Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
en/of te stompen en/of
voor [medeverdachte 1] ten gevolge heeft gehad en/of
3.De voorvragen
4.De bewijsoverwegingen
- de bekennende verklaring van verdachte, zoals afgelegd ter terechtzitting van
- het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 1] van 21 oktober 2019
- het proces-verbaal van aangifte van [aangever 1] van 4 november 2019 (pagina’s 450-453);
- het proces-verbaal verhoor van getuige [getuige 1] van 22 oktober 2019 (pagina’s 120-124);
- het proces-verbaal van bevindingen van beelden ruzie opgenomen door getuige [getuige 2] van 21 oktober 2019 (pagina’s 407-418);
- het proces-verbaal van herkenning persoon door opsporingsambtenaar van 20 oktober 2019 (pagina’s 489-492).
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
het openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
8.De schade van benadeelden
9.De vordering tenuitvoerlegging
10.De toegepaste wettelijke voorschriften
11.De beslissing
het openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen
gevangenisstrafvoor de duur van
drie maanden;
twee maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
algemene voorwaardedat verdachte:
de proeftijd, die op
twee jarenwordt gesteld, niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
bijzondere voorwaardendat verdachte:
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat verdachte:
niet-ontvankelijkis in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat gedeelte slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
tenuitvoerleggingvan de bij vonnis van de meervoudige kamer van de rechtbank Overijssel van 23 mei 2017 met parketnummer 08/760051-16 voorwaardelijk opgelegde
gevangenisstrafvoor de duur van
vier maanden.