Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
mr. M.E.B. Rasing en van wat verdachte en zijn raadsman mr. H.J. Voors, advocaat te Zwolle, naar voren hebben gebracht.
2.De tenlastelegging
1.
2.
3.De voorvragen
4.De bewijsoverwegingen
30 maart 2019 op het trottoir ter hoogte van de woning [adres 2] aangetroffen (nog intacte) fles zat, een ontbrandbare vloeistof is die hoofdzakelijk bestaat uit motorbenzine. [7]
.Op 29 maart 2019 was [verdachte] rond het tijdstip van de brandstichting naar de ouders van [getuige] gegaan en op 30 maart 2019 was [verdachte] rond het tijdstip van de brandstichting geld gaan pinnen, terwijl [verdachte] nooit geld pint.
Moet je kijken op 112 Zwolle” waarop zij een artikel liet zien dat er een brandbom bij [aangever 1] naar binnen was gegooid. Direct daarna hoorde [naam 1] van [verdachte] dat [medeverdachte] de brandbom naar binnen heeft gegooid en dat [verdachte] de opdracht daarvoor aan [medeverdachte] heeft gegeven.
Ik maak jou dood” en “
Ik maak jouw vader dood”. De broer van [aangever 1] heeft aan verbalisant [verbalisant 1] vervolgens een door [aangever 1] doorgezonden app getoond met een screenshot van de telefoonoproep door het telefoonnummer [telefoonnummer 1] . [21]
- [verdachte] (na eerdere chats met [getuige] over de brand bij [aangever 1] ) op 2 april 2019 in een chat zegt:
- op 11 april 2019 sms-berichten over en weer worden gestuurd tussen [getuige] en [verdachte] , waarin [getuige] onder meer meedeelt:
“Je weet toch ook wat die kankerkind verklaard heb? Dus ze gaan sowieso een link naar mij wijzen. Dat gaan ze nu zoeken en als jij die kankerfout maakt om op het bureau iets, iets en een andere ding te vertellen dan gaan ze mij pakken”. [27]
Dus hij zit sowieso vast. Dus dit wordt kankerhoofdpijn”en:
“Je moet die kankertelefoon resetten want die kankermongool heeft zijn telefoon toch niet weggegooid?” [28]
5.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
8.De schade van benadeelden
€ 5.181,76, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop het strafbare feit is gepleegd.
9.De toegepaste wettelijke voorschriften
10.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
48 (achtenveertig) maanden;
in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarde(n) niet is nagekomen:
algemene voorwaardedat verdachte:
€ 8.681,76(achtduizend zeshonderdéénentachtig euro en zevenenzestig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente over voornoemd bedrag vanaf 29 maart 2019 tot aan de dag van volledige betaling, voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan;
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het onder 1 bewezen verklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 8.681,76(achtduizend zeshonderdeenentachtig euro en zevenenzestig cent) te vermeerderen met de wettelijke rente over voornoemd bedrag vanaf 29 maart 2019 tot aan de dag van volledige betaling ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 78 dagen kan worden toegepast, (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan). Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;