Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Procesverloop
- betrokkene;
- de advocaat van betrokkene, die fysiek in de accommodatie aanwezig was om betrokkene bij te staan;
- mevrouw [A] , verpleegkundig specialist;
- mevrouw [B] , een kennis van betrokkene.
Rechtbank Overijssel
Op 10 mei 2021 heeft de Rechtbank Overijssel, locatie Almelo, een beschikking gegeven in een zaak betreffende een verzoek tot machtiging voor het verlenen van verplichte zorg op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Het verzoekschrift was ingediend door de officier van justitie en ontving de rechtbank op 28 april 2021. De mondelinge behandeling vond plaats via een videoverbinding, waarbij de betrokkene, haar advocaat, en enkele getuigen aanwezig waren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, maar dat er op dat moment geen ernstig nadeel aanwezig was dat de verlening van een zorgmachtiging rechtvaardigde. De rechtbank oordeelde dat de mogelijke risico's in de toekomst niet voldoende waren om aan de wettelijke criteria voor verplichte zorg te voldoen. De rechtbank heeft het verzoek tot machtiging tot het verlenen van verplichte zorg afgewezen, met de overweging dat er alternatieve maatregelen beschikbaar zijn voor noodsituaties. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door rechter W.M.B. Elferink, met mr. A. Albers als griffier.