ECLI:NL:RBOVE:2021:1070
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning van vergoeding op basis van de Tijdelijke tegemoetkomingsregeling kinderopvang en de peildatum van 6 april 2020
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 12 maart 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en de minister van Financiën over de toekenning van een vergoeding op basis van de Tijdelijke tegemoetkomingsregeling kinderopvang (TKO). Eiseres had een vergoeding van € 288,- ontvangen voor de eigen bijdrage, maar was van mening dat dit bedrag te laag was, omdat zij in werkelijkheid meer opvanguren had afgenomen dan bij de Belastingdienst/Toeslagen bekend was. De rechtbank heeft vastgesteld dat de peildatum voor de berekening van de vergoeding op 6 april 2020 ligt, zoals bepaald in de TKO. Eiseres heeft aangevoerd dat de bij de Belastingdienst bekende uren bewust lager zijn gehouden om terugvordering van te veel ontvangen toeslag te voorkomen, maar de rechtbank oordeelde dat de gegevens op de peildatum correct waren en dat de TKO een algemeen verbindend voorschrift is dat niet in strijd is met hogere regelgeving. De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep van eiseres ongegrond is, omdat de keuze voor de peildatum door de wetgever is gemaakt en de rechtbank niet de taak heeft om de maatschappelijke waarde van de betrokken belangen te beoordelen. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.