In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, op 15 januari 2021 een vonnis uitgesproken in een kort geding tussen de Almeloose Woningstichting "Beter Wonen" en een gedaagde partij die niet is verschenen. Beter Wonen vorderde de ontruiming van de huurwoning van de gedaagde, die al geruime tijd overlast veroorzaakte, zoals blijkt uit klachten van omwonenden. De huurovereenkomst tussen Beter Wonen en de gedaagde bestaat sinds 16 maart 2016 en is onderhevig aan de Algemene Huurvoorwaarden van Beter Wonen. Ondanks herhaalde verzoeken om de overlast te stoppen, bleef de gedaagde zich niet als een goed huurder gedragen. De kantonrechter oordeelde dat de vordering tot ontruiming gegrond was, gezien de ernst van de klachten en het feit dat de gedaagde geen verweer had gevoerd. De kantonrechter heeft de ontruimingstermijn vastgesteld op twee weken, zodat de gedaagde tijd heeft om andere woonruimte te zoeken. Tevens is de gedaagde veroordeeld in de kosten van de procedure, die zijn begroot op € 706,96, inclusief de kosten van de gemachtigde.