Uitspraak
[naam 1], te [woonplaats 2] ,
10 november 2020. Vervolgens heeft de rechtbank nog een schrijven ontvangen van verweerder van 26 november 2020, van derde-partij van 26 november 2020 en van eiser van 11 december 2020.
14 januari 2020 behandeld, waarna de bezwaarschriftencommissie op 29 januari 2020 advies heeft uitgebracht.
4.Bestreden besluit I (betonnen terrasvloer)
4 oktober 2020 betoogd dat de gegevens van het Kadaster niet nauwkeurig genoeg zijn en dat uit gegevens die zij heeft verkregen van een door haar ingeschakelde bouwkundig tekenaar en adviseur is gebleken dat het bouwperceel in feite groter is, namelijk 198,4 m2. De maximaal toegestane bebouwde oppervlakte is dan 119,04 m2, aldus derde-partij. De rechtbank is evenwel van oordeel dat verweerder bij het bepalen van de grootte van het bouwperceel uit mag gaan van de gegevens van het Kadaster. De rechtbank gaat er dan ook vanuit dat maximaal 118,2 m2 van het bouwperceel mag worden bebouwd.
3 september 2019 en aan de begrijpelijkheid van de in het advies gevolgde redenering. De rechtbank stelt met eiser vast dat in het oorspronkelijke (negatieve) welstandsadvies van
27 augustus 2019 wordt vermeld dat er bezwaar bestaat tegen de kalkzandsteenmuur met wit stucwerk op een handbreedte naast de bestaande erfscheiding naar de belending op huisnummer [nummer] In het advies wordt vermeld: “Wit stucwerk is geen afwerking die aansluit op de kenmerken van de woning. Dit is daarom niet aanvaardbaar.” In het herziene advies van 3 september 2019, dat aan het bestreden besluit I ten grondslag is gelegd, is deze zinsnede verdwenen. Onduidelijk is waarom het witte stucwerk naast de bestaande erfscheiding naar de belending op huisnummer [nummer] geen (welstands)probleem meer vormt. De conclusie dat het plan voldoet aan de redelijke eisen van welstand is in het licht van het eerder afgegeven negatieve advies dan ook onvoldoende gemotiveerd. Verweerder heeft dit advies daarom niet zonder nadere toelichting aan zijn besluit ten grondslag mogen leggen.
5.Bestreden besluit II (afwijzing handhavingsverzoek)
4 april 2019 verleende omgevingsvergunning wordt gebouwd - uit de omgevingsvergunning volgt namelijk dat de gevels van de uitbouw moeten worden afgewerkt met schoon metselwerk, terwijl nu gebruik wordt gemaakt van witte kalkzandsteen dat wordt afgewerkt met stucwerk - maar dat desalniettemin niet kan worden gehandhaafd, omdat de afwijkende uitvoering vergunningvrij is. Verweerder wijst daarbij op het bepaalde in artikel 3, aanhef en onder 8, van bijlage II bij het Besluit omgevingsrecht (Bor).
€ 534,-- en een wegingsfactor 1).