ECLI:NL:RBOVE:2021:1902

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
11 mei 2021
Publicatiedatum
11 mei 2021
Zaaknummer
08-963638-18 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een man voor grootschalige heroïnehandel met een gevangenisstraf van 12 jaar

Op 11 mei 2021 heeft de Rechtbank Overijssel een 46-jarige man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 jaar voor zijn betrokkenheid bij de in- en uitvoer van grote hoeveelheden heroïne. Gedurende een jaar regelde de verdachte in totaal vijf transporten van meer dan 1000 kilo heroïne, waarbij hij steeds een leidende rol had. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte opzettelijk heroïne heeft ingevoerd, vervoerd en aanwezig heeft gehad, in strijd met de Opiumwet. De tenlastelegging omvatte onder andere de invoer van 268 kilogram heroïne in Nederland, de poging tot invoer van 658 kilogram en de export van 29 kilogram. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, ondanks zijn ontkenning, een centrale rol speelde in de drugshandel en dat zijn handelen ernstige gevolgen heeft voor de maatschappij. De officier van justitie had een gevangenisstraf van 12 jaar geëist, wat de rechtbank passend achtte gezien de ernst van de feiten en de rol van de verdachte in de georganiseerde drugshandel. De rechtbank heeft ook de inbeslaggenomen voorwerpen verbeurd verklaard, waaronder telefoons en andere materialen die gebruikt zijn bij de drugshandel.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08-963638-18 (P)
Datum vonnis: 11 mei 2021
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1975 in [geboorteplaats] ,
wonende aan [adres 1] ,
nu verblijvende in de P.I. Dordrecht te Dordrecht.

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 13 en 15 april en 11 mei 2021.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. C. Hofstee en van hetgeen door verdachte en de raadsman mr. T. Şen, advocaat te Rotterdam, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er na wijziging van de tenlastelegging op grond van artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering ter terechtzitting van 27 oktober 2020, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:268 kilogram heroïne heeft ingevoerd in Nederland en/of aanwezig heeft gehad;
feit 2:169 kilogram heroïne heeft ingevoerd in Nederland en/of aanwezig heeft gehad;
feit 3:heeft geprobeerd 658 kilogram heroïne in te voeren en deze hoeveelheid heeft vervoerd en/of aanwezig heeft gehad;
feit 4: 40 kilogram heroïne heeft vervoerd en/of aanwezig heeft gehad;
feit 5:29 kilogram heroïne heeft geëxporteerd en/of aanwezig heeft gehad.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 15 oktober 2018 tot en met 02 november
2018, te Roosendaal en/of Dordrecht, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging
met een ander of anderen, althans alleen,
- opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft/hebben gebracht (al
dan niet als bedoeld in artikel 1 lid 4 van de Opiumwet) en/of
- opzettelijk heeft afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd,
- in elk geval aanwezig heeft gehad,
ongeveer 268 kilogram, althans 2 kilogram, heroïne, in elk geval een (handels)hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne, zijnde heroïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst 1, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3e van die wet;
2.
hij in of omstreeks de periode van 01 mei 2019 tot en met 31 mei 2019, te
Emmen, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen,
- opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft/hebben gebracht (al
dan niet als bedoeld in artikel 1 lid 4 van de Opiumwet) en/of
- opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of
afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd,
- in elk geval aanwezig heeft gehad,
(in totaal) ongeveer 169 (154 + 15) kilogram heroïne, in elk geval een
(handels)hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne, zijnde heroïne een
middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
3.
hij op één of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van
01 mei 2019 tot en met 31 mei 2019, te Dordrecht en/of Frankfurt an der Oder,
in elk geval in Nederland en/of Duitsland, ter uitvoering van het door hem, verdachte en/of diens mededader(s), voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland te brengen (al dan niet als bedoeld in artikel 1 lid 4 van de Opiumwet) ongeveer 658 kilogram heroïne, in elk geval een (handels)hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne, zijnde heroïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet (telkens) opzettelijk tezamen en in vereniging met (een of meer van) zijn mededader(s), een of meermalen
- afspraken gemaakt met een of meer mededader(s) met betrekking tot het
vervoer van de heroïne per vrachtwagen en/of met betrekking tot de deklading
en/of
- afspraken gemaakt en vervolgens (telefonisch) contact onderhouden met de
chauffeur van de vrachtwagen en/of
- ( telefonisch) contact onderhouden met een of meer mededader(s) over het
leeghalen van de vrachtwagen en/of
- afspraken gemaakt met een of meer mededader(s) met betrekking tot het huren
van een loods ten behoeven van het lossen van de vrachtwagen terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
en/of
hij op één of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 01
mei 2019 tot en met 31 mei 2019, te Dordrecht en/of Frankfurt an der Oder, in
elk geval in Nederland en/of Duitsland tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen,
- opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of
afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd,
- in elk geval aanwezig heeft gehad,
ongeveer 658 kilogram heroïne, in elk geval een (handels)hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne, zijnde heroïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
4.
hij op of omstreeks 19 november 2019, te Arnhem en/of Dordrecht en/of
Rotterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen,
- opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of
afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd,
- in elk geval aanwezig heeft gehad, ongeveer 40 kilogram kilogram heroïne, in elk geval een (handels)hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne, zijnde heroïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
5.
hij op of omstreeks 20 november 2019, te Rotterdam en/of Arnhem en/of
Dordrecht en/of Bremen, in elk geval in Nederland en/of Duitsland, tezamen en
in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
- opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft/hebben gebracht (al
dan niet als bedoeld in artikel 1 lid 4 van de Opiumwet) en/of
- opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd,
- in elk geval aanwezig heeft gehad,
ongeveer 29 kilogram heroïne, in elk geval een (handels)hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne, zijnde heroïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsoverwegingen

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van alle ten laste gelegde feiten. Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde feit heeft de officier van justitie aangevoerd dat de opzet van de verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] erop gericht was 268 kilo heroïne in Nederland in te voeren, en dat aan die aldus voltooide invoer van 268 kilo niet af doet dat er door ingrijpen van de Italiaanse politie slechts 2 kilo daadwerkelijk is aangekomen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht om vrijspraak van het onder 4 ten laste gelegde feit, omdat het dossier geen NFI-rapport bevat waaruit blijkt dat de inhoud van de in Rotterdam aangetroffen bigshoppers heroïne betrof.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt op grond van de bewijsmiddelen de volgende feiten en omstandigheden vast.
Feit 1
Op 17 oktober 2018 werd in de haven van Genua in een container met identificatienummer [nummer 1] 268 kilo heroïne gevonden. De Italiaanse politie heeft ongeveer 2 kilo heroïne teruggeplaatst in de container en het resterende deel in beslag genomen. De container is vervolgens verder vervoerd naar de oorspronkelijke bestemming.
Het verdere vervoer van de container werd verzorgd door het Italiaanse bedrijf [bedrijf 1] . [bedrijf 1] heeft over dit transport meerdere malen contact gehad met een man die zich voordeed als [medeverdachte 1] . Deze man bleek medeverdachte [medeverdachte 1] te zijn. De container met heroïne maakte deel uit van een transport van drie containers. [medeverdachte 1] deed op één dag tweemaal navraag bij [bedrijf 1] naar de controle van de containers en reageerde opgelucht toen bleek dat slechts één container zou worden gecontroleerd. Ook belde hij met [bedrijf 1] om één container met spoed te laten transporteren. Uit onderzoek is gebleken dat dit de container betrof waarin de heroïne verstopt was. De andere twee containers zouden later vervoerd worden.
Op 2 november 2018 kwam de container per vrachtwagen aan bij [adres 2] in Roosendaal. Daar was ook verdachte aanwezig. Verdachte maakte contact met de vrachtwagenchauffeur en wees hem de weg naar de loods op nummer [adres 2] . De vrachtwagenchauffeur heeft de vrachtwagen die loods binnengereden.
Vervolgens is de politie die loods binnengevallen. In de vrachtwagen werd de teruggeplaatste heroïne gevonden.
[medeverdachte 1] belde enkele dagen later met een ander telefoonnummer naar [bedrijf 1] om het vervoer van de andere twee containers op te schorten.
Verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] hebben samen het transport geregeld. [medeverdachte 1] heeft onder andere de inklaring en het transport van Italië naar Nederland geregeld. Verdachte heeft de
bill of ladingaan [medeverdachte 1] gegeven en heeft geregeld dat het transport betaald werd via de bankrekening van [medeverdachte 2] .
Feit 2
Op 31 mei 2019 kwam een vrachtwagen met kenteken [kenteken 1] aan bij een loods aan [adres 3] in Emmen. De vrachtwagen vervoerde marmeren tegels, waarin heroïne bleek te zijn verborgen. In de loods werd 154 kilo heroïne gevonden. Ook werd 15 kilo heroïne gevonden in een auto die eerder die dag de loods was ingereden en kort daarna weer had verlaten.
In de loods werden onder andere medeverdachten [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] aangehouden. Verdachte belt later die dag vanaf Rotterdam Centraal station met zijn vrouw en zegt dat hij de anderen heeft uitgezwaaid, terwijl hij ter zitting heeft verklaard dat hij voor “Emmen” was gevraagd als expediteur. Andere personen waren bezig de marmeren tegels kapot te slaan om de heroïne eruit te halen.
In de weken voor 31 mei 2019 heeft verdachte veelvuldig contact gehad met medeverdachten [medeverdachte 4] en [medeverdachte 3] om de logistiek rondom het transport te regelen. Zo heeft hij met [medeverdachte 4] gesproken over de ‘170’ die nu komen en met hem overlegd over de loods waar de lading gelost moet worden. De keuze is op Emmen gevallen en op 29 mei 2019 is verdachte samen met [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] bij de loods aan [adres 3] gaan kijken.
Uit de gesprekken tussen verdachte, [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] komt ook naar voren dat hij met beiden over marmer heeft gesproken en dat [medeverdachte 4] een heftruck heeft geregeld voor het uitladen van het marmer.
Feit 3
Op 31 mei 2019 is in Frankfurt an der Oder (in Duitsland) 658 kilo heroïne gevonden in een vrachtwagen met Halva. De vrachtwagenchauffeur, [naam 1] , reed in opdracht van [medeverdachte 3] . [naam 1] had de lading op 16 mei 2019 in Kirgizië opgehaald. In de dagen daarvoor, van 13 tot 15 mei 2019, was ook medeverdachte [medeverdachte 4] in Kirgizië. Op 12 mei 2019 heeft [medeverdachte 4] (die ook wel [medeverdachte 4] wordt genoemd) met verdachte gesproken over zijn vlucht naar Kirgizië. Hij zou via Moskou moeten vliegen. Uit informatie van de Kirgizische autoriteiten blijkt dat [medeverdachte 4] inderdaad via Moskou naar Kirgizië is gevlogen.
In Nederland werd veelvuldig over het transport gecommuniceerd door verdachte en medeverdachten [medeverdachte 4] en [medeverdachte 3] . Op 20 mei 2019 spraken verdachte en [medeverdachte 4] over de chauffeur, met wie [medeverdachte 4] contact had, maar die uiteindelijk zou luisteren naar zijn baas, [medeverdachte 3] . Ook vertelde [medeverdachte 4] aan verdachte dat hij zelf de lading Halva heeft ingeladen.
Op 29 mei 2019 overlegde verdachte met [medeverdachte 3] over de loods waar de Halva uitgeladen zou moeten worden. Op dat moment waren zij op weg om een loods in Emmen te bekijken. Deze loods bevond zich in Emmen, aan [adres 3] . Die middag zijn verdachte en [medeverdachte 3] samen met [medeverdachte 4] bij deze loods gezien.
Uit de gegevens van de telefoon van [naam 1] bleek dat hij tijdens het transport veelvuldig telefonisch contact had met [medeverdachte 4] en [medeverdachte 3] . In de vrachtauto lag een blanco CMR waarop het adres ’ [adres 3] Emmen Nederland’ was genoteerd.
Feiten 4 en 5
Op 17 november 2019 heeft medeverdachte [medeverdachte 2] met verdachte gebeld. Zij spraken over het ophalen van iets in Arnhem en of het nodig is om het vacuüm te verpakken.
Op 19 november 2019 is [medeverdachte 2] naar de Bitterstraat in Arnhem gereden. Omstreeks 13.53 uur kwam daar een man naar haar auto toe, die een tas op de achterbank zette. Vervolgens heeft zij verdachte gebeld, die haar vertelde dat zij het naar zijn woning in Dordrecht moest brengen. Hierop is [medeverdachte 2] naar de woning van verdachte gereden. Later die dag, rond 16.14 uur, heeft zij aan verdachte gevraagd of zij de volgende dag weer naar Bremen moest. Omstreeks 17.11 uur hebben zij besproken dat zij ‘het’ nu vacuüm gaan verpakken en naar Rotterdam zullen brengen. Tussen 18.55 uur en 19.05 uur heeft [medeverdachte 2] twee gevulde bigshoppers uit de woning van verdachte naar haar auto gebracht. Vervolgens is zij weggereden en is zij om 19.45 uur aangekomen in de [adres 4] in Rotterdam. Daar haalden mannen twee gevulde bigshoppers uit de auto. Zij brachten deze bigshoppers naar de woning op nummer [adres 4] . Hierop is [medeverdachte 2] weer weggereden, om een uur later terug te keren. Opnieuw werd er een gevulde bigshopper uit de auto gehaald en naar de woning op nummer [adres 4] gebracht.
Die avond werden in de woning aan de [adres 4] twee bigshoppers gevonden, die gevuld waren met pakketten. De inhoud van deze pakketten is getest met een indicatieve test. Hieruit kwam naar voren dat deze blokken heroïne bevatten.
Op 20 november 2019 omstreeks 11.30 uur arriveerde [medeverdachte 2] wederom bij de Bitterstraat in Arnhem en werd er weer door een persoon een pakket in haar auto gezet. [medeverdachte 2] is hierna weer vertrokken en naar de woning van verdachte in Dordrecht gereden. Op enig moment die dag is [medeverdachte 2] kennelijk naar Duitsland gereden. Zij belde die avond rond 20.00 uur met verdachte. Zij heeft kennelijk een afspraak met mensen, maar verdachte vertelde haar dat deze personen argwaan hadden gekregen en dat zij niet terug moest keren naar haar auto.
Die avond is de auto van [medeverdachte 2] in Bremen gevonden door de Duitse politie. In de kofferbak troffen zij ruim 29 kilo heroïne aan.
Beoordeling
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan.
De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
Feit 1
Omdat de heroïne (met uitzondering van twee kilo) al na de controle in de haven is weggehaald, kan de invoer van de volledige 268 kilogram niet bewezen worden verklaard. Met uitzondering van de teruggeplaatste kilo’s is de heroïne immers niet daadwerkelijk binnen het grondgebied van Nederland gebracht. Het verweer van verdachte dat hij in de veronderstelling verkeerde dat het uitsluitend een lading bentoniet betrof wordt verworpen. De rechtbank wijst hierbij op de gang van zaken bij het transport en de rol van verdachte hierin. De bespreking over het transport vond onder meer plaats op een parkeerplaats bij een restaurant. Verdachte heeft medeverdachte [medeverdachte 1] geïnstrueerd om in de contacten met de logistieke organisatie [bedrijf 1] een valse naam gebruikt. Ten slotte heeft verdachte bij de aflevering van de lading in Roosendaal papieren van de chauffeur in ontvangst genomen, maar is hij niet de loods binnengegaan. Uit deze zeer ongebruikelijke handelwijze leidt de rechtbank af dat verdachte de wetenschap had dat het niet om een reguliere vracht ging en dat hij wetenschap had dat de lading heroïne bevatte.
Feiten 4 en 5
De in de woning aan de [adres 4] in Rotterdam gevonden pakketten zijn niet onderzocht door het NFI. Dit betekent dat slechts kan worden vastgesteld dat deze pakketten heroïne bevatten, als er andere bewijsmiddelen zijn die het resultaat van de indicatieve test ondersteunen. De rechtbank vindt dat dit het geval is.
De rechtbank bekijkt de beide tenlastegelegde feiten in samenhang met elkaar. Medeverdachte [medeverdachte 2] is in twee dagen tijd twee keer naar dezelfde plek in Arnhem gereden om iets op te halen. Beide keren bracht zij de lading eerst naar de woning van verdachte en vervolgens bracht zij het ergens anders heen. De eerste keer, op 19 november 2019, ging zij naar de [adres 4] in Rotterdam. Een dag later reed zij naar Bremen. De Duitse politie heeft de lading in Bremen onderzocht en geconcludeerd dat dit heroïne betrof.
De politie heeft communicatie in de auto die [medeverdachte 2] gebruikte, opgenomen. Op 18 november 2019 hebben verdachte en [medeverdachte 2] in de auto een gesprek gevoerd met een persoon genaamd [naam 2] . Zij spreken over de plek in Arnhem, dat er al 40 is opgehaald en dat er dus nog 60 over is. Dit sterkt het vermoeden dat datgene dat [medeverdachte 2] heeft opgehaald, steeds hetzelfde betrof.
Ook gesprekken die [medeverdachte 2] heeft gevoerd, wijzen erop dat de vervoerde lading beide keren heroïne betrof. Op 14 november 2019 heeft [medeverdachte 2] een gesprek gevoerd met [naam 3] . [naam 3] heeft het over ‘spul’ en over ‘bruin’. [medeverdachte 2] noemt daarop de straffen die horen bij verschillende aantallen kilo’s. [medeverdachte 2] zegt: ‘Sinds dat [medeverdachte 4] in Nederland is of sinds wij hem kennen worden alle spullen gepakt’. De rechtbank heeft hiervoor al vastgesteld dat met [medeverdachte 4] medeverdachte [medeverdachte 4] bedoeld wordt, die een rol heeft gespeeld bij de onder feit 2 en 3 ten laste gelegde heroïnetransporten. Deze transporten zijn inderdaad onderschept door de politie. Deze transporten hebben plaatsgevonden in de maand mei 2019. [medeverdachte 2] heeft op 11 mei 2019 in een gesprek met een onbekende persoon gesproken over een grote partij die op dat moment onderweg was. Zij heeft daarbij gezegd: ‘600 stuks heroïne zal er komen’.
Alle hiervoor genoemde omstandigheden bieden steun aan de indicatieve test van de in Rotterdam aangetroffen pakketten. De rechtbank stelt op basis daarvan vast de deze pakketten inderdaad heroïne bevatten.
Feiten 2 en 3
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de onder 2 en 3 ten laste gelegde feiten op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte deze feiten heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen [1] .
Feit 2
1. Het proces-verbaal van de terechtzitting van 18 maart 2021, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte, als bedoeld in artikel 359, derde lid laatste volzin Sv.
2. Het proces-verbaal van bevindingen OVC [kenteken 2] , nummer LERBB18002-01298 (ZD 3-02, pagina 50 tot en met 52).
3. Het proces-verbaal van bevindingen OVC [kenteken 2] , nummer LERBB18002-01511 (ZD 3-02, pagina 66 tot en met 75).
4. Het proces-verbaal van bevindingen OVC [kenteken 2] , nummer LERBB18002-01516 (ZD 3-02, pagina 107-117
5. Het proces-verbaal van bevindingen OVC [kenteken 2] , nummer LERBB18002-01535 (ZD 3-02, pagina 141 tot en met 158).
6. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] , nummer LERBB18002-01709 (ZD 3-02, pagina 136 tot en met 140).
7. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] , nummer LERBB18002-01710 (ZD 3-02, pagina 174 tot en met 178).
8. Het proces-verbaal zaaksdossier 3-02 26Horizoncity.
9. Het proces-verbaal van bevindingen observeren, nummer LERBB18002-00900 (ZD 3-02, pagina 181 tot en met 187).
10. Het proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, nummer LERBB19002-25 (ZD 3-02, pagina 221 tot en met 223).
11. Een ander geschrift, te weten het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut van 26 juli 2019, zaaknummer 2019.07.17.099 (aanvraag 002) (ZD 3-02, pagina 224 tot en met 225).
12. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 2] , nummer LERBB19002-015 (ZD 3-02, pagina 211 tot en met 216).
13. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 3] , nummer PL2600-2017050228-3 (ZD 3-02, pagina 217 tot en met 218).
14. Een ander geschrift, te weten het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut van 26 juli 2019, zaaknummer 2019.07.17.099 (aanvraag 001) (ZD 3-02, pagina 219 tot en met 220).
Feit 3
1. Het proces-verbaal van de terechtzitting van 13 april 2021, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte, als bedoeld in artikel 359, derde lid laatste volzin Sv.
2. Het proces-verbaal van bevindingen OVC [kenteken 2] , opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] , nummer LERBB18002-01323 , (ZD 3-03, pagina 104 tot en met 105).
3. Het proces-verbaal van bevindingen OVC [kenteken 2] , opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] , nummer LERBB18002-01364 (ZD 3-03, pagina 108 tot en met 109).
4. Het proces-verbaal van bevindingen OVC [kenteken 2] , opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] , nummer LERBB18002-01511 (ZD 3-03, pagina 120 tot en met 129).
5. Het proces-verbaal van bevindingen OVC [kenteken 2] , opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] , nummer LERBB18002-01535 (ZD 3-03, pagina 204 tot en met 221).
6. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] , nummer LERBB18002-01709 (ZD 3-03, pagina 199 tot en met 203).
7. Een ander geschrift, te weten de Nederlandse vertaling van een schrijven van de Duitse autoriteiten (ZD 3-03, pagina 273 tot en met 274).
8. Een ander geschrift, te weten de Nederlandse vertaling van een technisch onderzoeksrapport van de Federale Recherche van Duitsland (ZD 3-03, pagina 319 tot en met 342).
9. Een ander geschrift, te weten de Nederlandse vertaling van een notitie van 5 juli 2019 van de Douane inlichtingendienst Berlijn-Brandenburg (ZD 3-03, pagina 282 tot en met 283).
10. Een ander geschrift, te weten de Nederlandse vertaling van het verhoor van verdachte [naam 1] van 1 juni 2019 (ZD 3-03, pagina 275 tot en met 279).
11. Een ander geschrift, te weten de Nederlandse vertaling van het voorlopig afsluitend bericht [naam 1] van de Douane inlichtingendienst Berlijn/Brandenburg (Duitsland), (ZD 3-03, pagina 293 tot en met 302).
12. Een ander geschrift, te weten de Nederlandse vertaling van de aanvullingen bij het voorlopig afsluitend bericht [naam 1] van de Douane inlichtingendienst Berlijn/Brandenburg (Duitsland), (ZD 3-03, pagina 307 tot en met 311).
4.5
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven (feiten 2 en 3) en in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen (feiten 1, 4 en 5) wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij in
of omstreeksde periode van 15 oktober 2018 tot en met 02 november
2018, te Roosendaal en
/ofDordrecht,
in elk geval in Nederland,tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen,
- opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft
/hebbengebracht
(al
dan niet als bedoeld in artikel 1 lid 4 van de Opiumwet), en/of
- opzettelijk heeft afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd,
- in elk geval aanwezig heeft gehad,
ongeveer 268 kilogram, althans2 kilogram
,heroïne,
in elk geval een (handels)hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne,zijnde heroïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst 1
, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3e van die wet;
2.
hij in
of omstreeksde periode van 01 mei 2019 tot en met 31 mei 2019, te
Emmen,
in elk geval in Nederland,tezamen en in vereniging met
een ander of
anderen,
althans alleen,
- opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft
/hebbengebracht
(al
dan niet als bedoeld in artikel 1 lid 4 van de Opiumwet)en
/of
- opzettelijk heeft
bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of
afgeleverd en/of verstrekt en/ofvervoerd,
- in elk geval aanwezig heeft gehad,
(in totaal
)ongeveer 169 (154 + 15) kilogram heroïne,
in elk geval een
(handels)hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne,zijnde heroïne een
middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I
, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
3.
hij
op één of meer verschillende tijdstippenin
of omstreeksde periode van
01 mei 2019 tot en met 31 mei 2019, te Dordrecht en
/ofFrankfurt an der Oder,
in elk geval in Nederland en/of Duitsland,ter uitvoering van het door hem, verdachte en
/ofdiens mededader
(s
), voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,
opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland te brengen
(al dan niet als bedoeld in artikel 1 lid 4 van de Opiumwet)ongeveer 658 kilogram heroïne,
in elk geval een (handels)hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne,zijnde heroïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I,
dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet (telkens
)opzettelijk tezamen en in vereniging met
(een of meer van)zijn mededader
(s
),
een of meermalen
- afspraken
heeftgemaakt met een of meer mededader(s) met betrekking tot het
vervoer van de heroïne per vrachtwagen en
/ofmet betrekking tot de deklading
en
/of
- afspraken
heeftgemaakt en vervolgens
(telefonisch
)contact
heeftonderhouden met de
chauffeur van de vrachtwagen en
/of
- ( telefonisch) contact
heeftonderhouden met een of meer mededader(s) over het
leeghalen van de vrachtwagen en
/of
- afspraken
heeftgemaakt met een of meer mededader(s) met betrekking tot het huren
van een loods ten behoeven van het lossen van de vrachtwagen terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
en
/of
hij
op één of meer verschillende tijdstippenin
of omstreeksde periode van 01
mei 2019 tot en met 31 mei 2019, te Dordrecht en
/ofFrankfurt an der Oder,
in
elk geval in Nederland en/of Duitslandtezamen en in vereniging met
een ander
ofanderen,
althans alleen,
- opzettelijk heeft
bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of
afgeleverd en/of verstrekt en/ofvervoerd,
- in elk geval aanwezig heeft gehad,
ongeveer 658 kilogram heroïne,
in elk geval een (handels)hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne,zijnde heroïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I
, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
4.
hij op
of omstreeks19 november 2019, te Arnhem en
/ofDordrecht en
/of
Rotterdam,
in elk geval in Nederland,tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen,
- opzettelijk heeft
bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of
afgeleverd en
/of verstrekt en/ofvervoerd,
- in elk geval aanwezig heeft gehad,ongeveer 40 kilogram kilogram heroïne,
in elk geval een (handels)hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne,zijnde heroïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I
, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
5.
hij op
of omstreeks20 november 2019, te Rotterdam en
/ofArnhem en
/of
Dordrecht en
/ofBremen,
in elk geval in Nederland en/of Duitsland,tezamen en
in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen,
- opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft
/hebbengebracht
(al
dan niet als bedoeld in artikel 1 lid 4 van de Opiumwet)en
/of
- opzettelijk heeft
bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/ofafgeleverd en
/of verstrekt en/ofvervoerd,
- in elk geval aanwezig heeft gehad,
ongeveer 29 kilogram heroïne,
in elk geval een (handels)hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne,zijnde heroïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I
, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezen verklaarde levert op:
feit 1:
het misdrijf:
het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder A van de Opiumwet gegeven verbod;
feit 2 en 5, telkens:
het misdrijf:
het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder A en B van de Opiumwet gegeven verbod;
feit 3
het misdrijf:
poging tot het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder A van de Opiumwet gegeven verbod
en
het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod;
feit 4
het misdrijf:
het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezen verklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de verdachte een gevangenisstraf voor de duur van twaalf jaren op te leggen.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht een lagere straf op te leggen dan de officier van justitie heeft gevorderd.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij het volgende van belang.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan de in- en uitvoer van grote hoeveelheden heroïne. Hoewel ten aanzien van feit 1 de invoer van slechts 2 kilo heroïne bewezen is verklaard, zal bij de strafoplegging rekening worden gehouden met de door verdachte beoogde invoer van 268 kilogram. Dat betekent dat verdachte in de periode van ruim een jaar in elk geval vijf transporten heeft geregeld van in totaal meer dan 1000 kilo heroïne. Hij had daarbij steeds een leidende en sturende rol. De rechtbank merkt hierbij op dat verdachte er ter zitting alles aan heeft gedaan om zijn rol te bagatelliseren, maar anders dan ook zijn raadsman bepleit kan de rechtbank uit het dossier geen andere conclusie trekken dan dat verdachte een hoofdrol heeft. Uit de bewijsmiddelen volgt immers dat verdachte zich veel en intensief bezig heeft gehouden met de transporten en met verschillende personen/medeverdachten contact heeft onderhouden over die transporten en de ladingen.
De handel in harddrugs als heroïne is ondermijnend en richt een spoor van vernieling aan in de maatschappij. In drugshandel gaan enorme hoeveelheden (crimineel) geld om. Dat levert risico’s op voor de handelaars. Het gebruik van wapens om risico’s in te dammen wordt niet geschuwd. Daarnaast worden de verdiensten van de handel volop witgewassen.
Waar de drugshandelaars grof geld verdienen, betalen de gebruikers een hoge prijs voor hun drugsgebruik. Drugs zijn verslavend en het gebruik ervan is zeer schadelijk voor de gezondheid. Het komt vaak voor dat gebruikers zelf delicten plegen om te voorzien in hun drugsgebruik, als zij eenmaal verslaafd zijn.
Kortom, de invoer van harddrugs is een ernstig strafbaar feit, dat een grote ontwrichtende werking heeft op de maatschappij. Er staat dan ook een hoge straf op. De rechtbank rekent het verdachte aan dat hij gedurende een jaar steeds is blijven doorgaan met het organiseren van transporten. Hij heeft daarbij enkel oog gehad voor zijn eigen financiële gewin.
De rechtbank constateert dat verdachte blijkens een hem betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 1 april 2021 in Nederland niet eerder is veroordeeld voor een misdrijf. Wel is hij in België eerder veroordeeld voor de handel in verdovende middelen.
De ernst van de gepleegde feiten, zoals hiervoor besproken, rechtvaardigt het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur. De rechtbank vindt de eis van de officier een passende straf en zal verdachte daarom een gevangenisstraf voor de duur van twaalf jaren opleggen.
7.4
De inbeslaggenomen voorwerpen
De rechtbank is van oordeel dat de op de beslaglijst vermelde telefoons ( nummer 1, 6 en 7) en het plakband (nummer 12) moeten worden verbeurdverklaard, omdat het voorwerpen betreffen met behulp van welke de feiten zijn begaan of voorbereid.
De rechtbank is van oordeel dat de op de beslaglijst vermelde BQ-telefoons (nummers 2, 3, 4, 5 en 8), de vuilniszak met vermoedelijk versnijdingsmiddel (nummer 9), het balletjespistool (nummer 10) en de lepel met wit poeder (nummer 11) vatbaar zijn voor onttrekking aan het verkeer, aangezien deze aan verdachte toebehoren en van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang, en kunnen dienen tot het begaan of de voorbereiding van soortgelijke feiten, dan wel tot de belemmering van de opsporing daarvan.

10.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 33, 33a, 36b, 36d, 45, 47 en 57 van het Wetboek van Strafrecht.

11.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1:
het misdrijf: het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder A van de Opiumwet gegeven verbod;
feiten 2 en 5, telkens:
het misdrijf: het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder A en B van de Opiumwet gegeven verbod;
feit 3:
het misdrijf: poging tot het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder A van de Opiumwet gegeven verbod
en
het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod;
feit 4:
het misdrijf: het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1, 2, 3, 4 en 5 bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) jaren;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
de inbeslaggenomen voorwerpen
- verklaart verbeurd de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten de op de aan dit vonnis gehechte beslaglijst genoemde voorwerpen onder de nummers 1, 6, 7 en 12;
- verklaart onttrokken aan het verkeer de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten de op de aan dit vonnis gehechte beslaglijst genoemde voorwerpen onder de nummers 2, 3, 4, 5, 8, 9, 10 en 11.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.R. Schimmel, voorzitter, mr. B.T.C. Jordaans en mr. R. ter Haar, rechters, in tegenwoordigheid van mr. E.L. Vedder, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 11 mei 2021.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit de dossiers in onderzoek 26Horizoncity van de Landelijke Eenheid, Dienst Landelijke Recherche. Er wordt verwezen naar de verschillende zaaksdossiers (ZD). Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Feit 1
1.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 13 en 15 april 2021, voor zover inhoudende als verklaring van verdachte:
Ik word [verdachte] genoemd. Ik was aanwezig in Roosendaal om papieren aan de chauffeur van de vrachtwagen te geven.
U houdt mij voor dat er een bedrag is overgemaakt van de bankrekening van [medeverdachte 2] naar [bedrijf 1] . [medeverdachte 1] zei dat hij het bedrag niet kon overmaken, omdat hij daarvoor naar Tsjechië moest. Ik had een probleem met mijn rekening. Op dat moment was [medeverdachte 2] er ook, dus heeft zij het geld via haar bankrekening overgemaakt.
2.
Een ander geschrift, te weten de Nederlandse vertaling van een schrijven van het hoofdbureau van politie Genua (Italië) van 12 oktober 2018 (ZD 3-01, pagina 285), inhoudende, voor zover van belang:
Vandaag kwam bij onze recherchedienst het bericht binnen dat het schip [naam 4] onderweg was naar de haven van Genua met een of meer containers die vanuit Trabix (Iran) waren verscheept en waarin een grote hoeveelheid verdovende middelen, in casu heroïne, verborgen zou zijn. Vermeld werd dat het inklaren van deze containers zou worden verzorgd door het scheepvaartagentschap [bedrijf 2] .
3.
Een ander geschrift, te weten de Nederlandse vertaling van een schrijven van het hoofdbureau van politie Genua (Italië) van 13 oktober 2018 (ZD 3-01, pagina 288), inhoudende, voor zover van belang:
In vervolg op de eerdere nota met betrekking tot het schip [naam 4] , delen wij u mee dat uit nader onderzoek naar voren is gekomen dat het schip volgens planning 15 oktober as. zal aanleggen in de haven van Genua. Na bestudering van de vrachtbrieven gaat de belangstelling met name uit naar drie containers (nr. [nummer 2] , [nummer 3] , [nummer 1] ) die bentoniet vervoeren, die zullen worden ingeklaard door het scheepvaartagentschap [bedrijf 2] . De huidige geadresseerde is het bedrijf [bedrijf 3] , gevestigd in Hermanicky (Republiek Tsjechië), telefoonnummer [telefoonnummer 1] .
4.
Een ander geschrift, te weten de Nederlandse vertaling van een proces-verbaal van doorzoeking en inbeslagneming van het hoofdbureau van politie Genua (Italië) (ZD 3-01, pagina 289 tot en met 291), inhoudende, voor zover van belang:
Op 17 oktober 2018 zijn wij overgegaan tot een doorzoeking van drie containers die van boord zijn gehaald van het schip [naam 4] . De drie containers dragen de volgende identificatienummers:
- [nummer 2]
- [nummer 3]
- [nummer 1]
In de container met het nummer [nummer 4] zaten 10 maxi bags, op tien pallets, die in rijen van twee waren opgesteld, vijf rijen in totaal. Naar aanleiding van een eerste controle met behulp van een drugshond werd de aandacht gevestigd op twee maxi bags in container nummer [nummer 1] . Vervolgens werden de twee maxi bags geopend. In de twee maxi bags werden, verborgen in enkele zakken, 24 pakketten aangetroffen – 12 per maxi bag – die een bruinkleurige korrelvormige substantie bevatten. De pakketten hadden de volgende bruto gewichten:
Eerste maxi bag
Pakket nr. 1 (11 kilo), nr. 2 (11 kilo)l nr. 3 (10,5 kilo), nr. 4 (11 kilo), nr. 5 (10,5 kilo), nr. 6 (10,5 kilo), nr. 7 (11,5 kilo), nr. 8 (11 kilo), nr. 9 (11 kilo), nr. 10 (10,5 kilo), nr. 11 (11,5 kilo), nr. 12 (11 kilo) met een
totaal bruto gewicht van 131 kilo.
Tweede maxi bag
Pakket nr. 1(11,5 kilo), nr. 2 (9,5 kilo), nr. 3 (11,5 kilo), nr. 4(11,5 kilo), nr. 5 (12 kilo), nr. 6(12 kilo), nr. 7 (12 kilo), nr. 8 (11,5 kilo), nr. 9 (12 kilo), nr. 10 (11 kilo), nr. 11 (11 kilo), nr. 12 (11,5 kilo) met een
totaal bruto gewicht van 137 kilo.
De aangetroffen verdovende middelen hadden
een totaal bruto gewicht van 268 kilo.
Vervolgens werd er uit pakket nr. 5 in totaal 1975 gram verdovende middelen genomen. Deze hoeveelheid werd verdeeld over twee afzonderlijke pakketten die in twee plastic zakken werden gedaan, met een gewicht van respectievelijk 955 en 1020 gram. Deze zakken werden teruggeplaatst in de twee maxi bags, die op hun beurt werden teruggezet in de container met nummer [nummer 1] .
De resterende verdovende middelen met een bruto gewicht van circa 266 kilo werden in beslag genomen.
5.
Een ander geschrift, te weten de Nederlandse vertaling van een technisch rapport van de Dienst Technische Recherche regionaal bureau Ligurië (Italië) (ZD 3-01, pagina 336 tot en met 348), inhoudende, voor zover van belang:
Chemische analyse op de verdovende middelen die op 17 oktober 2018 in beslag zijn genomen (inbeslagneming van circa 268 kilo bruto tijdens de actie in de haven in Genua).
Bewijsstuk 1
11 grote zakken, bestaande uit dicht geseald transparant plastic materiaal
Gezien de uniformiteit van het bewijsstuk zijn er steekproefsgewijs 3 zakken genomen die representatief zijn voor het hele bewijsstuk. Deze 3 zakken zijn geopend en gebruikt voor het vaststellen van het netto gewicht, voor de verzochte monsternemingen en voor de chemische analyses.
In elke zak werd een witkleurige poederachtige substantie aangetroffen, die vermoedelijk gebruikt is om de drugs te verbergen. Onder deze poederachtige substantie bevonden zich diverse met transparant plastic omwikkelde verpakkingen. Binnen de laatste verpakking werd een lichtbruine, korrelachtige substantie aangetroffen.
Bewijsstuk 2
10 grote zakken, bestaande uit dicht geseald transparant plastic materiaal.
Gezien de uniformiteit van het bewijsstuk zijn er steekproefsgewijs 3 zakken genomen die representatief zijn voor het hele bewijsstuk. Deze 3 zakken zijn geopend en gebruikt voor het vaststellen van het netto gewicht, voor de verzochte monsternemingen en voor de chemische analyses.
In elke zak werd een witkleurige poederachtige substantie aangetroffen, die vermoedelijk gebruikt is om de drugs te verbergen. Onder deze poederachtige substantie bevonden zich diverse met transparant plastic omwikkelde verpakkingen. Binnen de laatste verpakking werd een lichtbruine, korrelachtige substantie aangetroffen.
Bewijsstuk 3
1 grote zak, bestaande uit een dicht geseald transparant plastic materiaal.
In deze zak werd een witkleurige poederachtige substantie aangetroffen, die vermoedelijk gebruikt is om de drugs te verbergen. Onder deze poederachtige substantie bevonden zich diverse met transparant plastic omwikkelde verpakkingen. Binnen deze verpakking werd een lichtbruine, korrelachtige substantie aangetroffen.
Bewijsstuk 4
2 grote zakken, bestaande uit dicht geseald transparant plastic materiaal.
Gezien de uniformiteit van het bewijsstuk zijn er steekproefsgewijs 1 zak genomen die representatief is voor het hele bewijsstuk. Deze zak is geopend en gebruikt voor het vaststellen van het netto gewicht, voor de verzochte monsternemingen en voor de chemische analyses.
In alle monsters is de aanwezigheid aangetroffen van heroïne.
6.
Een ander geschrift, te weten de Nederlandse vertaling van een aanvraag aansluiting spoed telefoontap van het hoofdbureau van politie Genua (Italië) (ZD 3-01, pagina 305 tot en met 308), inhoudende, voor zover van belang:
Betreft: aanvraag aansluiting spoed telefoontap en verzoek afgifte spoedmachtiging tot verkrijging van de printlijsten met het uitgaande en inkomende telefoonverkeer m.b.t. de hiernavolgende telefoonnummers:
- [telefoonnummer 2] Nederlands nummer in gebruik bij een nog nader te identificeren
persoon die " [medeverdachte 1] " wordt genoemd
- [telefoonnummer 3] Nederlands nummer in gebruik bij een nog nader te identificeren
persoon die " [medeverdachte 1] " wordt genoemd
Uit verkregen documentatie komt naar voren dat [bedrijf 3] . gevestigd in Hermanicky (Republiek Tsjechië) opdracht heeft gegeven aan [bedrijf 1] s.r.l., filiaal Genua, om de container in te klaren. Uit de verkregen documentatie komt naar voren dat [bedrijf 3] . de geadresseerde zou zijn van de containers.
[afbeelding]
De man die [medeverdachte 1] wordt genoemd en die Engels spreekt, zij het met een Oost-Europees accent, vraagt bezorgd of de container met behulp van een scanner zal worden gecontroleerd. De werkneemster van [bedrijf 1] stelt de man gerust en zegt hem dat zo'n uitgebreide controle niet zal worden uitgevoerd, de douane beperkt zich tot een routine controle in een speciale ruimte van de haven.
Om 15.55 uur komt er op de lijn van [bedrijf 1] nog een telefoontje binnen van een Nederlands nummer, + [telefoonnummer 3] . Ook dit nummer is in gebruik bij de man die ‘ [medeverdachte 1] ’ wordt genoemd. Dit is dezelfde man als van het nummer + [telefoonnummer 2] in gebruik heeft. De man krijgt nogmaals de bevestiging van de werkneemster van [bedrijf 1] dat slechts 1 container door de douane zal worden gecontroleerd. Uit de toon van het gesprek valt op te maken dat de man daar heel blij en opgelucht over is, alsof het gebruik van de scanner, waarover wordt gesproken in de hiervoor vermelde gesprekken, hem problemen zou kunnen bezorgen.
7.
Een ander geschrift, te weten de Nederlandse vertaling van een weergave van opgenomen telefoongesprekken van het hoofdbureau van politie Genua (Italië) (ZD 3-01, pagina 311 tot en met 314), inhoudende, voor zover van belang:
[afbeelding]
[afbeelding]
8.
Het proces-verbaal van observatie op 2 november 2018, nummer ZBRAA18053.20181102 (ZD 3-01, pagina 96 tot en met 98), inhoudende, voor zover van belang:
Op 2 november 2018 werden de volgende waarnemingen gedaan.
[afbeelding]
9.
Het proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, nummer ZBRAA18053-13 (ZD 3-01, pagina 63 tot en met 66), inhoudende, voor zover van belang:
Op 2 november 2018 werd binnengetreden in de loods en woning, gevestigd aan de [adres 2] te Roosendaal. In deze loods bevond zich ook een vrachtwagen met slaapcabine.
Tijdens de doorzoeking werd het volgende in beslag genomen:
- 2 zakken bruine substantie, welke werd aangetroffen tussen de lading van de in de loods aanwezige oplegger.
10.
De kennisgeving van inbeslagneming (ZD 3-01, pagina 74 tot en met 75), inhoudende, voor zover van belang:
Inbeslagname
Adres: [adres 2]
Datum: 2 november 2018
Volgnummer 1
IBN-code/Voorwerpnummer: [nummer 5]
Relatie met SIN: AAHU1319NL
Bijzonderheden: 918 gram heroïne van totale partij 920 gram heroïne
11.
De kennisgeving van inbeslagneming (ZD 3-01, pagina 77 tot en met 78), inhoudende, voor zover van belang:
Inbeslagname
Adres: [adres 2]
Datum: 2 november 2018
Volgnummer
IBN-code/Voorwerpnummer: [nummer 6]
SIN: AAHU1319NL
Bijzonderheden: monster 2 gram van totale partij 920 gram heroïne
12.
De kennisgeving van inbeslagneming (ZD 3-01, pagina 80 tot net met 81), inhoudende, voor zover van belang:
Inbeslagname
Adres: [adres 2]
Datum: 2 november 2018
Volgnummer 1
IBN-code/Voorwerpnummer: [nummer 7]
Relatie met SIN: AANHU1312NL
Bijzonderheden: 1029 gram heroïne van totale partij van 1031 gram
13.
De kennisgeving van inbeslagneming (ZD 3-01, pagina 83 tot en met 84), inhoudende, voor zover van belang:
Inbeslagname
Adres: [adres 2]
Datum: 2 november 2018
Volgnummer 1
IBN-code/Voorwerpnummer: [nummer 8]
SIN: AAHU1312NL
Bijzonderheden: 2 gram heroïne van totale partij van 1031 gram
[afbeelding]
14.
Het rapport van het Nederlands Forensisch instituut van 18 december 2018, nummer 2018.12.13.237 (ZD 3-01, pagina 107 tot en met 110), inhoudende, voor zover van belang:
[afbeelding]
15.
Een ander geschrift, te weten de Nederlandse vertaling van een weergave van opgenomen telefoongesprekken van het hoofdbureau van politie Genua (Italië) (ZD 3-01, pagina 321 tot en met 324), inhoudende, voor zover van belang:
Via de telefoontaps van [bedrijf 1] werd, in het gesprek met volgnummer 1129 duidelijk dat de man die bekend staat als [medeverdachte 1] gebruik was gaan maken van een nieuw Nederlands telefoonnummer.
16.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 5] van 2 november 2018 (ZD 3-01, pagina 201 tot en met 204), inhoudende, voor zover van belang:
Ik heb een loods aan de [adres 2] in Roosendaal. Afgelopen zaterdag kwam Hocha bij mij in de loods. Hij vroeg mij of hij bij mij een lading op kon slaan. Hij is samen met de chauffeur gekomen vanmorgen.
17.
Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] , met nummer LERBB18002-01367 (ZD 3-01, pagina 277 tot en met 278), inhoudende, voor zover van belang:
Op 18 mei 2019 wordt in het voertuig met kenteken [kenteken 2] gecommuniceerd tussen [verdachte] en de persoon bekend als [medeverdachte 4] .
[verdachte] : Er is toch ‘goed’ van ons gepakt daar in Roosendaal?
[medeverdachte 4] : ja…ja…ja…
18.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] van 21 oktober 2020, nummer LERBB18002-01887 (aanvullend ZD 3-01, pagina 17 tot en met 33), inhoudende, voor zover van belang:
V: Welke namen heb jij gebruikt in contacten met Italië?
A: Die [medeverdachte 1] . Want dat was de eigenaar van het bedrijf, logistics.
V: wat heb jij geregeld?
A: de inklaring en het transport van Italië naar Nederland toe. Ik had de B/L al van [verdachte] en die [medeverdachte 1] gehad.
V: Hoe gaat het met die B/L die jij zou krijgen?
A: [verdachte] laat die B/L aan mij zien en daar was die [medeverdachte 1] dan bij. Telefoonverkeer deed ik en mailverkeer stuurde ik door naar [verdachte] .
V: Uit Italiaans onderzoek komt naar voren dat het bedrijf waar jij mee belt [bedrijf 1] is. Klopt dit?
A: Ja, ik verzorg dat transport.
19.
Het proces-verbaal verstrekking gevorderde gegevens, nummer LERBB18002-939 (ZD 3-01, pagina 283 tot en met 284), inhoudende, voor zover van belang:
De betaalrekening [rekeningnummer] staat op naam van mevrouw [medeverdachte 2] , geboortedatum [geboortedatum 2] -1987.
Op 30 oktober 2018 wordt een overboeking naar het buitenland gemaakt van 6460 euro. Hierbij staat ‘ [omschrijving] ’.
20.
Een ander geschrift, te weten de Nederlandse vertaling van een proces-verbaal van het hoofdbureau van politie Genua (Italië) (ZD 3-01, pagina 309 tot en met 310), inhoudende, voor zover van belang:
Tijdens het onderzoek door onze Recherchedienst op basis van informatie dat
er een vennootschap bestaat die is gevestigd in de Republiek Tsjechië en die opereert onder de naam " [bedrijf 3] . -BTW [btw-nummer 1] - [adres 5] – Republiek Tsjechië".
De naam en het adres van dit bedrijf komen exact overeen met de naam en het adres die staan vermeld in de documentatie die door het door ons gemonitorde bedrijf is verstrekt aan de lokale douane. Alleen het BTW nummer is anders.
[afbeelding]
Nog een reden voor onze recherche om aan te nemen dat de vennootschap ‘ [bedrijf 3] met BTW nummer [btw-nummer 2] ’ een fictief bedrijf is, is het feit dat het telefoonnummer op de wachtlijst die in ons bezit is, nl. [telefoonnummer 1] , niet bestaat.
Feiten 4 en 5
1.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 13 en 15 april 2021, voor zover inhoudende als verklaring van verdachte:
De voorzitter vraagt mij of ik betrokken ben geweest bij de transporten naar Bremen. Ja, als een soort bemiddelaar. Er was een ontmoeting tussen [medeverdachte 2] , mij en [naam 2] . [naam 2] vroeg of ik de stash geregeld had. Hij zei tegen [medeverdachte 2] : ‘ [naam 6] (zusje), dit moet je doen’. Ik heb niet kunnen helpen bij het vacuüm verpakken. Dat heeft [medeverdachte 2] voor mij gedaan, in Dordrecht. [naam 2] heeft mij gevraagd of ik de auto kon regelen.
2.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 13 en 15 april 2021, voor zover inhoudende als verklaring van getuige [medeverdachte 2] :
Ik heb de auto van [naam 7] gebruikt om naar Arnhem en Duitsland te rijden. Ik heb iets opgehaald in Arnhem. Ik ben twee keer naar Bremen gereden. Ik heb gereden voor [verdachte] . Ik heb het opgehaald in Arnhem en heb geholpen met het vacuüm verpakken.
De voorzitter houdt mij voor dat er in Bremen 29 kilo heroïne is gevonden en vraagt mij of het klopt dat ik dat naar Bremen heb gebracht. Ja.
3.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , nummer LERBB18002-01682 (ZD 3-04, pagina 19 tot en met 23), inhoudende, voor zover van belang:
Op 17 november 2019 wordt er in het voertuig voorzien van kenteken [kenteken 3] omstreeks 13.54 uur gecommuniceerd tussen [verdachte] en [medeverdachte 2] :
[verdachte] : ..ntv.. 20 ophalen
[medeverdachte 2] : Als het ..ntv.. is dan kan je ook 25 ophalen
[verdachte] : Maar we moeten het in Arnhem ophalen. Maar het is niet logisch om het in Arnhem op te halen en weer terug te komen.
[medeverdachte 2] : Nee inderdaad.. het ligt namelijk precies op de route.
[verdachte] : Later we anders naar Arnhem gaan. Ik zal dan in Arnhem.. Is het nodig om het vacuum te verpakken?..ntv..
13.56
uur
[verdachte] : Of we moeten in Arnhem gaan ophalen en terugkomen..ntv..
[medeverdachte 2] : Tja ik weet het niet.
[verdachte] : ia oké maar ..ntv.. vacuüm. Als we het nou niet gaan vacuüm verpakken en er gebeurt iets, ben ik schuldig.
[medeverdachte 2] : ja..
14.07
[verdachte] : Hoe zullen we het nu aanpakken? Anders ga ik nu een vacuümmachine haten.
[medeverdachte 2] : ja..
[verdachte] : Dan moet jij het gaan ophalen.. uit Arnhem. ..ntv.. Weer naar Arnhem.
[medeverdachte 2] : Moet ik naar Rotterdam komen?
[verdachte] : Wat?
[medeverdachte 2] : Moet ik naar Rotterdam komen?
[verdachte] : of Rotterdam of bij mij. lk zal dat apparaat gaan kopen? ..ntv.. Maar je komt nog.
4.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , nummer LERBB18002-01683 (ZD 3-04, pagina 24 tot en met 26), inhoudende, voor zover van belang:
Op 18 november 2019 omstreeks 17.19 uur komt het voertuig voorzien van
het kenteken [kenteken 3] in beweging met [medeverdachte 2] als bestuurster. Hoorbaar is dat zij telefonisch aan [verdachte] laat weten dat zij met een kwartier bij hem is. [verdachte] is in Rotterdam en er wordt afgesproken bij het Shell tankstation.
Die dag omstreeks 17.42 uur is hoorbaar dat [verdachte] in het voertuig van het merk Toyota, type Corolla Verso stapt. Na enige minuten, omstreeks 18.02 uur stapt er een derde persoon, bekend als [naam 2] , in het voertuig.
18:04:08 Turks
[naam 2] : Heb jij de kwestie van de stash geregeld?
[verdachte] : Ja ik heb het geregeld.
[naam 2] : Dat is gereed dus?
[verdachte] : Ja
[naam 2] : Die kwestie is dus geen probleem meer. Wat zullen we dan doen.. Zullen we morgen het 'spul/goed'.. [naam 6] jij weet de plek sowieso toch?
[medeverdachte 2] : De plek in Arnhem?
[naam 2] : Ja.
(…)
[naam 2] : en 100 daar, begrijp je
[verdachte] : ja..
[naam 2] : Dus 100.. Hoeveel hebben daar al opgehaald?
[medeverdachte 2] :40.
[naam 2] : 40 opgehaald.. dan zijn er nog 60 overgebleven.
(…)
[naam 2] : Ja laat haar in Arnhem die maar gaan halen.. ehh..
(…)
[naam 2] : ls goed.. lk zal je het tijdstip schrijven. Dan moet je het halen en het één voor één vacuüm verpakken. Oké?
[verdachte] : Is goed.
5.
Het proces-verbaal van observatie dinsdag 19 november 2019, nummer [nummer 9] (ZD 3-04, pagina 27 tot en met 29), inhoudende, voor zover van belang:
Op 19 november 2019 hebben wij de volgende waarnemingen, bevindingen gedaan en/of handelingen verricht:
[afbeelding]
6.
Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door [verbalisant 1] , nummer LERBB18002-01684 (ZD 3-05, pagina 25 tot en met 28), inhoudende, voor zover van belang:
Op 19 november 2019 omstreeks 13.53 voert [medeverdachte 2] vanuit het voertuig met kenteken [kenteken 3] een telefoongesprek met [verdachte] .
[medeverdachte 2] : Waar zal ik het naartoe brengen?
[verdachte] : Kom maar naar daar bij onze woning.
Omstreeks 15.17 uur arriveert het voertuig bij perceel [adres 6] te Dordrecht, het verblijfadres van [verdachte] . Na ruim tien minuten komt [verdachte] aanlopen die kort contact heeft met [medeverdachte 2] die nog in het voertuig zit en [verdachte] hierna de woning aan de [adres 6] binnen gaat. Vanuit het voertuig is het navolgende hoorbaar:
[medeverdachte 2] : Kijk luister.. Kijk beide tassen lagen gewoon hier zo joh!
[verdachte] : Meen je dat?
[medeverdachte 2] : De jongen zette het hier neer en zei "Ga naar een geschikte plek en zet het in de stash/verborgen ruimte". Fucking druk overal !
Op dinsdag 19 november 2019 omstreeks 16.14 uur voert [medeverdachte 2] vanuit het voertuig een telefoongesprek met haar man [naam 8] (sh). Ook [verdachte] mengt zich in het gesprek.
[medeverdachte 2] vraagt of zij trouwens morgen weer naar Bremen moet. Antwoord van [verdachte] is niet te verstaan.
Op dinsdag 19 november 2019 omstreeks 16.45 uur wordt er in het voertuig gesproken tussen [medeverdachte 2] en [verdachte] .
[verdachte] : We gaan het nu hierheen brengen. Naar Rotterdam. Het ligt nu toch bij ons thuis.
[medeverdachte 2] : Gaan we nu dus naar Dordrecht?
[verdachte] : Ja.
Omstreeks 17.11 uur wordt het gesprek vervolgd:
[verdachte] : ..ntv. Vanaf daar gaan we naar Dordrecht. In Dordrecht gaan we vacuüm verpakken en in de auto leggen.
17.15
uur:
[verdachte] ; Hoeveel minuten zou het vacuüm verpakken duren?
[medeverdachte 2] : ntv
Yususf: Laten we er anders 'eentjes' van maken potverdikkeme!
[medeverdachte 2] : ntv
[verdachte] : We hebben gisteren toch ook van twee stuks telkens een gemaakt
[medeverdachte 2] : Ja
Omstreeks 18.13 uur stelt [medeverdachte 2] de volgende vraag:
[medeverdachte 2] : Moet ik het naar [naam 2] toe brengen?
[verdachte] reageert niet op deze vraag van [medeverdachte 2] . [medeverdachte 2] herhaalt haar vraag nogmaals waarop [verdachte] reageert: "Nee niet naar [naam 2] joh.. naar een ander adres ..ntv..Maar in Rotterdam wel ..ntv.
Op dinsdag 19 november 2019 omstreeks 20.54 uur wordt waargenomen dat [medeverdachte 2] het voertuig, voorzien van het kenteken [kenteken 3] parkeert ter hoogte van perceel [adres 4] te Rotterdam.
Vanuit het voertuig voert [medeverdachte 2] een telefoongesprek met [verdachte] alias [verdachte] .
"he zeg dat ik voor hun deur ben", zegt [medeverdachte 2] . Oke reageert [verdachte] .
21.01
uur: Turks
[medeverdachte 2] voert een telefoongesprek met [verdachte] alias [verdachte] .
[medeverdachte 2] : Ja ik ben op dezelfde plek als waar ik het zo net aan hun heb gegeven. Ik heb het er al uitgehaald. Het ligt op de stoel. Laat ze snel komen. Kom op!
Een minuut later arriveert de zwartkleurige Porsche Panamera, voorzien van het Portugese kenteken [kenteken 4] .
Hoorbaar in het voertuig is dat [medeverdachte 2] wordt aangesproken door een onbekend persoon (NNM)
NNM: hebben die ..ntv..laatste keer jou benadeeld zus?
[medeverdachte 2] : Wie?
NNM: Die man met de pet
[medeverdachte 2] : Ehh.. bedoel je inzake het transportgeld?
NNM: Ja
[medeverdachte 2] : Moest men mij 2000lira (lees: euro) geven?
NNM: ja ik heb gezegd "2000lira voor de zus"
[medeverdachte 2] : men heeft mij 1000 gegeven.
NNM: Die smeerlap ..ntv.. heeft het gestolen!
7.
Het proces-verbaal observeren dinsdag 19 november 2019, nummer 191119.N05.26Horizoncity (ZD 3-05, pagina 29 tot en met 37), inhoudende, voor zover van belang:
Activiteitenjournaal dinsdag 19 november 2019
Wij verklaren het volgende te hebben waargenomen.
[afbeelding]
8.
Het proces-verbaal van bevindingen doorzoeking woning [adres 4] , nummer 1911200050.DZK (ZD 3-05, pagina 40 tot en met 49), inhoudende, voor zover van belang:
Op 19 november 2019 werd de woning aan de [adres 4] te Rotterdam binnengetreden. In de ruimte [ruimte] zag ik twee grote big shopper tassen van het merk Action staat. In deze tas zag ik diverse blokken, vermoedelijk verdovende middelen.
9.
Het proces-verbaal onderzoek verdovende middelen, nummer PL1700-2019348781-19 (ZD 3-05, pagina 50 tot en met 52), inhoudende, voor zover van belang:
Betreft onderzoek aan:
[afbeelding]
10.
Het proces-verbaal observeren woensdag 20 november 2019, nummer 191120.N43.26Horizoncity (ZD 3-04, pagina 43 tot en met 38), inhoudende, voor zover van belang:
Activiteitenjournaal 20 november 2019
Wij verklaren het volgende te hebben waargenomen.
[afbeelding]
11.
Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] , nummer LERBB18002-01685 (ZD 3-04, pagina 52 tot en met 56), inhoudende, voor zover van belang:
Op 20 november 2019 is gebruik gemaakt van het opnemen van vertrouwelijke communicatie in het voertuig met kenteken [kenteken 3] . Omstreeks 11.43 uur is hoorbaar dat het portier van het voertuig voorzien van het kenteken [kenteken 3] wordt geopend en [medeverdachte 2] wordt aangesproken door een onbekende persoon.
De persoon wenst [medeverdachte 2] een behouden reis. Hoorbaar is dat het voertuig weer in beweging komt en daarna tot stilstand wordt gebracht. Er zijn portiergeluiden hoorbaar en er worden spullen in het voertuig verplaatst. Op dat moment is waargenomen dat [medeverdachte 2] in Arnhem een blauwkleurige compacte doos/box in ontvangst heeft genomen van de bestuurder van een Fiat, type Punto, voorzien van het kenteken [kenteken 5] . Hierna is de Toyota vertrokken met [medeverdachte 2] als bestuurder in de richting van Rotterdam/Dordrecht.
Uit opgenomen vertrouwelijke communicatie is op te maken dat [medeverdachte 2] omstreeks 11.50 uur een telefoongesprek voert vanuit de auto met [verdachte] .
[verdachte] : Waarom neem je de telefoon niet op.
[medeverdachte 2] : Ik was het in de stash/verborgen ruimte aan het stoppen
Op woensdag 20 november 2019 omstreeks 20.09 uur (TAO47) wordt [verdachte] vanuit Duitsland gebeld door [medeverdachte 2] .
[medeverdachte 2] : he ik zit in de Aldi boodschappen te doen.. Oké?
[verdachte] : O je bent in de Aldi boodschappen aan het doen? (kennelijk herhaald zodat een derde op achtergrond meeluistert)
[medeverdachte 2] : Ja
[verdachte] : Is goed ga maar bij Aldi naar binnen en doe rustig aan je boodschappen. Het blijkt daar 18 km vandaag te zijn!
Twee minuten later belt [verdachte] naar [medeverdachte 2]
[verdachte] : Wat is er?
[medeverdachte 2] : Er is niets gebeurd.
[verdachte] : nee ik had gebeld namelijk.. luíster.. kennelijk is daar geen goed bereik met Whatsapp..
[medeverdachte 2] : Ja er is geen bereik.
[verdachte] : Kijk doe je boodschappen.. zet die erin en ga naar het adres! Ga terug daarheen!
[medeverdachte 2] : nee ik heb het er al uitgehaald. lk kan er niet meer heen! Laat hun hierheen komen.
Die avond, woensdag 20 november 2019 omstreeks 20.53 uur (TA047) belt [verdachte] met [medeverdachte 2] .
[medeverdachte 2] : Hallo.
[verdachte] : Neem dan altijd op als ik zo dinges hé ?
[medeverdachte 2] : Ja maar ik heb geen netwerk. Dan moet je normaal bellen. Als het normaal is dat doet ie het wel hoor!
[verdachte] : Ok oké is goed.
[medeverdachte 2] : Zijn ze er?
[verdachte] : Ja ze schijnen er te zijn.
[medeverdachte 2] : Hé ?
Man bij [verdachte] op de achtergrond: ..ntv..
[verdachte] : Hun zeggen dat daar een euh auto is,
[medeverdachte 2] : Eh
[verdachte] : waar hun beetje dingen doen. Ga dan anders d'r uit, ga loop maar helemaal ver.
NNman bij [verdachte] op de achtergrond: ..ntv..
[verdachte] : Momentje..
[medeverdachte 2] : Wat moet ik nu doen?
[verdachte] : Die lui schijnen te zijn gekomen maar hun denken dat daar een auto is.. ze hebben argwaan
gekregen van een auto.. zogenaamd.. Daar zullen wel een heleboel auto's staan
[medeverdachte 2] : Ja hè
[verdachte] : omdat wij aan hun hebben.. we hebben hen toch ook wat verteld en zo
[medeverdachte 2] : Ja
S,anli; Ga jij maar naar buiten en ga ver weg.. ga gewoon naar buiten en ga lopen, maar ga heel ver. oké?
[medeverdachte 2] : Die dinges zitten toch in bagage en anders doe ik gewoon open, kunnen ze gewoon pakken
wanneer ze wil.
[verdachte] : Zit op slot toch ? Is toch op slot toch ?
[medeverdachte 2] : Nu is het op slot ja.
[verdachte] : Ja laat maar op slot en ga jij maar weg. ..ntv.. Of er iemand achter je is, nee toch ?
[medeverdachte 2] : Nee ik ben in de winkel. Ik ben nu in euh winkel tegenover Aldi, in andere winkel.. er is niemand daar
[verdachte] : Ga van daar heel ver weg. Hun denken dat bij onze auto, achter, iemand is.
[medeverdachte 2] : Oh
[verdachte] : Dat er iemand is bij jouw auto. Ga gewoon helemaal ver.
[medeverdachte 2] : Moet ik met auto gaan of euh gewoon lopen ?
[verdachte] ; Nee nee nee niet met auto, niet auto benaderen. Ga gewoon. Ga naar buiten en dan lopend.. loop met rappe tempo weg daar.
[medeverdachte 2] : Oke.
NNman bij [verdachte] op de achtergrond:
[verdachte] : Een mercedes zou het zijn. Bij dit soort zaken krijgen ze gauw argwaan.. hun zijn echt
dinges.
[medeverdachte 2] : Ja toch, ja kijk maar wanneer hun zeggen, dan ga ik naar auto
NNman bij [verdachte] op de achtergrond: ..ntv..
[verdachte] : Ga maar niet naar de auto zeg ik toch!
[medeverdachte 2] : Nee wanneer ze zeggen ,,oke" dan ga ik pas. Niet nu.
[verdachte] : Ha, oke ga maar euh naar een winkel heel ver weg
NNman bij [verdachte] op de achtergrond: ..ntv..
[medeverdachte 2] : lk ben ook zo wie zo bij andere winkel, ik ben niet meer bij Aldi hè.
[verdachte] : lk weet, maar misschien zijn ze daar ook gekomen andere winkel ook, is dichtbij toch ? Ze
zien jou toch ? Ergens waar je niemand meer ziet, niemand meer ziet, geen mens, geen iemand.
[medeverdachte 2] : Ja maar euh als er zo refs re dan gaan ze bij mijn auto blijven , dan ga je toch niet achter mij
aan.
[verdachte] : Beter toch ?
[medeverdachte 2] : Hé ?
[verdachte] : Dat is beter dan toch ?
[medeverdachte 2] : Ja mijn paspoort en zo, alles ligt in de auto hoor.
[verdachte] : Maakt niet uit, ik kom je ophalen. Als jou maar niks overkomt.
[medeverdachte 2] : Oké.
12.
Een ander geschrift, te weten de Nederlandse vertaling van een doorzoekingsbericht van de Politie Bremen (Duitsland) (ZD 3-04, p. 72 tot en met 76), inhoudende, voor zover van belang:
Tijdstip strafbaar feit: 20-11-2019
Voertuig: Toyota Corolla [kenteken 3]
Wij ontvingen de opdracht om een personenauto met kenteken [kenteken 3] (Toyota Corolla) weg te slepen van het parkeerterrein ‘ [terrein] ’ in de [adres 7] (de rechtbank begrijp: in Bremen).
In de kofferbak van de personenauto werden twee grotere boodschappentassen (een gele en een blauwe) aangetroffen, waarin zich meerdere ‘blokken’ heroïne bevonden.
De totale hoeveelheid is 29,29 kg bruto onversneden heroïne.
13.
Een ander geschrift, te weten de Nederlandse vertaling van een verslag van een publiekrechtelijk orgaan van de Politie Bremen (Duitsland) (ZD 3-04, pagina 80 tot en met 83), inhoudende, voor zover van belang:
Onderzoeksmateriaal
De recherche van Bremen overhandigde aan de KTU
[technische recherche]Bremen op 21-11-2019 de volgende in beslag genomen voorwerpen:
1. Twaalf plasticzakken (nummer 1 van de lijst bewijsmaterialen verdovende
middelen), met erin telkens twee pakketten, die geperst, bruin poeder bevatten,
ingepakt in een ontbijtzakje en vershoudfolie. De nettogewichten waren als
volgt:
a. 998,7 (in beslag genomen voorwerp 1.1).
b. 987,8 (in beslag genomen voorwerp 1.2).
c. 999,7 (in beslag genomen voorwerp 1.3).
d. 1002,1 (in beslag genomen voorwerp 1.4).
e. 1001,2 (in beslag genomen voorwerp 1.5)
f. 999,2 (in beslag genomen voorwerp 1.6).
g. 984,3 (in beslag genomen voorwerp 1.7).
h. 1001,9 (in beslag genomen voorwerp 1.8).
i. 951,3 (in beslag genomen voorwerp 1.9).
j. 998,3 (in beslag genomen voorwerp 1.10).
k. 995,1 (in beslag genomen voorwerp 1.11).
l. 999,8 (in beslag genomen voorwerp 1.12).
- Een blauwe draagtas (nummer 2 van de lijst van in beslag genomen
voorwerpen verdovende middelen) met erin:
- 14 plasticzakken, erin telkens twee pakketten, gepakt in een ontbijtzakje en
vershoudfolie, alsmede
- een plasticzak met geperst, bruin poeder, gepakt in een ontbijtzakje en
vershoudfolie. De nettogewichten waren als volgt:
a. 1000,9 (in beslag genomen voorwerp 2.1).
b. 1004,7 (in beslag genomen voorwerp 2.2).
c. 1002,3 (in beslag genomen voorwerp 2.3).
d. 1001,6 (in beslag genomen voorwerp 2.4).
e. 997,3 (in beslag genomen voorwerp 2.5).
f. 1002,3 (in beslag genomen voorwerp 2.6).
g. 1000,2 (in beslag genomen voorwerp 2.7).
h. 994,7 (in beslag genomen voorwerp 2.8).
i. 998,0 (in beslag genomen voorwerp 2.9).
j. 1001,0 (in beslag genomen voorwerp 2.10).
k. 1002,5 (in beslag genomen voorwerp 2.11).
l. 995,3 (in beslag genomen voorwerp 2.12).
m. 1000,6 (in beslag genomen voorwerp 2.13).
n. 1002,5 (in beslag genomen voorwerp 2.14)
o. 502,5 (in beslag genomen voorwerp 2.15).
Resultaten en beoordeling
Bij de in beslag genomen voorwerpen 1.1 t/m 1.4 gaat het om 3988,3 g van een mengsel van substanties, dat heroïne bevat.
Bij de in beslag genomen voorwerpen 1.5 t/m 1.8 gaat het om 3986,6 g van een mengsel van substanties, dat heroïne bevat.
Bij de in beslag genomen voorwerpen 1.9 t/m 1.12 gaat het om 3944,5 g van een mengsel van substanties, dat heroïne bevat.
Bij de in beslag genomen voorwerpen 2.1 t/m 2.4 gaat het om 4009,5 g van een mengsel van substanties, dat heroïne bevat.
Bij de in beslag genomen voorwerpen 2.5 t/m 2.7 gaat het om 2999,8 g van een mengsel van substanties, dat heroïne bevat.
Bij de in beslag genomen voorwerpen 2.8 t/m 2.11 gaat het om 3996,2 g van een mengsel van substanties, dat heroïne bevat.
Bij de in beslag genomen voorwerpen 2.12 t/m 2.15 gaat het om 3500,9 g van een mengsel van substanties, dat heroïne bevat.
14.
Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] , nummer LERBB18002-01290, inhoudende, voor zover van belang:
Op 11 mei 2019 is gebruik gemaakt van het opnemen van vertrouwelijke communicatie in het voertuig met kenteken [kenteken 2] . Omstreeks 05.15 uur wordt in het voertuig door de inzittenden, een vrouw die [medeverdachte 2] wordt genoemd en een onbekende persoon gesproken over vermoedelijke [verdachte] . Uit het gesprek is op te maken dat [verdachte] zelf niet aan het gesprek deelneemt, maar in een ander voertuig voor de Mercedes Benz, type Vito uitrijdt.
[medeverdachte 2] : Hij legt elke dag weer een flinke stuk weg af.
(…)
NNM: Maar hij verdient wel goed geld!
(…)
[medeverdachte 2] : ..ntv.. De echte grote partij komt vanuit dinges… het komt naar Tsjechië. Volgende week. 600 duizend euro!
(…)
[medeverdachte 2] : Hij gaat dus ..ntv.. daarvan geven. En dan na twee weken komt er nog eens 600 duizend maar/naar ehh.. 600 stuks heroïne zal er komen ..ntv.. Dat is wat ie mij heeft verteld.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit de dossiers in onderzoek 26Horizoncity van de Landelijke Eenheid, Dienst Landelijke Recherche. Er wordt verwezen naar de verschillende zaaksdossiers (ZD). Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.