ECLI:NL:RBOVE:2021:1476

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
8 april 2021
Publicatiedatum
8 april 2021
Zaaknummer
C/08/263117 / KG ZA 21-64
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van campingplekken en betaling van ontruimingskosten in kort geding

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Overijssel op 8 april 2021 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een vennootschap onder firma, eiseres, en een gedaagde die niet verschenen is. De eiseres vorderde ontruiming van twee campingplekken, alsook betaling van ontruimingskosten en elektriciteitskosten. De procedure begon met een dagvaarding op 17 maart 2021, gevolgd door een mondelinge behandeling via Skype op 6 april 2021, waarbij de gedaagde verstek liet. De voorzieningenrechter oordeelde dat de vorderingen van eiseres niet onrechtmatig of ongegrond waren en heeft de gedaagde veroordeeld om binnen drie dagen de campingplekken te ontruimen en ter beschikking te stellen aan de eiseres. Daarnaast is de gedaagde veroordeeld tot betaling van een voorschot op de elektriciteitskosten en ontruimingskosten, alsook de proceskosten. De kosten aan de zijde van eiseres zijn begroot op € 2.819,61. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zwolle
zaaknummer / rolnummer: C/08/263117 / KG ZA 21-64
Vonnis in kort geding van 8 april 2021
in de zaak van
de vennootschap onder firma
[eiseres],
gevestigd en kantoorhoudende te [woonplaats 1] ,
eiseres,
advocaat mr. D.D. Senders te Leusden,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats 2] ,
gedaagde,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna [eiseres] en [gedaagde] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 17 maart 2021 met 7 producties
  • de brief van [eiseres] van 31 maart 2021 met productie 8 en 9
  • de mondelinge behandeling (via Skype) op 6 april 2021
  • het tijdens de behandeling tegen [gedaagde] verleende verstek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Bij de dagvaarding zijn de bij de wet voorgeschreven formaliteiten in acht genomen.
2.2.
Onder verwijzing naar eerdere tussen partijen gewezen uitspraken van de voorzieningenrechter en kantonrechter van deze rechtbank van 8 juni 2020 respectievelijk 12 januari 2021 vordert [eiseres] in dit kort geding ontruiming van een tweetal kavels ( [kavel 1] en [kavel 2] ), een gebruiks- c.q. schadevergoeding en (vooruit)betaling van de elektriciteits- en ontruimingskosten.
2.3.
[gedaagde] is niet verschenen bij de mondelinge behandeling en heeft mitsdien geen verweer tegen de vorderingen van [eiseres] gevoerd.
2.4.
Het gevorderde komt de voorzieningenrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor, zodat dit kan worden toegewezen, met dien verstande dat de gevorderde rente over de nog te maken ontruimingskosten niet eerder zal worden toegewezen dan vanaf de derde dag na betekening van dit vonnis.
2.5.
[gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiseres] worden tot op heden begroot op:
  • dagvaarding € 87,61
  • griffierecht € 2.076,00
  • salaris advocaat
Totaal € 2.819,61

3.De beslissing

De voorzieningenrechter
3.1.
veroordeelt [gedaagde] om binnen drie dagen na betekening van dit vonnis de kavels [kavel 1] en [kavel 2] met al wie en al wat zich daarin c.q. daarop vanwege [gedaagde] bevindt, en met achterlating van de aan [eiseres] toebehorende zaken, te verlaten en verlaten te houden en deze kavels ter vrije beschikking van [eiseres] te stellen,
3.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van een bedrag van € 181,01 per kavel voor iedere maand dat hij nalaat om de in 3.1 bedoelde kavels geheel en volledig te ontruimen en/of ontruimd te houden, waarbij een gedeelte van een maand wordt gerekend als een volledige maand,
3.3.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van (een voorschot op) de elektriciteitskosten ad € 1.480,95, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag vanaf 17 maart 2021 tot aan de dag der algehele voldoening,
3.4.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van (een voorschot op) de ontruimingskosten ad € 3.327,50 inclusief btw, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag vanaf de derde dag na betekening van dit vonnis tot aan de dag der algehele voldoening, zulks onder de voorwaarde dat [gedaagde] niet (geheel) aan de veroordeling tot ontruiming mocht voldoen,
3.5.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van [eiseres] tot op heden begroot op € 2.819,61,
3.6.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
3.7.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. F. Koster en in het openbaar uitgesproken op 8 april 2021. [1]

Voetnoten

1.type: