In deze zaak heeft [eiser], werkzaam als NVM Makelaar bij De Makelaar B.V., een kort geding aangespannen tegen zijn werkgever. De kern van het geschil betreft de wijziging van de arbeidsduur. [eiser] vordert betaling van achterstallig salaris op basis van een 40-urige werkweek, terwijl De Makelaar slechts salaris heeft betaald voor 32 uur per week. De arbeidsovereenkomst, die in 2019 is aangegaan, bevatte een regeling voor een 40-urige werkweek, met een uitzondering voor de eerste zes maanden en een tijdelijke aanpassing tot 1 januari 2021. [eiser] stelt dat de arbeidsduur per 1 januari 2021 weer 40 uur per week bedraagt, terwijl De Makelaar betwist dat er een dergelijke afspraak is gemaakt.
De kantonrechter heeft de procedure beoordeeld, waarbij de mondelinge behandeling op 2 maart 2021 heeft plaatsgevonden. De rechter oordeelt dat de tekst van de arbeidsovereenkomst en de aanpassing daarvan voldoende aanknopingspunten bieden voor de conclusie dat partijen contractueel zijn overeengekomen dat [eiser] per 1 januari 2021 weer 40 uur per week zou werken. De kantonrechter wijst erop dat de werkgever niet kan terugkomen op gemaakte afspraken, ook niet vanwege de arbeidsongeschiktheid van [eiser].
De kantonrechter concludeert dat er sprake is van spoedeisend belang bij de vordering van [eiser], aangezien hij recht heeft op het afgesproken salaris. De rechter wijst de vordering toe en veroordeelt De Makelaar tot betaling van het achterstallige salaris, wettelijke verhoging en proceskosten. Dit vonnis is uitgesproken op 16 maart 2021.