Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Procesverloop
2.Beoordeling
- ernstige verwaarlozing;
- maatschappelijke teloorgang;
- ernstige psychische schade.
Rechtbank Overijssel
Op 7 februari 2020 heeft de Rechtbank Overijssel een beschikking gegeven inzake een verzoek tot het verlenen van een opvolgende machtiging voor verblijf, ingediend door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). Dit verzoek was gericht op de betrokkene, die lijdt aan een psychogeriatrische aandoening, met name uitgebreide neurocognitieve stoornissen, mogelijk Lewy Body dementie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene niet in staat is om adequaat voor zichzelf te zorgen en 24-uurs hulp nodig heeft. De eerdere voorlopige machtiging tot voortzetting van het verblijf was verleend tot en met 28 februari 2020.
Tijdens de mondelinge behandeling op 7 februari 2020 waren de betrokkene, haar advocaat, en enkele familieleden en zorgverleners aanwezig. De rechtbank heeft de situatie van de betrokkene beoordeeld aan de hand van de overgelegde stukken en de verklaringen van de aanwezigen. Het is gebleken dat de betrokkene zich verzet tegen de voortzetting van het verblijf, maar dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat de voortzetting van het verblijf noodzakelijk is om ernstig nadeel, zoals verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang, te voorkomen. De machtiging is verleend voor de duur van twee jaar, tot en met 7 februari 2022. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.