ECLI:NL:RBOVE:2020:934

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
18 februari 2020
Publicatiedatum
3 maart 2020
Zaaknummer
C/08/244015 / FA RK 20-346
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot verlenging van machtiging voortzetting van crisismaatregel afgewezen wegens verstrijken termijn Wvggz

Op 18 februari 2020 heeft de Rechtbank Overijssel, locatie Almelo, een beschikking gegeven in een zaak betreffende de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De officier van justitie had op 17 februari 2020 een verzoek ingediend tot verlenging van een eerder opgelegde crisismaatregel, die op 14 februari 2020 was ingesteld. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling van het verzoek op dezelfde dag, 18 februari 2020, gehouden. Tijdens deze zitting waren de betrokkene, bijgestaan door zijn waarnemend advocaat, en twee gz-psychologen aanwezig. De officier van justitie was niet ter zitting verschenen, omdat een nadere toelichting op het verzoek niet nodig werd geacht.

De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat volgens artikel 7:8 lid 3 WvGGZ de rechter binnen drie dagen na indiening van het verzoekschrift moet beslissen. Aangezien de termijn voor de crisismaatregel op 17 februari 2020 was verstreken, kon de maatregel niet worden voortgezet. Daarnaast concludeerde de rechtbank, op basis van de overgelegde stukken en de verklaringen van de gz-psychologen, dat er op dat moment geen sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de betrokkene, dat voortvloeit uit een psychische stoornis. Gezien deze overwegingen heeft de rechtbank het verzoek tot verlenging van de crisismaatregel afgewezen.

De beschikking is mondeling gegeven door rechter W.M.B. Elferink en is op 20 februari 2020 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend. De beslissing is openbaar uitgesproken, waarbij A.S. Özsüren als griffier optrad.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Familierecht en Jeugdrecht
Locatie: Almelo
Zaak-/rekestnr.: C/08/244015 / FA RK 20-346
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 18 februari 2020van de rechtbank Overijssel naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot verlenging van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (WvGGZ), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] , [geboorteplaats]
wonende te [adres] , [woonplaats] ,
thans verblijvende bij [naam instelling] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. D. Greven te Borne.

1.Procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 17 februari 2020, heeft de officier van justitie verzocht om verlenging van de op 14 februari 2020 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel d.d. 14 februari 2020;
- de medische verklaring d.d. 14 februari 2020;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de wet BOPZ en de WGGZ;
  • de relevante politiegegevens.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 18 februari 2020, in het gebouw van [naam instelling] .
1.3.
Ter zitting waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
  • betrokkene bijgestaan door mr. J.G. Luiten, waarnemer voor de advocaat van betrokkene,
  • mevrouw [A] , gz-psycholoog, en
  • de heer [B] , gz-psycholoog.
1.4.
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig is, is de officier van justitie niet ter zitting verschenen.

2.Beoordeling

2.1.
Artikel 7:8 lid 3 WvGGZ bepaalt dat de rechter op het verzoek beslist binnen drie dagen te rekenen vanaf de dag na die van het indienen van het verzoekschrift door de officier van justitie. Artikel 7:5 WvGGZ bepaalt dat de crisismaatregel onder andere vervalt door het verstrijken van de termijn als bedoeld in artikel 7:8 lid 3 WvGGZ. Gelet hierop had uiterlijk 17 februari 2020 een beslissing op het verzoek moeten worden genomen. Nu de crisismaatregel al is verlopen, kan deze niet worden voortgezet.
2.2.
Bovendien is de rechtbank op grond van de overgelegde stukken en de toelichting van de gz-psycholoog ter zitting gebleken dat er ten aanzien van betrokkene op dit moment geen sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, dat vermoedelijk wordt veroorzaak door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis.
Gelet op het vorenstaande zal de rechtbank het verzoek afwijzen.

3.Beslissing

De rechtbank wijst het verzoek af
Deze beschikking is op 18 februari 2020 mondeling gegeven door mr. W.M.B. Elferink, rechter en in het openbaar uitgesproken bijgestaan door A.S. Özsüren als griffier, en op
20 februari 2020 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.