In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 13 april 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiseres] en HOTEL-CAFÉ-RESTAURANT "ZWOLLE" B.V. [eiseres] vorderde een verklaring voor recht dat [gedaagde] zich niet als een goed werkgever heeft gedragen en verzocht om een schadevergoeding van € 15.045,- of een transitievergoeding van hetzelfde bedrag. De zaak draait om de vraag of [gedaagde] verplicht was om mee te werken aan de beëindiging van de arbeidsovereenkomst van [eiseres] onder betaling van een transitievergoeding, in het licht van het Xella-arrest van de Hoge Raad.
De procedure begon met een tussenvonnis van 24 november 2020, gevolgd door een mondelinge behandeling op 15 februari 2021. [eiseres] was sinds 2001 in dienst bij [gedaagde] en had zich op 1 oktober 2014 ziekgemeld. Na een periode van re-integratie en een WIA-aanvraag, verzocht [eiseres] in 2019 om beëindiging van de arbeidsovereenkomst met een transitievergoeding, wat door [gedaagde] werd afgewezen. De kantonrechter oordeelde dat [gedaagde] niet gehouden was om mee te werken aan de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, omdat niet was voldaan aan de vereisten van artikel 7:669 BW. De kantonrechter concludeerde dat er reële re-integratiemogelijkheden voor [eiseres] bij [gedaagde] bestonden, en dat [gedaagde] niet verplicht was om een transitievergoeding te betalen. De vorderingen van [eiseres] werden afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten van [gedaagde].