ECLI:NL:RBOVE:2021:1518
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid van de rechtbank in economische delicten met betrekking tot biociden
Op 12 april 2021 heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 30-jarige vrouw. De rechtbank heeft zich onbevoegd verklaard om de zaak te behandelen, omdat de vrouw voor het verkeerde forum was gedagvaard. De officier van justitie had in deze zaak vrijspraak gevorderd. De rechtbank oordeelde dat de tenlastelegging enkel een economisch strafbaar feit betrof, en dat de meervoudige kamer niet bevoegd was om kennis te nemen van deze zaak, aangezien er geen andere strafbare feiten waren ten laste gelegd die samenhingen met het economische delict. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was, maar dat de bevoegdheid ontbrak om het ten laste gelegde feit te berechten. Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 21 december 2020 en 10, 11 en 29 maart 2021. De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officieren van justitie, mr. D. van Ieperen en mr. F.A. Demmers, en van hetgeen namens de verdachte door haar raadsman, mr. A.H.J.G. van Voorthuizen, naar voren is gebracht. De rechtbank heeft uiteindelijk besloten zich onbevoegd te verklaren en geen inhoudelijk oordeel te vellen over de zaak.