ECLI:NL:RBOVE:2021:1155

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
19 maart 2021
Publicatiedatum
18 maart 2021
Zaaknummer
08-963562-20 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van politieman wegens computervredebreuk en schending van ambtsgeheim

Op 19 maart 2021 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in de zaak tegen een 60-jarige politieman uit Heiloo, die is veroordeeld tot een taakstraf van 240 uur en een gevangenisstraf van 6 maanden, waarvan 163 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar. De man heeft 17 dagen in voorlopige hechtenis doorgebracht en hoeft niet terug de cel in. Hij werd beschuldigd van het aannemen van 4.300 euro van een 53-jarige man uit IJmuiden in ruil voor vertrouwelijke informatie uit politiesystemen en het observeren van twee mannen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan computervredebreuk en schending van zijn ambtsgeheim door onbevoegd informatie te bevragen en te delen met derden. De officier van justitie had een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van achttien maanden geëist, maar de rechtbank legde een lichtere straf op, rekening houdend met de omstandigheden van de zaak en de persoonlijke situatie van de verdachte. De rechtbank benadrukte het belang van integriteit binnen de politie en de gevolgen van het handelen van de verdachte voor het vertrouwen in de politie.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08-963562-20 (P)
Datum vonnis: 19 maart 2021
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1960 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres 1] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 januari 2021. Op 5 maart 2021 is het onderzoek ter terechtzitting gesloten.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. M.R.A. van IJzendoorn en van hetgeen door verdachte en zijn raadsman, mr. R.W. van Faassen, advocaat te Zwolle, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte, als politieambtenaar:
feit 1, feit 4 en feit 6:onbevoegd bevragingen in politiesystemen heeft gedaan, en zich daarmee schuldig heeft gemaakt aan computervredebreuk;
feit 2, feit 5 en feit 7:informatie uit de politiesystemen heeft gedeeld met anderen, en zich daarmee schuldig heeft gemaakt aan schending van zijn ambtsgeheim;
feit 3: geldbedragen en giften heeft aangenomen voor informatie uit politiesystemen met als doel deze informatie te delen met anderen, en zich daarmee schuldig heeft gemaakt een (passieve) omkoping;
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 5 april 2020
tot en met 25 april 2020 te Heiloo en/of Beverwijk en/of Alkmaar en/of
Castricum en/of (elders) in Nederland (telkens) opzettelijk en
wederrechtelijk in een of meer (delen van) geautomatiseerde werken, namelijk
in een of meer (delen van) servers van de politie en/of politiesystemen, te
weten Basis Voorziening Integrale Bevragingen (BVI-B) en/of Basis Voorziening
Handhaving (BVH) en/of Bluespot Monitor (BSM) en/of Summ-IT en/of een of meer
andere (daaraan gekoppelde) politiesystemen is binnengedrongen met behulp van
een of meer valse sleutels en/of signalen en/of door het aannemen van een of
meer valse hoedanigheden, namelijk door onbevoegd gebruik te maken van een
gebruikersnaam en/of wachtwoord en/of door zich met een gebruikersnaam en/of
wachtwoord voor de applicatie Meer Effectief op Straat (MEOS) en/of voor een
of meer andere applicaties toegang te verschaffen tot (delen van de) servers
van de politie, waarop informatie was geplaatst met een ander doel dan
waarvoor hem, verdachte, die gebruikersnaam en/of dat wachtwoord ter
beschikking stond(en) en/of waarvoor hem die toegang was toegestaan namelijk door:
- op 5 april 2020 (telkens) (vertrouwelijke) informatie met betrekking tot
het kenteken [kenteken 1] en/of de kenosleutel [naam 1] en/of postcode /
huisnummer [adres 2] en/of het adres [adres 3]
Rotterdam, althans (vertrouwelijke) informatie, in die politiesystemen te
bevragen en/of
-op 25 april 2020 (telkens) (vertrouwelijke) informatie met betrekking tot
de persoon [naam 2] , geboren op [geboortedatum 2] 1986 en/of het kenteken
[kenteken 2] en/of postcode/huisnummer [adres 4] , althans (vertrouwelijke)
informatie in die politiesystemen te bevragen.
2
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 5 april 2020
tot en met 25 april 2020 te Heiloo en/of Beverwijk en/of Alkmaar en/of
Castricum en/of (elders) in Nederland, meermalen, althans eenmaal (telkens)
opzettelijk een geheim, waarvan hij, verdachte, wist dat hij uit hoofde van
zijn ambt, te weten ambtenaar van politie (Senior GGP-medewerker bij eenheid
Noord-Holland te Alkmaar in de rang van brigadier) en/of wettelijk
voorschrift (namelijk artikel 3 Wet Politiegegevens en/of artikel 7 Wet
Politiegegevens) verplicht was het te bewaren, heeft geschonden door
(telkens) opzettelijk in een of meer politiesystemen, te weten de Basis
Voorziening Informatie-Integraal Bevragen (BVI-B) en/of een of meer andere
(daaraan gekoppelde) politiesystemen, (vertrouwelijke) informatie met
betrekking tot het kenteken [kenteken 1] en/of de kenosleutel [naam 1] en/of
postcode / huisnummer [adres 2] en/of het adres [adres 3]
Rotterdam, en/of (vertrouwelijke) informatie met betrekking
tot de persoon [naam 2] , geboren op [geboortedatum 2] 1986 en/of het kenteken
[kenteken 2] en/of postcode/huisnummer [adres 4] , althans (vertrouwelijke)
informatie, te bevragen en/of (vervolgens) die (vertrouwelijke) informatie
uit een of meer politiesystemen aan een daartoe niet-gerechtigde persoon
/derde, te weten aan de persoon [medeverdachte 1] (met de nickname
" [nickname 1] " en/of " [nickname 2] ") en/of (een) andere daartoe niet-gerechtigde
perso(o)n(en)/derde(n), te verstrekken en/of te openbaren.
3
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 juli 2020
tot en met 1 september 2020 te Heiloo en/of Beverwijk en/of Alkmaar en/of
Castricum en/of te IJmuiden en/of (elders) in Nederland telkens als
politieambtenaar (Senior GGP-medewerker bij eenheid Noord-Holland te Alkmaar
in de rang van brigadier) meermalen, althans eenmaal, één of meer
geldbedragen (te weten een bedrag van 4300 euro en/of 2500 euro en/of 2300
euro) en/of (een vergoeding voor) een nieuw koffieapparaat en/of één of meer
drankjes en/of een etentje als gift(en) heeft aangenomen waarvan hij telkens
wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat deze hem gedaan en/of aangeboden
werd(en)
- teneinde hem te bewegen om in zijn bediening iets te doen, te weten (telkens)
- het bevragen van een of meer politiesystemen op (vertrouwelijke) informatie
met betrekking tot de perso(o)n(en) [naam 3] (geboren op [geboortedatum 3]
1981) en/of [naam 4] (geboren op [geboortedatum 4] 1965) en/of de aan
die [naam 3] en/of [naam 4] te relateren administratieve gegevens
en/of (opsporings)onderzoeken en/of incidenten en/of kentekens en/of één of
meer andere personen en/of adressen in de omgeving van die [naam 3]
en/of [naam 4] en/of (vervolgens) die (vertrouwelijke) informatie uit een
of meer politiesystemen aan [medeverdachte 1] en/of [naam 5] en/of [medeverdachte 2] en/of (een) andere daartoe niet-gerechtigde perso(o)n(en)/derde(n) te verstrekken en/of te openbaren.
4
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 6 juli 2020
tot en met 15 augustus 2020 te Heiloo en/of Beverwijk en/of Alkmaar en/of
Castricum en/of (elders) in Nederland (telkens) opzettelijk en
wederrechtelijk in een of meer (delen van) geautomatiseerde werken, namelijk
in een of meer (delen van) servers van de politie en/of politiesystemen, te
weten Basis Voorziening Integrale Bevragingen (BVI-B) en/of Basis Voorziening
Handhaving (BVH) en/of Bluespot Monitor (BSM) en/of Summ-IT en/of een of meer
andere (daaraan gekoppelde) politiesystemen is binnengedrongen met behulp van
een of meer valse sleutels en/of signalen en/of door het aannemen van een of
meer valse hoedanigheden, namelijk door onbevoegd gebruik te maken van een
gebruikersnaam en/of wachtwoord en/of door zich met een gebruikersnaam en/of
wachtwoord voor de applicatie Meer Effectief op Straat (MEOS) en/of voor een
of meer andere applicaties toegang te verschaffen tot (delen van de) servers
van de politie, waarop informatie was geplaatst met een ander doel dan
waarvoor hem, verdachte, die gebruikersnaam en/of dat wachtwoord ter
beschikking stond(en) en/of waarvoor hem die toegang was toegestaan namelijk door (telkens) (vertrouwelijke) gegevens/informatie in die
politiesystemen te bevragen en/of te raadplegen met betrekking tot het
volgende:
-op 6 juli 2020 één of meer bevragingen en/of raadplegingen op [nickname 3] en/of
meerdere BVH-mutaties gerelateerd aan [naam 3] en/of
-op 11 juli 2020 één of meer bevragingen en/of raadplegingen op [adres 5] , Apeldoorn en/of Wijhe, [naam 6] [geboortedatum 5] en/of [naam 7] en/of BSN-nummer [nummer 1] en/of GBA: [nummer 2] en/of Kenteken: [kenteken 3] en/of één of meerdere BVH-mutatienummers, te weten: [nummer 3] en/of [nummer 4] 1 en/of [nummer 5] en/of [nummer 6] en/of
-op 23 juli 2020 één of meer bevragingen en/of raadplegingen op [adres 6]
en/of [naam 8] en/of [naam 8] , [naam 9] , [geboortedatum 6]
en/of één of meerde Bluespot meldingen die gerelateerd kunnen worden aan
[naam 8] / [naam 10] en/of kenteken [kenteken 4] en/of kenteken [kenteken 5] en/of [naam 4] ,
[geboortedatum 5] en/of kenteken [kenteken 3] en/of kenteken [kenteken 6] en/of [nummer 2] en/of
[naam 11] en/of
-op 25 juli 2020 één of meer bevragingen en/of raadplegingen op [naam 4] ,
[geboortedatum 5] en/of
-op 30 juli 2020 één of meer bevragingen en/of raadplegingen op [nickname 3]
en/of [naam 12] , [naam 13] , [geboortedatum 3] en/of [adres 7] en/of kenteken
[kenteken 8] en/of [adres 8] en/of [adres 9] en/of [adres 10]
en/of [adres 11] en/of
-op 1 augustus 2020 één of meer bevragingen en/of raadplegingen op kenteken
[adres 11] en/of [adres 10] en/of kenteken [kenteken 9] en/of
-op 4 augustus 2020 één of meer bevragingen en/of raadplegingen op kenteken
[kenteken 10] en/of tenaamgestelde " [naam 14] " en/of
-op 7 augustus 2020 één of meer bevragingen en/of raadplegingen op
[adres 5] , apeldoorn en/of
-op 8 augustus 2020 één of meer bevragingen en/of raadplegingen op kenteken
[kenteken 9] en/of [adres 8] , zeist één of meerdere Bluespot
meldingen, waaronder assistentie deurwaarder ( [nummer 7] ) en/of
[naam 15] , [naam 15] , [geboortedatum 7] (partner [naam 3] ) en/of
kenteken [kenteken 11] en/of kenteken [kenteken 8] en/of
-op 15 augustus 2020 één of meer bevragingen en/of raadplegingen op
[adres 5] , apeldoorn en/of BVH mutatie [nummer 8]
(aangifte [naam 4] ).
5
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 6 juli 2020
tot en met 15 augustus 2020 te Heiloo en/of Beverwijk en/of Alkmaar en/of
Castricum en/of (elders) in Nederland, meermalen, althans eenmaal (telkens)
opzettelijk een geheim, waarvan hij, verdachte, wist dat hij uit hoofde van
zijn ambt, te weten politieambtenaar (Senior GGP-medewerker bij eenheid
Noord-Holland te Alkmaar in de rang van brigadier) en/of wettelijk
voorschrift (namelijk artikel 3 Wet Politiegegevens en/of artikel 7 Wet
Politiegegevens) verplicht was het te bewaren, heeft geschonden door
(telkens) opzettelijk in een of meer politiesystemen, te weten de Basis
Voorziening Informatie-Integraal Bevragen (BVI-B) en/of een of meer andere
(daaraan gekoppelde) politiesystemen,(vertrouwelijke) informatie met
betrekking tot de perso(o)n(en) [naam 3] (geboren op [geboortedatum 3]
1981) en/of [naam 4] (geboren op [geboortedatum 4] 1965) en/of de aan die [naam 3]
en/of [naam 4] te relateren administratieve gegevens en/of
persoonsgegevens en/of (opsporings)onderzoeken en/of incidenten en/of
kentekens en/of één of meer andere personen en/of adressen in de omgeving van
die [naam 3] en/of [naam 4] te bevragen en/of (vervolgens) die
(vertrouwelijke) informatie uit een of meer politiesystemen aan een of
meerdere daartoe niet-gerechtigde personen/derden, te weten aan [medeverdachte 1]
en/of [naam 5] en/of [medeverdachte 2] en/of (een) andere daartoe
niet-gerechtigde perso(o)n(en)/derde(n), te verstrekken en/of te openbaren.
6
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 4 februari
2020 tot en met 15 september 2020 te Heiloo en/of Alkmaar en/of Castricum
en/of (elders) in Nederland (telkens) opzettelijk en wederrechtelijk in een
of meer (delen van) geautomatiseerde werken, namelijk in een of meer (delen
van) servers van de politie en/of politiesystemen, te weten Basis Voorziening
Integrale Bevragingen (BVI-B) en/of Basis Voorziening Handhaving (BVH) en/of
Bluespot Monitor (BSM) en/of Summ-IT en/of een of meer andere (daaraan
gekoppelde) politiesystemen is binnengedrongen met behulp van een of meer
valse sleutels en/of signalen en/of door het aannemen van een of meer valse
hoedanigheden, namelijk door onbevoegd gebruik te maken van een
gebruikersnaam en/of wachtwoord en/of door zich met een gebruikersnaam en/of
wachtwoord voor de applicatie Meer Effectief op Straat (MEOS) en/of voor een
of meer andere applicaties toegang te verschaffen tot (delen van de) servers
van de politie, waarop informatie was geplaatst met een ander doel dan
waarvoor hem, verdachte, die gebruikersnaam en/of dat wachtwoord ter
beschikking stond(en) en/of waarvoor hem die toegang was toegestaan namelijk door (telkens) (vertrouwelijke) gegevens/informatie in die
politiesystemen te bevragen en/of te raadplegen met betrekking tot het
volgende:
-op 4 februari 2020 één of meer bevragingen en/of raadplegingen op het
kenteken [kenteken 12] en/of een witte Golf en/of
-op 4 juni 2020 één of meer bevragingen en/of raadplegingen op het kenteken
[kenteken 13] en/of het kenteken [kenteken 14] en/of
-op 9 juni 2020 één of meer bevragingen en/of raadplegingen op de Keno [nummer 9]
en/of
-op 13 juni 2020 één of meer bevragingen en/of raadplegingen op
de namen [naam 16] , [naam 17] en [naam 17] , [naam 18] ( [geboortedatum 8] ) en/of het adres
[adres 12] en/of postcode/huisnummer [adres 13] en/of Keno
[nummer 10] en/of Keno [nummer 11] en/of Keno [nummer 12] en/of
-op 14 juni 2020 één of meer bevragingen en/of raadplegingen op het kenteken
[kenteken 15] K en/of
-op 6 juli 2020 één of meer bevragingen en/of raadplegingen op kenteken
[kenteken 16] en/of de persoon [naam 19] (m) van [geboortedatum 9] en/of
-op 11 juli 2020 één of meer bevragingen en/of raadplegingen op Keno [nummer 13]
en/of
-op 15 september 2020 één of meer bevragingen en/of raadplegingen op de
persoon [naam 19] en/of de persoon [naam 20] [geboortedatum 10] en/of adres [adres 14]
en/of kenteken [kenteken 17] en/of kenteken [kenteken 18] .
7
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 4 februari
2020 tot en met 15 september 2020 te Heiloo en/of Alkmaar en/of Castricum
en/of te Dronten en/of (elders) in Nederland, meermalen, althans eenmaal
(telkens) opzettelijk een geheim, waarvan hij, verdachte, wist dat hij uit
hoofde van zijn ambt, te weten politieambtenaar (Senior GGP-medewerker bij
eenheid Noord-Holland te Alkmaar in de rang van brigadier) en/of wettelijk
voorschrift (namelijk artikel 3 Wet Politiegegevens en/of artikel 7 Wet
Politiegegevens) verplicht was het te bewaren, heeft geschonden door
(telkens) opzettelijk in een of meer politiesystemen, te weten de Basis
Voorziening Informatie-Integraal Bevragen (BVI-B) en/of een of meer andere
(daaraan gekoppelde) politiesystemen, (vertrouwelijke) informatie met
betrekking tot
-het kenteken [kenteken 12] en/of een witte Golf en/of het kenteken [kenteken 13] en/of
het kenteken [kenteken 14] en/of de Keno [nummer 9] en/of de namen [naam 16] ,
[naam 17] en [naam 17] , [naam 18] ( [geboortedatum 8] ) en/of het adres [adres 12]
en/of postcode/huisnummer [adres 13] en/of Keno [nummer 10] en/of Keno
[nummer 11] en/of Keno [nummer 12] en/of het kenteken [kenteken 15] K en/of het kenteken
[kenteken 16] en/of de persoon [naam 19] (m) van [geboortedatum 9] en/of de Keno [nummer 13] en/of
de persoon [naam 19] en/of de persoon [naam 20] [geboortedatum 10] /of adres [adres 14]
en/of kenteken [kenteken 17] en/of kenteken [kenteken 18]
althans (vertrouwelijke) informatie, te bevragen en/of (vervolgens) die
(vertrouwelijke) informatie uit een of meer politiesystemen aan een daartoe
niet-gerechtigde persoon /derde, te weten aan de persoon [naam 19] en/of
(een) andere daartoe niet-gerechtigde perso(o)n(en)/derde(n), te verstrekken
en/of te openbaren.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
4. De bewijsoverwegingen [1]
4.1
Inleiding
Gelet op het proces-verbaal en de inhoudelijke behandeling van de zaak ter zitting kunnen de volgende (mede tot een goed begrip van dit vonnis strekkende) feiten en omstandigheden, die ter terechtzitting niet ter discussie hebben gestaan, als vaststaand worden aangemerkt.
Verdachte is werkzaam als brigadier van het basisteam Alkmaar [2] , onderdeel van de politie eenheid Noord-Holland.
Op 30 juni 2020 ontving de Rijksrecherche een afscherm proces-verbaal naar aanleiding van onderschepte Encrochat-berichten. In dat proces-verbaal werd beschreven dat verdachte vertrouwelijke politie informatie verstrekte aan onbevoegden. Zo werden op 25 april 2020 om 18:10 uur persoonsgegevens via Enchrochat gedeeld, waarvan uit onderzoek bleek dat verdachte die dag tussen 15:31 en 16:01 uur bevragingen deed over deze persoon. Na ontvangst van het afscherm proces-verbaal is onderzoek ‘Lunel’ gestart. Uit tapgesprekken, observatie en bakengegevens bleek vervolgens dat verdachte ook betrokken is bij een observatieklus.
4.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie vindt alle feiten te bewijzen.
Feit 3 vindt de officier van justitie te bewijzen, vanwege de verklaring van verdachte dat hij betaald kreeg voor ‘de observatieklus’ en de verklaring van de medeverdachte dat het verstrekken van informatie is gedaan in ruil voor geld.
4.3
Het standpunt van de verdediging
Volgens de raadsman moet verdachte van feit 3 worden vrijgesproken. Er is geen bewijs dat verdachte geldbedragen of giften heeft aangenomen voor informatie uit politiesystemen.
Ten aanzien van de andere feiten heeft de verdediging geen bewijsverweer gevoerd.
4.4
Het oordeel van de rechtbank
Feit 1 en feit 2
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van deze feiten op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank – nu verdachte deze feiten heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit – conform artikel 359, derde lid, laatste volzin, van het Wetboek van Strafvordering (Sv) zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen:
  • Proces-verbaal van bevindingen (AMB.02.001), pagina 15 en 16;
  • Het proces-verbaal van bevindingen op pagina 667 tot en met 669;
  • De verklaring van verdachte tijdens de zitting op 26 januari 2021.
Feit 3
Verdachte heeft tijdens zijn verhoor bij de Rijksrecherche op 5 oktober 2020 en tijdens de zitting op 26 januari 2021 verklaard dat hij op enig moment door zijn zwager [medeverdachte 1] is benaderd voor een observatieklus voor medeverdachte [medeverdachte 2] , voormalig lid van [christelijke geloofsgemeenschap] . Subjecten in de observatieklus waren [naam 3] en [naam 4] . Zij zouden zich een groot geldbedrag van [christelijke geloofsgemeenschap] hebben toegeëigend en de familie van [medeverdachte 2] hebben bedreigd. Hiervan was aangifte gedaan bij de politie, maar dat duurde volgens [medeverdachte 2] te lang. [medeverdachte 2] wilde onder meer weten hoe het geld zou worden weggesluisd en of sprake was van een deal van [naam 3] met het Openbaar Ministerie, die [naam 3] als oud-medewerker van de FIOD had kunnen sluiten met een hem bekende officier van justitie. [naam 5] heeft op verzoek van verdachte zijn medewerking aan de klus verleend. Afgesproken werd een tarief van 50 euro per uur voor de observatie. Nadat verdachte en [naam 5] aan [medeverdachte 2] te kennen hebben gegeven niet te willen observeren, hebben zij op verzoek van [medeverdachte 2] geprobeerd om peilbakens onder de auto’s van [naam 3] en [naam 4] aan te brengen. Dat is niet gelukt.
Verdachte heeft 4.300 euro voor de klus ontvangen, waarvan 2.300 euro voor hemzelf was en het overige voor [naam 5] .
Ten laste gelegd is kort gezegd dat verdachte geldbedragen of giften heeft aangenomen, terwijl hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat dit hem werd aangeboden voor informatie uit politiesystemen die is te relateren aan [naam 3] en/of [naam 4] .
Uit het requisitoir van de officier van justitie en de tenlastelegging blijkt dat dit feit ziet op ‘de observatieklus’ van verdachte.
De rechtbank overweegt hierover het volgende.
Medeverdachte [medeverdachte 1] heeft over de observatieklus verklaard: ‘
meneer [medeverdachte 2] had mij benaderd of ik iemand wist van de observatiepolitie’. [3] Vervolgens heeft hij een afspraak geregeld tussen verdachte en [medeverdachte 2] .
Tijdens een doorzoeking van de werkplek van verdachte is in zijn kast [4] een handgeschreven notitie (IBN nummer [nummer 14] ) aangetroffen. Op dit briefje stond onder meer: ‘
is er een deal OM-jvdl [naam 21]’. [5] Hierover heeft verdachte verklaard [6] : ‘
Dit gaat over [naam 3] . Dit was een vraag van de opdrachtgever [naam 22] ’. Op vraag van de verbalisant wat de vraag dan was, heeft verdachte geantwoord: ‘
[naam 22] die zegt dat die [naam 3] 8 miljoen verduisterd heeft en begreep niet waarom hij nog op vrije voeten liep. Hij had gehoord dat [naam 3] een deal had gesloten met het OM. [naam 22] zei dat hij en zijn familie waren bedreigd, hij huilde hier bijna bij. Ik vond dit wel zielig, ik wilde hierbij wel helpen. [naam 22] was bang dat het geld weg gesluisd werd. (..) Ik heb dit briefje van [naam 22] gehad. (..).[naam 21] zou deze officier van justitie zijn.
Tussen 6 juli 2020 en 15 augustus 2020 heeft verdachte meerdere bevragingen in het politiesysteem BVI-IB gedaan die zijn te relateren aan [naam 3] en [naam 4] . [7]
Bewijsoverwegingen
De rechtbank stelt vast dat uit de hiervoor genoemde bewijsmiddelen blijkt dat [medeverdachte 2] nadrukkelijk had gevraagd om iemand ‘
van de observatiepolitie’. Daaruit blijkt dat diegene die de observatieklus zou gaan uitvoeren de hoedanigheid van politiemedewerker moest hebben. Om andere competenties werd door [medeverdachte 2] niet gevraagd. Verdachtes hoedanigheid als politiemedewerker was dus de enige reden dat hij werd gevraagd voor de observatieklus.
Het is een feit van algemene bekendheid dat de kans op een geslaagde observatie groter wordt als zoveel mogelijk informatie over de te observeren subjecten bekend is. Ook met het oog op veiligheid is informatie van groot belang. Daarvoor is het politiesysteem uitermate geschikt. Daarin is informatie opgenomen die alleen door politiemedewerkers zoals verdachte is te raadplegen.
Daar komt bij dat in de kast van verdachte in het politiebureau het briefje is aangetroffen waarop stond vermeld: ‘
is er een deal OM-jvdl [naam 21]’. Verdachte heeft verklaard dat hij dit briefje van [medeverdachte 2] heeft ontvangen. Niet valt in te zien hoe deze vraag beantwoord kan worden met een observatie en/of het plaatsen van een peilbaken. Het kan daarom niet anders dan dat [medeverdachte 2] deze concrete opdracht bij verdachte heeft neergelegd omdat verdachte toegang had tot de politiesystemen.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat de bevragingen in de politiesystemen inherent zijn aan ‘de observatieklus’ en de betaling van 4.300 euro die verdachte heeft ontvangen, en daarvan deels zelfs het primaire doel is geweest. Verdachte had dat op zijn minst redelijkerwijs moeten vermoeden. Daarom is de rechtbank van oordeel dat feit 3 wettig en overtuigend is bewezen.
Er is onvoldoende bewijs dat verdachte het koffiezetapparaat met dat doel heeft aangenomen, nu verdachte heeft verklaard dat het koffiezetapparaat met eigen geld is aangeschaft en uit het dossier niet blijkt dat dit niet zo is. Ook blijkt niet dat verdachte andere geldbedragen, drankjes of etentjes heeft aangenomen die zijn te relateren aan ‘de observatieklus’. .
Feit 4
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van dit feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank – nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit – conform artikel 359, derde lid, laatste volzin, Sv zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen:
  • Proces-verbaal van bevindingen (BEV.07.001), pagina 112 tot en met 120;
  • De verklaring van verdachte tijdens de zitting op 26 januari 2021.
Feit 5
Ten laste gelegd is kort gezegd dat verdachte informatie uit politiesystemen die is te relateren aan [naam 3] en/of [naam 4] heeft gedeeld met anderen.
Uit de het proces-verbaal van verhoor door de Rijksrecherche op 5 oktober 2020 (pagina pagina 690) blijkt dat verdachte op de vraag van de recherche of hij de informatie over [naam 3] en [naam 4] met [medeverdachte 1] (medeverdachte [medeverdachte 1] ) heeft gedeeld heeft geantwoord: ‘
ja’.
Ter terechtzitting heeft verdachte desgevraagd verklaard dat hij de politiesystemen heeft bevraagd op [naam 3] en [naam 4] , om het verhaal van [medeverdachte 2] op juistheid te controleren. Volgens verdachte heeft hij de informatie uit de politiesystemen met niemand gedeeld en heeft hij alleen aan [medeverdachte 1] laten weten dat het verhaal van [medeverdachte 2] klopte. Verdachte had alle benodigde informatie immers al van [medeverdachte 2] gekregen, zoals persoonsgegevens en kentekens.
De rechtbank stelt dan ook vast dat er geen bewijs is dat verdachte informatie uit politiesystemen die is te relateren aan [naam 3] of [naam 4] heeft gedeeld met anderen. Uit de verklaring van medeverdachte [medeverdachte 1] blijkt niet dat hij informatie uit politiesystemen heeft ontvangen en medeverdachte [medeverdachte 2] heeft zich op zijn zwijgrecht beroepen. Ook uit de verklaring van [naam 5] blijkt niet dat hij informatie uit politiesystemen van verdachte heeft ontvangen. [naam 5] heeft verklaard: ‘
ik heb een naam en kenteken en adres gekregen van [verdachte] (..) volgens mij had [medeverdachte 2] het op een papiertje staan en hij heeft het aan [verdachte] gegeven’(pagina 991).
Daarom zal de rechtbank verdachte van dit feit vrijspreken.
Feit 6 en feit 7
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van deze feiten op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank – nu verdachte deze feiten heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit – conform artikel 359, derde lid, laatste volzin, Sv, zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen:
  • Proces-verbaal van bevindingen (BEV.53.001), pagina 1110 tot en met 1113;
  • De verklaring van verdachte tijdens de zitting op 26 januari 2021.
4.5
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
1
hij op meer tijdstippen de periode van 5 april 2020 tot en met 25 april 2020 in Nederland telkens opzettelijk en wederrechtelijk in een geautomatiseerd werk, namelijk in een politiesysteem, te weten Basis Voorziening Integrale Bevragingen (BVI-B) is binnengedrongen met behulp van een valse sleutel, door zich met een gebruikersnaam en
wachtwoord voor de applicatie Meer Effectief op Straat (MEOS) toegang te verschaffen tot (delen van de) servers van de politie, waarop informatie was geplaatst met een ander doel dan waarvoor hem, verdachte, die gebruikersnaam en dat wachtwoord ter beschikking stonden en waarvoor hem die toegang was toegestaan namelijk door:
- op 5 april 2020 vertrouwelijke informatie met betrekking tot het kenteken [kenteken 1] en de kenosleutel [naam 1] en postcode / huisnummer [adres 2] en het adres [adres 3] Rotterdam in dat politiesysteem te bevragen en
-op 25 april 2020 vertrouwelijke informatie met betrekking tot de persoon [naam 2] , geboren op [geboortedatum 2] 1986 en het kenteken [kenteken 2] en postcode/huisnummer [adres 4] , in dat politiesysteem te bevragen.
2
hij op meer tijdstippen in de periode van 5 april 2020 tot en met 25 april 2020 in Nederland, meermalen, opzettelijk een geheim, waarvan hij, verdachte, wist dat hij uit hoofde van
zijn ambt, te weten ambtenaar van politie (bij eenheid Noord-Holland te Alkmaar in de rang van brigadier) en wettelijk voorschrift (namelijk artikel 3 Wet Politiegegevens en artikel 7 Wet Politiegegevens) verplicht was het te bewaren, heeft geschonden door
telkens opzettelijk in een politiesysteem, te weten de Basis Voorziening Informatie-Integraal Bevragen (BVI-B), vertrouwelijke informatie met betrekking tot het kenteken [kenteken 1] en de kenosleutel [naam 1] en postcode / huisnummer [adres 2] en het adres [adres 3] Rotterdam, en vertrouwelijke informatie met betrekking
tot de persoon [naam 2] , geboren op [geboortedatum 2] 1986 en het kenteken
[kenteken 2] en postcode/huisnummer [adres 4] te bevragen en vervolgens die vertrouwelijke informatie aan een daartoe niet-gerechtigde persoon , te weten aan de persoon [medeverdachte 1] te verstrekken.
3.
hij in de periode van 1 juli 2020 tot en met 1 september 2020 t in Nederland als
politieambtenaar (bij eenheid Noord-Holland te Alkmaar in de rang van brigadier), een
geldbedrag (te weten een bedrag van 4300 euro) heeft aangenomen waarvan hij redelijkerwijs moest vermoeden dat deze hem gedaan werd
- teneinde hem te bewegen om in zijn bediening iets te doen, te weten
- het bevragen van een of meer politiesystemen op vertrouwelijke informatie met betrekking tot de person [naam 3] en [naam 4] en de aan die [naam 3] en [naam 4] te relateren administratieve gegevens en/of (opsporings)onderzoeken en/of incidenten en/of kentekens en/of één of meer andere personen en/of adressen in de omgeving van die [naam 3] en/of [naam 4] en/of (vervolgens) die (vertrouwelijke) informatie uit een
of meer politiesystemen aan [medeverdachte 1] en/of [naam 5] en/of [medeverdachte 2] en/of (een) andere daartoe niet-gerechtigde perso(o)n(en)/derde(n) te verstrekken en/of te openbaren.
4
hij op meer tijdstippen in de periode van 6 juli 2020 tot en met 15 augustus 2020 in Nederland telkens opzettelijk en wederrechtelijk in een geautomatiseerd werk, namelijk
in een politiesysteem, te weten Basis Voorziening Integrale Bevragingen (BVI-B) is binnengedrongen met behulp van een valse sleutel, door zich met een gebruikersnaam en
wachtwoord voor de applicatie Meer Effectief op Straat (MEOS) en/of voor een of meer andere applicaties toegang te verschaffen tot (delen van de) servers van de politie, waarop informatie was geplaatst met een ander doel dan waarvoor hem, verdachte, die gebruikersnaam en dat wachtwoord ter beschikking stonden en waarvoor hem die toegang was toegestaan namelijk door vertrouwelijke gegevens/informatie in die politiesystemen te bevragen en/of te raadplegen met betrekking tot het volgende:
- op 6 juli 2020 bevragingen en/of raadplegingen op [nickname 3] en
meerdere BVH-mutaties gerelateerd aan [naam 3] en
- op 11 juli 2020 bevragingen en/of raadplegingen op [adres 5] , Apeldoorn en/of Wijhe, [naam 6] [geboortedatum 5] en [naam 7] en/of BSN-nummer [nummer 1] en GBA: [nummer 2] en Kenteken: [kenteken 3] en BVH-mutatienummers [nummer 3] en [nummer 4] 1 en [nummer 5] en [nummer 6] en
- op 23 juli 2020 bevragingen en/of raadplegingen op [adres 6] en [naam 8] en [naam 8] , [naam 9] , [geboortedatum 6] en meerde Bluespot meldingen die gerelateerd kunnen worden aan [naam 8] / [naam 10] en kenteken [kenteken 4] en kenteken [kenteken 5] en [naam 4] , [geboortedatum 5] en kenteken [kenteken 3] en kenteken [kenteken 6] en [nummer 2] en [naam 11] en
- op 25 juli 2020 een bevraging en/of raadpleging op [naam 4] , [geboortedatum 5] en
- op 30 juli 2020 bevragingen en/of raadplegingen op [nickname 3] en [naam 12] , [naam 13] , [geboortedatum 3] en [adres 7] en kenteken [kenteken 8] en [adres 8] en [adres 9] en [adres 10] en [adres 11] en
- op 1 augustus 2020 bevragingen en/of raadplegingen op kenteken [adres 11] en [adres 10] en kenteken [kenteken 9] en
- op 4 augustus 2020 één of meer bevragingen en/of raadplegingen op kenteken
[kenteken 10] en/of tenaamgestelde " [naam 14] " en/of
- op 7 augustus 2020 een bevraging en/of raadpleging op [adres 5] , Apeldoorn en
- op 8 augustus 2020 bevragingen en/of raadplegingen op kenteken [kenteken 9] en [adres 8] , Zeist één of meerdere Bluespot meldingen, waaronder assistentie deurwaarder ( [nummer 7] ) en [naam 15] , [naam 15] , [geboortedatum 7] (partner [naam 3] ) en kenteken [kenteken 11] en kenteken [kenteken 8] en
- op 15 augustus 2020 bevragingen en/of raadplegingen op [adres 5] , Apeldoorn en BVH mutatie [nummer 8] (aangifte [naam 4] ).
6
hij op meer tijdstippen in de periode van 4 februari 2020 tot en met 11 juli 2020 in Nederland telkens opzettelijk en wederrechtelijk in een geautomatiseerd werk, namelijk in een politiesysteem, te weten Basis Voorziening Integrale Bevragingen (BVI-B) is binnengedrongen met behulp van een valse sleutel, door zich met een gebruikersnaam en
wachtwoord voor de applicatie Meer Effectief op Straat (MEOS) en/of voor een
of meer andere applicaties toegang te verschaffen tot (delen van de) servers
van de politie, waarop informatie was geplaatst met een ander doel dan
waarvoor hem, verdachte, die gebruikersnaam en dat wachtwoord ter
beschikking stonden en waarvoor hem die toegang was toegestaan, namelijk door vertrouwelijke gegevens/informatie in die politiesystemen te bevragen en/of te raadplegen met betrekking tot het volgende:
-op 4 februari 2020 een bevraging en/of raadpleging op het kenteken [kenteken 12] en
-op 4 juni 2020 bevragingen en/of raadplegingen op het kenteken [kenteken 13] en het kenteken [kenteken 14] en
- op 9 juni 2020 een bevraging en/of raadplegingen op de Keno [nummer 9] en
- op 13 juni 2020 bevragingen en/of raadplegingen op de namen [naam 16] , [naam 17] en [naam 17] , [naam 18] ( [geboortedatum 8] ) en het adres [adres 12] en postcode/huisnummer [adres 13] en Keno [nummer 10] en Keno [nummer 11] en Keno [nummer 12] en
- op 14 juni 2020 een bevraging en/of raadpleging op het kenteken [kenteken 15] K en
- op 6 juli 2020 bevragingen en/of raadplegingen op kenteken [kenteken 16] en de persoon [naam 19] (m) van [geboortedatum 9] en
- op 11 juli 2020 een bevraging en/of raadpleging op Keno [nummer 13] .
7
hij meer tijdstippen in de periode van 4 februari 2020 tot en met 11 juli 2020 in Nederland, meermalen, telkens opzettelijk een geheim, waarvan hij, verdachte, wist dat hij uit hoofde van zijn ambt, te weten politieambtenaar (bij eenheid Noord-Holland te Alkmaar in de rang van brigadier) en wettelijk voorschrift (namelijk artikel 3 Wet Politiegegevens en artikel 7 Wet Politiegegevens) verplicht was het te bewaren, heeft geschonden door telkens opzettelijk in een of meer politiesystemen, te weten de Basis Voorziening Informatie-Integraal Bevragen (BVI-B) vertrouwelijke informatie met betrekking tot
- het kenteken [kenteken 12] en het kenteken [kenteken 13] en het kenteken [kenteken 14] en de Keno [nummer 9] en de namen [naam 16] , [naam 17] en [naam 17] , [naam 18] ( [geboortedatum 8] ) en het adres [adres 12] en postcode/huisnummer [adres 13] en Keno [nummer 10] en Keno [nummer 11] en Keno [nummer 12] en het kenteken [kenteken 15] K en het kenteken [kenteken 16] en de persoon [naam 19] (m) van [geboortedatum 9] en de Keno [nummer 13] , te bevragen en(vervolgens die
vertrouwelijke informatie uit een of meer politiesystemen aan een daartoe niet-gerechtigde persoon /derde, te weten aan de persoon [naam 19] te verstrekken.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 138ab en 272 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezen verklaarde levert op:
feit 1, feit 4 en feit 6
telkens het misdrijf:
computervredebreuk, meermalen gepleegd;
feit 2 en feit 7
telkens het misdrijf:
opzettelijke schending van een ambtsgeheim, meermalen gepleegd;
feit 3
het misdrijf:
als ambtenaar een gift, belofte of dienst aannemen, redelijkerwijs vermoedende dat deze hem gedaan, verleend of aangeboden wordt teneinde hem te bewegen om, in strijd met zijn plicht, in zijn bediening iets te doen of na te laten.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezen verklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf van achttien maanden geëist.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat de geëiste straf veel te hoog is. Bij zijn eis gaat de officier van justitie uit van stelselmatigheid. Daarvan is geen sprake, en dit is verdachte ook niet ten laste gelegd. Daarnaast staat de eis in het geheel niet in verhouding met straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd. Wat betreft de raadsman kan worden volstaan met een maximale taakstraf, al dan niet gecombineerd met een voorwaardelijke gevangenisstraf. Volgens de raadsman is van belang om bij de op te leggen straf mee te wegen dat verdachte oprechte spijt heeft van zijn handelen, niet wist van het dubbelleven van zijn zwager, geen politie informatie heeft verstrekt waardoor zijn collega’s in gevaar zijn gebracht en zijn baan bij de politie zal verliezen.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte, zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij het volgende van belang.
Verdachte, brigadier bij de politie, heeft meerdere keren op verzoek van zijn zwager en een oud-collega van de politie, met wie hij nog vriendschappelijk contact onderhield, vertrouwelijke informatie uit de politiesystemen geraadpleegd en deze aan hen verstrekt. Daarnaast heeft verdachte geld van medeverdachte [medeverdachte 2] – een vermogende kennis van zijn zwager – aangenomen voor een observatieklus, waarbij verdachte had moeten weten dat hij dit geld óók ontving om hem bevragingen in het politiesysteem te laten doen, onder meer naar aanleiding van een vermeende deal van één van de subjecten van de observatie met het Openbaar Ministerie. Met zijn handelen heeft verdachte het publiek vertrouwen in de politie en daarmee de integriteit van de overheid geschaad. Vertrouwen in de politie en een onkreukbaar imago van de politie en al haar medewerkers is een vereiste voor het goed functioneren van de politie in onze rechtstaat. Daarom kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
De officier van justitie heeft er voor gekozen geen andere feiten ten laste te leggen en de tenlastelegging dient de grondslag voor het onderzoek ter terechtzitting. Weliswaar geldt dat bij de strafoplegging alle omstandigheden een rol kunnen spelen, maar de stelling van de officier van justitie dat er al jaren door verdachte op ongeoorloofde wijze in de systemen wordt gekeken behoeft wel bewijs.
Bij het bepalen van de hoogte van de op te leggen straf heeft de rechtbank de straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd als uitgangspunt genomen.
Daarbij heeft de rechtbank in het voordeel van verdachte meegewogen dat hij opening van zaken heeft gegeven, met de verstrekte vertrouwelijke informatie geen politiemedewerkers in gevaar heeft gebracht en de feiten niet uit financieel gewin lijkt te hebben gepleegd. Het dossier bevat daarvoor geen aanwijzingen. Ook is niet gebleken dat verdachte informatie uit politiesystemen die te relateren is aan ‘de observatieklus’ aan medeverdachte [medeverdachte 2] of anderen heeft verstrekt.
Dat verdachte kort voor zijn pensioen na een dienstverband van 42 jaren wellicht zal worden ontslagen bij de politie is inherent aan zijn gedragingen, maar heeft zowel qua aanzien als financieel grote gevolgen voor verdachte.
Alles afwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf van zes maanden (dus 180 dagen, gelet op artikel 88 Sr) passend en geboden, waarvan 17 dagen – gelijk aan de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht – onvoorwaardelijk. Het overige deel zal de rechtbank voorwaardelijk opleggen, om verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen. Gelet op het voorgaande betekent dat een voorwaardelijke gevangenisstraf van 163 dagen. Verdachte hoeft dus niet terug in detentie, tenzij hij zich binnen een proeftijd van drie jaren opnieuw schuldig maakt aan een strafbaar feit.
Daarnaast zal de rechtbank verdachte veroordelen tot een taakstraf van 240 uren.
7.4
De in beslag genomen voorwerpen
De rechtbank is van oordeel dat de op beslaglijst (die op 25 januari 2020 per e-mail door het Openbaar Ministerie is verstrekt) vermelde goederen moet worden verbeurd verklaard, voor zover het gaat om de telefoons en de computer/laptop, omdat dit voorwerpen zijn waarmee de strafbare feiten zijn begaan.
Ook de op de beslaglijst vermelde geldbedragen zal de rechtbank tot een hoogte van € 2.300,-- verbeurd verklaren, omdat uit het dossier (en de bewijsmotivering ten aanzien van feit 3) blijkt dit het bedrag is dat verdachte door middel van het als feit 3 bewezen verklaarde feit heeft verkregen. Ten aanzien van de overige geldbedragen (in totaal € 1.270,--) is de rechtbank van oordeel dat dit niet is te relateren aan een bewezen verklaard feit. Daarom is het resterende geldbedrag niet vatbaar voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer. Omdat het belang van strafvordering zich niet tegen teruggave verzet zal de rechtbank teruggave aan de verdachte gelasten van deze geldbedragen.
Voor zover het gaat om de administratie is de rechtbank van oordeel dat dit vatbaar is voor
onttrekking aan het verkeer, omdat met behulp van deze administratie het bewezen verklaarde is begaan. Daarnaast is deze administratie van zodanige aard, dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet en het algemeen belang.

8.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 33, 33a, 36b, 36c en 57 Sr.

9.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak
- verklaart niet bewezen dat verdachte het als feit 5 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het als feit 1, feit 2, feit 3, feit 4, feit 6 en feit 7 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1, feit 4 en feit 6
telkens het misdrijf:
computervredebreuk, meermalen gepleegd;
feit 2 en feit 7
telkens het misdrijf:
opzettelijke schending van een ambtsgeheim, meermalen gepleegd;
feit 3
het misdrijf:
als ambtenaar een gift, belofte of dienst aannemen, redelijkerwijs vermoedende dat deze hem gedaan, verleend of aangeboden wordt teneinde hem te bewegen om, in strijd met zijn plicht, in zijn bediening iets te doen of na te laten.
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) maanden;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
163 (honderd drieënzestig) dagen niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
- veroordeelt verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren;
- beveelt, voor het geval dat verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
120 dagen;
de in beslag genomen voorwerpen, zoals vermeld op de beslaglijst die op 25 januari 2020 per e-mail door het Openbaar Ministerie is verstrekt
- verklaart verbeurd de Samsung telefoon (A.01.01.002), de Nokia telefoon (A.01.03.002), de computer/laptop Packard Bell zwart (A.05.03.001) en de geldbedragen (A.05.02.001 en C.01.001.001) tot een hoogte van € 2.300,--;
- verklaart onttrokken aan het verkeer de administratie (C.01.004).
- gelast de teruggave van de resterende geldbedragen (A.05.02.001 en C.01.001.001) (in totaal € 1.270,--) aan de verdachte.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.T.C. Jordaans, voorzitter, mr. S.H. Peper en mr. R. ter Haar, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J.P. Ponsteen, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 19 maart 2021.
Mr. J.P. Ponsteen is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de Rijksrecherche met nummer 20200063 (onderzoek Lunel). Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
2.Pagina 697 tot en met 699.
3.Pagina 714.
4.Pagina 963.
5.Pagina 701; dit betreft een ander geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, onder 5, Sv.
6.Pagina 963 en 964.
7.Pagina 101 tot en met 123.