ECLI:NL:RBOVE:2021:1357

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
1 april 2021
Publicatiedatum
31 maart 2021
Zaaknummer
84/056550-20 (FP) (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het opslaan van professioneel vuurwerk zonder vergunning en kennis

De rechtbank Overijssel heeft op 1 april 2021 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 42-jarige man die werd beschuldigd van het opslaan van bijna 600 kg professioneel vuurwerk zonder de vereiste vergunning en kennis. De verdachte werd op 11 december 2019 in Arnhem betrapt op het illegaal opslaan van vuurwerk in zijn schuur, wat leidde tot een anonieme melding aan de politie. Tijdens de rechtszitting op 18 maart 2021 werd de verdachte geconfronteerd met de bewijzen, waaronder zijn eigen bekentenis en proces-verbaal van de politie. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het primair tenlastegelegde feit, namelijk het opslaan van professioneel vuurwerk zonder de benodigde vergunning en kennis. De rechtbank legde een voorwaardelijke gevangenisstraf van 8 maanden op, met een proeftijd van 3 jaar, en een taakstraf van 240 uur. De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn blanco strafblad en de impact van de straf op zijn gezin. De uitspraak benadrukt de ernst van het opslaan van professioneel vuurwerk in een woonwijk, gezien de risico's voor de veiligheid van omwonenden.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige economische kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 84/056550-20 (FP) (P)
Datum vonnis: 1 april 2021
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] 1978 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 18 maart 2021.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. L. van Kooten en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. S. Kriekaard, advocaat te Arnhem, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte op 11 december 2019 in Arnhem (primair) professioneel vuurwerk heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad, zonder dat hij de vereiste specialistische kennis daarvoor had dan wel (subsidiair) professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1. primair
hij op of omstreeks 11 december 2019 te Arnhem, althans in Nederland al dan niet opzettelijk als een ander dan een persoon met gespecialiseerde kennis professioneel
vuurwerk, te weten
-20, althans een of meer signaalraket(ten), (COV rapport pag 10 t/m 11), en/of
-23, althans een of meer stuks knalvuurwerk (cobra 6) (COV rapport pag 13 t/m 15), en/of
-17, althans een of meer stuks knalvuurwerk (Bul Dog) (COV rapport pag 16 t/m 19) en/of
- 49, althans een of meer stuks knalvuurwerk (Butterfly Cracker) (COV rapport pag 20 t/m 23), en/of
-1 stuk Batterij Enkelschotsbuizen (Flowerbed, 3 inch Shell Cake) (COV rapport pag 24 t/m 26), en/of
-2, althans een of meer stuks Batterij Enkelschotsbuizen (Flowerbed, 242S, 08 inch-1.75 inch, I,W,Z, Bateria F4) (COV rapport pag 27 t/m 29), en/of
-2, althans een of meer stuks Batterij Enkelschotsbuizen (Flowerbed, P7984/2017)
(COV rapport pag 30 t/m 32), en/of
-1 stuk Batterij Enkelschotsbuizen (Flowerbed, Turbo Shot P7873), (COV rapport pag 33 t/m 35), en/of
-4, althans een of meer stuks Batterij Enkelschotsbuizen (Flowerbed, BS-4120) (COV rapport pag 36 t/m 38), en/of
-1 stuk Batterij Enkelschotsbuizen (Flowerbed Jorge 2010) (COV rapport pag 39 t/m 41), en/of
-1 stuk Batterij Enkelschotsbuizen (Flowerbed Batterij 241SH) (COV rapport pag 42
t/m 43), en/of
-1 stuk Batterij Enkelschotsbuizen (Flowerbed SCF 227) (COV rapport pag 44 t/m 46), en/of
-1 stuk Batterij Enkelschotsbuizen (Flowerbed 368 shots combination) (COV rapport pag 47 t/m 49), en/of
-2, althans een of meer stuks Batterij Enkelschotsbuizen (Flowerbed, 1.2 inch 600 shots cake) (COV rapport pag 50 t/m 52), en/of
-1 stuk Batterij Enkelschotsbuizen (Flowerbed BAT.300S 1.2 inch) (COV rapport pag 53 t/m 55), en/of
-3, althans een of meer Batterij Enkelschotsbuizen (Flowerbed, 288 Shot Cake) (COV rapportage pag 56 t/m 58),en/of
-1 stuk Batterij Enkelschotsbuizen (Flowerbed Assorted Cake) (COV rapport pag 73 t/m 75), en/of
-9, althans een of meer shells (mortierbommen, artikelnr S904) (COV rapport pag 59 t/m 61), en/of
-9, althans een of meer shells (mortierbommen, 6 inch display shell), (COV rapport pag 62 t/m 64), en/of
-18, althans een of meer shells (mortierbommen, DS05/FDA005) (COV rapport pag 65 t/m 68), en/of
-6, althans een of meer shells (mortierbommen, DS05/FDA005) (COV rapport pag 65 t/m 68), en/of
-36, althans een of meer shells (mortierbommen, D4-B0737/2018) (COV rapport pag 69 t/m 72),
heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad in een garage/schuur gelegen aan,
althans in de nabijheid van, de [adres] , aldaar;
1. subsidiair
hij op of omstreeks 11 december 2019 te Arnhem, althans in Nederland, al dan niet opzettelijk, professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik, te weten
20, althans een of meer signaalraket(ten), (COV rapport pag 10 t/m 11), en/of
-23, althans een of meer stuks knalvuurwerk (cobra 6) (COV rapport pag 13 t/m 15), en/of
-17, althans een of meer stuks knalvuurwerk (Bul Dog) (COV rapport pag 16 t/m 19) en/of
- 49, althans een of meer stuks knalvuurwerk (Butterfly Cracker) (COV rapport pag 20 t/m 23), en/of
-1 stuk Batterij Enkelschotsbuizen (Flowerbed, 3 inch Shell Cake) (COV rapport pag 24 t/m 26), en/of
-2, althans een of meer stuks Batterij Enkelschotsbuizen (Flowerbed, 242S, 08 inch-1.75 inch, I,W,Z, Bateria F4) (COV rapport pag 27 t/m 29), en/of
-2, althans een of meer stuks Batterij Enkelschotsbuizen (Flowerbed, P7984/2017) (COV rapport pag 30 t/m 32), en/of
-1 stuk Batterij Enkelschotsbuizen (Flowerbed, Turbo Shot P7873), (COV rapport pag 33 t/m 35), en/of
-4, althans een of meer stuks Batterij Enkelschotsbuizen (Flowerbed, BS-4120) (COV rapport pag 36 t/m 38), en/of
-1 stuk Batterij Enkelschotsbuizen (Flowerbed Jorge 2010) (COV rapport pag 39 t/m 41), en/of
-1 stuk Batterij Enkelschotsbuizen (Flowerbed Batterij 241SH) (COV rapport pag 42 t/m 43), en/of
-1 stuk Batterij Enkelschotsbuizen (Flowerbed SCF 227) (COV rapport pag 44 t/m 46), en/of
-1 stuk Batterij Enkelschotsbuizen (Flowerbed 368 shots combination) (COV rapport pag 47 t/m 49), en/of
-2, althans een of meer stuks Batterij Enkelschotsbuizen (Flowerbed, 1.2 inch 600 shots cake) (COV rapport pag 50 t/m 52), en/of
-1 stuk Batterij Enkelschotsbuizen (Flowerbed BAT.300S 1.2 inch) (COV rapport pag 53 t/m 55), en/of
-3, althans een of meer Batterij Enkelschotsbuizen (Flowerbed, 288 Shot Cake) (COV rapportage pag 56 t/m 58),en/of
-1 stuk Batterij Enkelschotsbuizen (Flowerbed Assorted Cake) (COV rapport pag 73 t/m 75), en/of
-9, althans een of meer shells (mortierbommen, artikelnr S904) (COV rapport pag 59 t/m 61), en/of
-9, althans een of meer shells (mortierbommen, 6 inch display shell), (COV rapport pag 62 t/m 64), en/of
-18, althans een of meer shells (mortierbommen, DS05/FDA005) (COV rapport pag 65 t/m 68), en/of
-6, althans een of meer shells (mortierbommen, DS05/FDA005) (COV rapport pag 65 t/m 68), en/of
-36, althans een of meer shells (mortierbommen, D4-B0737/2018) (COV rapport pag 69 t/m 72),
heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad in een garage/schuur gelegen aan,
althans in de onmiddelijke nabijheid van, de [adres] , aldaar.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsoverwegingen

4.1
Inleiding
De politie heeft op 10 december 2019 een anonieme melding ontvangen betreffende ‘illegaal vuurwerk in Arnhem’. In deze melding staat beschreven dat
op het adres [adres] ‘in het weekend van eind november een heel groot aantal dozen illegaal vuurwerk uit een vrachtwagentje [is] geladen en de woning binnengebracht. Op het adres woont een gezin met vier kinderen. De dozen hadden opschriften met 1.3, 1.4, 300 shots en 110SH’. Uit onderzoek is gebleken dat voornoemd adres de woning van verdachte betreft.
Naar aanleiding van deze melding is de politie op 11 december 2019 de woning van verdachte binnengetreden ter inbeslagname van het vuurwerk. In de garage, gelegen op ongeveer zes meter van de achterzijde van de woning, werden onder een laken meerdere dozen met vuurwerk aangetroffen. In totaal lag er meer dan 582,5 kilogram vuurwerk opgeslagen. Uit nader onderzoek is gebleken dat het aangetroffen vuurwerk is aan te merken als professioneel vuurwerk.
4.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het primair tenlastegelegde feit wettig en overtuigend bewezen kan worden.
4.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich ten aanzien van de bewezenverklaring gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
4.4
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het primair tenlastegelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen: [1]
  • de bekennende verklaring van verdachte, zoals afgelegd ter terechtzitting van 18 maart 2021;
  • het proces-verbaal van bevindingen van 11 januari 2020, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] , inhoudende het aantreffen van het professionele vuurwerk (pag. 67-74);
  • het proces-verbaal van bevindingen van 23 februari 2020, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] , inhoudende de omstandigheden waaronder het vuurwerk lag opgeslagen (pag. 75-80);
  • het proces-verbaal van onderzoek aan inbeslaggenomen vuurwerk van 27 januari 2020 van het Centraal Onderzoek Vuurwerk (COV), opgemaakt door verbalisant [verbalisant 2] .
4.5
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het primair tenlastegelegde feit heeft begaan, met dien verstande dat:
1. primair
hij op 11 december 2019 te Arnhem opzettelijk als een ander dan een persoon met gespecialiseerde kennis professioneel vuurwerk, te weten
- 20 signaalraketten en
- 23 stuks knalvuurwerk (cobra 6) en
- 17 stuks knalvuurwerk (Bul Dog) en
- 49 stuks knalvuurwerk (Butterfly Cracker) en
- 1 stuk Batterij Enkelschotsbuizen (Flowerbed, 3 inch Shell Cake) en
- 2 stuks Batterij Enkelschotsbuizen (Flowerbed, 242S, 08 inch-1.75 inch, I,W,Z, Bateria F4) en
- 2 stuks Batterij Enkelschotsbuizen (Flowerbed, P7984/2017) en
- 1 stuk Batterij Enkelschotsbuizen (Flowerbed, Turbo Shot P7873) en
- 4 stuks Batterij Enkelschotsbuizen (Flowerbed, BS-4120) en
- 1 stuk Batterij Enkelschotsbuizen (Flowerbed Jorge 2010) en
- 1 stuk Batterij Enkelschotsbuizen (Flowerbed Batterij 241SH) en
- 1 stuk Batterij Enkelschotsbuizen (Flowerbed SCF 227) en
-1 stuk Batterij Enkelschotsbuizen (Flowerbed 368 shots combination) en
- 2 stuks Batterij Enkelschotsbuizen (Flowerbed, 1.2 inch 600 shots cake) en
- 1 stuk Batterij Enkelschotsbuizen (Flowerbed BAT.300S 1.2 inch) en
- 3 Batterij Enkelschotsbuizen (Flowerbed, 288 Shot Cake) en
- 1 stuk Batterij Enkelschotsbuizen (Flowerbed Assorted Cake) en
- 9 shells (mortierbommen, artikelnr S904) en
- 9 shells (mortierbommen, 6 inch display shell) en
- 18 shells (mortierbommen, DS05/FDA005) en
- 6 shells (mortierbommen, DS05/FDA005) en
- 36 shells (mortierbommen, D4-B0737/2018),
heeft opgeslagen en voorhanden heeft gehad in een garage/schuur gelegen aan de [adres] aldaar.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte primair meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde is strafbaar gesteld in artikel 1.2.2, derde lid, van het Vuurwerkbesluit juncto artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het bewezen verklaarde levert op:
het misdrijf:
overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor het de bewezen verklaarde feit.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van negen maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit om bij de strafoplegging rekening te houden met het blanco strafblad van verdachte, de omstandigheid dat verdachte heeft meegewerkt aan het onderzoek en zijn grote schuldenlast. Als verdachte een gevangenisstraf krijgt opgelegd dan vervalt de getroffen schuldenregeling met Plangroep, hetgeen grote gevolgen heeft voor verdachte en zijn gezin. De raadsman heeft verzocht om aan verdachte op te leggen een forse taakstraf, in combinatie met een forse voorwaardelijke gevangenisstraf. Hij heeft ter onderbouwing van zijn standpunt verwezen naar diverse rechtelijke uitspraken.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij het volgende van belang.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het opslaan en voorhanden hebben van een aanzienlijke hoeveelheid professioneel vuurwerk in een ruimte die daarvoor niet was ingericht en op een locatie die daarvoor geheel ongeschikt was, terwijl verdachte bovendien niet over de daarvoor vereiste vergunning en gespecialiseerde kennis beschikte. In de schuur van verdachte is in totaal meer dan 582,5 kilogram vuurwerk (netto) aangetroffen. Het daadwerkelijke (netto-)gewicht is nog hoger, omdat er van een aantal stuks aangetroffen vuurwerk geen gewicht bekend is. Blijkens het proces-verbaal van het COV moet de totale hoeveelheid worden aangemerkt als een bedrijfsmatige opslag van vuurwerk.
De schuur van verdachte stond midden in een woonwijk in Arnhem, nabij woningen en openbare gebouwen, waaronder een supermarkt, winkelcentrum, bushalte en apotheek. Professioneel vuurwerk is als zodanig gekwalificeerd, omdat het veel gevaarlijker is dan consumentenvuurwerk. Ontploffing van deze hoeveelheid vuurwerk had grote gevolgen kunnen hebben voor personen en goederen in de directe omgeving.
Ook het bewust afsteken van dergelijk vuurwerk brengt risico’s met zich, niet alleen voor degene die het ontsteekt, maar ook voor omstanders. Ernstige gehoorbeschadiging, zwaar lichamelijk letsel of overlijden kan daarvan het gevolg zijn.
Het voorhanden hebben van een dergelijke hoeveelheid professioneel vuurwerk levert aldus gevaren op voor mens en dier en veroorzaakt maatschappelijk onacceptabele risico’s.
Hoewel verdachte blijkens zijn verklaring tegenover de politie aan de hand van beelden die hij via social media (‘YouTube’) heeft gezien, weet wat er zou kunnen gebeuren, is niet gebleken dat hij zich op enige manier en op enig moment bekommerd heeft om deze in potentie levensgevaarlijke risico’s. Tekenend daarvoor is dat verdachte het vuurwerk dat hij buiten de legale kanalen om had aangeschaft en dat een netto explosieve massa had van 166 kilogram, in zijn schuur met een laken had afgedekt en dat hij niet heeft verhinderd dat in diezelfde schuur enkele stuks vuurwerk zijn bewerkt. Dit is uitermate onverantwoordelijk gedrag. Het is niet voor niets dat de straffen die hiervoor – doorgaans – worden opgelegd aanzienlijk zijn.
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel van het strafblad van verdachte van 12 januari 2021. Hieruit volgt dat verdachte niet eerder is veroordeeld.
Ter zitting is gebleken dat verdachte inmiddels in loondienst werkzaam is, dat er een schuldenregeling ten behoeve van zijn schuldeisers loopt en dat er sprake is van een stabiele (thuis)situatie.
De rechtbank is van oordeel dat, gelet op de ernst van het feit en het gevaarzettende karakter hiervan en ongeacht welke waarde moet worden gehecht aan de verklaring van verdachte ter zitting dat het fout is wat hij heeft gedaan, een langdurige gevangenisstraf in beginsel passend is. Zij zal verdachte daarom veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van acht maanden. In de persoonlijke omstandigheden van verdachte ziet de rechtbank evenwel aanleiding deze gevangenisstraf in geheel voorwaardelijke zin op te leggen. Verdachte heeft voor het bewezenverklaarde feit drie dagen in voorlopige hechtenis doorgebracht, maar hoeft dus niet terug naar de gevangenis. Wel heeft hij gedurende een proeftijd van drie jaren een forse voorwaardelijke straf boven zijn hoofd hangen. De rechtbank hoopt hem hiermee te weerhouden zich nogmaals aan (soortgelijke) strafbare feiten schuldig te maken.
Om recht te doen aan de ernst en het gevaarzettende karakter van het bewezenverklaarde acht de rechtbank daarenboven oplegging van een taakstraf van de maximale duur (240 uren) passend en zal zij verdachte daartoe veroordelen.
8. De toegepaste wettelijke voorschriften
De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 1a, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten, artikel 9.2.2.1 van de Wet Milieubeheer, artikel 1.2.2 van het Vuurwerkbesluit en de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c en 22d van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte primair meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
het misdrijf:
overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het primair bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
8 (acht) maanden;
- bepaalt dat deze gevangenisstraf
in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.
- veroordeelt verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren;
- beveelt, voor het geval dat verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
120 (honderdtwintig) dagen;
- beveelt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de taakstraf in mindering wordt gebracht, waarbij als maatstaf geldt dat twee uren per dag aftrek plaatsvindt;
Dit vonnis is gewezen door mr. H. Manuel, voorzitter, mr. J.H.W.R. Orriëns-Schipper en
mr. D. ten Boer, rechters, in tegenwoordigheid van mr. I. Potgieter, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 1 april 2021.
Buiten staat
De oudste rechter is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2019551240. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.