Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
- heeft vastgepakt en/of
- op de grond heeft geduwd en/of (daarbij) ‘neukbewegingen’ heeft gemaakt en/of
- haar broek en onderbroek omlaag/uit heeft getrokken en/of
- heeft opgetild en/of in de richting van bosschages/struiken heeft gedragen en/of
- (wederom met ontbloot onderlichaam) op de grond heeft gelegd en/of
- haar mond heeft dichtgehouden en/of
- haar keel/nek heeft omklemd en/of
- meermalen tegen haar hoofd heeft geslagen/gestompt en/of (daarbij) zijn,
3.De voorvragen
4.De bewijsoverwegingen
- heeft vastgepakt en
- op de grond heeft geduwd en daarbij ‘neukbewegingen’ heeft gemaakt en
- haar broek en onderbroek omlaag/uit heeft getrokken en
- heeft opgetild en in de richting van bosschages heeft gedragen en
- met ontbloot onderlichaam op de grond heeft gelegd en
- haar mond heeft dichtgehouden en
- haar keel heeft omklemd en
- meermalen tegen haar hoofd heeft gestompt en zijn, verdachtes, broek heeft getracht open
5.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
8.De schade van benadeelden
9.De toegepaste wettelijke voorschriften
10.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
18 (achttien) maanden;
[slachtoffer]van een bedrag van
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 16.136,02, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 4 juni 2020 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 115 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;