ECLI:NL:RBOVE:2021:1407

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
12 april 2021
Publicatiedatum
2 april 2021
Zaaknummer
262931 KGRK 129/21
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot wraking van kantonrechter in strafzaak

Op 12 maart 2021 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, een verzoek tot wraking afgewezen. Het verzoek was ingediend door J.A. Parmentier, gemachtigde van de verzoeker, die woonachtig is in [woonplaats]. De wraking was gericht tegen mr. H.R. Schimmel, de kantonrechter die betrokken was bij een procedure waarin de verzoeker een beroepschrift had ingediend tegen een beslissing van de Officier van Justitie. Het wrakingsverzoek werd op 3 maart 2021 ingediend, na een mondelinge behandeling op 21 januari 2021, waarbij het beroep van de verzoeker ongegrond was verklaard.

De wrakingskamer heeft vastgesteld dat het verzoek tot wraking pas na de mondelinge beslissing is gedaan. Volgens de regels kan een verzoek tot wraking in elke fase van de procedure worden ingediend, maar niet nadat de zaak is afgesloten met een einduitspraak. De wrakingskamer oordeelde dat de gewraakte kantonrechter de zaak niet meer behandelde op het moment van het indienen van het verzoek, waardoor de verzoeker niet-ontvankelijk werd verklaard in zijn verzoek tot wraking. De wrakingskamer kwam daarom niet toe aan een inhoudelijke behandeling van het verzoek.

De rechtbank heeft het verzoek tot wraking van mr. H.R. Schimmel afgewezen, en deze beslissing is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier. De uitspraak benadrukt het belang van de tijdigheid van wrakingsverzoeken en de voorwaarden waaronder deze kunnen worden ingediend.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK OVERIJSSEL

Wrakingskamer
Zittingsplaats Almelo
zaaknummer: 262931 KGRK 129/21
Beslissing van 12 maart 2021
op het verzoek van:
[verzoeker],
wonende te [woonplaats] ,
verzoeker tot wraking,
gemachtigde: J.A. Parmentier, verbonden aan Platform Herstel te Hengelo (O),
strekkende tot wraking van mr. H.R. Schimmel, kantonrechter in deze rechtbank.

1.De weergave van het proces-verloop

Op 3 maart 2021 te 5:57 uur heeft J.A. Parmentier namens verzoeker het schriftelijk wrakingsverzoek ingediend ter griffie van deze rechtbank, waarin de wraking van bovengenoemde kantonrechter wordt verzocht.
Die wraking is gedaan in de procedure waarbij door verzoeker een beroepschrift is ingediend tegen de beslissing van de Officier van Justitie. Blijkens het daarvan opgemaakt proces-verbaal, tevens aantekening mondelinge beslissing Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden op 21 januari 2021.
De wrakingskamer heeft kennis genomen van:
- het verzoekschrift van verzoeker;
- proces-verbaal, tevens aantekening mondelinge beslissing Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriftend.d. 21 januari 2021, waarbij het beroep van verzoeker tegen de beslissing van de Officier van Justitie ongegrond is verklaard.

2.De ontvankelijkheid van het wrakingsverzoek

Wraking is het verzoek om een voor de behandeling van de zaak aangewezen rechter te doen vervangen door een andere rechter. Na afloop van de zaak − na de genomen en uitgesproken beslissing − kan de zaaksrechter niet meer worden vervangen. Een verzoek tot wraking kan in beginsel in elke stand van de procedure worden gedaan, mits de behandeling van de zaak - dus - nog niet is geëindigd door het wijzen van een einduitspraak.
De onpartijdigheid van een rechter kan vóór het vonnis worden getoetst door de wrakingskamer, maar niet naderhand. De wrakingskamer stelt vast dat het wrakingsverzoek pas na de mondelinge beslissing is gedaan. Of een mondelinge uitspraak al dan niet rechtsgeldig is, is een kwestie waarvoor in hoger beroep aandacht kan worden gevraagd, maar niet in een wrakingsverzoek.
Uit het vorenstaande volgt dat de gewraakte kantonrechter de zaak niet meer behandelde op het moment dat het verzoek tot wraking werd gedaan. Verzoeker is daarom kennelijk
niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot wraking van kantonrechter mr. H.R. Schimmel. Aan een inhoudelijke behandeling van het verzoek komt de wrakingskamer daarom niet toe. Het verzoek zal, met toepassing van het bepaalde in artikel 9.1, aanhef en onder c, van het wrakingsprotocol van deze rechtbank worden afgewezen.

3.De beslissing

De rechtbank:
wijst af het verzoek tot wraking van de kantonrechter mr. H.R. Schimmel.
Deze beslissing is gegeven door mrs. U. van Houten, A.M. Rikken en C.A. Peterzon, leden van de wrakingskamer, en in het openbaar uitgesproken op 12 maart 2021 in tegenwoordigheid van de griffier.
de griffier de voorzitter