Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
WOONSTICHTING VECHTHORST,
gevestigd te [woonplaats] ,
wonende op een geheim adres,
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 26 maart 2021 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Woonstichting Vechthorst en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij, Vechthorst, heeft een vordering ingesteld tot ontruiming van een woning die op 16 juli 2019 aan de gedaagde was verhuurd. Vechthorst stelde dat de gedaagde in strijd met de huurovereenkomst de woning niet zelf bewoont en geen onderhoud aan de woning en de tuin verricht, wat ook overlast voor de buren veroorzaakt. De gedaagde heeft geen verweer gevoerd en is niet verschenen op de zittingen, waardoor verstek is verleend. De kantonrechter heeft de vordering van Vechthorst toegewezen en de gedaagde veroordeeld tot ontruiming van de woning binnen één week na betekening van het vonnis, met een dwangsom van € 250,00 per dag tot een maximum van € 3.500,00 indien niet aan de veroordeling wordt voldaan. Daarnaast is de gedaagde veroordeeld in de proceskosten van Vechthorst, die zijn begroot op € 854,01, met nakosten van € 104,00. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.