeraakt. Ik, verbalisant van [verbalisant 1] , heb, in verband met het veilig opslaan van de ketting, onderzoek gedaan naar de eventuele waarde. Ik zag daarbij dat verschillende delen van de sluiting aanwezig zijn, maar dat mogelijk één of meerdere verbindingsschakels ontbreken.
Op de sluiting van de ketting zijn de volgende tekens aangebracht:
- 21 k Dit staat voor 21 karaat
- ISTOR Dit is een goudhandel/-fabrikant uit Turkije
Het gewicht van de ketting is door mij bepaald op een geijkte weegschaal terwijl de
ketting zich in de zak bevond. De ketting woog circa 15,25 gram. Volgens de geldende
dagkoers brengt 21 karaats goud circa 39,50 euro per gram op. De ketting zou dus ongeveer 600 euro waard zijn als deze echt is.
sporendrager
goednummer PL0600-2020281623-2289914
SIN AAMW1252NL
Object : Ketting Goudkleurig
8.
Een deskundigenrapportage Forensisch DNA-onderzoek, van The Maastricht Forensich Institute, opgemaakt door dr. P.J. Herbergs, pagina’s 82 tot en met 84, voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven:
Dit rapport betreft onderzoek aan een aanvullende bemonstering van een halsketting.
Overzicht profiel met DNA-identiteitszegel [nummer 1]
Van het onderzoeksmateriaal, zoals vermeld in tabel 1, dient indien mogelijk celmateriaal te worden afgenomen en DNA-onderzoek te worden verricht aan de bemonsteringen. De verkregen DNA- profielen moeten onderling worden vergeleken. De DNA-profielen van het sporenmateriaal van onbekenden en verdachten dienen te worden opgenomen in de Nederlandse DNA-databank voor strafzaken.
Tabel 1 -Ontvangen sporenmateriaal
SIN-nummer Beschrijving item
AAMW1252NL Halsketting
De halsketting is volledig bemonsterd met een wattenstaafje (AAMW1252NL#02).
Het DNA-profiel opgesteld van de bemonstering halsketting AAMW1252NL#02 is op 08 oktober 2020 eenmalig vergeleken met de DNA-profielen van personen die zijn opgenomen in de Nederlandse DNA-databank voor strafzaken. Hierbij is een match gevonden met het DNA-profiel van [verdachte] ( [nummer 1] ), geboren op [geboortedatum 1] 1996 ( [nummer 2] ).
Tabel 2 - Resultaat van het DNA-onderzoek
Bemonstering: Halsketting, volledig, AAMW1252NL#02
DNA-profiel :Onvolledig DNA-profiel van een man.
Er is een gering aantal, zwak aanwezige, additionele DNA-kenmerken aangetoond. Deze zijn niet geschikt voor vergelijkend DNA-onderzoek.
Mogelijke donor van celmateriaal:
[verdachte] kan donor zijn van celmateriaal.
De aangetoonde DNA-profielen zijn complex vanwege het aantal donoren en/of omdat niet alle DNA-kenmerken aangetoond zijn van alle donoren van celmateriaal in de betreffende bemonstering.
Om een uitspraak te doen over het mogelijke donorschap van celmateriaal van [verdachte] in de bemonstering halsketting volledig AAMW1252NL#02 is de likelihood-ratio (LR) methode toegepast. Daarbij worden de resultaten bezien in het licht van twee, elkaar uitsluitende hypothesen.
Hypothese 1: de bemonstering van het spoor bevat DNA van [verdachte] .
Hypothese 2: de bemonstering van het spoor bevat DNA van een onbekende, niet verwante
persoon.
De resultaten van het onderzoek zijn extreem veel waarschijnlijker wanneer hypothese 1 juist is dan wanneer hypothese 2 juist is.
likelihood ratio intervalExtreem veel waarschijnlijker >1.000.000.
9.
De verklaring van verdachte ter terechtzitting op 1 maart 2021, voor zover inhoudend:
De zoon van de mensen die overvallen zijn ken ik omdat ik lang geleden voor hem gewerkt heb in een restaurant. De ketting die bij deze mensen is gevonden en die blijkbaar van de dader afkomstig is, is in 2019 bij een inbraak in de woning van mij en mijn moeder weggenomen.
10.
Het proces-verbaal van verhoor van verdachte bevindingen, pagina’s 140, voor zover inhoudende als verklaring van verdachte, zakelijk weergegeven
Ik heb de hele nacht zitten denken over de ketting hoe deze daar terecht is gekomen. Deze
ketting is weggenomen bij mijn moeders huis in 2019. Hier was destijds ingebroken. Hier is toen goud weggenomen van mij en mijn moeder. Hier hebben we destijds aangifte van gedaan. Als iemand goud steelt, doen ze ook vaak andere dingen. Ik weet het wel bijna zeker. Ik ben nu bang dat iemand mij wil naaien. Omdat hij deze heeft gepakt en dit nu wil doen.
V: We willen je een foto tonen van een telefoon. (Bijlage 1 en 2) Herken je deze telefoon?
A: Ja. Deze is van mij.
O: Deze telefoon, een Iphone, hebben wij in beslag genomen.
V: Waar denk je dat we de telefoon gevonden hebben?
A: Waar ik ben aangehouden. Bij mijn moeders huis. Buiten.
11.
De verklaring van verdachte ter terechtzitting op 27 mei 2021, voor zover inhoudend,-zakelijk weergegeven:
Ik woon bij mijn moeder aan de [adres 3] . De zwarte Volkswagen Golf is van mijn vader. Mijn broer en ik gebruiken deze auto. De auto stond op 19 juni 2020 net als de Volkswagen Caddy, die ik voor mijn werk gebruik, vlakbij de woning van mijn moeder aan de [adres 3] geparkeerd.
De op mijn telefoon aangetroffen foto van vuurwapens heb ik inderdaad om 19.10 uur in de Volkswagen Caddy van mijn werkgever gemaakt. Het klopt dat ik deze auto vervolgens om 19.14 uur heb geparkeerd aan de [adres 3] .
12.
Het proces-verbaal van bevindingen, pagina’s 54 en 55, voor zover inhoudend als relaas van de verbalisant, zakelijk weergegeven:
Op 19 juni 2020 vond ertussen 19.00 uur en 20.00 uur een poging diefstal met geweld dan wel poging afpersing plaats aan de [adres 2] .
[verdachte] heeft antecedenten op het gebied van vermogens delicten. Het signalement van [verdachte] komt overeen met het signalement dat door getuige [getuige 1] werd genoemd. Uit de politie systemen bleek dat [verdachte] gebruik zou maken van het nummer [telefoonnummer 1] . Tevens bleek dat het nummer [telefoonnummer 1] na CIOT bevraging op naam te staan van [verdachte] , [adres 1] .
Opvragen historische verkeersgegevens [telefoonnummer 1]
In verband met het bovenstaande werden de historische verkeersgegeven van het nummer [telefoonnummer 1] opgevraagd over de periode van 01-02-2020 00.00 uur tot en met 06-07-2020 te 23.59 uur.
Analyse historische verkeersgegevens [telefoonnummer 1]
Op 19 juni 2020 voor 19.00 uur peilt het nummer [telefoonnummer 1] om 18.43.55 uur onder de mast Westerval te Enschede. Er wordt 51 seconden uitgebeld naar het nummer [telefoonnummer 2] . Het nummer [telefoonnummer 2] staat volgens CIOT op naam van [bedrijf] .
Op 19 juni 2020 peilt het nummer [telefoonnummer 1] op de volgende tijdstippen onder de mast
[locatie 1] :
19.11.23 uur inkomend contact van [telefoonnummer 3] duur 26 seconden
19.12.06 uur dataverkeer
19.32.35 uur uitgaand contact naar het nummer [telefoonnummer 4] duur 16 seconden
De [adres 2] waar de poging overval heeft plaatsgevonden, valt onder het bereik van de mast [locatie 1] .
Het nummer [telefoonnummer 1] peilt in de opgevraagde periode het meest onder de mast [locatie 2] . Het adres [adres 1] , waar [verdachte] woont, valt onder het bereik van mast [locatie 2] .
13.
Een geschrift te weten een uitdraai uit het RDW register, pagina 39, voor zover inhhoudend:
Kenteken : [kenteken 2]
Merk :Volkswagen
Type : Golf
Keur : zwart
Kentekenhouder: [naam] , geboren op [geboortedatum 2]
Adres : [adres 1]
14.
Het proces-verbaal van bevindingen, pagina’s 56 en 57, voor zover inhoudend als relaas van de verbalisant, zakelijk weergegeven:
Op 2 november 2020 vond de aanhouding plaats van de verdachte [verdachte] , geboren op [geboortedatum 1] 1996 te [geboorteplaats] (Irak). In de directe nabijheid van de plaats aanhouding werd een mobiele telefoon aangetroffen. Vermoedelijk werd deze door de verdachte tijdens de aanhouding verloren, danwel weggegooid. De telefoon betreft een Apple IPhone X, IMEInummer [IMEI-nummer] . Laatst gebruikte simkaart met telefoonnummer [telefoonnummer 1] . De verdachte wenste niet mee te werken aan het verkrijgen van de ontgrendelingscode voor deze telefoon. Derhalve werd de data middels een destructief onderzoek aan de telefoon veiliggesteld. Deze data werd door mij, verbalisant, met de daarvoor bestemde programmatuur, onderzocht in relatie tot het gepleegde strafbare feit. Hierbij werd het navolgende bevonden.
In de database Webhistory werd op 1 mei 2020 van 19:04:26 uur tot en met 19:07:20 uur, via Google en Marktplaats, gezocht met de zoekvraag “Bivakmuts”. Deze zoekvragen werden later handmatig verwijderd. Zie nader bijlage 1.
In de database Timeline is te zien dat er op 19 juni 2020 te 19:10:48 uur een foto wordt gemaakt. Op deze foto zijn op de bijrijdersstoel in een personenauto twee revolvers te zien die liggen op een fleecejack met de kleuren van PostNL. De verdachte [verdachte] is in het bezit van werkkleding van PostNL om dat hij hier via een pakketbezorgdienst werkzaam voor is. Tevens is de verdachte [verdachte] in het bezit van een Volkswagen Golf. De bekleding van de bijrijdersstoel is gelijk aan de bekleding van een Volkswagen Golf van het bouwjaar dat verdachte [verdachte] in zijn bezit heeft. Bij deze foto staan locatiegegevens.
Na onderzoek bleek dat deze foto werd gemaakt aan de [adres 5] , ter hoogte van de aldaar aanwezige voetbalvelden. Zie nader bijlage 2.
Een foto van de App Telegram waarop afgebeeld een zilver/grijs kleurige revolver met een bruinkleurige handgreep. In deze handgreep staan de letters RG. Deze revolver is sterk gelijkend op de bovenste revolver die op de bijrijdersplaats van de auto op een PostNL jack ligt. (Bijlage 2)
15.
Het proces-verbaal van bevindingen, pagina’s 101 tot en met 102, voor zover inhoudend als relaas van de verbalisanten, zakelijk weergegeven:
Wij, verbalisanten, [verbalisant 3] en [verbalisant 4] hoorden de getuige:
Voornamen: [getuige 3]
Achternaam: [getuige 3]
Geboortedatum: [geboortedatum 3]
Tijdens dit verhoor gaf de getuige aan dat hij kon zien dat [verdachte] voor hem had gewerkt op 19 juni 2020 . [verdachte] maakt die dag gebruik van een Volkswagen Caddy, voorzien van het kenteken [kenteken 3] . De tijden die [getuige 3] in zijn verklaring noemt kon hij terug halen omdat er een trach & tace systeem in het voertuig zit. Hij liet ons in de computer zien waar [verdachte] op 19 juni 2020 had gereden en op welke straten hij had geparkeerd met de daarbij behorende tijden waarop het voertuig was gestopt en was weggereden.
[getuige 3] heeft ons een afschrift gegeven van de track & trace van het voertuig welke [verdachte] in gebruik had op 19 juni 2020. Deze wordt als bijlage toegevoegd. Hij heeft uitgelegd hoe het systeem werkt. Wij zagen dat het voertuig te 18.57 zich verplaatst vanaf [adres 4] naar de [adres 5] en daar te 19.07 uur aankomt. Te 19.09 uur wordt het voertuig verplaatst van de [adres 5] naar de [adres 3] waar deze te 19.14 uur aankomt. Die dag wordt het voertuig niet meer verplaatst.
In eerder opgemaakt proces-verbaal 39 werd vastgesteld dat er een foto van twee revolvers was gemaakt op de Sportlaan te Hengelo op 19 juni 2020 te 19:10:48 uur met de telefoon waarvan [verdachte] en heeft verklaard dat hij deze in gebruik had. Betreft een Apple IPhone X IMEInummer [IMEI-nummer] . Laatst gebruikte simkaart met telefoonnummer [telefoonnummer 1] . Door mij [verbalisant 4] is een foto gemaakt van de bekleding van de stoel van de Volkswagen Caddy voorzien van het kenteken [kenteken 3] waar [verdachte] op 19 juni 2020 gebruik van heeft gemaakt. Ik zag dat de bekleding van deze stoel overeen kwam met de bekleding van de foto waar de revolvers op staan.
16. Het relaas proces-verbaal, pagina 9, voor zover inhoudend:
Bedoelde foto met daarop 2 afgebeelde revolvers, zijn door mij verbalisant [verbalisant 4] , getoond aan de brigadier van politie tevens vuurwapendeskundige. Deze verklaarde dat deze revolvers mogelijk gasrevolver zou kunnen zijn. Deze revolvers zijn voor afdreiging geschikt en kunnen worden omgebouwd tot scherpe vuurwapens.