ECLI:NL:RBOVE:2021:1925

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
7 mei 2021
Publicatiedatum
12 mei 2021
Zaaknummer
C/08/254444 / ES RK 20-6306
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Erkenning van een Eritrees huwelijk en de gevolgen voor de echtscheiding

In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 7 mei 2021 uitspraak gedaan in een verzoek tot echtscheiding tussen een man van Eritrese nationaliteit en een vrouw zonder bekende woon- of verblijfplaats. De man verzocht de rechtbank om de echtscheiding uit te spreken, stellende dat het huwelijk duurzaam is ontwricht. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat er geen recent en gewaarmerkt afschrift van de huwelijksakte is overgelegd, maar wel een kopie van een kerkelijke huwelijksakte. De rechtbank heeft geconstateerd dat er onregelmatigheden in deze huwelijksakte zijn aangetroffen, maar dat dit niet uitsluit dat het huwelijk daadwerkelijk is gesloten. De rechtbank heeft vervolgens onderzocht of het huwelijk rechtsgeldig is volgens Eritrees recht en of het in Nederland kan worden erkend.

De rechtbank concludeert dat het huwelijk in Eritrea rechtsgeldig is gesloten, maar dat de erkenning in Nederland wordt onthouden op grond van artikel 10:32 BW, omdat de vrouw ten tijde van de huwelijkssluiting minderjarig was. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vrouw op het moment van het huwelijk jonger was dan achttien jaar en dat er geen bewijs is dat zij na het bereiken van deze leeftijd heeft ingestemd met de erkenning van het huwelijk. Hierdoor is de rechtbank tot de conclusie gekomen dat het huwelijk kennelijk in strijd is met de Nederlandse openbare orde.

De rechtbank heeft de man niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot echtscheiding en heeft voor recht verklaard dat erkenning aan het huwelijk tussen partijen wordt onthouden. Deze beslissing is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

locatie Zwolle
team familie- en jeugdrecht
zaaknummer: C/08/254444 / ES RK 20-6306
beschikking van 7 mei 2021
inzake
[verzoeker] ,
verder te noemen: de man,
wonende te [woonplaats] ,
verzoeker,
advocaat: mr. M.F. Kiers,
en
[belanghebbende] ,
verder te noemen: de vrouw,
zonder bekende woon- of verblijfplaats binnen en buiten Nederland,
belanghebbende.

1.Het procesverloop

De rechtbank heeft kennisgenomen van de volgende stukken:
- het verzoekschrift, met bijlagen, binnengekomen op 17 september 2020;
- het exploot van de betekening van 24 september 2020;
- de brief met bijlagen van 29 januari 2021 van mr. Kiers, binnengekomen op diezelfde datum;
- de brief met bijlagen van 22 maart 2021 van mr. Kiers, binnengekomen op 24 maart 2021;
- twee e-mailberichten van 30 maart 2021 van mr. Kiers, binnengekomen op diezelfde datum.

2.Feiten

Volgens de Basisregistratie Personen (BRP) zijn partijen [2014] te [plaats] (Eritrea) met elkaar gehuwd. De vrouw is volgens de BRP geboren op [geboortedatum]. De man heeft de Eritrese nationaliteit. Hij heeft zich op 11 augustus 2015 in Nederland gevestigd.

3.De beoordeling

De man heeft verzocht de echtscheiding tussen partijen uit te spreken. Hij heeft gesteld dat het huwelijk duurzaam is ontwricht. Indien de rechtbank tot de conclusie komt dat er geen sprake is van een rechtsgeldig huwelijk, verzoekt de man voor recht te verklaren dat er geen sprake is van een rechtsgeldig huwelijk en dat er geen sprake is van een huwelijk dat voor inschrijving vatbaar is.
Rechtsmacht en toepasselijk recht
Nu ten tijde van de indiening van het verzoekschrift de gewone verblijfplaats van de
man zich in Nederland bevond en hij daar sinds ten minste een jaar onmiddellijk voorafgaand aan die indiening verblijfplaats had, komt de Nederlandse rechter ingevolge artikel 4, lid 1, Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) juncto artikel 3, lid 1 aanhef en onder a Brussel II bis Verordening rechtsmacht toe om te oordelen over het verzoek tot echtscheiding.
Op grond van artikel 10:56, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek (BW) is Nederlands recht op het verzoek tot echtscheiding van toepassing.
Ontvankelijkheid
De rechtbank stelt vast dat in deze procedure geen recent en gewaarmerkt afschrift of uittreksel van de huwelijksakte is overgelegd. Wel heeft de man een kopie van een kerkelijke huwelijksakte overgelegd. Uit de overgelegde stukken blijkt dat de IND onregelmatigheden heeft aangetroffen in voornoemde huwelijksakte.
Naar het oordeel van de rechtbank kan op grond van de door de man overgelegde kopie van de huwelijksakte niet worden aangenomen dat het huwelijk tussen partijen is gesloten, nu er onregelmatigheden in deze huwelijksakte zijn aangetroffen. Evenwel wil dat op zichzelf niet zeggen dat het huwelijk niet zou zijn gesloten. De man heeft sinds zijn verblijf in Nederland steeds verklaard dat hij met de vrouw is gehuwd, zoals ook blijkt uit het eerste gehoor bij de IND. Daarnaast heeft de man onder ede bij de ambtenaar van de burgerlijke stand van de [gemeente] verklaard dat hij met de vrouw is gehuwd. Gelet op het voorgaande blijkt naar het oordeel van de rechtbank voldoende dat de man op gestelde dag en plaats met de vrouw is gehuwd.
De vraag die vervolgens rijst - als voorvraag in deze procedure - is of er sprake is van een rechtsgeldig huwelijk tussen partijen dat in Nederland kan worden erkend.
Op grond van het bepaalde in artikel 10:31 lid 1 BW wordt een buiten Nederland gesloten huwelijk als zodanig in Nederland erkend, als de huwelijksvoltrekking rechtsgeldig plaatsvond naar het recht waar het huwelijk is voltrokken of nadien rechtsgeldig is geworden.
Het huwelijk tussen partijen betreft een traditioneel huwelijk dat in de kerk is gesloten. De rechtbank leidt uit de beschikbare landeninformatie over Eritrea af dat een traditioneel huwelijk is gebaseerd op gewoonterecht en tot stand komt op grond van de daarbij horende traditionele riten. Traditionele huwelijken worden door de naar hun eigen regels bevoegde autoriteit voltrokken.
De rechtbank stelt voorop dat de Civil Code 2015 nog niet in werking is getreden en dat het in 1991 gepubliceerde Transitional Civil Code of Eritrea tot op heden van kracht is.
Voor de vraag wanneer sprake is van een rechtsgeldig huwelijk naar Eritrees recht zoekt de rechtbank aansluiting bij het Algemeen ambtsbericht Eritrea juni 2018 en het daarbij behorende corrigendum. Hieruit volgt dat hoewel er een wettelijke verplichting is om religieuze huwelijksaktes binnen een maand na de huwelijksvoltrekking in te schrijven in de registers van de burgerlijke stand, in de praktijk in Eritrea religieuze huwelijksaktes naast burgerlijke aktes worden geaccepteerd als rechtsgeldige documenten. Uit het ambtsbericht van oktober 2019 blijkt dat er geen aanwijzingen zijn dat op dit punt relevante wijzigingen hebben plaatsgevonden, zodat de rechtbank van de informatie in het ambtsbericht van 2018 zal uitgaan. Uit voornoemd ambtsbericht blijkt tevens dat de Transitional Civil Code of Eritrea waarin het huwelijksrecht wordt geregeld bepaalt dat de beide huwelijkspartners tenminste de leeftijd van achttien jaar bereikt dienen te hebben, maar ook dat in het geval een huwelijk op basis van het gewoonterecht is gesloten hiervan kan worden afgeweken, tenzij een van de huwelijkspartners jonger dan vijftien jaar was.
Gelet op hetgeen door de man naar voren is gebracht over de totstandkoming van het huwelijk en nu de vrouw ten tijde van het sluiten van het huwelijk zestien of zeventien jaar oud was gaat de rechtbank er vanuit dat het huwelijk in Eritrea is gesloten op de aldaar voorgeschreven wijze en dat dit huwelijk naar Eritrees recht rechtsgeldig tot stand gekomen is. Dat het huwelijk aldaar vervolgens niet is ingeschreven doet aan dit bewijsvermoeden niet af.
Vervolgens dient de rechtbank te beoordelen of het huwelijk in Nederland kan worden erkend. Op grond van artikel 10:32 onder c BW wordt, ongeacht artikel 10:31 BW, aan een buiten Nederland gesloten huwelijk erkenning onthouden, indien deze erkenning kennelijk onverenigbaar is met de openbare orde en in ieder geval indien één der echtgenoten op het tijdstip van het huwelijk niet de leeftijd van achttien jaar had bereikt, tenzij de echtgenoten op het moment dat de erkenning van het huwelijk gevraagd wordt beiden de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt. Op grond van artikel 10:32 onder e BW wordt aan een buiten Nederland gesloten huwelijk erkenning onthouden indien een van de echtgenoten op het tijdstip van de sluiting van dat huwelijk niet vrijelijk zijn toestemming tot het huwelijk had gegeven, tenzij deze uitdrukkelijk met de erkenning van het huwelijk instemt.
Gelet op de leeftijd van de vrouw ten tijde van de huwelijkssluiting en de ratio achter artikel 10:31 en 10:32 BW, toets de rechtbank op grond van artikel 10:32 sub c en sub e BW of de vrouw uitdrukkelijk met de erkenning van het huwelijk heeft ingestemd na het bereiken van de leeftijd van achttien jaar. Nu niet is gebleken dat de vrouw uitdrukkelijk met de erkenning van het huwelijk heeft ingestemd, komt de rechtbank tot de conclusie dat aan het in Eritrea gesloten huwelijk erkenning dient te worden onthouden wegens kennelijke strijd met de Nederlandse openbare orde.
De rechtbank begrijpt dat de man subsidiair verzoekt om voor recht te verklaren dat erkenning aan het huwelijk wordt onthouden wegens kennelijke strijd met de Nederlandse openbare orde. Gelet op het voorgaande zal de rechtbank de man niet-ontvankelijk verklaren in zijn primaire verzoek tot echtscheiding en het subsidiaire verzoek van de man toewijzen.

4.De beslissing

De rechtbank:
4.1.
verklaart de man niet-ontvankelijk in het verzoek tot echtscheiding;
4.2.
verklaart voor recht dat erkenning aan het huwelijk tussen partijen wordt onthouden wegens kennelijke strijd met de Nederlandse openbare orde.
Deze beschikking is gegeven door mr. K. van Leeuwen en in het openbaar uitgesproken op
7 mei 2021 in tegenwoordigheid van mr. M.J. Jans, griffier.