ECLI:NL:RBOVE:2021:1307

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
29 maart 2021
Publicatiedatum
29 maart 2021
Zaaknummer
08-963551-20 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een man voor betrokkenheid bij een drugslab en productie van MDMA

Op 29 maart 2021 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in de zaak tegen een 59-jarige man, die betrokken was bij een groot drugslab in Heiloo. De man is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 9 jaar voor zijn rol in de productie van MDMA, samen met vier andere mannen. Deze mannen, in de leeftijd van 25 tot 47 jaar, zijn eveneens veroordeeld tot gevangenisstraffen variërend van 4 tot 8 jaar. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn medeverdachten in de periode van 1 april 2020 tot en met 17 juni 2020 op verschillende locaties in Nederland, waaronder Akersloot en Amstelveen, opzettelijk MDMA hebben vervaardigd en voorhanden hebben gehad. Tijdens doorzoekingen op 17 juni 2020 zijn aanzienlijke hoeveelheden chemicaliën, apparatuur en MDMA aangetroffen, wat duidt op een professioneel opgezet drugslab. De rechtbank heeft de bewijsvoering, waaronder onderschepte EncroChat-berichten, als voldoende beschouwd om de betrokkenheid van de verdachte en zijn medeverdachten te bevestigen. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de ernst van de feiten, de impact op de volksgezondheid en het milieu, en de eerdere veroordelingen van de verdachte voor soortgelijke feiten. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet, wat heeft geleid tot de opgelegde straf.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08-963551-20 (P)
Datum vonnis: 29 maart 2021
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1962 in [geboorteplaats] ,
wonende te [adres 1] ,
nu verblijvende in P.I. Arnhem te Arnhem

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 14 december 2020, 23 februari 2021 en 15 maart 2021.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. P.F. Hoekstra en van hetgeen door verdachte en de raadsvrouw mr. I. Güçlü, advocaat te Amsterdam, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er na wijziging van de tenlastelegging van 14 december 2020, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:
onder A: (met een of meer anderen) in de periode van 1 april 2020 tot en met 17 juni 2020 in Akersloot MDMA heeft vervaardigd;
onder B: (met een of meer anderen) in de periode van 1 maart 2020 tot en met 17 juni 2020 in Amstelveen MDMA heeft vervaardigd;
feit 2:
onder A: (met een of meer anderen) op 17 juni 2020 in Akersloot 87 kilogram MDMA-kristallen aanwezig heeft gehad;
onder B: (met een of meer anderen) op 17 juni 2020 in Amstelveen 20 gram MDMA-kristallen aanwezig heeft gehad;
feit 3:
onder A: (met een of meer anderen) in de periode van 1 april 2020 tot en met 17 juni 2020 in Akersloot de productie van MDMA heeft voorbereid en bevorderd;
onder B: (met een of meer anderen) in de periode van 1 maart 2020 tot en met 17 juni 2020 in Amstelveen de productie van MDMA heeft voorbereid en bevorderd.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1.
A.
Hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 april 2020 tot en met 17 juni 2020 te Akersloot (in een of meer loods (en) gelegen op het perceel [adres 2] en/of [adres 3] en/of [adres 4] ), in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of vervaardigd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, een of meer hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA een middel vermeld op lijst I bij de Opiumwet, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
En/of
B.
Hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 maart 2020 tot en met 17 juni 2020 te Amstelveen (in de woning en/of kelderbox op het perceel [adres 1] ), in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of vervaardigd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, een of meer hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA een middel vermeld op lijst I bij de Opiumwet, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2.
A.
Hij op of omstreeks 17 juni 2020 te Akersloot (in een of meer loods (en) gelegen op het perceel [adres 2] en/of [adres 3] en/of [adres 4] ), in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 87 kilogram (natte) MDMA-kristallen, in elk geval een hoeveelheid, van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
En/of
B.
Hij op of omstreeks 17 juni 2020 te Amstelveen (in de woning en/of kelderbox op het perceel [adres 1] ), in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 20 gram MDMA-kristallen, in elk geval een hoeveelheid, van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
3.
A.
Hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 april 2020 tot en met 17 juni 2020 te Akersloot (in een of meer loods(en) gelegen op het perceel [adres 2] en/of [adres 3] en/of [adres 4] ), althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren, vervaardigen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen, van MDMA, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I voor te bereiden en/of te bevorderen
- een of meer anderen heeft/hebben getracht te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen en/of mede te plegen en/of uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen te verschaffen en/of
- zich en/of een of meer anderen gelegenheid, middelen of inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft/hebben getracht te verschaffen en/of
- voorwerpen en/of vervoermiddelen en/of stoffen en/of gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft/hebben gehad, waarvan hij, verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en) of ernstige reden had(den) om te vennoeden dat zij bestemd was/waren tot het plegen van het hierboven bedoelde feit,
immers, heeft hij, verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) op voomoemd(e) tijdstip(pen) in voomoemde pleegplaats
- een (deel van een) of meer loods(en) (de opslagruimte voor de benodigde chemicaliën en/of productieruimte) gehuurd en/of ter beschikking gesteld en/of in gebruik genomen en/of
- een of meer ruimte(s) van voornoemde loods(en) ingericht als laboratorium en/of
- een grote hoeveelheid jerrycans en/of vaten en/of drums en/of (andere soorten) verpakkingen met daarin (grote) hoeveelheden chemicaliën en/of grondstoffen en/of hulpstoffen voorhanden gehad, waaronder citric acid (citroenzuur) en/of methylamine en/of waterstofgas en/of aceton en/of zoutzuur en/of PMK en/of methanol en/of
- meerdere onderdelen van (een) productieopstelling(en), waaronder een of meer vrieskist(en) en/of (druk)reactieketel(s) en/of destillatieketel en/of koelhuizen en/of een filtreerunit en/of (druk)reactievaten en/of emmers en/of jerrycans en/of een of meer gascilinder(s) en /of brander(s) en/of (vvaterstof)gasflessen voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden, dat/die bestemd was/waren tot het plegen van dat feit;
En/of
B.
Hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 maart 2020 tot en met 17 juni 2020 te Amstelveen (in de woning en/of kelderbox op het perceel [adres 1] ), althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren, vervaardigen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen, van MDMA, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende
MDMA, zijnde MDMA een middel vernield op de bij de Opiumwet behorende lijst I voor te bereiden en/of te bevorderen
- een of meer anderen heeft/hebben getracht te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen en/of mede te plegen en/of uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen te verschaffen en/of
- zich en/of een of meer anderen gelegenheid, middelen of inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft/hebben getracht te verschaffen en/of
- voorwerpen en/of vervoermiddelen en/of stoffen en/of gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft/hebben gehad, waarvan hij, verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en) of ernstige reden had(den) om te vennoeden dat zij bestemd was/waren tot het plegen van het hierboven bedoelde feit,
immers, heeft hij, verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) op voomoemd(e) tijdstip(pen) in voornoemde pleegplaats
- een of meer ruimte(s) van voornoemde woning ingericht als laboratorium en/of
- een grote hoeveelheid jerrycans en/of vaten en/of (andere soorten) verpakkingen met daarin (grote) hoeveelheden chemicaliën en/of grondstoffen en/of hulpstoffen voorhanden gehad, waaronder PMK en/of PMK glycidezuur en/of citroenzuur en/of caustic soda en/of natriumhydroxide en/of platinaoxide en/of aceton en/of
- meerdere onderdelen van (een) productieopstelling(en), waaronder ketel(s) en/of RVS pan(nen) en/of een scheitrechter en/of vaten en/of emmers en/of jerrycans en/of een of meer gasfles(sen) en/of gascilinder(s) en/of gasbrander(s) en/of een weegschaal en/of thermometer en/of pH-meter en/of filters voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden, dat/die bestemd was/waren tot het plegen van dat feit.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsoverwegingen

4.1
Inleiding
Bij het Team Criminele Inlichtingen zijn meldingen gedaan dat er aan [adres 1] in Amstelveen en aan [adres 5] in Heiloo synthetische drugs werden geproduceerd. De grondstoffen voor de productie werden vermoedelijk opgeslagen op de locaties [adres 2] en [adres 3] in Akersloot. Deze informatie was afkomstig uit onderzoek 26Lemont, waarin EncroChat communicatie door de politie was onderschept. Daaropvolgend werden op voornoemde locaties doorzoekingen gedaan op 17 juni 2020. De verdachten in dit onderzoek zijn – in ieder geval – [verdachte] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] .
4.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het ten laste gelegde onder 1 A en B, 2 A en B en 3 A en B wettig en overtuigend kan worden bewezen.
4.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit dat verdachte integraal van het ten laste gelegde dient te worden vrijgesproken vanwege onvoldoende wettig en overtuigend bewijs. De onderschepte EncroChat-berichten dienen van het bewijs te worden uitgesloten, omdat tijdens het hacken van de Encrotelefoons tegen geen van de verdachten een redelijk vermoeden van schuld bestond.
De rechtmatigheid van de EncroChat-berichten
De rechtbank zal allereerst beoordelen of de EncroChat-berichten al dan niet tot het bewijs kunnen worden gebezigd.
De informatie uit het afschermproces-verbaal is afkomstig uit het strafrechtelijk onderzoek naar de mogelijk criminele activiteiten van het bedrijf EncroChat onder de naam ‘26Lemont’. De Nederlandse opsporingsdiensten hebben in dat onderzoek op basis van een Joint Investigation Team-overeenkomst onder meer EncroChat-berichten ontvangen van de Franse autoriteiten. Verdachte was geen subject in dit onderzoek en de telefoon van de verdachte is niet getapt. Voor zover in het kader van dat onderzoek vormen verzuimd zijn, is de verdachte derhalve niet getroffen in enig rechtens te eerbiedigen belang. Hoewel de verwijzing van de raadsvrouw niet leidt naar een uitdrukkelijk onderbouwd standpunt overweegt de rechtbank ten overvloede het volgende. Gelet op het interstatelijke vertrouwensbeginsel heeft de rechtbank geen reden om te twijfelen aan de rechtmatigheid en de inzet van de gehanteerde opsporingsmiddelen in het Franse opsporingsonderzoek. Bovendien zijn de Franse rechterlijke machtigingen getoetst door de rechter-commissaris in Nederland, waarbij geen onrechtmatigheden zijn vastgesteld. Derhalve is de rechtbank van oordeel dat artikel 8 EVRM in onderhavig geval niet is geschonden.
Ten aanzien van het verweer dat ziet op de strijdigheid met het Unierecht overweegt de rechtbank als volgt. Artikel 1 lid 3 van de EU-Richtlijn 2002/58 luidt, voor zover van belang, dat de richtlijn in geen geval van toepassing is op activiteiten van de staat op strafrechtelijk gebied. Derhalve is de rechtbank van oordeel dat EU-Richtlijn 2002/58 niet van toepassing op de inbeslagneming van data bij de verdachte onderneming EncroChat.
Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de EncroChat-berichten voor het bewijs kunnen worden gebruikt. Het verweer van de raadsvrouw op dit punt wordt dan ook verworpen.
De bewijsoverwegingen
Bij de beantwoording van de vraag of verdachte de tenlastegelegde feiten heeft begaan, heeft de rechtbank acht geslagen op de volgende feiten en omstandigheden die haar uit de inhoud van het procesdossier en het verhandelde ter terechtzitting zijn gebleken. [1]
Doorzoekingen
[adres 1] te Amstelveen
In de woning aan de [adres 1] in Amstelveen werden materialen en chemische stoffen aangetroffen die verband hielden met de productie van synthetische drugs. [2] Er werd een (drugs)laboratorium in de badkamer aangetroffen om op grote schaal PMK, een precursor voor MDMA, te vervaardigen (door middel van omzetten van PMK glycidezuur, citroenzuur en natriumhydroxide (caustic soda) in PMK). [3] Naast PMK is er in de woning platinaoxide, aceton en 20 gram MDMA aangetroffen. De opstelling in de badkamer bestond uit een 120 liter RVS pan op een gasbrander (gekoppeld aan een gasfles) en een 200 liter scheitsrechter. Verder zijn er vaten, emmers, jerrycans, een gasfles, een gasbrander, een weegschaal, een thermometer, een pH-meter en filters aangetroffen. In de woning zijn verder onder meer notitieblokken met administratie in beslag genomen. De notities vermelden kosten, betalingen, afnemers ( [naam 1] , [naam 2] , [naam 3] ), hoeveelheden geproduceerd product en namen van de verdachten in dit onderzoek. [4] Ook lijkt te worden beschreven hoeveel verdachten voor hun werkzaamheden krijgen betaald.
[adres 5] te Heiloo
Tijdens de doorzoeking bij [adres 5] in Heiloo is een koelcel aangetroffen met daarin productieapparatuur voor synthetische drugs (waaronder een 120 liter tank met slangen en een destillatie-/reactieketel, met daaraan twee gasflessen met gasbranders verbonden). [5] Daarnaast was een afzuiginstallatie aangebracht. Naast deze koelcel stonden twee kratten met daarin vaten met chemicaliën. Ook werden meerdere jerrycans, emmers, een waterstofgasfles, twee potjes met platina-oxide en meerdere goederen die methylamine bevatten gevonden. [6] Voorts zijn jerrycans aangetroffen met de opschriften ‘ [naam 1] 20L’ en ‘777 extra’.
Uit de aangetroffen productieapparatuur en chemicaliën kan volgens de politie worden opgemaakt dat deze locatie speciaal was ingericht voor de zeer grootschalige vervaardiging van MDMA-base-olie vanuit PMK. [7]
[adres 2] , [adres 3] en [adres 4] te Akersloot
De garageboxen [adres 2] en [adres 3] bestonden uit één grote ruimte omdat er tussenmuren waren verwijderd. In deze ruimte stond een groot aantal voorwerpen dat gebruikt wordt bij de vervaardiging van synthetische drugs, zoals twee (druk)reactieketels, een destillatieketel, een filtreerunit, (waterstof)gasflessen, een gasfles methylamine, (druk)reactievatenbranders, emmers, jerrycans en chemicaliën. [8] Ook stonden in deze garageboxen vriezers, waarin ongeveer 87 kilogram aan natte MDMA-kristallen werd aangetroffen. [9] Daarnaast is onder meer Citric Acid (citroenzuur), drum, methanol, zoutzuur, aceton, PMK en MDMA aangetroffen. [10] Garagebox [adres 4] werd ook doorzocht omdat een getuige aangaf dat hij soortgelijke vaten als in garagebox [adres 2] en [adres 3] , ook in [adres 4] had zien staan. Tijdens de doorzoeking van garagebox [adres 4] zijn onder meer drie 200 liter drums en dekens met MDMA-kristallen (om te drogen) aangetroffen. [11] Voorts zijn jerrycans aangetroffen met het opschrift ‘ [naam 1] 777 20L’.
Uit de aangetroffen productieapparatuur, chemicaliën (PMK, methylamine en waterstofgas) en drugsafval kan worden opgemaakt dat op deze locatie via de ‘hoge druk methode’ MDMA werd vervaardigd, aldus de politie. [12] De vriezers, het aceton en het zoutzuur passen bij de kristallisatie van MDMA.
De drie locaties vertegenwoordigen gezamenlijk het productieproces van MDMA.
Locaties in gebruik door verdachten
[verdachte] stond ingeschreven als bewoner aan de [adres 1] in Amstelveen. [13] [adres 5] in Heiloo werd sinds 1 maart 2020 verhuurd aan [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] . [14] Ten aanzien van De [adres 2] en [adres 3] in Akersloot was nog geen huurcontract opgemaakt, maar was wel een kopie van het rijbewijs van de huurder gemaakt. De kopie van voornoemd rijbewijs stond op naam van [verdachte] . [15]
EncroChat-berichten
In de onderschepte EncroChat berichten worden gesprekken gevoerd tussen de volgende gebruikersnamen: [gebruikersnaam 1] / [gebruikersnaam 2] , [gebruikersnaam 3] , [gebruikersnaam 4] en [gebruikersnaam 5] . De rechtbank zal hierna vaststellen welke gebruikersnaam aan welke verdachte toebehoort.
Gebruikersnaam [gebruikersnaam 4]
heeft een foto verstuurd van een man met een kotteroorbel, waarbij een verbalisant gelijkenissen ziet tussen de man op de foto en de foto op het rijbewijs van [medeverdachte 1] . [16] Daarnaast sprak [gebruikersnaam 4] op 16 mei 2020 over de verjaardag van zijn moeder. Uit de Gemeentelijke Basis Administratie (GBA) is gebleken dat de moeder van [medeverdachte 1] op [geboortedatum 2] 1968 is geboren. Mogelijk is de verjaardag een dag later gevierd omdat [geboortedatum 2] 2020 op een vrijdag viel. [17] Voorts heeft [gebruikersnaam 4] op 23 mei 2020 een bericht verstuurd dat hij in Groningen was. Uit de historische gegevens van de telefoon van [medeverdachte 1] is gebleken dat zijn telefoon op 23 mei 2020 een zendmast in Oude Pekela (provincie Groningen) heeft aangestraald. [18] Op grond van het voorgaande stelt de rechtbank vast dat de gebruikersnaam [gebruikersnaam 4] in gebruik is bij [medeverdachte 1] .
Gebruikersnaam [gebruikersnaam 3]
In een gesprek tussen [gebruikersnaam 5] en [gebruikersnaam 4] van 8 april 2020 werd gezegd dat [verdachte] doorgaat en [gebruikersnaam 3] zijn chatnaam is. [19] had daarna veelvuldig contact met [gebruikersnaam 4] . Op 1 mei 2020 werd gesproken over afdampen, drogen, [naam 3] , thuis, badkamer en wordt er de tekst ‘ [ijssalon] ’ (met een foto waarop de letters ‘ [afkorting] ’ zijn te zien) gestuurd. Uit nader onderzoek bleek dat het beeld (dat op GoogleMaps is gevonden) van ijssalon [ijssalon] in Amstelveen overeenkomt met de door [gebruikersnaam 3] verstuurde foto en dat de foto kon zijn gemaakt vanuit de nabij gelegen flat aan de [adres 1] in Amstelveen. [20] In de politiesystemen is gezocht of op dit adres iemand stond ingeschreven met de naam [verdachte] , waarna [verdachte] naar voren kwam. Op grond van het voorgaande stelt de rechtbank vast dat de gebruikersnaam [gebruikersnaam 3] in gebruik is bij [verdachte] .
Gebruikersnamen [gebruikersnaam 1] en [gebruikersnaam 2]
In een gesprek tussen [gebruikersnaam 4] en [gebruikersnaam 3] van 16 april 2020 werd gesproken over [medeverdachte 3] , [medeverdachte 3] en dat hij op nummer [huisnummer] woont. [21] De voornaam van [medeverdachte 3] is [medeverdachte 3] . Op 26 mei 2020 werd gesproken over [medeverdachte 3] , zijn zoontje en dat [gebruikersnaam 4] bij hem langs zou gaan. Uit de telefoongegevens van [medeverdachte 1] bleek dat hij op dat tijdstip in Alkmaar was. In de politiesystemen is gezocht op [medeverdachte 3] , Alkmaar en [huisnummer] , waarna verdachte met zijn adresgegevens naar voren kwam. Daarnaast is er een gesprek tussen [gebruikersnaam 1] en [gebruikersnaam 4] van 23 mei 2020 waarin [gebruikersnaam 1] zei dat hij een nieuwe Encro had, dat hij [medeverdachte 3] en [functie] was en dat [gebruikersnaam 2] kon worden gewist. [22] Voorts had [gebruikersnaam 2] op 10 mei 2020 naar [gebruikersnaam 4] gestuurd dat zijn meisje morgen jarig was. [23] Uit de GBA gegevens bleek dat hij samenwoont met [naam 4] en dat zij geboren is op [geboortedatum 3] 1973. Verder beschrijft de politie dat [gebruikersnaam 5] twee afbeeldingen had verstuurd op 4 april 2020 en [gebruikersnaam 4] op 29 mei 2020. De verbalisant merkt op de verstuurde afbeeldingen overeenkomen met de foto op het rijbewijs van [medeverdachte 3] . Op grond van het voorgaande stelt de rechtbank vast dat de gebruikersnamen [gebruikersnaam 1] en [gebruikersnaam 2] in gebruik zijn bij [medeverdachte 3] .
Gebruikersnaam [gebruikersnaam 5] en overige verdachten
De gebruikersnaam [gebruikersnaam 5] wordt aan [medeverdachte 5] gekoppeld, die in een ander onderzoek wordt vervolgd. Er zijn geen aanwijzingen naar voren gekomen dat [medeverdachte 2] en [medeverdachte 4] over een (eigen) Encrotelefoon beschikten.
Ten behoeve van de leesbaarheid worden hierna de namen van de verdachten gebruikt in plaats van de gebruikersnamen op de EncroChat.
Encrogesprek [medeverdachte 1] en [verdachte]
Uit de EncroChat gesprekken tussen [medeverdachte 1] en [verdachte] valt op te maken dat [verdachte] zich voornamelijk heeft bezig gehouden met de productie van PMK. De gesprekken gaan over olie, draaien, vriezer, zeven, mono, plaat, inpakken en krissen. [24] Deze gesprekken gaan in de maanden mei en juni 2020 op dezelfde voet door. In deze gesprekken wordt ook regelmatig gesproken over [medeverdachte 3] , [medeverdachte 3] of [functie] . [medeverdachte 3] lijkt zich voornamelijk bezig te hebben gehouden met het omzetten van MDMA-base/olie in MDMA kristallen in de garageboxen aan de [adres 2] . Op 25 mei 2020 wordt gezegd dat [medeverdachte 3] in het ziekenhuis ligt en in de loods een hart klapper had. [25] Ook wordt gezegd dat de jongen de Encro heeft. Verder wordt regelmatig gesproken over diverse eindafnemers: [naam 3] , [naam 2] en [naam 1] , hetgeen overeenkomt met de opschriften op de jerrycans in Heiloo en Akersloot. In de woning van [verdachte] zijn ook productieapparatuur en chemicaliën/grondstoffen aangetroffen die nodig zijn voor de productie van PMK. Daarnaast zijn jerrycans met de namen van de (eind)afnemers in de woning van [verdachte] aangetroffen en notitieblokken waarin administratie werd bijgehouden.
Encrogesprek [medeverdachte 3] en (voornamelijk) [medeverdachte 1]
In de EncroChat berichten tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] wordt gesproken over het productieproces, het omzetten van PMK in MDMA-base/olie met de daarbij behorende middelen/chemicaliën. Zo wordt er onder meer over ketels, branders, mono, olie aftappen en zeven gesproken. [26] Platinaoxide en waterstofgas zijn aangetroffen in [adres 5] in Heiloo. [medeverdachte 1] lijkt zich voornamelijk bezig te hebben gehouden met het omzetten van PMK in MDMA-base/olie in de loods aan [adres 5] in Heiloo. [medeverdachte 3] lijkt degene te zijn met scheikundige kennis omtrent productieproces. Daarnaast werden andere personen in de gesprekken genoemd. Op 21 mei 2020 werd voorgesteld dat [naam 5] ging zeven [27] en op 5 juni 2020 vroeg [medeverdachte 3] of zoon en [naam 5] al zijn geweest. [28]
Encrogesprek [verdachte] en [medeverdachte 3]
Uit het gesprek van 25 mei 2020 valt op te maken dat [medeverdachte 3] een hartaanval heeft gehad en dat iemand anders de telefoon heeft overgenomen. [29] Diegene zegt dat er al gekrist is en dat het nog de viezer in moet.
Encrogesprek [medeverdachte 1] en [medeverdachte 5]
Op 3 april 2020 wordt tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 5] gesproken over grondstoffen, andere onderwerpen die aan het productieproces van MDMA zijn te linken en dat zij tevreden zijn over de samenwerking. [30] In dit verband wordt ook ‘ [naam 5] ’ en ‘ [naam 5] ’ genoemd. Voorts wordt gezegd dat iedereen lekker wat moet verdienen en dat er 120 liter per week wordt geproduceerd.
Onderlinge rolverdeling
Gelet op het voorgaande stelt de rechtbank vast dat [verdachte] in de woning PMK heeft geproduceerd en die vervolgens naar [medeverdachte 1] werd gebracht. [medeverdachte 1] zette de PMK daarna naar MDMA-base/olie in [adres 5] in Heiloo. De MDMA-base/olie werd vervolgens naar [adres 2] in Akersloot gebracht waar [medeverdachte 3] de MDMA-base/olie heeft omgezet in MDMA kristallen. Daarnaast stelt de rechtbank vast dat [medeverdachte 2] en [medeverdachte 4] eveneens betrokken zijn bij de vervaardiging van MDMA. Zij waren allen onmisbare schakels in de productielijn. Gelet op de communicatie via de EncroChat-berichten en de bovengenoemde werkwijze kan de rechtbank geen andere conclusie trekken dan dat sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachten en dat [verdachte] doelbewust deelnam aan (de voorbereiding en het bevorderen van) de productie van MDMA.
De rechtbank is op grond van de voorgaande bewijsmiddelen, in onderling verband en in samenhang bezien, van oordeel dat wettig en overtuigend is bewezen dat verdachte het onder 1 A en B, 2 A en B en 3 A en B ten laste gelegde heeft begaan.
4.5
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
feit 1
A.
Hij in de periode van 1 april 2020 tot en met 17 juni 2020 te Akersloot, in loodsen gelegen op het perceel [adres 2] en [adres 3] en [adres 4] , tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk heeft bereid en bewerkt en verwerkt en vervaardigd, hoeveelheden van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA een middel vermeld op lijst I bij de Opiumwet, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
en
B.
Hij in de periode van 1 maart 2020 tot en met 17 juni 2020 te Amstelveen (in de woning en kelderbox) op het perceel [adres 1] , tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk heeft bereid en bewerkt en verwerkt en vervaardigd, een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA een middel vermeld op lijst I bij de Opiumwet, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
feit 2
A.
Hij op 17 juni 2020 te Akersloot, in loodsen gelegen op het perceel [adres 2] en [adres 3] en [adres 4] , tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 87 kilogram (natte) MDMA-kristallen, zijnde MDMA een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
en
B.
Hij op 17 juni 2020 te Amstelveen (in de woning en kelderbox op het perceel [adres 1] ), tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 20 gram MDMA-kristallen, zijnde MDMA een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
feit 3
A.
Hij in de periode van 1 april 2020 tot en met 17 juni 2020 te Akersloot, in loodsen gelegen op het perceel [adres 2] en [adres 3] en [adres 4] , tezamen en in vereniging met anderen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en vervaardigen van MDMA, zijnde MDMA een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I voor te bereiden en te bevorderen:
- anderen heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen en
- zich en anderen gelegenheid, middelen of inlichtingen tot het plegen van dat feit
heeft getracht te verschaffen en
- voorwerpen en vervoermiddelen en stoffen en gelden voorhanden hebben gehad, waarvan hij, verdachte en zijn mededaders wisten dat zij bestemd waren tot het plegen van het hierboven bedoelde feit,
immers, heeft hij, verdachte en zijn mededaders op voomoemde tijdstippen in voomoemde pleegplaats:
- loodsen (de opslagruimte voor de benodigde chemicaliën en productieruimte) gehuurd en ter beschikking gesteld en in gebruik genomen en
- ruimtes van voomoemde loodsen ingericht als laboratorium en
- een grote hoeveelheid jerrycans en vaten en drums en andere soorten verpakkingen met daarin (grote) hoeveelheden chemicaliën en grondstoffen en hulpstoffen voorhanden gehad, waaronder citric acid (citroenzuur) en methylamine en waterstofgas en aceton en zoutzuur en PMK en methanol en
- meerdere onderdelen van een productieopstelling, waaronder vrieskisten en (druk)reactieketels en destillatieketel en een filtreerunit en (druk)reactievaten en emmers en jerrycans en branders en (waterstof)gasflessen voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte en verdachtes mededaders wisten dat die bestemd waren tot het plegen van dat feit;
en
B.
Hij in de periode van 1 maart 2020 tot en met 17 juni 2020 te Amstelveen (in de woning en/of kelderbox op het perceel [adres 1] ), tezamen en in vereniging met anderen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en vervaardigen van MDMA, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA een middel vernield op de bij de Opiumwet behorende lijst I voor te bereiden en te bevorderen:
- anderen heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen en
- zich en anderen gelegenheid, middelen of inlichtingen tot het plegen van dat feit
heeft getracht te verschaffen en
- voorwerpen en vervoermiddelen en stoffen en gelden hebben gehad, waarvan verdachte en zijn mededaders wisten dat zij bestemd waren tot het plegen van het hierboven bedoelde feit,
immers hebben verdachte en zijn mededaders op voomoemde tijdstippen in voornoemde pleegplaats:
- een ruimte van voornoemde woning ingericht als laboratorium en
- een grote hoeveelheid jerrycans en vaten en (andere soorten) verpakkingen met daarin (grote) hoeveelheden chemicaliën en grondstoffen en hulpstoffen voorhanden gehad, waaronder PMK en PMK glycidezuur en citroenzuur en caustic soda en natriumhydroxide en platinaoxide en aceton en
- onderdelen van een productieopstelling, waaronder ketels en RVS pannen en een scheitrechter en vaten en emmers en jerrycans en gasflessen en gascilinders en gasbranders en een weegschaal en thermometer en pH-meter en filters voorhanden gehad, waarvan verdachte en verdachtes mededaders wisten dat die bestemd waren tot het plegen van dat feit.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 10 en 10a van de Opiumwet (Ow). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezen verklaarde levert op:
feit 1 onder A en B
telkens het misdrijf:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B en D van de Ow gegeven verbod, meermalen gepleegd;
feit 2 onder A en B
telkens het misdrijf:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder C van de Ow gegeven verbod, meermalen gepleegd;
feit 3 onder A en B
telkens het misdrijf:
medeplegen van een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Ow, voor te bereiden of te bevorderen door: een ander te bewegen om dat feit mede te plegen, zich gelegenheid, middelen of inlichtingen tot het plegen van dat feit te verschaffen en voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden of andere betaalmiddelen voorhanden heeft, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit, meermalen gepleegd.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezen verklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van zeven jaren. De inbeslaggenomen telefoon en handschoenen dienen aan het verkeer te worden onttrokken.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw verzoekt om een deels voorwaardelijke en lagere strafoplegging dan door de officier van justitie is geëist gelet op de persoonlijke omstandigheden van verdachte. De raadsvrouw verzoekt het beslag op te heffen en aan de rechthebbenden te retourneren.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij het volgende van belang.
Verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan (het treffen van voorbereidings- en bevorderingshandelingen en) het vervaardigen van grote hoeveelheden MDMA. Op diverse locaties zijn vele chemicaliën en apparaten aangetroffen, waarvan verdachte wist dat die bestemd waren voor de productie van synthetische drugs. Ook is op de diverse locaties MDMA aangetroffen.
Het is een feit van algemene bekendheid dat het gebruik van synthetische drugs een ernstige bedreiging voor de volksgezondheid vormt. Daarnaast schuilt in de productie van dergelijke harddrugs direct gevaar voor schade aan het milieu, veroorzaakt door de vele illegale dumpingen. Daarnaast bestaat er ontploffings- en brandgevaar bij het onprofessioneel opslaan en bewerken van diverse chemicaliën. Niet alleen tegen de daadwerkelijke productie van synthetische drugs, maar ook tegen voorbereidingshandelingen daartoe, dient daarom krachtig te worden opgetreden. Bijzonder kwalijk vindt de rechtbank het dat verdachte enkel uit winstbejag heeft gehandeld en zich totaal niet heeft bekommerd om de schadelijke gevolgen van zijn handelen voor anderen en het milieu. Uit het dossier komt bovendien naar voren dat verdachte actieve bemoeienis heeft gehad met in elk geval een brandstichting van een bedrijfsbus die gerelateerd is aan de MDMA-productie, met alle gevaren van dien.
Uit het uittreksel justitiële documentatie van verdachte van 23 juni 2020 blijkt dat verdachte eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld. Kennelijk hebben deze veroordelingen hem er niet van weerhouden om nogmaals dergelijke feiten te plegen.
De rechtbank heeft bij het bepalen van de straf rekening gehouden met dat het een professioneel opgezet drugslab betrof, bedoeld om grote hoeveelheden MDMA te maken. In het dossier zijn aanknopingspunten naar voren gekomen dat verdachte een organiserende rol had. Zo is er bij hem thuis administratie aangetroffen en wordt in het berichtenverkeer gezegd dat [verdachte] ‘het overneemt’.
De aard en ernst van het bewezenverklaarde rechtvaardigen naar het oordeel van de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van langere duur. Mede gelet op de oriëntatiepunten voor straftoemeting, en in aanmerking nemend de organiserende rol die verdachte in het geheel had, acht de rechtbank een hogere straf dan door de officier van justitie is geëist aangewezen. Daarbij houdt de rechtbank nadrukkelijk rekening met het strafblad van verdachte waaruit volgt dat hij sinds 1998 vijfmaal is veroordeeld voor overtreding van de Opiumwet en uit zijn proceshouding niet anders volgt dan dat vervolging slechts een bedrijfsrisico is. Gezien de professionele aard van het drugslab en de significante rol die verdachte daarin heeft gespeeld acht de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van negen jaren passend en geboden.
7.4
De inbeslaggenomen voorwerpen
De rechtbank is van oordeel dat de op de beslaglijst vermelde handschoenen moet worden verbeurdverklaard, omdat het voorwerpen betreffen met betrekking tot welke de feiten zijn begaan.
De rechtbank is van oordeel dat de op de beslaglijst vermelde mobiele telefoon vatbaar is voor onttrekking aan het verkeer, aangezien met behulp van dit voorwerp de feiten zijn begaan of voorbereid.

8.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 47 en 57 Sr.

9.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 A en B, 2 A en B en 3 A en B ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1 onder A en B
telkens het misdrijf:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B en D van de Ow gegeven verbod, meermalen gepleegd;
feit 2 onder A en B
telkens het misdrijf:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder C van de Ow gegeven verbod, meermalen gepleegd;
feit 3 onder A en B
telkens het misdrijf:
medeplegen van een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Ow, voor te bereiden of te bevorderen door: een ander te bewegen om dat feit mede te plegen en voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden of andere betaalmiddelen voorhanden heeft, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit, meermalen gepleegd.
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1 A en B, 2 B en 3 A en B bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
9 (negen) jaren;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
de inbeslaggenomen voorwerpen
- verklaart verbeurd de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten de aan dit vonnis gehechte beslaglijst genoemde voorwerpen onder de nummers 1 en 2;
- verklaart onttrokken aan het verkeer het inbeslaggenomen voorwerp, te weten de aan dit vonnis gehechte beslaglijst genoemde voorwerp onder nummer 3.
Dit vonnis is gewezen door mr. V.P.K. van Rosmalen, voorzitter, mr. H.R. Schimmel en
mr. B.T.C. Jordaans, rechters, in tegenwoordigheid van mr. E. Koning, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 29 maart 2021.
[afbeelding]

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de Politie Landelijke Eenheid, Dienst Opsporing Indra, Post interventieteam, met nummer LEFC920015 met onderzoeksnaam 26OakPark. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
2.Een proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming van 19 juni 2020 (pag. 19 e.v.).
3.Een proces-verbaal van bevindingen ondersteuning LFO van 25 september 2020 (pag. 29 tot en met 32) en een schriftelijk bescheid, zijnde drugsonderzoek aan materialen aangetroffen op 17 juni 2020 op de locatie [adres 1] te Amstelveen van het Nederlands Forensisch Instituut van 9 oktober 2020 (pag. 120 tot en met 122).
4.Een proces-verbaal van bevindingen van 30 oktober 2020 (pag. 367 e.v.).
5.Een proces-verbaal van bevindingen ondersteuning LFO van 29 juni 2020 (pag. 130 e.v.).
6.Een proces-verbaal van bevindingen ondersteuning LFO van 29 juni 2020 (pag. 132) en een schriftelijk bescheid, zijnde drugsonderzoek aan materialen aangetroffen op 17 juni 2020 op de locatie [adres 5] te Heiloo van het Nederlands Forensisch Instituut van 4 augustus 2020 (pag. 180 en 181).
7.Een proces-verbaal van bevindingen ondersteuning LFO van 29 juni 2020 (pag. 133).
8.Een proces-verbaal van bevindingen ondersteuning LFO van 25 september 2020 (pag. 216 e.v.).
9.Een proces-verbaal van bevindingen ondersteuning LFO van 20 juli 2020 (pag. 222).
10.Een proces-verbaal van bevindingen ondersteuning LFO van 20 juli 2020 (pag. 220) en een schriftelijk bescheid, zijnde drugsonderzoek aan materialen aangetroffen op 17 juni 2020 op de locatie [adres 2] [adres 3] en [adres 4] te Akersloot van het Nederlands Forensisch Instituut van 27 augustus 2020 (pag. 298 en 299).
11.Een proces-verbaal van bevindingen ondersteuning LFO van 20 juli 2020 (pag. 248 e.v.).
12.Een proces-verbaal van bevindingen ondersteuning LFO van 20 juli 2020 (pag. 223).
13.Een proces-verbaal van bevindingen van 16 juni 2020 (pag. 14).
14.Een proces-verbaal van bevindingen met bijlagen van 2 juli 2020 (pag. 301 e.v.).
15.Een proces-verbaal van bevindingen van 18 juni 2020 (pag. 314 en 315).
16.Een proces-verbaal van bevindingen van 16 juni 2020 (pag. 3 e.v.).
17.Een proces-verbaal van bevindingen van 16 juli 2020 (pag. 535).
18.Een proces-verbaal van bevindingen van 16 juli 2020 (pag. 535 en 536).
19.Pag. 433.
20.Een proces-verbaal van bevindingen van 16 juli 2020 (pag. 11 tot en met 14).
21.Een proces-verbaal van verdenking van [medeverdachte 3] van 9 juli (pag. 539 tot en met 541).
22.Pag. 492.
23.Een proces-verbaal van verdenking van [medeverdachte 3] van 9 juli (pag. 539).
24.Zie gesprekken tussen [gebruikersnaam 4] en [gebruikersnaam 3] van12 april 2020 tot en met 30 april 2020 (pag. 434 tot en met 442).
25.Pag. 456.
26.Pag. 439, 472. 488 en 489.
27.Pag. 490 en 491.
28.Pag. 501.
29.Pag. 468.
30.Pag. 428 en 429.