Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
(primair)dan wel heeft geprobeerd hem zwaar lichamelijk letsel toe te brengen
(subsidiair)door hem met een mes te steken en/of tegen het hoofd en het lichaam te schoppen;
3.De voorvragen
4.De bewijsoverwegingen
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
8.De schade van benadeelden
9.De toegepaste wettelijke voorschriften
10.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
42 (tweeënveertig) maanden;
12 (twaalf) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
proeftijd van 2 (twee) jarende navolgende voorwaarde(n) niet is nagekomen:
algemene voorwaardedat verdachte:
bijzondere voorwaardendat verdachte:
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat verdachte:
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van de bewezenverklaarde feiten tot
hoofdelijke betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 1.137,97 (eenduizendeenhonderdenzevenendertig euro en zevenennegentig eurocent),te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 10 augustus 2020 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 21 dagen kan worden toegepast, een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van de bewezenverklaarde feiten tot
hoofdelijke betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 50,00 (vijftig euro),te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 15 september 2020 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 1 dag kan worden toegepast, een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van de bewezenverklaarde feiten tot
hoofdelijke betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 50,53 (vijftig euro en drieënvijftig eurocent),te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 30 november 2020 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 1 dag kan worden toegepast, een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat de benadeelde partij in de vordering met betrekking tot de immateriële schade niet-ontvankelijk is, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- wijst af het meer of anders gevorderde met betrekking tot de materiële schade.