4.4Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte de onder 1, 2, 3, 4 en 5 ten laste gelegde feiten heeft begaan. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
Tijdens de doorzoeking van de woning van verdachte te Dedemsvaart, op 29 mei 2018, zijn onder meer 76 pillen zijnde (vermoedelijk) XTC in beslag genomen.Onderzoek naar de pillen wees uit dat deze MDMA bevatten.
Tijdens zijn verhoor op 29 mei 2018 heeft verdachte verklaard dat dat hij ook wel eens wat XTC-pilletjes afnam bij [medeverdachte 1] , voor klanten die het wilden hebben.Het ging om [naam 1] , Domino’s en ‘hartjes’. De domino’s waren langwerpig, zoals een dominosteen en op de ‘ [naam 1] -pillen’ stond een wat onduidelijke afbeelding. [medeverdachte 1] vroeg zestig of zeventig cent voor zulke pillen.
In aanvulling hierop heeft verdachte op 30 mei 2018 verklaard dat een - aan hem voorgehouden - tapgesprek van 30 januari 2018 over XTC gaat, en dat hij één klant had die dat wilde afnemen. Verdachte heeft verklaard zich niet te kunnen herinneren hoeveel XTC-pillen hij toen van [medeverdachte 1] heeft gekocht. Geconfronteerd met een tapgesprek van 10 april 2018, waarin over ‘tweehonderd dingen’ wordt gepraat, heeft verdachte verklaard dat ook dat over XTC moet gaan, “Dat kan niet anders.”In reactie op voorgehouden tapgesprekken van 15 april 2018 en 18 april 2018, waarin wordt gesproken over ‘500’ respectievelijk ‘1000’ ‘dingen’, heeft verdachte verklaard dat dat ook over XTC ging. Een klant van hem wilde toen de prijs weten. Die deals kwamen echter niet rond, aldus verdachte.
Ter terechtzitting van 13 april 2021 heeft verdachte zijn hiervoor weergegeven verklaringen van 29 en 30 mei 2018 gewijzigd en daarbij (grotendeels) ingetrokken. Verdachte verklaarde ter zitting niet in XTC-pillen te hebben gehandeld; hij deelde alleen af en toe iets uit. Verdachte heeft hier toegevoegd dat hij zich tijdens zijn verhoren op 29 en 30 mei 2018 onder druk gevoeld heeft gezet, dat hij toen ziek was en niet helder en dat hij enige tijd ervoor een infarct had gehad. De rechtbank houdt verdachte echter aan zijn verklaringen zoals afgelegd tijdens genoemde verhoren. De inhoud van meerdere tap- en OVC-gesprekken, tijdens welke gesprekken blijkens de uitwerking ervan uitvoerig is gesproken over de XTC-pillen, tot in detail, en gelet op het verdere verloop van die gesprekken vormt daarvoor voldoende basis.
De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder de volgende gesprekken in aanmerking.
Een (tap-) gesprek van 30 januari 2018vanaf 19.07 uur:
( [medeverdachte 1] belt [verdachte] , met het nummer van [medeverdachte 2] ).
[medeverdachte 1] : “Hallo, met mij. (..) Ik denk dat ik nog een kleine driehonderd van die hartjes heb liggen. Ik dacht dat ik die niet meer had, maar die waren voor een heel mooi prijsje. (..)”
[verdachte] : “Heb ik die van je gehad, trouwens?”
[medeverdachte 1] : “Ja, dat waren van die grijze, van die hartjes. Daar heb je me al een paar keer eerder naar gevraagd. (..).”
[verdachte] : “Goh, ik kan het met zo niet voor de geest halen maar ik had een andere, die (..) van vorige keer.” (..) “Die 500, die Mitsubishi’s waren dat toch ?”. (..) “Heb jij die nog ?”
[medeverdachte 1] : “Uhh, nee die heb ik niet meer, ik heb wel een ander soort, maar die krijg ik donderdag. (..) Die krijg jij voor.. even kijken.. 80 cent, maar die zijn wel zwaarder.”
[verdachte] : “Ja, de prijs is interessant maar weet je ook een naam van die dingen ?”
[medeverdachte 1] : “Uhh, ja, moet je horen, dat zijn [naam 2] , [naam 1] .” (..) “En Domino steentjes.”. (..) “Ja ja, ik heb van dat andere heb ik nog klokjes liggen, die zijn ook dezelfde kleur als die Mitsubishi, daar heb ik ook nog maar een paar honderd van. En die hartjes heb ik nog wel voor jou.”
[verdachte] : “Klokjes, hartjes. En hoe zwaar zijn die hartjes ook al weer dan ?”.
[medeverdachte 1] : “Die zijn twee-twintig.”
[verdachte] : “En die andere ?” (..) “ [naam 1] en die domino’s ?”
[medeverdachte 1] : “Dan zit je allemaal tegen de 300 aan.”
[verdachte] : “Oeoe.” (..)
[medeverdachte 1] : “Ja, maar als je het in de massa koopt snap je.”
[verdachte] : “Oh, nee, maar de prijs is wel oké. Maar wat kosten die klokjes dan ?”
[medeverdachte 1] : “Die klokjes krijg jij gewoon voor hetzelfde als die Mitsubishi’s.”
[verdachte] : “85.” (..) “En die andere mag voor 80, zei je hè ?”
[medeverdachte 1] : “Die hartjes, ja.”
[verdachte] : “Die domino’s en die [naam 1] dingen..” (..) “Die kosten ?”
[medeverdachte 1] : “Rond de 85 cent, maar die zijn echt zwaar hoor!”
[verdachte] : “Maar tussen rond de 85 kunnen we zaken doen.”. (..)
[verdachte] : “Ja (.. ). Maar tussen uh, hoeveel van die klokjes heb je dan?
[medeverdachte 1] : “Ik denk dat ik er nog 200 van heb liggen.”
[verdachte] : “Ja, en die hartjes?”
[medeverdachte 1] : “Daar liggen er ook nog wel twee, driehonderd van.”
[verdachte] : “Ja oké, ik moet er 500 hebben, misschien.... ook wel. Ik zal die vent wel eventjes
berichten.” (..) (..) maar ja nou, hij was helemaal in die Mitsubishi’s.”(..) Misschien dat ik die klokjes en die hartjes nog wel van je overneem maar dan kijken we wel.”
[medeverdachte 1] : “Ja, ik leg wel wat apart voor je joh.”
Een (tap-) gesprek van 30 januari 2018vanaf 19.58 uur.
( [medeverdachte 1] belt [verdachte]).
[verdachte] zegt even contact te hebben gehad. ‘Hij’ wil 500 van die [naam 1] hebben.
[medeverdachte 1] : “Dan wordt dat donderdag”.
[verdachte] : “Het mag ook wel vrijdag”. (..) “85 cent, hè ?”
Een (tap-) gesprek van 2 februari 2018,vanaf 19:26 uur.
( [medeverdachte 1] belt uit, met [verdachte] met de telefoon van [medeverdachte 2] ).
[verdachte] : “Het verhaal is... hoeveel van die [naam 1] dingen heb je ?”
[medeverdachte 1] : “Ja, 1000.”
[verdachte] : “Kun jij er ook voor morgen uh, 650 van maken ?”
[medeverdachte 1] : “Ja wel.”
[verdachte] : “(..) Die vent die wil ze liever niet want die zegt ‘ze zijn me te zwaar’ maar die kan ik kwijt aan een ander toevallig.” (..) Hij zegt: ‘Kun je niet wat anders regelen ?’ Hij gaat niet echt moeilijk doen maar die kan ik kwijt aan een andere vent maar die wil er 650.”.
[medeverdachte 1] : “Ja, en hebt er...500, moest je sowieso hebben, en dan wil je er 150 bij dan ?
[verdachte] : “Ja, van diezelfde als het kan.”
[medeverdachte 1] : “Nee, ja, diezelfde heb ik niet, die [naam 1] niet, wel domino’s, die zijn lichter,
die zijn twee twintig.” (..)
[medeverdachte 1] : “Pff, maakt mij niks uit, ik heb die [naam 1] heb ik voor jou apart gelegd, daar moest je er 500 van..”.
[verdachte] : “Ja, dat klopt, die haal ik sowieso op.” (..). “’Ik moet er nog 650 bij hebben, maar die moeten iets lichter zijn, snap je ?”
[medeverdachte 1] : “Die heb ik, die heb ik. Die heb ik voor je.”
[verdachte] : “Doe er maar zes, morgen maar 600.. Kan dat, voor morgen ?”
[medeverdachte 1] : “Is goed, en dan 500 van die [naam 1] .”
[verdachte] : “Ja precies. En kan dat rond een uurtje of...ja nou, pak hem beet.. 10 ?”
[medeverdachte 1] : “Ja, geen probleem, geen probleem.” (..) “Ja, die zijn uuh.. wat heb ik jou gezegd voor die [naam 1] ?”
[verdachte] : “85.”
[medeverdachte 1] : “Ja, nou die anderen die zitten dan op 80.”
[verdachte] : “Oké, helemaal goed. En dan gaan we dat zo doen.”
Een (tap-)gesprek van 29 maart 2018om 19.57 uurverloopt als volgt.
(
[medeverdachte 1] belt [verdachte] met de telefoon van [medeverdachte 2]).
[medeverdachte 1] zegt dat de hartjes er niet meer zijn; dat was één - of tweemalig. [verdachte] snapt dat en vraagt of [medeverdachte 1] dan 500 van die Domino’s heeft ? [medeverdachte 1] zegt van wel. [verdachte] zegt dat dat niet zo veel uitmaakt dan en wil er 500 voor 70. Dat kan, zegt [medeverdachte 1] .
[verdachte] vraagt of dat zaterdagmorgen rond 10.00 uur kan ? [medeverdachte 1] zegt dat hij zaterdag naar Duitsland gaat, maar dat ‘t wel lukt. [verdachte] doet ‘t liever op zaterdag, dan kan hij ze direct wegbrengen.
Een tapgesprek van 17 april 2018vanaf 21.31 uur:
( [medeverdachte 1] belt met [verdachte] , met de telefoon van [medeverdachte 2] .)
[verdachte] : “Ik heb die 500 uh (onverstaanbaar) opgehaald voor zondag, of wanneer toch?”
[medeverdachte 1] : “Dat kan, ja.”
[verdachte] : “Die gast stuurt mij nou een berichtje: als ik er duizend koop … welke zijn het nu
dan.. Zijn het dezelfde of zijn het anderen of, of, of, .. hij wil weten wat voor soort het is.”
[medeverdachte 1] : “Barcelona-tjes, waren dit..”
[verdachte] : “Ja, maar, als hij er duizend koopt, zijn het dan weer dezelfde of zijn ‘t andere ?”
[medeverdachte 1] : “Dat zijn Heineken of [naam 1] .”
[verdachte] : “Ja, maar die [naam 1] wil hij sowieso niet.”
[medeverdachte 1] : “Nou, dan moet je die Heineken nemen.”
[verdachte] : “Ja maar, heb je er daar duizend van dan ?” (..) “Wat ik nu heb, van de laatste keer, daar heb je niks van ? ”
[medeverdachte 1] : “Dat weet ik niet, daar ga ik navraag over doen.. Zijn er nog 500 van geloof ik.”
[verdachte] : “Oh, nou ja, (.. ) niet bestellen, eerst met die vent kortsluiten, snap je.”
De rechtbank betrekt bij de beoordeling verder de inhoud van een OVC-gesprek van 11 april 2018,
vanaf 20:27 uur: (NN man:
blijkt later verdachte [verdachte] te zijn; stemherkenning door verbalisant [verbalisant 1]):
[medeverdachte 1] zegt tegen [verdachte] : “Ik heb hiervoor jou .. 50.. Ik ben er door.. Ik heb nieuwe besteld, 50 hennepkistjes, zijn heel goed hoor, zijn niet te zwaar, en ik heb voor jou, uh.. 100 dominosteentjes.”
Conclusie ten aanzien van feit 1:
Op grond van de inhoud van de hiervoor weergegeven tap - en OVC-gesprekken, in samenhang met de in de woning van verdachte aangetroffen XTC-pillen en de verklaringen van verdachte tijdens zijn verhoren van 29 en 30 mei 2018 is de rechtbank van oordeel dat bewezen is dat verdachte niet alleen in illegale geneesmiddelen heeft gehandeld maar ook - op relatief beperktere schaal - in harddrugs/XTC. Verdachte heeft immers met [medeverdachte 1] gesproken over het soort, het gewicht, hoeveelheden en de prijzen voor/van XTC-tabletten en bij [medeverdachte 1] XTC-pillen besteld en afgenomen voor klanten en die pillen ook aan een of meer klanten geleverd. De rechtbank acht gelet op het voorgaande het onder 1 ten laste gelegde - ten aanzien van XTC - wettig en overtuigend bewezen.
De rechtbank is van oordeel dat er onvoldoende aanwijzingen zijn dat hij dit feit tezamen en in vereniging met een ander of anderen heeft gepleegd en spreekt hem derhalve van dit onderdeel vrij.
Ten aanzien van de overige feiten
De rechtbank komt tot verder tot bewezenverklaring van de onder 2, 3, 4 en 5 ten laste gelegde feiten op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte deze feiten heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen.
Ten aanzien van de feiten onder 2, 3, 4, en 5:
Het proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming van de rechter-commissaris (pag. 238 – 240), met als bijlage een Lijst inbeslaggenomen goederen (pag. 255 – 260);
Het proces-verbaal van verhoor verdachte ter terechtzitting van 13 april 2021 voor zover inhoudende de bekennende verklaringen van verdachte;
Het proces-verbaal van verhoor van verdachte, opgemaakt en gesloten op 29 mei 2018, (pag. 197 – 201, in het bijzonder pag. 199 onderaan en pag. 200 bovenaan en halverwege).
En, ten aanzien van feit 2:
De kennisgeving van inbeslagneming (inbeslagname van XTC-pillen) (pag. 71 – 80);
Het proces-verbaal ‘Test en gewicht bewustzijnsbeïnvloedende middelen’, betreffende 79 XTC pillen, positief getest op XTC (pag. 184 – 185);
Het proces-verbaal Onderzoek verdovende middelen, opgemaakt en gesloten op 19 oktober 2018 door verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3] van politie Eenheid Oost-Nederland betreffende testen en bemonstering pillen bevattende XTC/ MDMA) (pag. 186 – 195);
Het aanvullende proces-verbaal Onderzoek verdovende middelen opgemaakt door verbalisanten [verbalisant 4] en [verbalisant 5] , opgemaakt en gesloten op 4 december 2018, betreffende onderzoek aan pillen, positief getest op XTC/ MDMA (Ordner aanvullende stukken Macan, pag. 608 – 611);
En, ten aanzien van feit 3:
De kennisgeving van inbeslagneming (inbeslagname pillen/ tabletten o.a. Kamagra, Cobra, Cenforce, Vidalista, Jelly) (pag. 71 – 80);
Het proces-verbaal Onderzoek verdovende middelen, opgemaakt en gesloten op 19 oktober 2018 van verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3] van politie Eenheid Oost-Nederland (pag. 186 – 195) m.b.t. testen en bemonstering van inbeslaggenomen geneesmiddelen als doosjes Kamagra’s (pag. 194) en tabletten bevattende Tadalafil (pag. 195);
Het proces-verbaal van bevindingen opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] en gesloten op 17 april 2019 (met betrekking tot aangetroffen dozen en strips medicamenten bevattende sildenafil) (in ordner aanvullende stukken Macan, pag. 588);
Het rapport van het NFI ‘Onderzoek aan drugs en geneesmiddelen’ van 10 april 2019, opgemaakt door dr. M.A. Hoitink met bijlagen (Ordner aanvullende stukken Macan, pag. 597 – 604);
Het aanvullend proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] en gesloten op 18 september 2019 (Ordner aanvullende stukken Macan, pag. 605 – 607), betreffende aangetroffen tabletten, bevattende tadalafil en sidenafil;
Het proces-verbaal van OVC-gesprek d.d. 22 april 2018 (pag. 27 - 33);
Het proces-verbaal van OVC-gesprek d.d. 25 april 2018 (pag. 34 - 40).
En, ten aanzien van feit 4:
De kennisgeving van inbeslagneming (betreffende inbeslagname pillen/ tabletten o.a. Kamagra, Cobra, Cenforce, Vidalista, Jelly) (pag. 71 – 80);
Het proces-verbaal van bevindingen opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] en gesloten op 17 april 2019 (over dozen en strips medicamenten bevattende sildenafil) (Ordner aanvullende stukken Macan, pag. 588);
Een rapport van het NFI ‘Onderzoek aan drugs en geneesmiddelen’, van 10 april 2019, opgemaakt door dr. M.A. Hoitink met bijlagen (Ordner aanvullende stukken Macan, pag. 597 – 604);
Het aanvullend proces-verbaal van bevindingen opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] en gesloten op 18 september 2019, betreffende aangetroffen dozen met tabletten bevattende tadalafil en sidenafil (Ordner aanvullende stukken Macan, pag. 605 – 607).
En, ten aanzien van feit 5:
De kennisgeving van inbeslagneming (betreffende oxazepam, pag. 71 - 80, i.h.b. pag. 75);
Het proces-verbaal van bevindingen (aangetroffen doos oxazepam) opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] en gesloten op 17 april 2019 (Ordner aanvullende stukken Macan, pag. 588);
Een rapport van het NFI ‘Onderzoek aan drugs en geneesmiddelen’ van 10 april 2019, opgemaakt door dr. M.A. Hoitink, met bijlagen (Ordner aanvullende stukken Macan, pag. 597 – 604).