ECLI:NL:RBOVE:2021:1086
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in zaak van chemisch afvaldumping en lozingshandelingen
In deze zaak heeft de rechtbank Overijssel op 15 maart 2021 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 52-jarige man, die werd verdacht van het dumpen van chemisch afval en lozingshandelingen. De verdachte was beschuldigd van drie feiten die verband hielden met het storten van gevaarlijke afvalstoffen, afkomstig van de bereiding van synthetische drugs, in de bodem en het milieu. De officier van justitie had een gevangenisstraf van 36 maanden geëist. Tijdens de zitting op 1 maart 2021 werd het bewijs besproken, waaronder een WhatsApp-gesprek en telefoonmastgegevens die de verdachte in de nabijheid van de plaats delict leken te impliceren. De verdediging pleitte voor vrijspraak, stellende dat het bewijs onvoldoende was om de betrokkenheid van de verdachte te bewijzen. De rechtbank oordeelde dat er geen wettig en overtuigend bewijs was dat de verdachte een significante bijdrage had geleverd aan de dumping van het chemische afval. De rechtbank sprak de verdachte integraal vrij van alle tenlastegelegde feiten, omdat de mogelijkheid dat hij zich in de omgeving van de dumping bevond niet voldoende was om zijn schuld te bewijzen. De uitspraak benadrukt het belang van wettig bewijs in strafzaken.