Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.[A]
[B] ,
[C],
[D],
[E],
1. De procedure
- het tussenvonnis van 15 juli 2020 waarbij [X] is bevolen [D] tijdig en bij exploot op te roepen om bij de bevolen mondelinge behandeling aanwezig te zijn,
- het bericht van mr. J.J. Borst dat zij als gemachtigde van [D] samen met [D] ter zitting van 2 maart 2021 aanwezig zal zijn,
- het proces-verbaal van de meervoudig plaatsgevonden mondelinge behandeling van
2.De feiten
3.Het geschil in conventie
4.Het geschil in reconventie
5.Het geschil in het incident
6.De beoordeling
in conventie
Ik hoef niks uit de nalatenschap”.
We gaan het doen zoals opoe het zelf gewild heeft”, aldus [X] .
De communicatie met [X] verliep via zijn zoon [E] , die aan [C] meedeelde dat [X] afzag van enige aanspraak op de nalatenschap. Ook in het verleden heeft [X] altijd verklaard af te zien van de nalatenschap zodat de mededeling van [E] in lijn lag met hetgeen [X] altijd had gezegd.”. draagt daar naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende aan bij. [E] heeft zijn standpunt onvoldoende onderbouwd. Los van de omstandigheid dat [E] op dit punt geen bewijsaanbod heeft gedaan, komt de rechtbank dan ook niet toe aan bewijslevering op dit punt.