ECLI:NL:RBOVE:2021:1783

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
29 april 2021
Publicatiedatum
29 april 2021
Zaaknummer
08/996250-18 (FP) (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Illegale handel in navigatiesoftware en inbreuk op intellectuele eigendomsrechten

Op 29 april 2021 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen twee mannen die betrokken waren bij de illegale handel in navigatiesoftware via Marktplaats. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachten zonder toestemming gebruik maakten van de namen en logo's van bekende automerken, waaronder Volkswagen, Ford en Audi. De hoofdverdachte, een 31-jarige man uit Hengelo, is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 9 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar. Zijn 49-jarige compagnon uit Almelo kreeg een taakstraf van 180 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden met een proeftijd van 3 jaar.

De rechtbank oordeelde dat de verdachten opzettelijk handelden in valse of vervalste merken en inbreuk maakten op auteursrechten. De feiten vonden plaats tussen 1 januari 2014 en 18 december 2018. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat er geen redenen waren voor schorsing van de vervolging. De officier van justitie had voldoende bewijs gepresenteerd om de verdachten te veroordelen, ondanks de verdediging die betoogde dat er geen inbreuk was gemaakt op de intellectuele eigendomsrechten.

De rechtbank heeft de ernst van de feiten meegewogen in de strafoplegging, waarbij de economische schade voor de merkhouders en de mogelijke gevolgen voor de veiligheid op de weg zijn benadrukt. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachten, waaronder hun werk en gezinssituatie. Uiteindelijk is de straf opgelegd met een combinatie van een taakstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf, waarbij de rechtbank de taakstraf heeft gematigd vanwege de overschrijding van de redelijke termijn van de procedure.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08/996250-18 (FP) (P)
Datum vonnis: 29 april 2021
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] 1972 in [geboorteplaats] (Marokko),
wonende te [adres] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 15 april 2021.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. F. Demmers en van hetgeen door verdachte en zijn raadsman mr. J.W. Stegeman, advocaat te Almelo, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:met een of meer anderen dan wel alleen opzettelijk heeft gehandeld in valse of vervalste merken;
feit 2:met een of meer anderen dan wel alleen opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op auteursrechten van anderen.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode 1 januari 2014 tot en met 18 december 2018 te Hengelo (O), althans in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk (TAP-5254-002-012, TAP-5254-003-002)
a. valse, vervalste of wederrechtelijk vervaardigde merken, en/of
b. waren, die zelf of op hun verpakking valselijk waren voorzien van de handelsnaam van
een ander of van het merk waarop een ander recht had, en/of
c. waren, die ter aanduiding van herkomst, valselijk van de naam van een bepaalde plaats,
met bijvoeging van een verdichte handelsnaam, waren voorzien, en/of
d. waren, waarop of op de verpakking waarvan een handelsnaam van een ander of een merk
waarop een ander recht had, zij het dan ook met een geringe afwijking, was nagebootst,
en/of
e. waren of onderdelen daarvan die valselijk hetzelfde uiterlijk vertoonden als een tekening
of model waarop een ander recht had, dan wel daarmede slechts ondergeschikte
verschillen vertoonden,
te weten:
- een (grote) hoeveelheid DVD('s) en/of SD-kaart(en) en/of USB-stick(s) en/of andere gegevensdrager(s) en/of waren, die navigatiesoftware bevat(ten) voorzien van de merknaam/merknamen VOLKSWAGEN en/of FORD en/of AUDI en/of BOSCH en/of CHRYSLER/JEEP/MOPAR en/of CITROEN en/of HONDA en/of JAGUAR en/of KIA en/of LEXUS en/of MIITSUBISHI en/of OPEL en/of PEUGEOT en/of PORSCHE en/of RENAULT en/of SEAT en/of TOYOTA en/of VAUXHALL en/of VOLVO en/of HERE en/of SANDISK, en/of
- een (grote) hoeveelheid stickers voorzien van de merknaam/merknamen van één of meer voornoemd(e) merk/merken (DOC-341, DOC-179, DOC-328)
heeft ingevoerd (DOC-326, DOC-370, DOC-367, DOC-327, DOC-371, DOC-332, DOC-144), doorgevoerd, uitgevoerd, verkocht (DOC-333, DOC-303)
te koop heeft aangeboden (DOC-320, DOC-153, DOC-147, DOC-149, DOC-150),
afgeleverd (DOC-344 t/m 347),
uitgedeeld en/of in voorraad gehad DOC-328, DOC-326, DOC-162, DOC-324),
zulks terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) van het plegen van dit misdrijf zijn/hun beroep heeft/hebben gemaakt en/of het plegen van dit misdrijf als bedrijf heeft/hebben uitgeoefend (DOC-319, DOC-320, DOC-153, DOC-328, DOC-333);
2.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode 1 januari 2014 tot en met 18 december 2018 te Hengelo (O), althans in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk (DOC-125, DOC-146, TAP-5254-002-012) inbreuk heeft gemaakt op eens anders auteursrecht door opzettelijk meermalen, althans eenmaal,
een (groot) aantal gegevensdragers, waarop navigatiesoftware (van onder andere VOLKSWAGEN en/of FORD en/of AUDI en/of JAGUAR en/of KIA en/of OPEL en/of RENAULT en/of TOYOTA) was vervat, zondert toestemming van de auteursrechtshebbende op die navigatiesoftware: openlijk ter verspreiding (op Marktplaats) heeft aangeboden (DOC-153, DOC-147, DOC-149, DOC-150) en/of ter verveelvoudiging of ter verspreiding voorhanden heeft gehad en/of heeft ingevoerd
en/of
opzettelijk meermalen, althans eenmaal, (ongeveer) 25.733, althans een (zeer groot) aantal logo-stickers (DOC-328) (van onder andere Ford en/of Mazda en/of Opel Vauxhall) waarop met inbreuk op een anders auteursrecht beeldwerken waren vervat, ter verveelvoudiging en/of verspreiding heeft gehad en/of uit winstbejag heeft bewaard,
terwijl hij verdachte en/of zijn mededader(s) van het plegen van deze misdrijven als bedoeld in artikel 31 en 31a van de Auteurswet zijn/hun beroep heeft/hebben gemaakt en/of het plegen van deze misdrijven als bedrijf heeft/hebben uitgeoefend (DOC-319, DOC-320, DOC-153, DOC-328, DOC-333).

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsoverwegingen

4.1
Inleiding [1]
Namens Volkswagen AG heeft Van Doorne Advocaten te Amsterdam onderzoek gedaan naar mogelijke inbreuken op intellectuele eigendomsrechten van Volkswagen. Voornoemde inbreuk zou erin hebben bestaan dat verdachte op internet (Marktplaats.nl) al dan niet illegale navigatiesoftware te koop heeft aangeboden voor modellen van voornoemd automerk al dan niet voorzien van het logo van Volkswagen. Op grond van de resultaten van het onderzoek heeft Van Doorne vervolgens 20 juli 2017 namens Volkswagen AG aangifte gedaan. [2] Naar aanleiding van deze aangifte is de FIOD het onderhavige opsporingsonderzoek gestart dat eerst naar medeverdachte [medeverdachte] en vervolgens naar verdachte heeft geleid. [3] Het onderzoek heeft uiteindelijk geresulteerd in doorzoekingen op verschillende aan beide verdachten te koppelen locaties op 18 december 2018. Daarbij zijn onder meer logostickers, DVD’s, USB-sticks en SD-kaarten aangetroffen, waardoor het vermoeden is ontstaan dat verdachte niet alleen inbreuk heeft gemaakt op intellectuele eigendomsrechten van Volkswagen, maar ook op die van houders van andere merken. Namens een groot deel van deze merken is vervolgens aangifte gedaan. [4] Uit deze aangiften blijkt dat al de betreffende merken als zodanig zijn geregistreerd ten name van de respectieve merkhouders en dat geen van deze merkhouders aan verdachte of medeverdachte toestemming heeft verleend om navigatiesoftware die door of vanwege de hiervoor bedoelde rechthebbenden is ontwikkeld en op de markt is gebracht te (laten) produceren en te voorzien van deze merken en vervolgens te verkopen of anderszins van deze software en merken gebruik te maken.
4.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten kunnen worden bewezen.
4.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte heeft primair betoogd dat verdachte, behoudens het gebruik van logostickers, van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten moet worden vrijgesproken, omdat – zakelijk weergegeven – op grond van het dossier niet kan worden vastgesteld dat verdachte software heeft verhandeld waarmee inbreuk is gemaakt op intellectuele eigendomsrechten van de in de tenlastelegging genoemde merken. Ook heeft de raadsman bepleit dat de bewijsbare pleegperiode en medepleegperiode korter zijn dan de ten laste gelegde periode.
4.4
Het oordeel van de rechtbank
Overweging met betrekking tot het onder 1 ten laste gelegde
Verdachte is ter zake van het ten laste gelegde meermaals gehoord door de FIOD. Verdachte heeft in 2019 bij de FIOD verklaard dat hij op dat moment ongeveer vijf jaren via Marktplaats had gehandeld in navigatiesoftware. [5] Ter terechtzitting van 15 april 2021 heeft hij desgevraagd bevestigd dat hij deze - eigen - handel sinds 2014 dreef. [6] Dit strookt ook met inkomsten die op zijn bankrekening zichtbaar zijn. [7] Daarbij maakte hij gebruik van telefoonnummer [telefoonnummer] [8] , welk nummer in de door hem geplaatste advertenties ook zichtbaar was.
Het onder 1 ten laste gelegde verwijt heeft vooral betrekking op, kortgezegd, het handelen in gegevensdragers (met daarop navigatiesoftware) en logostickers, die waren voorzien van verschillende merknamen.
De rechtbank stelt vast dat verdachte advertenties op Marktplaats heeft geplaatst waarin werd geadverteerd met navigatiesoftware die werd aangeduid met de in de tenlastelegging genoemde merknamen. Ook waren in deze advertenties de logo’s van het betreffende merk zichtbaar. [9] Aldus werd met deze advertenties de schijn gewekt dat (legale) navigatiesoftware van bekende automerken werden aangeboden.
In de woning van verdachte zijn niet alleen ruim 25.000 logostickers van de in de tenlastelegging genoemde merken aangetroffen die geschikt waren om op (micro)Sd-kaarten aan te brengen, maar ook datadragers met daarop logostickers. [10] Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat deze logostickers van medeverdachte [medeverdachte] waren en dat [medeverdachte] deze stickers pas een week voor de doorzoeking bij verdachte had gebracht met het verzoek om deze logostickers voor [medeverdachte] te bewaren. De rechtbank acht deze ter zitting voor het eerst afgelegde verklaring, volledig afwijkend ten opzichte van zijn eerder bij de FIOD afgelegde verklaringen, ongeloofwaardig, mede in het licht van de omstandigheid dat verdachte zelf zonder toestemming op Marktplaats al langdurig adverteerde met navigatiesoftware van deze merken alsmede dat hij naar het oordeel van de rechtbank al geruime tijd samenwerkte met medeverdachte [medeverdachte] . Over deze samenwerking zal de rechtbank hieronder nog het nodige overwegen.
De rechtbank stelt op grond van voornoemde bewijsmiddelen vast dat de logostickers – mede – aan verdachte toebehoorden en dat verdachte navigatiesoftware op gegevensdragers te koop aanbood, verkocht, in voorraad had en na bestelling bij de klant afleverde, die waren voorzien van stickers van de in de tenlastelegging genoemde merken. Verdachte bestelde deze waren onder meer via E-bay, zodat ook sprake is van invoeren. [11] Nu verdachte hiervoor geen toestemming had, heeft hij met zijn handel inbreuk gemaakt op de intellectuele eigendomsrechten van deze merken. Dat verdachtes opzet daarop ook gericht was, blijkt uit afgetapte telefoongesprekken over de handel in navigatiesoftware, waarin verdachte met medeverdachte [medeverdachte] bespreekt dat zij niet aan hun handel in navigatiesoftware gekoppeld moeten kunnen worden door van accountnaam te veranderen [12] en waarin [medeverdachte] tegen verdachte zegt dat het illegaal is wat zij doen. [13] Ook uit de sommatie van Volkswagen AG om te stoppen met de verkoop en een daaropvolgende symbolische betaling door verdachte van honderd euro met een belofte om ermee te stoppen, blijkt dat verdachte wist dat zijn handel niet legaal was. [14] Gelet op de schaal waarop verdachte heeft geopereerd, is de rechtbank verder van oordeel dat het om bedrijfsmatige handel ging.
Verdachte heeft in zijn tweede, derde en vierde verhoor op 20 december 2018 verklaard dat hij ongeveer twee jaar met [medeverdachte] samenwerkte, dat hij door [medeverdachte] voor zijn werkzaamheden betaald werd en dat hij de spullen van [medeverdachte] gebruikte. [15] In het zesde verhoor heeft verdachte verklaard dat hij de stickervellen in huis had voor de navigaties, die op de Chinese SD-kaarten worden geplaatst. Alle stickers zijn van [medeverdachte] . Verdachte bestickerde wel SD-kaarten voor [medeverdachte] , soms deed hij dat zelf en soms deed [medeverdachte] dat. [16] In de laatste verhoren, waarbij een tolk aanwezig was, heeft verdachte zijn eerdere verklaringen gewijzigd; volgens verdachte had hij de vragen in de eerdere verhoren niet goed begrepen. Ter terechtzitting heeft verdachte vervolgens verklaard dat hij geen gezamenlijke verkoop met [medeverdachte] had en dat hij alleen de post voor hem wegbracht gedurende een periode van drie of vier maanden. De rechtbank hecht aan deze verklaring geen geloof en is van oordeel dat er wel degelijk sprake was van bewuste en nauwe samenwerking tussen beide verdachten, nu de eerdere verklaringen over samenwerking steun vinden in meerdere tapgesprekken, waaruit naar voren komt dat verdachten hun gezamenlijke handel bespreken, waaronder het bestellen van nieuwe voorraad in China en het door verdachte in overleg met medeverdachte [medeverdachte] maken van RNS 510 (de rechtbank begrijpt: navigatiesoftware van Volkswagen). [17] Het dossier bevat verder chatgesprekken tussen medeverdachte [medeverdachte] en een zekere [naam 1] , werkzaam bij het bedrijf [bedrijf 1] , en met een persoon die zich “discmaker” noemt, werkzaam bij het Chinese bedrijf [bedrijf 2] , waaruit blijkt dat medeverdachte [medeverdachte] de gegevensdragers en logostickers in China bestelde. [18] Uit chatgesprekken tussen verdachte en medeverdachte volgt dat verdachte ook nauw betrokken was bij dergelijke bestellingen, in die zin dat de voorraad en de benodigdheden door verdachte aan medeverdachte werden doorgegeven. [19] De rechtbank acht daarom eveneens bewezen dat verdachte deze waren samen met medeverdachte heeft ingevoerd. De rechtbank acht op grond van voornoemde bewijsmiddelen bewezen dat gedurende een gedeelte van de tenlastegelegde periode, namelijk vanaf 20 december 2016, sprake is geweest van medeplegen.
De rechtbank acht op grond van het voorgaande het onder 1 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank zal gelet op het vorenstaande de bewezenverklaarde periode splitsen in een periode waarin verdachte tezamen met een ander heeft gehandeld en een periode waarin hij alleen heeft gehandeld.
Overweging met betrekking tot het onder 2 ten laste gelegde
Het onder 2 ten laste gelegde heeft betrekking op schending van auteursrechten als bedoeld in de Auteurswet. Het verwijt in de tenlastelegging valt uiteen in twee onderdelen, die van elkaar worden onderscheiden door de woorden “en/of.”
Het eerste onderdeel heeft betrekking op een groot aantal gegevensdragers, waarop navigatiesoftware is vastgelegd ten aanzien waarvan de daar genoemde fabrikanten auteursrechthebbende zijn..
De rechtbank stelt bij de beoordeling voorop dat het dossier weliswaar sterke aanwijzingen [20] bevat dat verdachte navigatiesoftware van de genoemde merken verhandelde, maar dat het dossier geen beschrijving bevat van de software die op de aangetroffen gegevensdragers was vastgelegd. Daarom kan naar het oordeel van de rechtbank niet zonder meer worden vastgesteld dat op die gegevensdragers software van die merkenhouders was geïnstalleerd, waarmee inbreuk werd gemaakt op intellectuele eigendomsrechten. Bij dat oordeel heeft de rechtbank betrokken dat niet kan worden uitgesloten dat er universele (Chinese) merkloze software op de gegevensdragers heeft gestaan. Dit brengt mee dat verdachte van dit onderdeel van het onder 2 ten laste gelegde zal worden vrijgesproken.
Het tweede onderdeel heeft betrekking op kortgezegd het ter verspreiding voorhanden hebben van ongeveer 25.733 logostickers van verschillende merken.
Op 18 december 2018 is de woning van verdachte doorzocht. [21] Tijdens deze doorzoeking zijn onder meer 25.733 logostickers, die geschikt waren voor (micro)SD-kaarten, aangetroffen van de in de tenlastelegging genoemde merken. [22] Het dossier bevat een overzicht waarin deze logostickers per merk zijn afgebeeld. [23] De rechtbank oordeelt dat het telkens om auteursrechtelijk beschermde beeldmerken gaat, nu deze logo’s een eigen, oorspronkelijk karakter hebben en zij het persoonlijk stempel van de maker dragen. (vgl. HR 8 januari 2019, ECLI:NL:HR:2019:6).
De rechtbank heeft hiervoor ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde reeds vastgesteld dat verdachte grootschalig handelde in navigatiesoftware die op gegevensdragers voorzien van logostickers werd verkocht. De rechtbank is daarom van oordeel dat verdachte ook de 25.733 aangetroffen logostickers ter verspreiding voorhanden heeft gehad.
Verdachte had blijkens de aangiftes die namens de betreffende merken zijn gedaan, geen toestemming om deze logostickers te verspreiden en heeft daarmee zodoende inbreuk gemaakt op de auteursrechten van de betreffende werken. [24] Voor het opzet verwijst de rechtbank naar hetgeen zij hiervoor ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde heeft overwogen.
De rechtbank ziet in het dossier onvoldoende bewijs dat er ten aanzien van de in de woning van verdachte aangetroffen logostickers sprake is van medeplegen met een ander, zodat zij verdachte hiervan zal vrijspreken.
De rechtbank acht op grond van het voorgaande dit onderdeel van het onder 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.
4.5
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat:
1.
hij in de periode 1 januari 2014 tot en met 19 december 2016 in Nederland opzettelijk
a. valse, vervalste of wederrechtelijk vervaardigde merken, en
b. waren, die zelf of op hun verpakking valselijk waren voorzien van de handelsnaam van
een ander of van het merk waarop een ander recht had, en
d. waren, waarop of op de verpakking waarvan een handelsnaam van een ander of een merk
waarop een ander recht had, zij het dan ook met een geringe afwijking, was nagebootst,
te weten:
- een (grote) hoeveelheid DVD('s) en/of SD-kaart(en) en/of USB-stick(s) en/of andere gegevensdrager(s) en/of waren, die navigatiesoftware bevat(ten) voorzien van de merknaam/merknamen VOLKSWAGEN en/of FORD en/of AUDI en/of BOSCH en/of CHRYSLER/JEEP/MOPAR en/of CITROEN en/of HONDA en/of JAGUAR en/of KIA en/of LEXUS en/of MIITSUBISHI en/of OPEL en/of PEUGEOT en/of PORSCHE en/of RENAULT en/of SEAT en/of TOYOTA en/of VAUXHALL en/of VOLVO en/of HERE en/of SANDISK, en
- een grote hoeveelheid stickers voorzien van de merknaam/merknamen van één of meer voornoemde merken
heeft ingevoerd, verkocht, te koop heeft aangeboden, afgeleverd en in voorraad heeft gehad,
zulks terwijl hij het plegen van dit misdrijf als bedrijf heeft uitgeoefend;
en
hij in de periode 20 december 2016 tot en met 18 december 2018 in Nederland tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk
a. valse, vervalste of wederrechtelijk vervaardigde merken, en
b. waren, die zelf of op hun verpakking valselijk waren voorzien van de handelsnaam van
een ander of van het merk waarop een ander recht had, en
d. waren, waarop of op de verpakking waarvan een handelsnaam van een ander of een merk
waarop een ander recht had, zij het dan ook met een geringe afwijking, was nagebootst,
te weten:
- een (grote) hoeveelheid DVD('s) en/of SD-kaart(en) en/of USB-stick(s) en/of andere gegevensdrager(s) en/of waren, die navigatiesoftware bevat(ten) voorzien van de merknaam/merknamen VOLKSWAGEN en/of FORD en/of AUDI en/of BOSCH en/of CHRYSLER/JEEP/MOPAR en/of CITROEN en/of HONDA en/of JAGUAR en/of KIA en/of LEXUS en/of MIITSUBISHI en/of OPEL en/of PEUGEOT en/of PORSCHE en/of RENAULT en/of SEAT en/of TOYOTA en/of VAUXHALL en/of VOLVO en/of HERE en/of SANDISK, en
- een (grote) hoeveelheid stickers voorzien van de merknaam/merknamen van één of meer voornoemde merken
heeft ingevoerd, verkocht, te koop heeft aangeboden, afgeleverd en/of in voorraad heeft gehad, zulks terwijl hij, verdachte en zijn mededader, het plegen van dit misdrijf als bedrijf hebben uitgeoefend;
2.
hij op 18 december 2018 in Nederland opzettelijk 25.733 logo-stickers (van onder andere Ford en Mazda en Opel Vauxhall) waarop met inbreuk op een anders auteursrecht beeldwerken waren vervat, ter verspreiding voorhanden heeft gehad, terwijl hij verdachte het plegen van dit misdrijf als bedrijf heeft uitgeoefend.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte onder 1 en 2 meer of anders is ten laste gelegd en zal hem daarvan vrijspreken.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 47 en 337, eerste en derde lid, van het Wetboek van Strafrecht (Sr) en de artikelen 31a en 31b van de Auteurswet. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1
de misdrijven:
ten aanzien van de periode 1 januari 2014 tot en met 19 december 2016:
opzettelijk
a. valse, vervalste of wederrechtelijk vervaardigde merken, en
b. waren, die zelf of op hun verpakking valselijk zijn valselijk zijn voorzien van de
handelsnaam van een ander of van het merk waarop een ander recht heeft, en
d. waren, waarop of op de verpakking waarvan een handelsnaam van een ander of een merk
waarop een ander recht heeft, zij het dan ook met een geringe afwijking is nagebootst,
invoeren, verkopen, te koop aanbieden, afleveren en/of in voorraad hebben,
terwijl verdachte het plegen van dit misdrijf als bedrijf uitoefent;
en
ten aanzien van de periode 20 december 2016 tot en met 18 december 2018
medeplegen van opzettelijk
a. valse, vervalste of wederrechtelijk vervaardigde merken, en
b. waren, die zelf of op hun verpakking valselijk zijn valselijk zijn voorzien van de
handelsnaam van een ander of van het merk waarop een ander recht heeft, en
d. waren, waarop of op de verpakking waarvan een handelsnaam van een ander of een merk
waarop een ander recht heeft, zij het dan ook met een geringe afwijking is nagebootst,
invoeren, verkopen, te koop aanbieden, afleveren en/of in voorraad hebben,
terwijl verdachte het plegen van dit misdrijf als bedrijf uitoefent;
feit 2
het misdrijf: opzettelijk een voorwerp waarin met inbreuk op eens anders auteursrecht een werk is vervat, ter verspreiding aanbieden, terwijl hij het plegen van dit misdrijf als bedrijf uitoefent.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen maanden met aftrek van voorarrest, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte heeft, gelet op hetgeen volgens hem kan worden bewezenverklaard, bepleit een taakstraf op te leggen, al dan niet gecombineerd met een voorwaardelijke gevangenisstraf van beperkte duur.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij het volgende van belang.
Verdachte heeft gedurende een lange periode bedrijfsmatig gehandeld in navigatiesoftware en deze zonder toestemming van de rechthebbenden voorzien van verschillende merknamen en logo’s van bekende merken navigatiesystemen. Ook gebruikte hij deze merken en logo’s in zijn advertenties op Marktplaats.nl. Niet alleen wordt door voormeld handelen van verdachte schade berokkend aan de rechthebbenden van de merkrechten op deze goederen, maar tevens wordt oneerlijke concurrentie aangedaan aan bonafide bedrijven, die wel aan hun merkrechtelijke verplichtingen voldoen. De merkhouders hebben zich kostbare productie- en marketinginspanningen getroost om hun merken tot bekende merken te maken, die garant staan voor de herkomst van de software en daarmee voor een bepaalde kwaliteit. De merkhouders lopen inkomsten mis als potentiële klanten de namaakartikelen kopen in plaats van de originele artikelen. Bovendien doet de slechtere kwaliteit van de namaakartikelen afbreuk aan het imago en de goodwill van het originele merk. Ook kan het niet of slecht functioneren van dergelijke navigatiesoftware in een auto leiden tot (levens)gevaarlijke situaties op de weg, niet alleen voor de bestuurders zelf, maar ook voor overige weggebruikers. De rechtbank rekent het verdachte aan dat hij zijn eigen geldelijk gewin voor ogen heeft gehad en de economische schade die zijn handelen heeft meegebracht kennelijk voor lief heeft genomen.
De rechtbank heeft bij het bepalen van de straf gelet op een de verdachte betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie van 23 december 2020, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor strafbare feiten. Over de persoon van verdachte is uit het dossier en tijdens het onderzoek ter terechtzitting naar voren gekomen dat verdachte al twintig jaar werkt bij [bedrijf 3] en dat hij met zijn parttime werkende vrouw twee kinderen heeft en in een koopwoning woont. Verder is gebleken dat de onderhavige strafzaak zijn weerslag heeft op zowel de psychische gesteldheid als op het dagelijkse leven van verdachte.
De rechtbank heeft bij de keuze voor de strafmodaliteit een afweging gemaakt tussen enerzijds de bewezenverklaarde feiten die – mede gelet op de lange periode waarin en de schaal waarop verdachte zijn handel heeft gedreven - een onvoorwaardelijke gevangenisstraf rechtvaardigen, en anderzijds de persoonlijke omstandigheden van verdachte, die mee zouden brengen dat een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf een zware wissel op de levens van verdachte en zijn gezinsleden zou trekken. De rechtbank is daarbij tot het oordeel gekomen dat het opleggen van een taakstraf in combinatie met een voorwaardelijke gevangenisstraf op de meest passende wijze recht doet aan de belangen van zowel de samenleving als van verdachte.
De rechtbank acht, alles afwegende, een taakstraf voor de duur van 200 uren op zijn plaats.
Nu verdachte op 18 december 2018 is aangehouden en de rechtbank op 29 april 2021 uitspraak doet in eerste aanleg, constateert de rechtbank dat de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 EVRM met ruim vier maanden is overschreden. De rechtbank zal daarom de op te leggen taakstraf met tien procent matigen en zodoende een taakstraf van 180 uren opleggen.
Om verdachte ervan te weerhouden opnieuw een strafbaar feit te plegen, zal de rechtbank daarnaast een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van drie maanden opleggen met een proeftijd van drie jaren.
7.4
De inbeslaggenomen voorwerpen
De rechtbank is van oordeel dat het contante geldbedrag van € 70.020,- en het saldo op de bankrekening dat in beslag is genomen moeten worden verbeurdverklaard, omdat het geldbedragen betreffen die aan verdachte toebehoren en die geheel of grotendeels uit de baten van de strafbare feiten zijn verkregen. De rechtbank wijst daarbij op de verklaring van verdachte zelf ten aanzien van het contante geldbedrag. [25] Ook blijkt uit de bankgegevens van verdachte dat hij betalingen met betrekking tot de navigatiehandel op zijn rekening ontving. [26]
De schriftelijke bescheiden die betrekking hebben op de navigatiehandel, moeten eveneens worden verbeurdverklaard, omdat het voorwerpen betreffen met behulp van welke de feiten zijn begaan. De rechtbank zal de teruggave aan de rechthebbenden gelasten van de op de beslaglijst vermelde overige schriftelijke bescheiden, aangezien deze niet vatbaar zijn voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer en het belang van strafvordering zich niet tegen teruggave verzet.
De rechtbank zal ook de teruggave aan de rechthebbende gelasten van het op de beslaglijst vermelde bankbescheid, aangezien dit niet vatbaar is voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer en het belang van strafvordering zich niet tegen teruggave verzet.
Op de in beslag genomen personenauto rust zowel klassiek (artikel 94 Sv) als conservatoir beslag (artikel 94a Sv). De rechtbank moet een beslissing nemen op het klassieke beslag en zal de teruggave van de personenauto aan verdachte gelasten, nu geen strafvorderlijk belang zich daartoe verzet. Dit laat het conservatoir beslag onverlet. Ook van het inbeslaggenomen bijbehorende kentekenbewijs en de inbeslaggenomen kluis zal de rechtbank de teruggave gelasten.
Opgemerkt zij dus dat voor zover op de personenauto ook conservatoir beslag ex artikel 94a Sv rust, dit beslag blijft voortbestaan.

8.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 33, 33a en 57 Sr.

9.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder 1 en 2 meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1
de misdrijven:
ten aanzien van de periode 1 januari 2014 tot en met 19 december 2016:
opzettelijk
a. valse, vervalste of wederrechtelijk vervaardigde merken, en
b. waren, die zelf of op hun verpakking valselijk zijn valselijk zijn voorzien van de
handelsnaam van een ander of van het merk waarop een ander recht heeft, en
d. waren, waarop of op de verpakking waarvan een handelsnaam van een ander of een merk
waarop een ander recht heeft, zij het dan ook met een geringe afwijking is nagebootst,
invoeren, verkopen, te koop aanbieden, afleveren en/of in voorraad hebben,
terwijl verdachte het plegen van dit misdrijf als bedrijf uitoefent;
en
ten aanzien van de periode 20 december 2016 tot en met 18 december 2018
medeplegen van opzettelijk
a. valse, vervalste of wederrechtelijk vervaardigde merken, en
b. waren, die zelf of op hun verpakking valselijk zijn valselijk zijn voorzien van de
handelsnaam van een ander of van het merk waarop een ander recht heeft, en
d. waren, waarop of op de verpakking waarvan een handelsnaam van een ander of een merk
waarop een ander recht heeft, zij het dan ook met een geringe afwijking is nagebootst,
invoeren, verkopen, te koop aanbieden, afleveren en/of in voorraad hebben,
terwijl verdachte het plegen van dit misdrijf als bedrijf uitoefent;
feit 2
het misdrijf: opzettelijk een voorwerp waarin met inbreuk op eens anders auteursrecht een werk is vervat, ter verspreiding aanbieden, terwijl hij het plegen van dit misdrijf als bedrijf uitoefent.
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1 en 2 bewezenverklaarde;

straf

- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) maanden;
- bepaalt dat deze gevangenisstraf
in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte zich voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarenschuldig maakt aan een strafbaar feit;
- veroordeelt verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
180 (honderdtachtig) uren;
- beveelt, voor het geval dat verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
90 (negentig) dagen;
- beveelt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de taakstraf in mindering wordt gebracht, waarbij als maatstaf geldt dat voor de eerste 60 in verzekering of voorlopige hechtenis doorgebrachte dagen, twee uren en voor de resterende dagen één uur per dag aftrek plaatsvindt;
de inbeslaggenomen voorwerpen
- verklaart verbeurd de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten de op de aan dit vonnis gehechte beslaglijst genoemde voorwerpen onder de nummers 2 en 3, en de bescheiden onder nummers 6 t/m 27, 29 t/m 31, 33, 35 en 36, voor zover deze betrekking hebben op navigatiehandel;
- gelast de teruggave van de bescheiden onder nummers 6 t/m 27, 29 t/m 31, 33, 35 en 36 aan de rechthebbenden voor het overige;
- gelast de teruggave van de inbeslaggenomen buitenlandse bankkaart in rood hoesje aan de rechthebbende, te weten het op de aan dit vonnis gehechte beslaglijst genoemde voorwerp onder nummer 32;
- gelast de teruggave van de in beslag genomen personenauto Volkswagen Stationwagon kenteken [kenteken] (tenzij er conservatoir beslag ligt dat zich daartegen verzet), en van het bijbehorende kentekenbewijs zoals vermeld onder respectievelijk nummers 1 en 34 op de beslaglijst, aan verdachte, alsook van de in beslag genomen kluis, zoals vermeld onder nummer 28 op de beslaglijst.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.H.W.R. Orriëns-Schipper, voorzitter, mrs. H. Manuel en
R.P. van Campen, rechters, in tegenwoordigheid van D.D. Drost, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 29 april 2021.
Buiten staat
Mrs. Van Campen en Manuel zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de FIOD met dossiernummer 62138. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar documenten van in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakte processen-verbaal, dan wel schriftelijke bescheiden uit dit dossier.
2.AG-001 (door Van Doorne Advocaten namens Volkswagen AG).
3.AMB-001.
4.AG-002 (door Banning Advocaten namens Ford) en AG-003 (door React namens meerdere andere merken).
5.Verklaring van verdachte V-03-07, p.373.
6.Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 15 april 2015.
7.DOC-333 en V-03-07, p.375.
8.Verklaring van verdachte, V-03-02, p.328.
9.DOC-153 en V-03-02, p.328 e.v. Zie ook Doc-147, DOC-149 en DOC-150.
10.DOC-328.
11.V-03-05, p.357.
12.Tap-5254-002-004.
13.Tap-5254-003-002.
14.V-03-03, p.338-340 en Doc 146.
15.V-03-02, p.323-325, V03-03, p.335-337 en V03-04, p.345 en 348.
16.V-03-04, p.364.
17.Tap-5254-002-011, Tap-5254-002-012, Tap-5254A-001-002 en TAP-5254A-002-001. (Zie bijvoorbeeld ook de taps in voetnoten 18 en 19).
18.DOC-326 en DOC-327.
19.Tap-5254-002-011, TAP-5254A-001-004 en Tap-5254A-001-005.
20.De rechtbank doelt in het bijzonder op skypegesprekken tussen verdachte en een zeker [naam 2] en op de mappen met gedownloade navigatiesoftware die op verdachtes computer zijn aangetroffen (DOC-332 respectievelijk DOC-170).
21.AMB-018.
22.DOC-328, linker kolom.
23.AMB-025.
24.AG-001, AG-002 en AG-003.
25.V-03-07.
26.ZD-002-01, p.181.