Op 29 maart 2021 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in de zaak tegen twee mannen uit Wageningen en Veenendaal, die verdacht werden van een inbraak in Borne in 2019 en het gebruik van gestolen pinpassen. De rechtbank heeft de mannen vrijgesproken van beide ten laste gelegde feiten. De zaak kwam aan het licht na een inbraak waarbij bankpassen en andere waardevolle goederen werden gestolen uit de woning van een slachtoffer. De officier van justitie had gerekwireerd tot bewezenverklaring van de feiten, maar de rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om de betrokkenheid van de verdachten vast te stellen. Tijdens de zitting op 8 en 15 maart 2021 werd het standpunt van de verdediging gehoord, die pleitte voor vrijspraak. De rechtbank concludeerde dat er aanwijzingen waren voor betrokkenheid, maar dat het dossier niet voldoende bewijs bood om de verdachten te veroordelen. De vordering van de benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard, omdat de verdachten vrijgesproken werden. De rechtbank heeft ook een vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder voorwaardelijk opgelegde straf afgewezen, omdat de verdachten niet schuldig werden bevonden aan de nieuwe feiten.