3.2.2Opbrengsten
[adres 2] in Gramsbergen
De rechtbank heeft bewezen verklaard dat de veroordeelde betrokken is geweest bij de hennepkwekerij in Gramsbergen. De rechtbank overweegt dat de veroordeelde een verklaring heeft afgelegd over de hoogte van de vergoeding die hij van de criminele organisatie ontving voor zijn aandeel in deze hennepkwekerij. De veroordeelde heeft namelijk verklaard dat hij 40% zou krijgen en ‘zij’ (de rechtbank begrijpt: de criminele organisatie) 60%.Anders dan het Openbaar Ministerie, zal de rechtbank ten aanzien van deze hennepkwekerij dan ook deze verdeelsleutel hanteren.
De vraag is wat de opbrengsten van de hennepkwekerij in Gramsbergen zijn geweest. Tijdens de inval op 15 februari 2015 zijn negenhonderd hennepplanten aangetroffen. Dit aantal is niet door de verdediging betwist. De rechtbank heeft vastgesteld dat de kwekerij al langer in werking was, namelijk vanaf 1 augustus 2014. Zij heeft zich daarbij gebaseerd op de resultaten van de doorzoeking, de netmeting van Enexis, de verklaring van de veroordeelde en de waarneming van de overbuurman. De rechtbank acht het aannemelijk, gelet op het feit van algemene bekendheid dat een kweekcyclus van hennepplanten gemiddeld tien weken bedraagt, dat er in de bewezen verklaarde periode twee oogsten hebben plaatsgevonden. Hoewel de veroordeelde heeft verklaard dat de eerste oogst slecht was, vindt deze verklaring op geen enkele wijze steun in het dossier. Geen van de andere medeveroordeelden heeft hierover verklaard, terwijl dat wel voor de hand zou liggen als dat inderdaad het geval zou zijn. De rechtbank acht de verklaring van de veroordeelde op dit punt dan ook niet aannemelijk.
De rechtbank stelt vast dat het wederrechtelijk verkregen voordeel uit de hennepkwekerij in Gramsbergen is vastgesteld op een bedrag van € 144.820,20. Dit bedrag is gebaseerd op twee oogsten van negenhonderd planten. Gezien het feit dat de rechtbank eveneens uitgaat van deze gegevens, zal de rechtbank deze berekening overnemen. Toepassing van de verdeelsleutel, zoals door de veroordeelde zelf aangegeven, brengt de rechtbank tot de conclusie dat de opbrengsten van de veroordeelde neerkomen op een bedrag van (40% van
144.820,20 =) € 57.928,08.
[adres 3] in Steenwijk
De rechtbank overweegt dat de hennepkwekerij in Steenwijk nog in opbouw was. Dit brengt met zich dat er uit deze plantage geen opbrengsten zijn behaald. Dit is vermoedelijk ook de reden dat het Openbaar Ministerie deze hennepkwekerij niet heeft betrokken in de ontnemingsprocedure van Travee. Dat neemt echter niet weg dat er wel degelijk kosten voor de hennepkwekerij kunnen zijn gemaakt, zoals hieronder wordt besproken.
3.2.3Kosten
De verdediging heeft in haar conclusie van antwoord een aantal kosten opgevoerd die de veroordeelde zou hebben gemaakt, namelijk:
brandstofkosten van ongeveer € 6.000,- totaal;
waarborgsom [bedrijf 1] van € 6.000,- eenmalig (Gramsbergen);
huurkosten [bedrijf 1] van € 2.000,- exclusief BTW per maand (Gramsbergen);
energiekosten Nuon/Vitens van € 577,- per maand (Gramsbergen);
internet-/telefoonkosten Telfort van € 56,- per maand (Gramsbergen);
investeringskosten ‘hardware’ van ongeveer € 55.000,- totaal (Gramsbergen);
huurkosten [bedrijf 2] van € 20.000,- per jaar (Steenwijk);
kachels/CO2-controller HGP van ongeveer € 2.000,-/3.000,- totaal (Steenwijk);
investeringskosten [naam] c.s. van ongeveer € 35.000,- totaal (Steenwijk);
‘lening’ van € 180.000,- van zijn Thaise zakenpartner, deels in kwekerij gestopt.
Het Openbaar Ministerie heeft aangevoerd dat deze kosten niet concreet en verifieerbaar zijn. Met name is volgens het Openbaar Ministerie niet verifieerbaar voor wiens (gezamenlijke) rekening deze kosten binnen de organisatie zijn gekomen, als ze al gemaakt zijn.
Gelet op het feit dat sommige kosten verband houden met beide hennepkwekerijen, zal de rechtbank de kosten niet per hennepkwekerij splitsen maar gezamenlijk bespreken.
De rechtbank overweegt dat de verdediging de kosten ten behoeve van de brandstof, investering in hardware en kachels/CO2-controller onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt. Er zijn geen facturen en/of bonnetjes overlegd waaruit blijkt dat deze kosten daadwerkelijk zijn gemaakt. Dat de veroordeelde een deel van de ‘lening’ van zijn Thaise zakenpartner in de kwekerij(en) heeft gestopt, is eveneens onvoldoende aannemelijk gemaakt. Datzelfde geldt voor de investeringskosten [naam] c.s..
De rechtbank merkt de energiekosten van Nuon/Vitens evenmin als kostenpost aan, omdat de stroom ten behoeve van de hennepkwekerij illegaal werd afgenomen. Ten aanzien van de internet en telefoonkosten van Telfort merkt de rechtbank op dat zij deze niet in mindering zal brengen, omdat deze posten niet noodzakelijk zijn ten behoeve van een hennepkwekerij. De rechtbank acht het aannemelijk dat de huurkosten voor het pand in Steenwijk zijn gemaakt, maar de veroordeelde heeft op dat punt verklaard dat hij het geld van ‘die jongens’ (de rechtbank begrijpt: de criminele organisatie) heeft gekregen. Dit bedrag moet daarom worden aangemerkt als kostenpost van de criminele organisatie en niet van de veroordeelde.
Wel gaat de rechtbank mee in het standpunt van de verdediging dat de kosten van de waarborgsom en huur ten behoeve van de locatie Gramsbergen voor aftrek in aanmerking komen. Dit komt neer op een bedrag van € 18.000,- (6.000 + (6x2.000)).
Daarnaast zal de rechtbank, net als bij medeveroordeelde [medeveroordeelde 1] , ambtshalve rekening houden met de loonkosten van de overige betrokkenen, omdat deze zijn betaald van de opbrengsten van de hennepkwekerij. Het betreft ten aanzien van de hennepkwekerij in Gramsbergen: [medeveroordeelde 2] , [medeveroordeelde 3] , [medeveroordeelde 4] en [medeveroordeelde 5] . En ten aanzien van de hennepkwekerij in Steenwijk: [medeveroordeelde 3] , [medeveroordeelde 2] en [medeveroordeelde 6] . De rechtbank schat het bedrag dat zij maandelijks ontvingen op € 1.250,-. Gelet op de bewezenverklaarde periode van de hennepkwekerijen, ontvingen zij gezamenlijk een bedrag van € 30.000,- (6 maanden x
4 personen x 1.250) in Gramsbergen en een bedrag van € 18.750,- (5 maanden x 3 personen x 1.250) in Steenwijk.
De rechtbank zal op al deze kosten de verdeelsleutel, zoals door de veroordeelde aangegeven, toepassen. Dit komt neer op de volgende berekening:
- waarborgsom en huur Gramsbergen 40% van 18.000 = € 7.200,-
- loonkosten Gramsbergen 40% van 30.000 = € 12.000,-
- loonkosten Steenwijk 40% van 18.750 = € 7.500,-
De totale kosten van de veroordeelde bedragen dus: € 26.700,-