In deze zaak heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Overijssel op 14 april 2021 het verzoek tot wraking van mr. M.A.M. Essed afgewezen. Verzoekers, die in een civiele procedure betrokken zijn, hebben op 9 maart 2021 een wrakingsverzoek ingediend, waarin zij aanvoerden dat mr. Essed partijdig was tijdens de behandeling van hun zaak. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat het verzoek tijdig was ingediend, maar heeft vervolgens de gronden van het verzoek beoordeeld. Verzoekers voerden aan dat mr. Essed onvoldoende aandacht had besteed aan belangrijke zaken tijdens een bezichtiging en de daaropvolgende mondelinge behandeling. Ze voelden zich niet gehoord en hadden de indruk dat de rechter hen als leugenaars beschouwde. Mr. Essed heeft echter in zijn schriftelijke reactie aangegeven dat hij beide partijen eerlijk en onpartijdig heeft behandeld en dat zijn vragen bedoeld waren om de standpunten helder te krijgen. De wrakingskamer concludeerde dat er geen objectieve feiten of omstandigheden waren die de vrees voor partijdigheid van mr. Essed konden rechtvaardigen. De wrakingskamer oordeelde dat de rechter binnen de juridische kaders heeft gehandeld en dat de klachten van verzoekers niet duiden op vooringenomenheid. Uiteindelijk werd het verzoek tot wraking afgewezen, en de beslissing werd openbaar uitgesproken.