4.4Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte de onder 1 primair, 2, 3 primair, 4, 5 primair en 6 ten laste gelegde feiten heeft begaan.
De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
Ten aanzien van feit 1 primair, 3 primair en 5 primair:
De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van deze ten laste gelegde feiten op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte deze feiten heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen.
Ten aanzien van feit 1 primair, 3 primair en 5 primair:
Het proces-verbaal van verhoor van verdachte voor zover inhoudende zijn bekennende verklaring (pag. 126 – 133);
Het proces-verbaal van verhoor van verdachte voor zover inhoudende zijn bekennende verklaring (pag. 134 – 136);
Het proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, opgemaakt door verbalisant [verbalisant], opgemaakt en gesloten op 4 mei 2018 (pag. 150 – 151), met als bijlagen een fotoblad met foto’s van aangetroffen cocaïne (twee zakken) en pillen/ tabletten Kamagra’s en doosjes Diazepam (pag. 152);
Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt en gesloten door verbalisant [verbalisant] op 12 maart 2019 (met betrekking tot het veelvuldige gebruik door [medeverdachte 1] van de mobiele telefoon van verdachte, bij gesprekken die gaan over de handel in hard - en softdrugs en medicijnen) (ordner aanvullende stukken Macan, pag. 466);
Het proces-verbaal van het observatieteam politie Eenheid Oost Nederland - waaruit blijkt dat [medeverdachte 1] gebruik maakte van de woning van verdachte - opgemaakt door verbalisanten /leden van het observatieteam en gesloten op 7 november 2017 (pag. 113 – 125);
En, ten aanzien van feit 1 primair:
Een kennisgeving van inbeslagneming, opgemaakt op 4 mei 2018, betreffende twee zakjes wit poeder (pag. 60);
Het rapport NFiDENT van het NFI, opgemaakt op 7 december 2018 (twee zakjes wit poeder, bevatten cocaïne) (Ordner aanvullende stukken, pag. 465).
En, ten aanzien van feit 3 primair:
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant], van 12 maart 2019 betreffende de inhoud van een tas ((o.a. diazepam); (Ordner aanvullende stukken, pag. 432);
Een kennisgeving van inbeslagneming, opgemaakt op 4 mei 2018 (betreffende inbeslagname van een tas met daarin medicatie, onder meer: zes doosjes met drie strips van tien tabletten diazepam 10 mg (pag. 58 – 59);
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant], van 12 maart 2019 betreffende de inhoud van een aangetroffen tas ((o.a. diazepam); (Ordner aanvullende stukken, pag. 433, met als bijlagen fotobladen met foto’s van geneesmiddelen, waaronder doosjes diazepam 10 mg. 434 - 435);
Een rapport van het NFI van 10 mei 2019, opgemaakt door dr. [verbalisant], betreffende als resultaat van onderzoek: tabletten diazepam, oxazepam, temazepam (Ordner aanvullende stukken, pag. 452 – 455).
En, ten aanzien van feit 5 primair:
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant], van 12 maart 2019 betreffende de inhoud van een tas ((o.a. potentieverhogende pillen als Kamagra, Cobra en Cenforce); (Ordner aanvullende stukken, pag. 432);
Een kennisgeving van inbeslagneming, opgemaakt op 4 mei 2018 (betreffende inbeslagname van een tas, met daarin medicatie, onder meer: 120 strips van vier Kamagra’s, tien strips met vijf stuks Cobra-120, twee doosjes Cenforce-200 (pag. 58 – 59);
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant], van 12 maart 2019 betreffende de inhoud van een aangetroffen tas ((o.a. potentieverhogende pillen zoals Kamagra, Cobra en Cenforce); (Ordner aanvullende stukken, pag. 433, met als bijlagen fotobladen met foto’s van de aangetroffen geneesmiddelen, waaronder doosjes Cenforce-200/ sildenafil; pag. 434 - 435).
Ten aanzien van de feiten onder 2, 4 en 6:
Tijdens de doorzoeking van de woning van verdachte op 3 mei 2018 zijn in een kast in de woonkamer van verdachte twee doorzichtige zakjes met een witte brokken (53 en 17 gram) cocaïne aangetroffen en een grote hoeveelheid strips met pillen/ tabletten Kamagra en doosjes Diazepam.
Verdachte is op 6 mei 2018en op 17 mei 2018bij de politie over de in zijn woning aangetroffen middelen gehoord. Tijdens die verhoren heeft verdachte verklaard dat hij wist dat er cocaïne in zijn huis lag, en allerlei pillen, oxazepam, valium.Zijn buurman, [medeverdachte 1], maakte sinds een jaar of drie gebruik van zijn woning, als een verbergplaats voor drugs. [medeverdachte 1] had aan hem gevraagd of dat mocht. Als tegenprestatie kreeg verdachte weleens kleding van hem en kreeg hij af en toe ‘een snuifje’ zonder te hoeven betalen, of wat wiet, oxazepam of een half grammetje cocaïne.Geconfronteerd met foto’s van spullen die tijdens de doorzoeking zijn aangetroffen, waarop onder meer twee plastic zakjes met flinke witte brokken zijn te zien en een grote hoeveelheid strips met tabletten/pillen en doosjes pillen (Kamagra's, Diazepam) heeft verdachte verklaard dat alles wat op de foto’s is te zien, de pillen en de cocaïne, van [medeverdachte 1] was.
Desgevraagd heeft verdachte verklaard dat de cocaïne vermoedelijk in een gele doos in een kast was gevonden. Niet hijzelf, maar [medeverdachte 1] had die cocaïne opgeborgen. Hij liet [medeverdachte 1] zijn gang gaan. [medeverdachte 1] had een sleutel van zijn woning en hij was zelf weleens weg, dus wat [medeverdachte 1] precies deed en waar hij spullen verborg, wist verdachte niet altijd.Verdachte wist daarom niet dat de brokken cocaïne niet in de kast lagen, maar op een plafondplaat.
Tijdens zijn tweede verhoor heeft verdachte zijn verklaringen van het eerste verhoor gehandhaafd en daar aan toegevoegd dat [medeverdachte 1] regelmatig zijn telefoon gebruikte omdat hij vermoedde dat hij zijn eigen telefoon werd afgeluisterden “als [medeverdachte 1] een voorraad had kwam hij vaak achterlangs.”
De mensen die voor [medeverdachte 1] kwamen, kwamen ook wel zelf naar de woning van verdachte, als [medeverdachte 1] niet thuis was, zoals [naam]. Als [naam] naar zijn woning kwam, dan had hij cocaïne bij zich, zo heeft verdachte verklaard.
De rechtbank is gelet op de inhoud van de hiervoor weergegeven verklaringen van verdachte van oordeel dat verdachte wetenschap heeft gehad van de aanwezigheid van de cocaïne in zijn woning en de voorraden tabletten diazepam en de pillen bevattende sildenafil, nu hij aan [medeverdachte 1] expliciet toestemming heeft gegeven om zijn woning te gebruiken voor het verbergen en de opslag van verdovende middelen en geneesmiddelen. Verdachte heeft daarvoor een sleutel van zijn woning overhandigd aan [medeverdachte 1] en hem zijn gang laten gaan bij het verbergen van die middelen. Verdachte ontving als wederdienst kleding, verdovende middelen en geneesmiddelen.
De rechtbank is gelet hierop van oordeel dat verdachte zich volledig bewust is geweest van de (voortdurende) aanwezigheid van verdovende middelen / cocaïne en verboden geneesmiddelen in zijn woning. Feitelijk had hij de beschikkingsmacht over die verdovende middelen en geneesmiddelen. Dat verdachte niet exact op de hoogte was waar de middelen lagen, doet daaraan niet af.
Verdachte heeft de verdovende middelen en geneesmiddelen opzettelijk, en in een nauwe en bewuste samenwerking met [medeverdachte 1], voorhanden gehad en in voorraad gehad. Verdachte’s bijdrage aan het onder 2, 4 en 6 ten laste gelegde handelen is daar oordeel van de rechtbank ook zodanig substantieel geweest dat sprake was van medeplegen.