4.4Het oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde:
Aan de rechtbank ligt de vraag voor of wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de mensenhandel van aangeefster [slachtoffer 1] in de zin van artikel 273f, eerste lid, subonderdelen 1, 4 en 6 onder de strafverzwarende omstandigheden van het derde lid, subonderdelen 1, 2 en 3 van het Wetboek van Strafrecht (Sr).
Hiervoor dient de rechtbank met name te kijken naar drie elementen, te weten 1) de gedragingen van verdachte en zijn medeverdachten, 2) de dwangmiddelen en 3) het oogmerk van uitbuiting.
Om tot een bewezenverklaring te komen moet sprake zijn van gedragingen onder uitoefening van dwang met het oogmerk van uitbuiting van de ander.
Bij de beoordeling van het ten laste gelegde gaat de rechtbank uit van de volgende uit het dossier blijkende feiten en omstandigheden:
De verklaring van [slachtoffer 1] houdt samengevat het volgende in.
Eind mei 2019 werd zij door [medeverdachte 1] gebeld.Zij had hem leren kennen via datingsite Badoo. Zij had [medeverdachte 1] verteld dat zij gevoelens voor hem had. [medeverdachte 1] zei dat er een werkplek over was omdat er een dame was uitgevallen. Hij zei dat hij wist dat ze slechte ervaringen had gehad, maar ze mocht het proberen en als het niet zou bevallen zou ze ermee kunnen stoppen. Hij beloofde dat zij 70% van het door haar verdiende geld mocht houden en dat 30 % van het geld voor hem was. Zij heeft eerst een paar keer nee gezegd, maar de verhalen klonken zo mooi dat zij toch heeft ingestemd.
Bij het station in Arnhem is zij rond 30 mei 2019 door verdachte, [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] en nog een vierde persoon met de auto opgehaald en naar een hotel in Garderen gebracht. De kamer was geboekt op naam van [medeverdachte 2] . Zij heeft daar vrijwillig seks met [medeverdachte 1] gehad omdat zij verliefd op hem was. Hierna is zij met het prostitutiewerk begonnen.
Er werden seksadvertenties voor haar gemaakt. Verdachte maakte de tekst en de foto’s voor deze advertenties. Verdachte, [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] waren aanwezig toen er op tweede Pinksterdag (10 juni 2019) foto’s van haar werden gemaakt.Verdachte gaf daarbij aan welke positie zij op de foto in moest nemen. In afwezigheid van verdachte heeft [medeverdachte 1] ook een keer foto’s van haar gemaakt.
De seksadvertenties werden onder de werknaam “Geile [alias slachtoffer 1] ” op www. speurders.nl, www.sexjobs.nl en www.seksmarkt.nl geplaatst.
[medeverdachte 1] regelde de plekken waar zij als prostituee werkte.Als zij op escort moest dan kreeg ze van [medeverdachte 1] te horen wie er met haar mee ging.
Zij werd meestal door verdachte met de auto naar deze plaatsen waar de prostitutiewerkzaamheden plaatsvonden gereden. Een enkele keer reed [medeverdachte 1] en soms ging zij met de trein naar deze plekken toe.Naar hotel [hotel 4] in Utrecht (1 augustus 2019)is zij door verdachte, [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] met de auto gebracht.[medeverdachte 2] was haar beveiliger. Hij moest haar in de gaten houden en ingrijpen als er wat gebeurde.Hij stond naast de deur van de kamer waar zij klanten ontving.
In het begin deed ze het prostitutiewerk vrijwillig.Al vrij snel had zij echter door dat het foute boel was, maar zij zag geen uitweg en wist niet wat zij kon doen.Zij moest al haar met de prostitutie verdiende geld afstaan.Het contante geld dat zij van klanten ontving werd door [medeverdachte 1] of verdachte om de dag of om de twee dagen opgehaald. Van de belofte dat zij 70% mocht houden is niets terecht gekomen.Een keer vond [medeverdachte 2] het niet goed dat zij het geld ergens had neergelegd en toen vond hij dat zij het geld aan hem moest geven. Zij had echter de afspraak dat zij het geld aan niemand anders dan aan [medeverdachte 1] of verdachte zou geven.
In juli 2019 is zij weer begonnen met het gebruik van cocaïne zodat zij het prostitutiewerk kon volhouden en niet in slaap zou vallen.
Tussen 7 en 9 juli 2019 heeft zij in opdracht van [medeverdachte 1] , samen met hem, cocaïne naar Londen gesmokkeld. [medeverdachte 1] is toen in de bus razend op haar geworden, en hij heeft haar toen tegen het been gestompt.
Hierna heeft zij tegen verdachte en [medeverdachte 2] gezegd dat zij wilde stoppen met het werk.Het gedrag van [medeverdachte 1] sloeg daarna om. Hij werd heel erg boos op haar en bedreigde haar. Hij dreigde haar zusje iets aan te doen, hij dreigde haar kaal te scheren en haar tanden uit haar mond te slaan. Hij vertelde haar dat zij een schuld van € 10.000,-- aan hotelkosten bij hem had en dat zij pas mocht stoppen met het werken als haar schuld was afgelost. Zij mocht niet van haar hotelkamer of appartement af en mocht niet slapen omdat er geld verdiend moest worden.
[medeverdachte 1] droeg haar op om 24 uren per dag, 7 dagen per week te werken.Zij moest € 800,- per dag verdienen.Als zij dit niet haalde dan werd hij boos, ging hij schelden en bedreigde hij haar.Zij mocht haar eigen klanten niet regelenen moest seksuele handelingen verrichten die zij niet wilde doen.Ze werd vaak door [medeverdachte 1] bedreigd en mishandeld als zij zich niet aan de afspraken hield.
[medeverdachte 1] was het hoofd van de organisatie. Alles ging via hem. Hij stuurde iedereen aan.
Verdachte ging overal met haar naar toe. Hij was de rechterhand van [medeverdachte 1] . [medeverdachte 2] was er om haar te beveiligen. Als zij iets fout deed in zijn ogen dan meldde hij dat gelijk aan [medeverdachte 1] . Als [medeverdachte 1] afwezig was dan had verdachte de touwtjes in handen. Verdachte kreeg ook een gedeelte van het geld.[medeverdachte 2] kreeg in ruil voor zijn diensten drugs. Hij werd door [medeverdachte 1] en verdachte aangestuurd.
Verdachte heeft ter zitting van 15 februari 2021, kort gezegd, verklaard dat hij wist dat [slachtoffer 1] prostitutiewerkzaamheden verrichtte en dat hij ook wel eens, vriendschappelijk, met haar mee is gegaan naar hotels om haar te helpen en toezicht te houden dat klanten niet vervelend deden. Hij deed dit allemaal in het belang van [slachtoffer 1] . Ook heeft hij haar geholpen met het maken van seksadvertenties. Hij keek met haar naar de spelling en maakte op haar verzoek ook foto’s van haar voor deze seksadvertenties.
Medeverdachte [medeverdachte 1] heeft hij pas gedurende zijn huidige detentie ontmoet. Ten tijde van de ten laste gelegde periode kende hij [medeverdachte 1] nog niet.
De verklaringen van [slachtoffer 1] kunnen naar het oordeel van de rechtbank echter als betrouwbaar worden aangemerkt. Zij heeft bij de politie en de rechter-commissaris zeer uitvoerig en gedetailleerd verklaard over de wijze waarop zij is gedwongen tot prostitutie.
Haar verklaringen worden bovendien door vele bewijsmiddelen ondersteund.
Onder [slachtoffer 1] zijn vier telefoons in beslag genomen, te weten:
Een Wiko Sunny 3 mini (SVO A01.001) met telefoonnummer [telefoonnummer 1] ;
Een iPhone 7 (SVO A01.002) met telefoonnummer [telefoonnummer 2] ;
Een iPhone 5c (SVO A01.003) met telefoonnummer [telefoonnummer 3] ;
Een Samsung s4 mini (SVO A01.004) met telefoonnummer [telefoonnummer 4] ;
De politie heeft onderzoek gedaan naar de inhoud van deze telefoons en gebleken is dat [medeverdachte 1] de gebruiker is van telefoonnummers [telefoonnummer 5], [telefoonnummer 6], [telefoonnummer 7] ,dat verdachte de gebruiker is van de telefoonnummers [telefoonnummer 8] ,[telefoonnummer 9], dat [medeverdachte 2] de gebruiker is van telefoonnummer [telefoonnummer 10], en dat [medeverdachte 3] de gebruiker is van telefoonnummer [telefoonnummer 11] .
De verklaringen van [slachtoffer 1] worden door de op de telefoon van [slachtoffer 1] aangetroffen gegevens ondersteund, en ook door de inhoud van de vele telefoon- en WhatsApp-gesprekken tussen haar en verdachten, en verdachten onderling. Ook worden de verklaringen van [slachtoffer 1] ondersteund door de locatiegegevens van de telefoons van verdachten.
De verklaring van verdachte dat hij [medeverdachte 1] niet kende en dat hij [slachtoffer 1] slechts uit vriendschap wilde helpen is in het licht van deze bewijsmiddelen volstrekt ongeloofwaardig.
Gedragingen met oogmerk van uitbuiting:
De rechtbank concludeert uit de bewijsmiddelen dat sprake is geweest van werven, vervoeren en huisvesten van [slachtoffer 1] .
Werven:
Het werven bestaat uit het voorstel van [medeverdachte 1] aan [slachtoffer 1] om in de prostitutie te werken en de belofte daarbij dat zij 70% van het door haar verdiende geld mocht houden. [slachtoffer 1] heeft daarmee ingestemd omdat zij gevoelens voor [medeverdachte 1] had. [slachtoffer 1] heeft verklaard dat zij dacht dat zij een relatie hadden aangezien [medeverdachte 1] deed voorkomen alsof zij verkering hadden, althans hij speelde het spel dat zij verkering hadden.
De verklaring van [slachtoffer 1] dat zij verliefd was wordt ondersteund door de verklaring van medeverdachte [medeverdachte 3] die heeft verklaard dat [slachtoffer 1] gek op [medeverdachte 1] was en dat zij begon te lachen en stralen toen hij dit aan haar vroeg.
De verklaring van [slachtoffer 1] met betrekking tot het werven wordt verder ondersteund door de verklaring van haar zus [naam 2] die heeft verklaard dat zij van [slachtoffer 1] heeft gehoord dat [medeverdachte 1] haar had gevraagd om prostitutiewerk te doen, dat [slachtoffer 1] dit eerst niet wilde maar dat [medeverdachte 1] toen op haar heeft ingepraat en [slachtoffer 1] dan makkelijk is over te halen als je een beetje blijft aandringen.
Vervoeren:
Zoals hiervoor is weergegeven heeft [slachtoffer 1] verklaard dat zij eind mei 2019 bij het station in Arnhem door verdachte, [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] is opgehaald en naar een hotel in Garderen is gebracht waar zij met prostitutiewerk is begonnen. Ook heeft zij verklaard dat zij op 1 augustus 2019 door hen drieën naar hotel [hotel 4] in Utrecht is gebracht.
Verder heeft [slachtoffer 1] verklaard dat zij meestal door verdachte met de auto naar de plaatsen waar de prostitutiewerkzaamheden werden verricht is gereden. Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij meerdere keren met haar mee is gegaan naar hotelsen bij de rechter-commissaris verklaard dat hij steeds vaker met haar mee ging.
[slachtoffer 1] heeft verklaard dat [medeverdachte 1] een enkele keer reed, en dat hij en medeverdachte [medeverdachte 3] haar in de nacht van 31 juli 2019 op 1 augustus 2019 naar de klant [klant] hebben gebracht.
Dit wordt ondersteund door de verklaring van medeverdachte [medeverdachte 3] die heeft verklaard dat hij en [medeverdachte 1] [slachtoffer 1] twee keer met de auto naar een klant hebben gebracht, waarvan één keer op 1 augustus 2019 naar een klant in Dreumel.Deze klant, getuige [klant] , heeft verklaard dat [medeverdachte 1] ’s ochtends bij hem aan de deur kwam om [slachtoffer 1] op te halen.Getuige [getuige 1] , een buurman van [klant] , heeft die ochtend in Dreumel foto’s van [medeverdachte 1] gemaakt.Dat [medeverdachte 1] die ochtend daadwerkelijk in Dreumel is geweest volgt uit de WhatsApp gesprekken tussen [medeverdachte 1] en [slachtoffer 1]en de analyse van de historische verkeergegevens van het telefoonnummer van [medeverdachte 1] [telefoonnummer 6] .
Dat [medeverdachte 1] [slachtoffer 1] vaker vervoerde voor prostitutiewerk naar klanten blijkt ook uit WhatsApp gesprekken tussen [medeverdachte 1] en [slachtoffer 1] .
Huisvesten:
[slachtoffer 1] heeft verklaard dat [medeverdachte 1] de plekken regelde waar zij als prostituee werkte.
Zij moest werken op de plekken die [medeverdachte 1] had uitgezocht.Dit waren hotels, een woonhuis in Haarlem, een crackhuis in Tiel en een B&B in Zwolle.
Haar verklaring dat zij door [medeverdachte 1] werd gehuisvest wordt ondersteund door een grote hoeveelheid Whatsapp-berichten tussen [medeverdachte 1] en [slachtoffer 1] . [medeverdachte 1] stuurt bijvoorbeeld op 30 juni 2019 aan [slachtoffer 1] het volgende bericht: “
Denk ga morgen andere hotel kijke” waarop [slachtoffer 1] antwoordt: “
Oke, jij beslist”.
Uit de bewijsmiddelen blijkt ook dat [medeverdachte 1] en verdachte bij een aantal van deze locaties zijn gezien. Zo is verdachte op 2 juli 2019 door de politie in het hotel [hotel 1] te Apeldoorn gecontroleerd alwaar een kamer op naam van [slachtoffer 1] was geboekt.Verder is op camerabeelden van dit hotel in de periode van 30 juni 2019 tot en met 2 juli 2019 waargenomen dat verdachte en [slachtoffer 1] enkele keren voor de receptie langsliepen,en is verdachte op 5 juli 2019 door de politie in de buurt van [hotel 2] te Harderwijk in een personenauto gezien met als bijrijder een vrouw die voldeed aan het signalement van [slachtoffer 1] .
Verdachte heeft ter zitting bevestigd dat hij met [slachtoffer 1] bij deze beide hotels is geweest.
Daarnaast is [medeverdachte 1] op 8 augustus 2018 op camerabeelden in de nabijheid van [hotel 5] te Zwolle waargenomen alwaar [slachtoffer 1] op dat moment verbleef.
Dwangmiddelen
Verder dient te worden vastgesteld of verdachte en/of zijn medeverdachten gebruik hebben gemaakt van dwangmiddelen in de zin van artikel 273f, eerste lid, aanhef en onder 1, Sr. Een dwangmiddel dient er toe te leiden dat iemand in een uitbuitingssituatie belandt dan wel dat iemand wordt belet zich aan een uitbuitingssituatie te onttrekken. De uitbuiting kan ook bestaan uit een combinatie van dwangmiddelen.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat gebruik is gemaakt van meerdere dwangmiddelen, namelijk van dwang, geweld, dreiging met geweld, misleiding, misbruik van een kwetsbare positie en misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht.
Dwang:
[slachtoffer 1] heeft verklaard dat zij door [medeverdachte 1] onder controle werd gehouden. Zo werd haar telefoon door [medeverdachte 1] en ook door verdachte gecontroleerd. [medeverdachte 1] keek overal heel gedetailleerd in en als er iets in stond dat hem niet aanstond dan ging hij tegen [slachtoffer 1] tekeer. Zij moest doen wat hij zei en mocht haar eigen klanten niet regelen.Als [slachtoffer 1] per ongeluk tegen haar moeder zei waar zij was dan werd hij daar boos over.Zij moest haar werktelefoon 24/7 bij zich hebben.Ook moest zij haar locatie 24/7 doorgeven aan [medeverdachte 1] .Bij een bezoek aan de huisarts werd zij begeleid door verdachte zodat hij zeker wist dat zij daar naar toe ging. Zij durfde daardoor niets van haar blauwe plekken te zeggen. Verdachten hadden op dat moment alle controle over haar. Haar huissleutel, geld en bankpas lagen bij hen in de auto.Verdachte heeft ter zitting bevestigd dat hij met [slachtoffer 1] naar de huisarts is geweest toen zij blauwe plekken had.
[slachtoffer 1] heeft verklaard dat zij eind juli, begin augustus 2019 vier dagen voor straf in een crackhuis in Tiel moest verblijven omdat ze volgens [medeverdachte 1] haar taken niet goed had uitgevoerd en niet met luxe om kon gaan. Verdachte en [medeverdachte 2] wisten daar van.
[slachtoffer 1] kreeg toen vier dagen geen eten en drinken van [medeverdachte 1] . Ook moest ze seksuele handelingen verrichten die zij niet wilde doen.
Op het moment dat [medeverdachte 1] beschikte over het identiteitsbewijs van haar zusje had hij haar compleet in haar macht. Als [slachtoffer 1] dan iets fout deed dan dreigde hij gelijk haar zusje iets aan te doen.
[slachtoffer 1] heeft verklaard dat als zij in de ogen van [medeverdachte 2] maar iets fout deed, hij dit gelijk aan [medeverdachte 1] meldde. Ook ging [medeverdachte 2] tekeer als zij zich niet aan de afspraken hield.
De verklaring van [slachtoffer 1] dat zij werd gedwongen wordt ondersteund door de verklaring van getuige [getuige 2] , de pleegmoeder van [slachtoffer 1] , die heeft verklaard dat zij [slachtoffer 1] via een videogesprek heeft gesproken, dat [slachtoffer 1] toen in een kleine vieze kamer in Tiel verbleef, en dat [slachtoffer 1] toen helemaal overstuur en huilend zei dat [medeverdachte 1] boos op haar was en dat zij door hem was geslagen. Getuige [getuige 2] zag tijdens het videogesprek dat de linkerkaak van [slachtoffer 1] blauw, rood en dik was en zij hoorde dat [slachtoffer 1] zei dat ze weg wilde maar dat dit niet kon omdat de deur op slot was en dat ze heel erg bang voor [medeverdachte 1] was. Hij zou haar nog iets ergers aandoen als zij niet naar hem zou luisteren.
De dwang wordt ook ondersteund door de door getuige [klant] afgelegde verklaring, die heeft verklaard dat [medeverdachte 1] ’s ochtends bij hem aan de deur kwam om [slachtoffer 1] op te halen, dat [medeverdachte 1] hem begon te duwen en zei dat getuige € 100,-- extra moest betalen en dat [medeverdachte 1] met stemverheffing en op een boze en denigrerende wijze tegen [slachtoffer 1] zei dat zij mee moest komen.
Dit wordt ondersteund door WhatsApp berichten tussen [medeverdachte 1] en [slachtoffer 1] waaruit blijkt dat [medeverdachte 1] [slachtoffer 1] bij de klant [klant] op een zeer directieve manier sommeert om naar buiten te komen.
Hij stuurt op 1 augustus 2019 om 7:35 uur de volgende berichten: “
Ben voor de deur”, “Kom nu naar buite”, Nuuuuuuuu”, “Welk nummer ben je?”, Kk nummer”, Kk open nu”, Open die kk deur”.
Geweld en dreiging met geweld:
[slachtoffer 1] heeft verklaard dat zij stelselmatig werd bedreigd. Toen zij tegen verdachte en [medeverdachte 2] had gezegd dat zij wilde stoppen met het werk werd zij door [medeverdachte 1] bedreigd.
[medeverdachte 1] heeft gezegd dat hij haar kaal zou scheren, haar vingers zou breken en haar tanden uit haar mond zou slaan.Ook hebben [medeverdachte 1] en verdachte tegen [slachtoffer 1] gezegd dat zij haar minderjarige zusje zouden ontvoeren, en haar zusje net zo lang zouden vasthouden totdat zij haar schuld van € 10.000,-- had afgelost.Verder heeft [medeverdachte 1] gezegd dat hij haar moeder zou mishandelen of iets aan doen en dat [slachtoffer 1] door leden van OMG ‘No Surrender’ zou worden overgenomen als zij niet in de prostitutie zou blijven werken.
[slachtoffer 1] heeft verder verklaard dat zij veelvuldig door [medeverdachte 1] is mishandeld en noemt daarbij een aantal specifieke momenten.
In het [hotel 1] heeft [medeverdachte 1] haar zes keer heel hard met zijn vuisten in haar ribben geslagen. [slachtoffer 1] kreeg hierdoor geen adem meer en kon niet meer zitten. Het was op die plek helemaal blauw en opgezet.Dit wordt ondersteund door de verklaring van getuige [getuige 3] , nachtportier bij voormeld hotel te Apeldoorn, die heeft verklaard dat hij blauwe plekken op de bovenarm van [slachtoffer 1] en ook blauwe plekken in de vorm van striemen in haar nek zag die zij probeerde te bedekken en dat [getuige 3] hier geen goed gevoel bij kreeg.
In de bus naar Londen heeft [medeverdachte 1] [slachtoffer 1] volgens haar verklaring met zijn vuist tegen haar been gestompt toen zij stiekem een sms bericht aan haar ex stuurde.Als [medeverdachte 1] boos was sloeg hij volgens haar gewoon met de vuist ergens op haar lichaam. Het maakte hem dan niet uit waar hij sloeg als hij haar maar ergens raakte, en meestal waren haar benen dan in de buurt.
Dit wordt ondersteund door de verklaring van getuige [getuige 2] die heeft verklaard dat [slachtoffer 1] vaak blauwe plekken op de binnenkant van haar benen had.
[slachtoffer 1] heeft verder verklaard dat zij na afloop van het klantbezoek bij [klant] door [medeverdachte 1] buiten met haar hoofd tegen een muur is geslagen en dat [medeverdachte 1] haar vervolgens in de auto met zijn gebalde vuist meerdere keren in haar gezicht heeft geslagen, waardoor zij steeds met haar hoofd tegen de deurstijl van de auto kwam, en dat zij later zag dat haar kaak hierdoor helemaal blauw en opgezwollen was.
Ook dit wordt ondersteund door de verklaring van getuige [getuige 2] die heeft verklaard dat zij tijdens het videogesprek rond die periode heeft gezien dat de linkerkaak van [slachtoffer 1] blauw, rood en dik was.Daarnaast wordt dit ondersteund door WhatsApp berichten tussen [medeverdachte 1] en [slachtoffer 1] waaruit blijkt dat [slachtoffer 1] op 1 augustus 2019 om 10:59 uur een foto van haar gezicht aan [medeverdachte 1] stuurt en daarbij schrijft: “
Heb je de foto gezien”, “Het is wel dikker”, “Me linker boven ben s blauw”, Ik kan wel iets incasseren”.
Na dit voorval is het volgens [slachtoffer 1] nog extremer geworden. [medeverdachte 1] sloeg harder en sloeg dagelijks.
[slachtoffer 1] heeft verklaard dat [medeverdachte 1] haar uiteindelijk op 8 augustus 2019 in [hotel 5] te Zwolle opnieuw zwaar heeft mishandeld. Hij heeft haar met de platte hand hard op haar beide wangen geslagen en haar aan de haren getrokken en met haar hoofd tegen de muur geslagen,
Nadat [slachtoffer 1] hem toen terug had geduwd heeft [medeverdachte 1] haar zo hard in haar gezicht en op haar borst geslagen dat zij een paar seconden van de wereld was en echt bang was dat hij haar dood zou slaan.
Deze verklaring wordt ondersteund door de verklaringen van twee gasten van deze B&B die daar op 8 augustus 2019 een vrouw hebben horen schreeuwen, waarbij één van deze gasten, getuige [getuige 4] , heeft verklaard dat dit schreeuwen klonk als iemand die pijn had en dat hij korte tijd later heeft gehoord dat deze vrouw riep: “
Laat mij los, sla mij niet”, en dat hij hierna het geluid van een klap hoorde.
Verder worden de verklaringen van [slachtoffer 1] ondersteund door het feit dat op haar telefoon afbeeldingen van blauwe plekken zijn aangetroffen die zijn gemaakt in de periode van 9 juli 2019 tot en met 14 juli 2019, en waarop [slachtoffer 1] zichzelf heeft herkend op deze afbeeldingen.Daarnaast wordt haar verklaring ondersteund door de verklaring van de huisarts-assistente [getuige 5] die tijdens een consult op 28 juni 2019 blauwe plekken op de armen en benen van [slachtoffer 1] heeft waargenomen.
Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij blauwe plekken bij [slachtoffer 1] heeft gezien en dat hij met haar naar de huisarts is gegaan.
Misleiding:
[medeverdachte 1] heeft [slachtoffer 1] misleid door haar te beloven dat zij 70% van het door haar verdiende geld mocht houden en door een relatie met haar voor te wenden, terwijl zij geen enkele cent van het geld heeft ontvangen.
Toen zij wilde stoppen vertelde [medeverdachte 1] haar dat zij een schuld van € 10.000,-- aan hotelkosten bij hem had terwijl deze kosten in werkelijkheid niet door verdachten zijn betaald.
Misbruik van een kwetsbare positie en misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht
De rechtbank stelt vast dat [slachtoffer 1] zich in een kwetsbare positie bevond. Uit het proces-verbaal van bevindingen over haar persoonlijkheidsrapportages blijkt onder meer dat zij in 2011 is gediagnostiseerd met een posttraumatische stressstoornis, een depressieve stoornis recidiverend van aard, zwakbegaafdheid en een borderline persoonlijkheidsstoornis. Verder heeft zij een IQ van 82 en een langdurige intensieve hulpverleningsgeschiedenis. Zij heeft een lage eigenwaarde en is kwetsbaar voor loverboys.
De rechtbank acht ook bewezen dat [medeverdachte 1] zich ervan bewust is geweest dat [slachtoffer 1] zich ten opzichte van hem in een kwetsbare positie bevond. [slachtoffer 1] heeft verklaard dat [medeverdachte 1] bekend was met haar verleden. Zij heeft hem verteld dat zij verstandelijk beperkt is en hij wist ook dat zij in pleeggezinnen en woongroepen heeft verbleven, dat zij harddrugs had gebruikt en dat zij blowde.Ook wist hij dat zij eerder in de prostitutie had gewerkt.
De rechtbank acht ook bewezen dat [medeverdachte 1] misbruik heeft gemaakt van die kwetsbare positie. De omstandigheid dat [slachtoffer 1] niet over de door haar gegenereerde inkomsten kon beschikken en al haar geld aan verdachten moest afdragen, duidt op een afhankelijkheids- dan wel een uitbuitingssituatie waarvan verdachte door zijn handelwijze misbruik heeft gemaakt.
Doordat [slachtoffer 1] verliefd op [medeverdachte 1] was en emotioneel en financieel afhankelijk van hem was had hij [slachtoffer 1] in zijn macht. [medeverdachte 1] heeft haar desondanks gevraagd om seks met mannen te hebben met als doel er zelf financieel beter van te worden. Bij [slachtoffer 1] ontbrak vrijwilligheid en was het niet mogelijk om hierin een bewuste keuze te maken.
Zij verkeerde door deze omstandigheden in een situatie die niet gelijk is aan de omstandigheden waarin een mondige en zelfbewuste prostituee in Nederland pleegt te verkeren. Gelet hierop is ook sprake van misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht.
Uit de rol die verdachte heeft gespeeld leidt de rechtbank af dat ook hij zich er van bewust is geweest dat [slachtoffer 1] zich ten opzichte van verdachten in een kwetsbare positie bevond.
(oogmerk van) uitbuiting:
Verdachte heeft ook gehandeld met het oogmerk van uitbuiting. Bij gedwongen tewerkstelling in de seksindustrie is per definitie sprake van uitbuiting omdat de lichamelijke en geestelijke integriteit en persoonlijke vrijheid van het slachtoffer in dergelijke gevallen altijd in het geding is.
Het oogmerk van uitbuiting van verdachte kan genoegzaam worden afgeleid uit de bewezen verklaarde gedragingen van verdachte. De rechtbank betrekt daar bij de verklaringen van aangeefster met betrekking tot de financiën, waaruit blijkt dat haar verdiensten niet tot haar eigen beschikking waren maar door haar onder dwang werden afgedragen aan verdachten, zoals hierboven al overwogen.
Artikel 273f, eerste lid, sub 4 en 6 Sr:
Op grond van hetgeen ten aanzien van artikel 273f, eerste lid, sub 1 Sr is overwogen is ook het dwingen of bewegen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten, te weten seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling (sub 4) en het opzettelijk voordeel trekken uit de seksuele uitbuiting (sub 6) bewezen.
[slachtoffer 1] heeft verklaard dat zij al haar met de prostitutie verdiende geld moest afstaan en dat [medeverdachte 1] of verdachte het contante geld om de dag of om de twee dagen kwamen ophalen.Uit afschriften van de bankrekening van [slachtoffer 1] blijkt verder dat er in de periode van 3 juni 2019 tot en met 6 augustus 2019 zestien betaalverzoeken van verdachte zijn geweest die door [slachtoffer 1] zijn voldaan en dat er in totaal een bedrag van € 1.397,38 naar de rekening van verdachte is overgemaakt.Verdachte heeft ter zitting bevestigd dat hij deze betaalverzoeken aan [slachtoffer 1] heeft verstuurd en dat zij deze ook heeft betaald.
[slachtoffer 1] heeft hierover verklaard dat, als zij betalingen aan verdachte deed, zij dit in opdracht van verdachte deed.De rechtbank acht de ter zitting door verdachte afgelegde verklaring dat hij zijn rekening enkel aan [slachtoffer 1] ter beschikking stelde omdat zij onder bewind stond en zij geen problemen wilde met instanties, in het licht van de overige bewijsmiddelen ongeloofwaardig.
[medeverdachte 2] ontving in plaats van geld drugs voor zijn taken.
Een keer vond [medeverdachte 2] het niet goed dat zij het geld ergens had neergelegd en toen vond hij dat zij het geld aan hem moest geven. [slachtoffer 1] had echter de afspraak dat zij het geld aan niemand anders dan aan [medeverdachte 1] of verdachte zou geven.
Artikel 273f, derde lid, sub 2 en 3 Sr:
Op grond van hetgeen ten aanzien van artikel 273f, eerste lid, sub 1 is overwogen is ook vast komen te staan dat [slachtoffer 1] een kwetsbare persoon in een kwetsbare positie was. Daarnaast kan, gelet op het hiervoor overwogene, worden vastgesteld dat de feiten werden voorafgegaan, vergezeld en gevolgd van geweld.
Artikel 273f, derde lid, sub 1 Sr:
Naar het oordeel van de rechtbank heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het tezamen en in vereniging (medeplegen) van mensenhandel zoals bedoeld in artikel 273f eerste lid sub 1 Sr.
Medeplegen en de rol van verdachte:
Verdachte en medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] vervulden ieder een eigen, elkaar over en weer complementerende rol bij het tot stand brengen en in stand houden van de uitbuitingssituatie van [slachtoffer 1] . Zij trokken samen met elkaar op bij het exploiteren van [slachtoffer 1] . Zij hadden niet een even grote rol. De rechtbank ziet [medeverdachte 1] als de persoon die de grootste en belangrijkste rol vervulde. Hij was initiatiefnemer en heeft zich schuldig gemaakt aan vrijwel alle ten laste gelegde gedragingen. Verdachte heeft ook een grote rol gespeeld. Hij was de rechterhand van [medeverdachte 1] en ging overal mee naar toe. Als [medeverdachte 1] afwezig was had hij de touwtjes in handen.
Hoewel uit de verklaringen van [slachtoffer 1] duidelijk blijkt van ondergeschiktheid van [medeverdachte 2] ten opzichte van [medeverdachte 1] en verdachte, komt uit de bewijsmiddelen wel een duidelijke taakverdeling naar voren. Dit blijkt ook uit de omstandigheid dat de taken van [medeverdachte 2] door iemand anders werden overgenomen nadat hij was weggestuurd.
[medeverdachte 2] was op de hoogte van de condities waaronder [slachtoffer 1] werkte. Hij heeft door te handelen zoals hij heeft gedaan, mee gewerkt aan de totstandkoming, de verdere verwezenlijking en de instandhouding van de uitbuitingssituatie van [slachtoffer 1] . Hij kreeg voor zijn werkzaamheden drugs van medeverdachten, terwijl hij wist dat zijn medeverdachten geld verdienden met de prostitutie van [slachtoffer 1] en zijn drugs hiermee werden bekostigd.
Naar het oordeel van de rechtbank hebben verdachte en [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] in zodanige mate aan de uitbuitingssituatie bijgedragen, dat van bewuste en nauwe samenwerking in de zin van medeplegen sprake is.
Periode:
[slachtoffer 1] heeft verklaard dat zij rond eind mei 2019 is benaderd door [medeverdachte 1] , zij rond 30 mei 2019 op het station Arnhem is opgehaalden dat ze zich uiteindelijk op 8 augustus 2019 heeft zich gemeld bij de politie. Uit WhatsApp gesprekken tussen [medeverdachte 1] en [slachtoffer 1] blijkt dat [slachtoffer 1] op 30 mei 2019 een seksadvertentie heeft geplaatst.
Gelet hierop komt de rechtbank ten aanzien van verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] tot een bewezenverklaring van de periode 30 mei 2019 tot en met 8 augustus 2019.
[slachtoffer 1] heeft verklaard dat [medeverdachte 2] op 20 juni 2019 door medeverdachten als beveiliger is weggestuurd.Gelet hierop komt de rechtbank ten aanzien van [medeverdachte 2] tot een bewezenverklaring van de periode 30 mei tot en met 20 juni 2019.
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde:
Aan de rechtbank ligt de vraag voor of wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de mensenhandel van aangeefster [slachtoffer 2] in de zin van artikel 273f, eerste lid, subonderdelen 1, 4 en 6 onder de strafverzwarende omstandigheden van het derde lid, subonderdelen 1, 2 en 3 van het Wetboek van Strafrecht (Sr).
Bij de beoordeling van het ten laste gelegde gaat de rechtbank uit van de volgende uit het dossier blijkende feiten en omstandigheden:
Op 27 september 2019 heeft [naam 1] , de begeleidster van [slachtoffer 2] , namens haar aangifte van mensenhandel gedaan.
De verklaring van [slachtoffer 2] houdt samengevat het volgende in.
Zij heeft [medeverdachte 2] bij een gezamenlijke kennis in Arnhem, in de wijk Klarendal, ontmoet.[medeverdachte 2] vond haar leuk en zij vond hem ook leuk. Opeens moest zij lingerie van hem aan trekken en moest zij met hem mee. Ze kreeg deze lingerie van [medeverdachte 2] en [alias medeverdachte 1] . [medeverdachte 2] zei dat ze leuk werk voor haar hadden en dat zij extra geld voor zichzelf kon verdienen.Zij vond dat niet leuk, maar ze ging toch mee omdat ze coke had gebruikt en dan de weg kwijt is.
Vervolgens werd zij met [medeverdachte 2] door een andere jongen, de broer van [alias medeverdachte 1] , in de auto van [alias medeverdachte 1] opgehaald en naar Tiel gebracht.Haar identiteitskaart bleef bij [medeverdachte 2] omdat hij die nodig had.In Tiel is zij aan [alias medeverdachte 1] voorgesteld.[medeverdachte 2] zei daar dat ze werk voor haar hadden in de prostitutie.[medeverdachte 2] wist dat zij veel drugs gebruikteen zei tegen [alias medeverdachte 1] en diens broer: “
[slachtoffer 2] doet het voor coke”.Zij wisten dat zij naar drugs smachtte en dit nodig had.
[medeverdachte 2] kreeg ruzie met de broers over drugs en werd door hen het huis uitgeschopt en zij werd toen bij de broers achtergelaten.
Zij werd door de twee Antilliaanse broers gedwongen om in de prostitutie te werken. [alias medeverdachte 1] had lang [alias medeverdachte 1] haar of dreadlocks, gouden tanden en een fors postuur.
Het broertje van [alias medeverdachte 1] , had korte krullen en een normaal postuur.Zij kreeg lingerie van [alias medeverdachte 1] en zijn broertje.Het broertje van [alias medeverdachte 1] maakte foto’s van haar voor de seksadvertenties en zei dat hij haar op sexjobs ging zetten.Hij maakte samen met [slachtoffer 1] ( [slachtoffer 1] ), de vriendin van [alias medeverdachte 1] , een account aan. De werknaam van [slachtoffer 2] was “ [alias slachtoffer 2] ” of ” [alias 2 slachtoffer 2] ”. Het broertje zette bij de advertenties dat zij alles deed, onder meer anaal en zonder condoom. Toen zij aangaf dat zij deze handelingen niet wilde doen zei hij: “
niets mee te maken, ik zet het er gewoon bij”.[alias medeverdachte 1] bepaalde samen met [slachtoffer 1] de tarieven.
Als zij weigerde deze handelingen uit te voeren kreeg ze klappen.Zij is naar hotels gebracht waar ze moest werken als prostituee. Daar heeft ze seks met mannen gehad, ook anaal en zonder condoom. Dat vond zij niet fijn maar ze kreeg base-coke.In de woning in Tiel, waar [medeverdachte 1] woont, heeft zij ook seks met klanten gehad in de kamer van [naam 4] .
Al het geld dat zij verdiende moest zij afgeven.De broers zeiden dat ze een schuld had opgebouwd in verband met de hotelkamers waar zij als prostituee had gewerkt.Zij moest 7 dagen per week van ‘s ochtends tot drie uur ’s nachts werken en zij had ongeveer tien klanten per dag.
Ze moest al haar geld afgeven en ze hielden haar opgesloten op een kamer.Voor elke twee klanten kreeg zij een bolletje drugs van € 10,--.
De afspraken met de klanten liepen via [slachtoffer 1] , de vriendin van [alias medeverdachte 1] .Haar nummer stond op de website. Zodra de klanten contact met [slachtoffer 1] hadden gehad, nam [slachtoffer 1] op haar beurt contact met [alias medeverdachte 1] op.
Alle bewoners van het huis in Tiel, waaronder [medeverdachte 1] , verdachte, [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] hebben gezien dat zij seks moest hebben terwijl ze dit niet wilde.[medeverdachte 2] heeft later nog gedreigd dat hij haar kapot zal maken, als zij aangifte zou doen.
Verdachte heeft ter zitting van 15 februari 2021, kort gezegd, verklaard dat hij [slachtoffer 2] kende via [slachtoffer 1] , die haar klanten regelde, en dat [slachtoffer 2] zichzelf vrijwillig prostitueerde.
De verklaringen van [slachtoffer 2] kunnen naar het oordeel van de rechtbank echter als betrouwbaar worden aangemerkt. Zij heeft bij de politie en de rechter-commissaris zeer uitvoerig en gedetailleerd verklaard op grond van welke omstandigheden zij is gedwongen tot prostitutie. Haar verklaringen worden ondersteund door de door [slachtoffer 1] , medeverdachte [medeverdachte 3] en de getuige [getuige 6] afgelegde verklaringen. Haar verklaringen worden bovendien ondersteund door de op de telefoons van [slachtoffer 1] aangetroffen gegevens, en ook door de inhoud van de vele telefoon- en WhatsApp-gesprekken tussen [slachtoffer 1] en verdachten, en verdachten onderling.
Uit deze bewijsmiddelen blijkt genoegzaam dat [medeverdachte 1] de persoon is die [slachtoffer 2] ‘ [alias medeverdachte 1] ’ noemt, en dat verdachte de persoon is die [slachtoffer 2] ‘broertje” noemt. Met [naam 4] wordt [naam 4] bedoeld.
De verklaringen van [slachtoffer 2] worden bovendien deels ondersteund door de verklaring van verdachte zelf.
[slachtoffer 1] heeft het volgende over [slachtoffer 2] verklaard.
[slachtoffer 2] is via [medeverdachte 2] bij [medeverdachte 1] , die als bijnaam [alias medeverdachte 1] heeft, in de prostitutie terecht gekomen. [slachtoffer 2] had eerder ook al voor [medeverdachte 1] en verdachte in de prostitutie gewerkt.[slachtoffer 2] werkte voor [medeverdachte 1] onder de naam [alias slachtoffer 2] .
[verdachte] maakte de foto’s en de tekst voor de seksadvertenties van [slachtoffer 2] . Verdachte stuurde de foto’s door en verdachte stuurde de tekst van de advertenties door. [slachtoffer 1] zette de advertenties vervolgens op de sites Speurders, Sexjobs en Sexmarkt.In de advertenties stond dat [slachtoffer 2] alles deed.
[slachtoffer 1] beheerde ook de werktelefoon van [slachtoffer 2] . Deze had zij van [medeverdachte 1] gekregen en hiermee gaf zij klanten door aan [slachtoffer 2] .Dit moest [slachtoffer 1] van [medeverdachte 1] doen. [medeverdachte 1] zei tegen haar dat [slachtoffer 2] alles voor drugs deed.
[slachtoffer 1] hoorde van degene die met [slachtoffer 2] mee was dat zij bij een klant was. De ene keer was [medeverdachte 1] met haar mee, de andere keer was dit verdachte en [medeverdachte 3] ging ook wel eens met hun mee in de auto, omdat [medeverdachte 3] zich met [slachtoffer 2] bezig moest houden. [slachtoffer 1] stuurde dan een betaalverzoek naar de betreffende klant en het geld kwam dan op de rekening van [slachtoffer 1] en soms op de rekening van verdachte binnen. Dit lag er maar aan wat [medeverdachte 1] wilde. Als het geld binnenkwam op de rekening van [slachtoffer 1] dan moest zij dit geld 9 van de 10 keer naar de rekening van verdachte doorsturen.
Tijdens een vakantie naar Spanje moest ze de werktelefoon van [slachtoffer 2] meenemen. Ze moest de klanten doorverwijzen naar het adres in Nederland waar [slachtoffer 2] op dat moment werkte. Dit ging via [medeverdachte 1] en kon ook via [medeverdachte 3] gaan, die ook op de [adres 2] in Tiel woonde.[slachtoffer 1] moest de afspraken van [slachtoffer 2] doorgeven aan [medeverdachte 3] .
[slachtoffer 2] heeft daar ook als prostituee op de kamer van [naam 4] gewerkt en iedereen in dat pand wist wat daar gebeurde.Iedereen bemoeide zich met [slachtoffer 2] . [medeverdachte 1] , verdachte, [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] waren er volgens [slachtoffer 1] allemaal bij betrokken.[slachtoffer 2] was 24/7 in Tiel en kon geen kant op.[slachtoffer 2] moest alles met de klanten doen. Verdachte zei ook dat [slachtoffer 2] alles deed.
De klanten van [slachtoffer 2] waren beestachtige mensen die juist naar [slachtoffer 2] toe kwamen om haar anaal en zonder condoom te nemen.
[slachtoffer 2] heeft ook een keer op dezelfde locatie gewerkt waar [slachtoffer 1] heeft gewerkt, te weten het [hotel 1] in Apeldoorn.Daar kreeg [slachtoffer 1] de werktelefoon van [slachtoffer 2] .[medeverdachte 1] en verdachte haalden alles voor [slachtoffer 2] en kleine dingen werden door [medeverdachte 2] gehaald.[slachtoffer 1] heeft met [medeverdachte 3] ook telefonisch contact over klanten voor [slachtoffer 2] gehad, aangezien hij en [slachtoffer 1] altijd samen waren en hij voor haar zorgde.
[medeverdachte 3] heeft het volgende verklaard.
[medeverdachte 3] woonde op de [adres 2] te Tiel en [alias medeverdachte 1] en [naam 4] woonden daar op de tweede verdieping.[slachtoffer 2] woonde bij begeleid wonen en hij heeft haar bij Stichting Onderdak opgehaald. [slachtoffer 2] heeft daar een tijdje bij hem op de [adres 2] verblevenen later is zij daar in contact gekomen met de andere bewoners van dit pand, waaronder [naam 4] , die ook coke gebruikte. [slachtoffer 2] heeft seksklanten op de kamer van [naam 4] ontvangen.[medeverdachte 3] zag dat [naam 4] naar beneden kwam als er mannen bij [slachtoffer 2] waren.
[slachtoffer 2] gebruikte veel drugs en had schulden vanwege haar drugsgebruik.[medeverdachte 3] deed wel eens kleine boodschappen voor haar, als zij niet weg kon.Hij hield een oogje in het zeil, voor het geval zij lastige klanten had. [medeverdachte 3] kreeg wel eens een pakketje snuifcoke van [medeverdachte 1] .Hij heeft soms ook op [slachtoffer 2] gelet dat ze niet te veel cocaïne gebruikte. Hij moest van [medeverdachte 1] soms coke voor [slachtoffer 2] bestellen en hield dat dan bij.
[medeverdachte 3] moest ook wel eens geld voor haar bewaren.[medeverdachte 3] is dit geld een keer kwijtgeraakt en toen werd [medeverdachte 1] boos en sloeg hij [medeverdachte 3] met de platte hand in het gezicht.
[medeverdachte 3] heeft ook contact met [medeverdachte 1] gehad over de verdienste van [slachtoffer 2] omdat [medeverdachte 1] nog geld van [slachtoffer 2] kreeg.[medeverdachte 3] heeft ook coke voor [slachtoffer 2] gekocht.
[slachtoffer 2] is uit Tiel vertrokken nadat zij een tijd bij een maatje van hem, [getuige 6] , in huis heeft verbleven.
Getuige [naam 1] heeft verklaard dat [getuige 6] haar heeft verteld dat hij
door de jongens die [slachtoffer 2] prostitueerden onder druk is gezet om haar iedere keer in huis te nemen als zij klaar was met werken en dat hij haar moest verzorgen. Iedere keer als [slachtoffer 2] klaar was met werken kon [slachtoffer 2] bij [getuige 6] uitrusten en bijtrekken, ook toen zij een infectie had.Hij moest haar opvangen als er niet geprostitueerd werd, en hij moest haar naar [medeverdachte 1] en verdachte op de [adres 2] brengen.
Getuige [getuige 6] heeft het volgende verklaard.
Hij heeft [slachtoffer 2] via [medeverdachte 3] op de [adres 2] in Tiel leren kennen. [slachtoffer 2] heeft hem verteld dat zij voor [alias medeverdachte 1] en baardje moest werken in de prostitutie en dat [alias medeverdachte 1] haar heeft geslagen en haar aan haar haren de trap op had gesleept. [slachtoffer 2] voerde de prostitutiewerkzaamheden uit op de kamer van [naam 4] .
[getuige 6] herkent [alias medeverdachte 1] op de foto als [medeverdachte 1] , en baardje op de foto als verdachte.
[getuige 6] heeft verklaard dat [alias medeverdachte 1] absoluut de baas was. Hij gaf de opdrachten. Hij liet anderen alles doen. Verdachte luisterde naar hem maar was net zo slecht als [medeverdachte 1] . Verdachte ging vaak met de auto mee als [slachtoffer 2] moest werken.
Toen [slachtoffer 2] door haar hulpverleners als vermist werd opgegeven voelden [medeverdachte 1] en verdachte nattigheid en heeft [slachtoffer 2] bij [getuige 6] verbleven. Daarna werd ze weer opgehaald. [getuige 6] heeft op een gegeven moment tegen [medeverdachte 1] gezegd dat [slachtoffer 2] niet kon werken omdat ze infecties in haar vagina had door het gebruik van sponsjes. Toen heeft [medeverdachte 1] haar twee weken met rust gelaten maar daarna moest zij weer werken. [getuige 6] zei dat hij enorme angst voor [medeverdachte 1] en verdachte had en dat hij erg door [medeverdachte 1] werd geïntimideerd.
Dat [getuige 6] onder de invloed van [medeverdachte 1] en verdachte stond wordt ondersteund door een grote hoeveelheid Whatsapp-berichten tussen hem en [medeverdachte 1] en hem en verdachte.
Hieruit blijkt dat zij hem op directieve wijze toespreken en hem sommeren om allerlei klussen voor hen te doen, waaronder het verzorgen van [slachtoffer 2] .
De moeder van [getuige 6] heeft verklaard dat hij sinds augustus/september 2019 een relatie met [slachtoffer 2] had en dat [slachtoffer 2] elke nacht door Antillianen werd opgehaald en met mannen naar bed moest op het adres [adres 2] te Tiel.
De verklaring van [slachtoffer 2] wordt, gelet op het voorgaande, in ruime mate ondersteund en haar verklaring wordt daarom als betrouwbaar aangemerkt.
Gedragingen met oogmerk van uitbuiting:
De rechtbank concludeert uit de bewijsmiddelen dat sprake is geweest van werven, vervoeren en huisvesten van [slachtoffer 2] .
Werven:
Het werven bestaat uit het voorstel van [medeverdachte 2] , van wie [slachtoffer 2] dacht dat het een goede vriend was, om in Tiel in de prostitutie te gaan werken omdat ze daar meer geld kon verdienen.[medeverdachte 2] heeft haar lingerie gegeven en heeft haar samen met verdachte met de auto naar de [adres 2] in Tiel gebracht. Ze ging mee omdat ze coke had gebruikt.
De verklaring van [slachtoffer 1] dat zij door [medeverdachte 2] is geworven wordt ondersteund door de verklaring van getuige [naam 1] die heeft verklaard dat zij [slachtoffer 2] en [medeverdachte 2] op 3 juli in de woning van een oudere man in de buurt Klarendal heeft gezien, dat [medeverdachte 2] [naam 1] begon te intimideren en dat [slachtoffer 2] daarna van de radar was verdwenen en later weer opdook in Tiel.
De verklaring van [slachtoffer 1] wordt ook ondersteund door de verklaring van [getuige 6] die heeft verklaard dat [slachtoffer 2] bij iemand in Arnhem zat en dat zij als ‘cadeautje’ aan [medeverdachte 1] en verdachte was gegeven, in de trant van “
Kijk [alias medeverdachte 1] , hier kan je geld mee verdienen”.Daarnaast heeft [medeverdachte 3] verklaard dat hij [medeverdachte 2] wel eens bij [medeverdachte 1] heeft gezien.
De verklaring van [slachtoffer 2] wordt ook ondersteund door de verklaring van verdachte ter zitting dat hij in het pand in Tiel is geweest waar [slachtoffer 2] verbleef.,
Vervoeren:
Zoals hiervoor is weergegeven heeft [slachtoffer 2] verklaard dat zij en [medeverdachte 2] door verdachte in de auto van [medeverdachte 1] naar Tiel zijn gebracht, alwaar zij prostitutiewerkzaamheden heeft verricht. Verder heeft zij verklaard dat zij naar verschillende hotels is gebracht om daar te werken als prostituee. [slachtoffer 2] heeft bijvoorbeeld verklaard dat zij door verdachte in de auto van [medeverdachte 1] naar het hotel in Apeldoorn is gebracht waar [slachtoffer 1] ook werkzaam was.Dit wordt ondersteund door een politiecontrole op 2 juli 2019 bij [hotel 1] te Apeldoorn. Daar is [slachtoffer 2] op de achterbank van een auto aangetroffen die door verdachte was gehuurd en is ook het paspoort van verdachte in die auto aangetroffen. [verdachte] is door de politie in het hotel gecontroleerd.
Ter zitting heeft verdachte verklaard dat hij [slachtoffer 2] naast naar dit hotel, ook naar andere plaatsen heeft vervoerd.
Dat [medeverdachte 1] ook bij dit vervoer betrokken is geweest blijkt uit de WhatsApp gesprekken tussen [medeverdachte 1] en [slachtoffer 1] . [medeverdachte 1] stuurt op 30 juni 2019 om 01:53 aan [slachtoffer 1] het volgende bericht: “
Oke Jordan kom met haar”.
Dat [medeverdachte 1] [slachtoffer 2] naar andere klanten vervoerde om daar prostitutiewerk te verrichten blijkt uit WhatsApp gesprekken tussen [medeverdachte 1] en [slachtoffer 1] .
Dat verdachte [slachtoffer 2] vervoerde voor prostitutiewerk naar klanten blijkt ook uit WhatsApp gesprekken tussen [medeverdachte 1] en [slachtoffer 1] .
Dat [medeverdachte 2] [slachtoffer 2] vervoerde voor prostitutiewerk naar klanten blijkt uit een WhatsApp gesprek tussen [medeverdachte 1] en [slachtoffer 1] op 18 juli 2019 om 02:49 uur. Hierin schrijft hij over een klant in Lochem: “
Jawel renne ga mee”.
Dat [medeverdachte 3] ook betrokken was bij het vervoeren van [slachtoffer 2] blijkt uit de verklaring van [slachtoffer 1] inhoudend dat hij ook wel eens mee ging in de auto, aangezien hij zich met [slachtoffer 2] bezig moest houden.
Huisvesten:
[slachtoffer 2] heeft verklaard dat zij in het huis waar [medeverdachte 1] woont heeft verbleven en dat zij daar in de kamer van [naam 4] seks met klanten heeft gehad.
Dit wordt bevestigd door de verklaring van [naam 4] die heeft verklaard dat hij op de [adres 2] te Tiel woont en dat [slachtoffer 2] meer dan twee weken gebruik heeft gemaakt van zijn kamer en daar seks met mannen heeft gehad, en dat hij van verdachte geld heeft gekregen voor het ter beschikking stellen van zijn kamer.
Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij in het pand in Tiel is geweest waar [slachtoffer 2] verbleef.
[slachtoffer 2] heeft ook verklaard dat zij naar hotels werd gebracht waar zij heeft verbleven. Dit wordt ondersteund door de verklaring van [slachtoffer 1] die onder meer heeft verklaard dat [slachtoffer 2] samen met haar in het [hotel 1] in Apeldoorn heeft verbleven.
Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij [slachtoffer 2] naar [hotel 1] te Apeldoorn en ook naar andere plaatsen heeft gebracht.
Dat [medeverdachte 1] en verdachte [slachtoffer 2] in de hotels huisvestten kan ook worden afgeleid uit WhatsApp gesprekken tussen [medeverdachte 1] en [slachtoffer 1] .[medeverdachte 1] stuurt bijvoorbeeld op 13 juli 2019 om 20:32 uur aan [slachtoffer 1] het volgende bericht: “
Ja ze ga terug naar Tiel”.
Verder hebben [medeverdachte 1] en verdachte [slachtoffer 2] bij [getuige 6] ondergebracht om te herstellen van haar prostitutiewerkzaamheden. Dit blijkt uit de verklaringen van [getuige 6] en [naam 1] .
Dwangmiddelen
Verder dient te worden vastgesteld of verdachte en/of zijn medeverdachten gebruik hebben gemaakt van dwangmiddelen in de zin van artikel 273f, eerste lid, aanhef en onder 1, Sr. Een dwangmiddel dient er toe te leiden dat iemand in een uitbuitingssituatie belandt dan wel dat iemand wordt belet zich aan een uitbuitingssituatie te onttrekken. De uitbuiting kan ook bestaan uit een combinatie van dwangmiddelen.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat gebruik is gemaakt van meerdere dwangmiddelen, namelijk van dwang, geweld, dreiging met geweld, misbruik van een kwetsbare positie en misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht.
Dwang:
[slachtoffer 2] heeft verklaard dat zij door [medeverdachte 1] en verdachte werd gedwongen om seksuele handelingen te verrichten die zij niet wilde doen, waaronder anale seks en seks zonder condoom. Als zij dit niet wilde doen dan kreeg ze van hen klappen in haar gezicht, werd ze aan haar haar getrokken of werd ze mondeling bedreigd.
Als ze weigerde de handelingen die in de advertentie stonden uit te voeren dan kreeg ze klappen in haar gezicht.Zij moest geld voor ze verdienen anders kreeg ze harde klappen in haar gezicht. Ze moest in hotels allerlei mannen over zich heen laten komen, ook zonder condoom en anaal, en dat vond ze helemaal niet fijn.Ze moest 7 dagen in de week werken van ‘s ochtends tot drie uur ’s nachts werken en zij had ongeveer tien klanten per dag.
[medeverdachte 1] vertelde wat er ging gebeuren. Ze durfde klanten niet te weigeren omdat ze dan hele erge conflicten met [medeverdachte 1] zou krijgen en tikken.
Ze moest gewoon doorwerken als ze ziek, niet lekker of ongesteld was. Ze kochten speciale sponsjes voor haar die ze moest inbrengen als ze ongesteld was.
Ze hebben haar opgesloten in een kamer. Zij mocht daar van [medeverdachte 1] en verdachte niet weg en zij controleerden dit.Ze kreeg soms geen eten, drinken of drugs meer.
Als [slachtoffer 1] klachten van klanten ontving dan gaf zij dit door aan [medeverdachte 1] en die gaf [slachtoffer 2] dan tikken in haar gezicht, op haar hoofd en hij trok aan haar haren. Ze wisten alles van haar.
De verklaring van [slachtoffer 2] dat zij werd gedwongen wordt ondersteund door de verklaring van [slachtoffer 1] die heeft verklaard dat [slachtoffer 2] alles moest doenen dat ze niet naar buiten mocht en altijd binnen moest blijven om te werken.Getuige [medeverdachte 3] bevestigde dat hij wel eens kleine boodschappen voor [slachtoffer 2] deed omdat zij niet weg kon.Verder heeft verdachte ter zitting verklaard dat hij sponsjes voor [slachtoffer 2] heeft gekocht en dat [slachtoffer 2] ziek is geworden omdat ze de sponsjes er te lang in heeft laten zitten.
[slachtoffer 1] beheerde de werktelefoon van [slachtoffer 2] . Uit WhatsApp gesprekken tussen [medeverdachte 1] en [slachtoffer 1] kan worden afgeleid dat [medeverdachte 1] bepaalde of een afspraak met een klant goed was, dat [slachtoffer 2] alle seksuele handelingen moest verrichten en dat zij ook moest werken als zij moe of ongesteld was.
Uit WhatsApp gesprekken tussen [medeverdachte 3] en [slachtoffer 1] kan worden afgeleid dat [medeverdachte 3] ook actief betrokken was bij de prostitutie van [slachtoffer 2] , en dat hij [slachtoffer 1] berichtte als zij klanten kon sturen voor [slachtoffer 2] .
Uit het voorgaande blijkt dat [slachtoffer 2] geen enkele keuze heeft gehad en dat alles voor haar werd bepaald.
Geweld en dreiging met geweld:
[slachtoffer 2] heeft verklaard dat zij stelselmatig werd mishandeld. Ze heeft veel klappen gehad. Ze werd geslagen, aan haar haren getrokken en er werd dreigende taal gesproken.
Ze heeft hele harde tikken in haar gezicht gehad.Als [slachtoffer 1] aan [medeverdachte 1] meldde dat er klachten van klanten waren geweest kreeg [slachtoffer 2] echt tikken van [medeverdachte 1] in haar gezicht en op haar hoofd. Ook trok [medeverdachte 1] aan haar haren.Als [slachtoffer 2] iets niet goed deed dan kreeg ze klappen in haar gezicht van [medeverdachte 1] . Als [medeverdachte 1] er achter kwam dat [slachtoffer 2] geld achter hield dan kreeg zij stompen in haar gezicht.
Ook werd zij mondeling bedreigd.[medeverdachte 1] heeft tegen haar gezegd: “
ik ga je kapot maken” omdat zij haar werk niet goed deed. Ook heeft hij een pistool op haar gezicht gericht.
Dat [slachtoffer 2] door [medeverdachte 1] werd mishandeld en bedreigd wordt bevestigd door de verklaringen van [getuige 6] die heeft verklaard dat hij van [slachtoffer 2] heeft gehoord dat [medeverdachte 1] haar had geslagen en dat [medeverdachte 1] haar aan haar haren de trap op heeft gesleept.Ook getuige [naam 1] heeft verklaard dat [slachtoffer 2] werd mishandeld door [medeverdachte 1] en verdachte en dat [slachtoffer 2] doodsbang voor hen was.
Misbruik van een kwetsbare positie en misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht
De rechtbank stelt vast dat [slachtoffer 2] zich in een kwetsbare positie bevond. Uit het proces-verbaal van bevindingen met betrekking tot medische gegevens van [slachtoffer 2] blijkt onder meer dat er in 2013 een psychologisch onderzoek is uitgevoerd op verzoek van Pro Persona. Hierin is geconcludeerd dat [slachtoffer 2] in 2012 bij Pro Persona is aangemeld in verband met angst, onrust, woedeaanvallen en vragen over medicatie, en dat er sprake is van een posttraumatische stressstoornis, een depressie in engere zin, recidiverend, matig en afhankelijkheid van medicatie. Het IQ ligt op licht zwakzinnig niveau.
Getuige [naam 1] heeft verklaard dat [slachtoffer 2] licht verstandelijk beperkt is en verslavingsproblematiek heeft. Ze functioneert op het niveau van een 6 jarige. Ze vindt de Teletubbies leuk. De diagnose borderline is bij haar gesteld. Ze is heel erg beïnvloedbaar.
De rechtbank acht ook bewezen dat verdachten zich ervan bewust zijn geweest dat [slachtoffer 2] zich ten opzichte van hen in een kwetsbare positie bevond.
Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij [slachtoffer 2] geen normale vrouw vond. Hij merkte iets aparts aan haar. Volgens hem had zij problemen en stoornissen en was zij niet helemaal 100 procent. Ook was ze een beetje kinderlijk en niet al te slim. Verdachte had niet het gevoel dat ze haar eigen zaakjes kon regelen of in staat was om voor zich zelf te zorgen.
[medeverdachte 1] is zich van deze kwetsbare positie ook bewust geweest. Hij heeft bij de politie verklaard dat [slachtoffer 2] een zware beperking heeft en heel dom is,en [slachtoffer 2] heeft verklaard dat zij ook tegen [medeverdachte 1] heeft gezegd dat zij bij Stichting Onderdak zat.
Verder heeft [slachtoffer 2] verklaard dat [medeverdachte 2] tegen [medeverdachte 1] en verdachte heeft gezegd dat zij base-coke gebruikte en dat zij wisten dat zij dat nodig had en hiervan afhankelijk was.Als ze twee klanten had gehad dan kreeg ze ’s ochtends één bolletje van € 10,-- maar ze lieten haar ook wel eens zonder drugs zitten.
[medeverdachte 3] heeft verklaard dat hij soms op [slachtoffer 2] heeft gelet dat ze niet te veel cocaïne gebruikte, en dat hij soms van [medeverdachte 1] coke voor [slachtoffer 2] moest bestellen.
De rechtbank acht ook bewezen dat verdachten misbruik hebben gemaakt van die kwetsbare positie. Reeds de omstandigheid dat [slachtoffer 2] niet over de door haar gegenereerde inkomsten kon beschikken en al haar geld aan verdachten moest afdragen, duidt op een afhankelijkheids- dan wel een uitbuitingssituatie waarvan verdachten door hun handelwijze misbruik hebben gemaakt.
Uit de bewijsmiddelen blijkt dat [slachtoffer 2] door haar kwetsbare positie geen inspraak heeft gehad in de door haar verrichte prostitutiewerkzaamheden. Zij verkeerde door deze omstandigheden in een situatie die niet gelijk is aan de omstandigheden waarin een mondige prostituee in Nederland pleegt te verkeren. Gelet hierop is ook sprake van misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht.
(oogmerk van) uitbuiting:
Verdachte heeft ook gehandeld met het oogmerk van uitbuiting. Bij gedwongen tewerkstelling in de seksindustrie is per definitie sprake van uitbuiting omdat de lichamelijke en geestelijke integriteit en persoonlijke vrijheid van het slachtoffer in dergelijke gevallen in het geding is.
Het oogmerk van uitbuiting van verdachte kan dus worden afgeleid uit de bewezen verklaarde gedragingen van verdachte. De rechtbank verwijst naar het hiervoor overwogene met betrekking tot de inkomsten, die [slachtoffer 2] moest afdragen aan verdachten.
Artikel 273f, eerste lid, sub 4 en 6 Sr:
Op grond van hetgeen ten aanzien van artikel 273f, eerste lid, sub 1 Sr is overwogen is ook het dwingen of bewegen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten, te weten seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling (sub 4) en het opzettelijk voordeel trekken uit de seksuele uitbuiting (sub 6) bewezen.
[slachtoffer 2] heeft verklaard dat zij al haar met de prostitutie verdiende geld aan [medeverdachte 1] en verdachte moest afstaan.Als ze het geld niet afgaf kreeg ze klappen.Ze heeft niets van het geld gezien.
Dat het door [slachtoffer 2] verdiende geld naar [medeverdachte 1] en verdachte ging wordt ondersteund door WhatsApp berichten tussen [medeverdachte 1] en [slachtoffer 1] .
[slachtoffer 1] heeft verklaard dat [medeverdachte 2] in plaats van geld drugs voor zijn taken kreeg.
[medeverdachte 3] heeft verklaard dat hij wel eens een pakketje snuifcoke van [medeverdachte 1] kreeg.
Artikel 273f, derde lid, sub 2 en 3 Sr:
Op grond van hetgeen ten aanzien van artikel 273f, eerste lid, sub 1 is overwogen is ook vast komen te staan dat [slachtoffer 2] een kwetsbare persoon in een kwetsbare positie was. Daarnaast kan gelet op het hiervoor overwogene worden vastgesteld dat de feiten werden voorafgegaan, vergezeld en gevolgd van geweld.
Artikel 273f, derde lid, sub 1 Sr:
Naar het oordeel van de rechtbank heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het tezamen en in vereniging (medeplegen) van mensenhandel zoals bedoeld in artikel 273f eerste lid sub 1 Sr.
Medeplegen en de rol van verdachte:
Op grond van hetgeen hiervoor is overwogen is de rechtbank van oordeel dat sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte, [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] .
Uit de bewijsmiddelen komt een duidelijke taakverdeling naar voren. [medeverdachte 1] vervulde de belangrijkste rol in het samenspel van alle verdachten. Hij heeft zich schuldig gemaakt aan vrijwel alle ten laste gelegde gedragingen. Verdachte was zijn rechterhand. [medeverdachte 2] heeft [slachtoffer 2] geworven en [medeverdachte 3] heeft [slachtoffer 2] verzorgd en gaf aan [slachtoffer 1] door wanneer [slachtoffer 2] nieuwe klanten kon ontvangen.
Zij hebben allen meegewerkt aan de totstandkoming, de verdere verwezenlijking en de instandhouding van de uitbuitingssituatie van [slachtoffer 2] .
Daarmee acht de rechtbank het tenlastegelegde medeplegen bewezen.
Periode:
Getuige [naam 1] heeft verklaard dat zij [slachtoffer 2] op 3 juli 2019 met [medeverdachte 2] heeft aangetroffen en dat [slachtoffer 2] hierna van de radar is verdwenen.
Uit WhatsApp gesprekken tussen [medeverdachte 1] en [slachtoffer 1] blijkt dat [slachtoffer 1] op 26 juni 2019 een account voor een seksadvertentie voor [slachtoffer 2] heeft aangemaakt en geplaatst.
Op 19 september 2019 heeft [slachtoffer 2] zich bij de politie gemeld.
Gelet op het voorgaande komt de rechtbank tot een bewezenverklaring van de periode 26 juni 2019 tot en met 18 september 2019.
Ten aanzien van het onder 3 en 4 ten laste gelegde:
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de onder 3 ten laste gelegde identiteitsfraude en de onder 4 ten laste gelegde oplichting van hotels. Hiertoe wordt het volgende overwogen.
Uit WhatsApp berichten tussen [medeverdachte 1] en [slachtoffer 1] blijkt dat [medeverdachte 1] meerdere keren schermafdrukken van reserveringen van hotels en linken naar www.booking.com, die verwezen naar verschillende hotels, aan [slachtoffer 1] heeft verzonden. De namen van de hotels, de boekingsperiode, de prijs en een deel van het creditcardnummer waren daarbij zichtbaar.
Verder heeft [slachtoffer 1] tijdens haar verhoor meerdere goederen overhandigd die afkomstig waren van diverse hotels, zoals, keycards, keycardhouders en ballpointsen is [medeverdachte 1] op 31 oktober 2019 in een auto aangehouden, waarin hotelsleutels van [hotel 6] Groningen en [hotel 7] in Eindhoven zijn aangetroffen.
Deze hotels zijn door de politie benaderd en 17 hotels gaven aan dat zij tussen mei 2019 en oktober 2019 door verdachte, [medeverdachte 1] , [slachtoffer 1] , [medeverdachte 2] , Ergen dan wel [medeverdachte 3] waren bezocht, en van deze 17 hotels gaven 16 hotels aan dat zij waren benadeeld, omdat bij het betalen van de factuur één of meerdere creditcardnummers wederrechtelijk waren gebruikt. 13 van deze hotels hebben aangifte gedaan. De hotels kwamen achter de fraude, doordat de aangeboden en gebruikte betaalmiddelen werden geweigerd of doordat de betalingen op een later moment werden betwist door de rechtmatige kaarthouder of door de uitgevende financiële instelling.
[slachtoffer 1] heeft verklaard dat [medeverdachte 1] samenwerkte met iemand die boven hem stond en dat die persoon creditcards liet maken en de hotels boekte.Alle hotels werden door deze vriend van [medeverdachte 1] met een creditcard via booking.com geboekt. Er mocht van [medeverdachte 1] nooit worden uitgecheckt.[slachtoffer 1] kreeg via [medeverdachte 1] de namen van de hotels via WhatsApp doorgestuurd.
Als er een hotel op iemands naam werd gereserveerd dan moest die persoon een foto van zijn identiteitsbewijs naar [medeverdachte 1] sturen en [medeverdachte 1] stuurde dit identiteitsbewijs dan weer door naar die andere persoon die de hotels boekte.
Als [slachtoffer 1] zelf moest inchecken dan wist ze dat er op haar naam geboekt was. In de andere gevallen zag zij [medeverdachte 1] of verdachte en kreeg ze de sleutel van hen.
[slachtoffer 2] heeft verklaard dat verdachte en [medeverdachte 1] tegen haar hebben gezegd dat ze de hotels betaalden met valse creditcards.
Verdachte heeft ter zitting van 15 februari 2021, kort gezegd, verklaard dat hij wel eens met [slachtoffer 1] mee is gegaan naar hotels en dat er hotelkamers op zijn naam werden geboekt. Verdachte is met [slachtoffer 1] in de volgende hotels geweest: [hotel 1] , [hotel 2] Harderwijk, [hotel 7] Eindhoven, [hotel 7] Eindhoven en in een hotel in Nijkerk. Mogelijk is hij ook in [hotel 4] Utrecht geweest. Volgens verdachte boekte [slachtoffer 1] de hotelkamers op zijn naam omdat zij dan minder snel gecontroleerd zou worden en geen problemen wilde aangezien zij onder bewind stond.
Hieronder worden de bewijsmiddelen per ten laste gelegd hotel dan wel plaats besproken.
[hotel 4] Utrecht:
Op 9 augustus 2019 is door [naam 5] de eigenaar van [hotel 4] te Utrecht aangifte van fraude met betaalproducten gedaan. Op 29 mei 2019 is er voor 5 dagen een kamer geboekt via Booking.com op naam van [medeverdachte 2] die met zijn legitimatiebewijs incheckte. De geboekte kamer werd volgens aangever [naam 5] door drie mannen en een vrouw gebruikt.
Op 1 augustus 2019 kwam er een reservering voor 6 nachten binnen via Booking.com op naam van [slachtoffer 1] . Bij de boeking stond creditcardnummer [nummer 1] vermeld. [slachtoffer 1] heeft met een creditcard, voorzien van nummer [nummer 2] een bedrag van € 140,00 afgerekend. De overige € 577,66 is niet betaald.
De kaart eindigend op [nummer 1] is afkomstig van [bedrijf] ltd. te Japan. De kaarthouder ( [naam 6] uit Japan) is niet akkoord gegaan met de transactie (betwisting). Aangever is voor een bedrag van € 577,66 benadeeld.[slachtoffer 1] heeft verklaard dat de eigenaar van dit hotel tegen haar had gezegd dat ze niet betaald had,en dat ook dit hotel, via de vriend van [medeverdachte 1] , de hoogste schakel, is geboekt.
Verdachte heeft ter zitting van 15 februari 2021 verklaard dat hij samen met [slachtoffer 1] in dit hotel is geweest.
[hotel 1] Apeldoorn ‘het Loo’
Op donderdag 12 december 2019 is door [naam 7] , hotelmanager van [hotel 1] , aangifte gedaan van fraude met betaalproducten.
Via Booking.com ontving het hotel een reservering voor een hotelkamer voor 2 personen inclusief ontbijt van 25 juni 2019 tot en met 2 juli 2019 op naam van [slachtoffer 1] .
De factuur van € 1.035,90 werd door haar betaald met de creditcard die bij de boeking was opgegeven, met nummer [nummer 3]
Enkele weken later ontving het hotel van PaySquare een terugvordering van het bedrag.
De betaling werd betwist, met als reden fraude. Het hotel is benadeeld voor € 1.035,90.
[slachtoffer 1] heeft bij de politie verklaard dat dit hotel is geboekt met een creditcard door de jongen die boven [medeverdachte 1] staat, op naam van [slachtoffer 1] .
Verdachte heeft ter zitting van 15 februari 2021 verklaard dat hij samen met [slachtoffer 1] in dit hotel is geweest.
[hotel 2] Harderwijk
Op 18 december 2019 is door [naam 8] , directeur van [hotel 2] te Harderwijk, aangifte gedaan van fraude met betaalproducten.
Via Booking.com is een junior Suite met tweepersoonsbed geboekt van 30 juni 2019 tot 4 juli 2019 op naam van verdachte. Bij een e-mailbericht van 30 juni 2019 geeft [alias verdachte] @gmail.com het hotel toestemming om zijn mastercard, eindigend op [nummers] te belasten voor de kosten van de kamer van verdachte.
Aangezien dit bedrag niet van deze creditcard kon worden afgeschreven heeft het hotel op 30 juni 2019 verzocht om een andere creditcard te verstrekken, waarop ‘ [alias verdachte] ’ op 2 juli 2019 13:27 een nieuw creditcardnummer aan het hotel heeft doorgegeven, eindigend op [nummer 4] .
Op grond van WhatsApp gesprekken tussen [medeverdachte 1] en [slachtoffer 1] stelt de rechtbank vast dat het [medeverdachte 1] is geweest die met het e-mailadres [alias verdachte] @gmail.com met het hotel heeft gecorrespondeerd. Zo schrijft [medeverdachte 1] op 2 juli 2019 om 10:12 uur aan [slachtoffer 1] : “I
k had een mail (…) van is niet betaald (…) had ze mail gestuurd, Omdat op jordan ze naam is”.
Op 20 juli 2019 ontving het hotel een betwisting van het betaalde bedrag. Het hotel heeft het bedrag van € 729,80 moeten terugstorten.
[slachtoffer 1] heeft verklaard dat de betalingen en reservering van het [hotel 2] door de vriend van [medeverdachte 1] werd geregeld en dat dit hotel was gereserveerd op naam van verdachte en niet is betaald.
Verdachte heeft ter zitting van 15 februari 2021 verklaard dat hij samen met [slachtoffer 1] in dit hotel is geweest.
[hotel 3]
Op dinsdag 5 november 2019 is door [naam 9] , general manager bij hotel [hotel 3] , aangifte gedaan van fraude met betaalproducten.
Via Booking.com heeft [slachtoffer 1] twee hotelkamers gereserveerd van 5 juli 2019 tot 11 juli 2019. Kamer 1 had als geregistreerde gast [verdachte] . Kamer 2 had als geregistreerde gast [slachtoffer 1] .
De facturen ten bedrage van € 1.162,14 werden op 7 juli 2019 betaald met een mastercard eindigend op 8112. Op 15 augustus 2019 ontving het hotel van EMSpay.eu bericht dat de betalingen betwist werden omdat de rechtmatige kaarthouder de betalingen niet had verricht.
De mastercard was uitgegeven door Banca Nazionale Del Lavoro S.P.A. - BNL (Italië) en het bedrag van € 1.162,14 werd door de bank in mindering gebracht op de rekening van het hotel.
Verdachte heeft ter zitting van 15 februari 2021 verklaard dat hij samen met [slachtoffer 1] in een hotel in Nijkerk is geweest.
[hotel 7] Eindhoven
Op 31 oktober 2019 is [medeverdachte 1] aangehouden en in zijn auto werd onder meer een hotelsleutel aangetroffen van [hotel 7] in Eindhoven.
Uit een proces-verbaal van bevindingen blijkt dat op 4 augustus 2019 via Booking.com een kamer in [hotel 7] in Eindhoven is geboekt van 4 augustus 2019 tot 11 augustus 2019 op naam van [medeverdachte 3] .
De factuur van € 622,00 werd op 4 augustus 2019 betaald met een creditcard voorzien van een kaartnummer [nummer 5] . De kaarthouder betwiste deze betaling. De kaart is afkomstig van Banco Macro te Argentinië. [hotel 7] is benadeeld voor een bedrag van € 622,00.
[medeverdachte 3] heeft verklaard dat [medeverdachte 1] de reservering maakte op naam van [medeverdachte 3] en dat [medeverdachte 3] daar een cadeautje voor kreeg, iets van geld of iets van genotsmiddelen. Hij hoefde alleen maar de sleutel op te halen omdat het op zijn naam stond. [medeverdachte 3] is met
Verdachte bij dit hotel geweest en [medeverdachte 3] is nog naar binnen geweest om de sleutel te halen. Hij deed dit om te helpen.
Verdachte heeft ter zitting van 15 februari 2021 verklaard dat hij mogelijk in dit hotel is geweest.
Naar het oordeel van de rechtbank kan op basis van voormelde bewijsmiddelen worden vastgesteld dat er sprake is geweest van een zodanig nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en zijn medeverdachten bij de identiteitsfraude en oplichting, dat sprake is van medeplegen van deze feiten, gepleegd in de plaatsen Utrecht, Apeldoorn, Harderwijk, Nijkerk en Eindhoven.
De rechtbank acht de verklaring van verdachte dat hij [slachtoffer 1] alleen maar wilde helpen en hij de hotelkamers daarom door haar op zijn naam heeft laten boeken, in het licht van de bewijsmiddelen, ongeloofwaardig.
Uit de bewijsmiddelen blijkt niet dat verdachte ook directe betrokkenheid heeft gehad bij de identiteitsfraude gepleegd in de plaatsen Nijmegen, Winterswijk, Epe, Deventer, Arnhem, Velsen Groningen en Haarlem, zodat verdachte ten aanzien van deze plaatsen zal worden vrijgesproken.