3.2De beoordeling van de omvang van het wederrechtelijk verkregen voordeel
Bij de beoordeling van de omvang van het wederrechtelijk verkregen voordeel neemt de rechtbank het onder 3.1 genoemde vonnis als uitgangspunt.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het ‘Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel’ van 16 april 2020. De officier van justitie heeft haar vordering op dit rapport gebaseerd. De rechtbank ziet geen aanleiding om te twijfelen aan de gegevens die de NVWA bij haar berekening heeft gebruikt bij de berekening van de meeropbrengst van het aardappelras Innovator ten opzichte van het ras Fontane. Daarnaast is onvoldoende aannemelijk geworden dat de veroordeelde extra kosten heeft gemaakt voor arbeid en mechanisatie bij het telen van eigen pootgoed. De rechtbank zal bij de beoordeling van de omvang van het wederrechtelijk verkregen voordeel daarom uitgaan van het Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel.
Meeropbrengst teelt en verkoop van het aardappelras Innovator
Veroordeelde heeft naast het aardappelras Innovator ook het aardappelras Fontane geteeld. Uit prijstabellen van afnemers van veroordeelde, namelijk McCain en LambWeston, blijkt dat de (contract)prijzen van het ras Innovator hoger zijn geweest dan de (contract)prijzen van Fontane.
Uit een publicatie van VTA (Verenigde Telers Akkerbouw) uit 2018 blijkt dat de jaarlijkse opbrengst per hectare in kilogrammen van Innovator ook hoger is dan die van Fontane (het 5 jaars-gemiddelde bedraagt resp. 45.976 kg voor Innovator en 42.543 kg voor Fontane).
Uit een publicatie van VTA van 12 oktober 2018 blijkt dat de gemiddelde opbrengst per hectare in 2015 gelijk of nagenoeg gelijk was aan het 5 jaars-gemiddelde.
Voor de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt het verschil in verkoopopbrengst tussen Fontane en Innovator berekend:
- gemiddeld aantal kg Innovator aardappels per hectare * prijs per ton * aantal hectares;
- gemiddeld aantal kg Fontane aardappels per hectare * prijs per ton * aantal hectares.
Het aardappelras Innovator is door de veroordeelde op 89,39 hectare geteeld.
De prijsverschillen tussen Fontane en Innovator zijn bij de afnemers McCain en LambWeston net anders. In het Rapport wederrechtelijk verkregen voordeel wordt uitgegaan van het voor veroordeelde gunstiger prijsverschil dat McCain hanteert. Dat gaat om:
- € 82,50 per ton van het ras Fontane;
- € 95,00 per ton van het ras Innovator.
De berekening van de meeropbrengst van het ras Innovator is als volgt:
- opbrengst Innovator 45.976 kg * 89.39 hectare * € 95,00 per ton = € 390.430,00;
- opbrengst Fontane 42.543 kg * 89,39 hectare * € 82,50 per ton = € 313.741,00.
De meeropbrengst van het ras Innovator ten opzichte van het ras Fontane bedraagt
€ 76.689,00.
Kosten besparing gebruik niet gecertificeerde aardappelenHet voordeel wordt als volgt berekend:
- aantal kg eigen geteeld pootgoed * inkoopprijs gecertificeerd pootgoed minus kosten eigen teelt.
Voor de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt uitgegaan van het aantal hectaren van de percelen genoemd in het vonnis. Dit komt neer op 167,89 hectare. Uit de informatie over de bedrijfsvoering van de veroordeelde valt niet te achterhalen hoeveel pootaardappelen hij per hectare gebruikte. Daarom worden de branchecijfers als uitgangspunt genomen. Hierin is een gemiddelde hoeveelheid pootaardappelen bij de teelt van zetmeelaardappelen beschreven van 2.500 kg per hectare. Voor 167,89 hectare is dan 419.725 kg pootgoed nodig.
Door Wageningen University & Research wordt jaarlijks KWIN-AGV cijfers uitgebracht (Kwantitatieve Informatie voor de Akkerbouw en de Vollegrondsgroenteteelt). Hierin zijn onder andere de branche cijfers opgenomen.
Uit de KWIN cijfers blijkt dat in 2015 de gemiddelde kosten van de aankoop van gecertificeerd pootgoed € 0,23 per kg bedragen. De kosten van 419.725 kg gecertificeerd pootgoed bedraagt dus € 96.536,00.
Namens de veroordeelde is verklaard dat gebruik is gemaakt van eigen pootgoed uit Duitsland. Er zijn geen facturen gezien die duiden op aankoop van pootaardappelen van de Duitse onderneming van medeveroordeelde [veroordeelde] . Uit de KWIN cijfers kan worden afgeleid dat de kosten voor de oogst van pootaardappelen € 0,10 per kg bedragen.
De berekening van de besparing van kosten door niet-gecertificeerd pootgoed te gebruiken:
419.725 kg niet gecertificeerd pootgoed * inkoopprijs van € 0,23 per kg gecertificeerd pootgoed minus € 0,10 kosten voor de eigen teelt van pootgoed = € 54.564,00(afgerond).
Kosten met betrekking tot de lopende strafzaken
Volgens vaste jurisprudentie komen voor aftrek uitsluitend in aanmerking die kosten, die niet zouden zijn gemaakt als het strafbare feit niet was gepleegd, en die in directe relatie staan tot de voltooiing van het delict. De overige door de verdediging opgevoerde kosten staan niet in directe relatie tot de voltooiing van het delict en kunnen om die reden niet opgevoerd worden als aftrekbare kosten.
Berekening wederrechtelijk verkregen voordeelMeeropbrengst verkoop niet toegelaten aardappelrassen: € 76.689,00.
Besparing van kosten gebruik niet gecertificeerde pootaardappelen: € 54.564,00.
De rechtbank stelt op grond van wettige bewijsmiddelen de omvang van het wederrechtelijk verkregen voordeel vast op een bedrag van € 131.253,00.